Een 40tal vennooten waren gisteren avond opgeko men ter bijwoning der jaarlijksche algemeene vergade ring der Maatschappij van visscherij en van gebouwen en grondbezit, genaamd Nijverheids-vereeniging, welke onder voorzitterschap van den heer A. den Boer alhier gehouden werd. Uit het door den secretaris den heer J. van Nederveen uitgebracht verslag bleek, dat het gestort kapitaal op 1 Juli 1871 bedroeg 14,335.20 cu vóór uit0 December ji. ƒ852.72J is bijgestort, zoodat het bedrijfkapitaal 1871/72 f15,187.921- groot was. Van 1 Januari tot 30 Juni jl. is gestort 682.98, totaal alzoo 15,870.901-. Met de hoogaars zijn dit jaar eenigszins gunstiger resul taten verkregen. De toerusting van de schuit voor het noodige ter verzending der garnalen naar Engeland heeft goede vruchten opgeleverd. Behalve het inwinnen van een voorschot van f 100 voor manden, heeft de hoog aars eene zuivere winst van f 118.16 afgeworpen. Ook de gehouwen, die door het bestuur steeds goed onder houden ziju, zijn voortdurend verhuurd. De ongebruikte gelden worden steeds gedeponeerd bij de heeren J. A. Tak c° tegen vergoeding van rente; op 30 Juni jl. bedroeg die som 2146.46. De wiust- en verliesrekening- gewaagt voorts nog van eenige andere revenuen, ter wijl de slotsom van een en ander is dat de vereeniging een zuivere winst heeft behaald van f 495.15£ of ruim 3 pet. van het bedrijfkapitaal op 31 December jl. ad f 15,187.924. Hoewel geen nieuwe panden zijn aangekocht en geen nieuwe inrichtingen zijn verrezen heelt men toch niet stil gezeten. Een tweetal ondernemin gen hebben het bestuur veel werk verschaft, doch nog geen resultaten opgeleverd. Na den afloop der vorige algemeene vergadering werd door den admini strateur een voorstel ingediend tot het bouwen eener buiten-sociëteit op eeu der wandelingen (bolwerken) al hier. Na de toelichting van dit voorstel is eene schets- teekening met berekening van kosten gemaaktde keuze op een plan gevestigd, de plaats gekozen eQ verder een en ander voorbereid. Twee vergaderingen met com missarissen zijn aan dit onderwerp gewijd, waarvan de slotsom was dat het voorstel werd verworpen. Een tweede onderwerp was het stichten van een koffiehuis en loge ment aan de stadszijde van de kanaalbrug alhier. Na keuze der plaats is een gebouw ontworpen en in tee- kening gebracht met begrooting van kosten. Dit ont werp is in de vergadering met commissarissen goed gekeurd. Het bestuur heeft toen een adres aan burge meester en wethouders gericht, waarop onder dagtee- kening van 28 Juni jl. is geantwoord dat bij deregee- ring pogingen aangewend zullen worden, om reeds nu de gemeente in het bezit te stellen van het bedoelde terrein, terwijl intusscheu een voorstel aan den gemeen teraad zal worden gedaan. Door bestuur en commissarissen is besloten tot uit- keering van 3 pet. over het gestorte kapitaal op 31 De cember jl. Nadat de rekening en balans van den administrateur waren goedgekeurd werd, naar aanleiding van het uit gebracht verslagdoor een der vennooten de oprichting eener buiten-sociëteit als een voor deze gemeente hoogst weaschelijke zaak ter sprake gebracht. Uit de inlichtingen van bestuurders en commissarissen bleek, dat meest allen het denkbeeld hebben goedgekeurd, doch zijn teruggedeinsd voor de gerezen bezwaren niet alleen van financieelen aard, maar vooral ten aanzien van de exploitatie van zoodanige buiten-sociëteit. Eene langdurige discussie, door verschillende sprekers over dit onderwerp gevoerd, had tot slotsom dat met 36 tegen 4 stemmen is aangenomen een voorstel van een der vennooten, om de wenschelijkheid der oprichting eener buiten-sociëteit alhier uit te spreken en bestuur ders en commissarissen uit te noodigen die zaak nader in overweging te nemen. Laatstgenoemden hebben zich daartoe bereid verklaard en een spoedige behandeling toegezegd. Tot lid van het bestuur, in de plaats van den lieer W. J. Muller, is benoemd de heer L. L. Woutersen. In de plaats van de aftredende commissarissen, de heeren J. de Kanter en W. Appel, zijn gekozen de heeren P. A Ver hulst en F. Nagtglas. Bij de in de vorige week gehouden verkiezing van een lid voor den gemeenteraad van Kruiningen is de lieer J. K. van den Brink gekozen met 47 van de 81 uit gebrachte geldige stemmen. Z. M. de koning heeft aan de commissie uit de eerste kamer der staten-generaaldie hem jl. Zaterdag het adres van antwoord op de troonrede namens diekame:- heeft aangeboden, het volgende geantwoord: „Ik ver zoek u, mijne heerenaan de eerste kamer mijnen dank over te brengen voor haar adres van antwoord en haar daarbij de verzekering te geven dat ik daaruit wederom met genoegen verneem hare bereidvaardigheid tot de vervulling van hare gewichtige taak." De minister van justitie heeft bij de tweede kamer ingediend een nota van wijziging in sommige artikelen van het door zijn voorganger ingediende wetsontwerp, houdende vaststelling van gerechtskosten in burgerlijke en militaire strafzaken. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. ridderorden. Vergunning verleend aan den gepen sioneerden officier van gezondheid 2e klasse titulair van bet leger in Nederlandsch Indie J. L. G. la Ratte, tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van ridder 1P klasse der orde van den Zahringer Leeuw en van het herimieringskruis van verdiensten voor vrijwillige ver pleging van gewonde en zieke krijgslieden in den oorlog van 18701871, hem door Z. K. H. den groothertog van Baden geschonken. eereteekenen. Vergunning verleend aan vrouwe C. R. A. Sprenger, geboren Bijlevelcl, tot het aannemen en dragen van het Kruis vau verdiensten voor vrouwen en jonkvrouwenhaar door Z. M. den keizer van Daitsch- land, koning van Pruisen, geschonken. STAATS-examensBenoemd tot leden der commissie, belast met het afnemen der geneeskundige examens: dr. J. Vroesom de Haaute Botterdamthans plaats vervangend lid, en dr. J. van der Hoeven jr., te Bot terdam; en tot plaatsvervangende leden dier commissie dr. H. F. van Praag Heymans, te s Gravenhage; dr. J. W. 11. Tilanushoogleeraar te Amsterdamen dr. D. Doijer, hoogleeraar te Leiden. OUDERWIJS. De minister van binnenlandsche zaken heeft te ken nen gegeven, dat meisjes niet uitgesloten zijn van het vergelijkend examen tot het bekomen van eene der va cante rljksbenrzen aan de normaallessen. KOLONIËN. Omtrent den verderen gang van zaken in Deli valt uit nadere bij het departement van koloniën ontvangen telegrafische berichten te vermelden, dat het verzet aldaar nog niet geëindigd was en dat de hoofden nog niet waren uitgeleverd. Eene vijandelijke versterking was ingenomen. Do ingevallen regen belette echter in liet gebergte door te dringen. Alle ondernemingen waren genoegzaam beschermd. Blijkens een telegram van 19 dezer hadden de Battaks zich versterkt en was de houding van het hoofd van Soengal dubbelzinnig. Twee compagniën versterking waren daarop van Bata via gevraagd en was door den gouverneur-generaal een half bataljon gezonden. {Staats-cour) GEMENGDE BERICHTEN. Jl. Zaterdag heeft te Ant werpen een banket plaats gehad, door den Geuzenbond aan zijn voorzitter, den heer van der Taelen, schepen van Antwerpen, aangebo den. Alle liberale vereenigingen en genootschappen uit België waren aldaar vertegenwoordigd. Het getal gasten bedroeg ongeveer duizend. Het feestmaal werd gepre sideerd door den heer Michielson der-voorzitter van den Geuzenbond, aan wiens rechterhand^ de heer van der Taelen gezeten was; aan zijne linkerzijde zat de heer de Wael, burgemeester van Antwerpen. Gedurende het banket voerde de harmonie onder leiding van den heer Lemaire verschillende muziekstukken uit. Te 7 uren werden de bovengaanderijen voor de dames der inschrijvers geopend. Meer dan 300 dames waren aan wezig om de redevoeringen aan te hooren en toe te juichen. De eerste toast werd uitgebracht door den bur gemeester van Antwerpen en was gewijd aan Leopold II, „den eersten burger van België." Daarna voerde de heer Michiels het woord, die zijne rede in het Vlaamsch aanving, omdat „het eerste woord van de lippen vaneen Antwerpsclien Geus een "Vlaamsch woord moet zijn." Daar echter onder de genoodigden uit andere provinciën zich zoovelen bevonden die het Vlaamsch niet ver staan zette hij zijne rede in het Fransch voort en schetste breedvoerig het programma van den Geuzenbond, waar na hij een dronk instelde op den heer van der Taelen, voorzitter van den bond, die (lezen op hartelijke wijze beantwoordde en wederkeerig een toast wijdde aan de vereeniging van alle liberale krachten: het vereenigd en onverdeeld Belgische liberalisme, het handelend libe ralisme. Onder luidruchtige toejuichingen bood voorts eene deputatie der Brusselsche liberalen den heer van der Taelen een reusachtige lauwerkroon aan. De heer Gorten stelde een dronk voor aan de afgevaardigden der op het banket vertegenwoordigde vereenigingen, die namens 'de afgevaardigden werd beantwoord dooi den heer Scailquin uit Brussel. Op dat oogenblik, ter wijl eenige riflemen in de zaal aanwezig waren, speelde het orchest het Engelsche volkslied en werden een aan tal bouquetten den Engelschen aangeboden. Laatstge noemden boden die bouquetten op hunne beurt weder den heer van der Taelen aan, welke manifestatie ten zeerste werd toegejuicht. Toen het Engelsche volks lied was afgespeeld kwam de beurt aan het Neder- landsche, hetwelk door iedereen staande werd inede- gezongen. Onder de genoodigden bevond zich ook do 12jarige C'ornelis van de Beest, met zijn vader, hoofd onderwijzer te Oost- en "West-Souburg. Bij de onthul ling van het gedenkteeken voor Marnix te West-Souburg had eerstgenoemde de Geuzenkokarde ontvangen, en nu voerde hij aan dit banket het woordom zijn dank aan den gauschen Geuzenbond te betuigen voer de eer en de onderscheiding hem te beurt gevallen. Onder dave rende toejuiching werd hij in zegepraal tot bij den heer van der Taelen gedragendie hem hartelijk omhelsde. Thans werd hem een gouden insigne op de borst ge hecht. Nadat nog eenige andere sprekers het woord hadden gevoerd nam het feest een einde. Bij het ministerie van oorlog bestaat het voorne men om eenig werk van de topografische inrichting naar de in 1873 te Wcenen te houden tentoonstelling te zenden. THERMOMETERSTAND. 23 Sept. 'sav. 11 u. 48 gr. 24 'smorg. 7 u. 48 gr. 'smidd. lu.56gr. 'sav.Gu. 51 gr. STATSN-GENERAAL. tweede kamer. Zitting vau Maandag 23 Sejitombci'. Bij de behandeling der algemeene strekking van hot adres van antwoord op de troonrede [waarvan wij gis teren in het kort melding maakten] voerde het eerst het woord de heer van Wassenacr van Catwyk, die, wijzende op belangrijke sociale quaestiën die aan het welzijn des lands knagen, bij de regeering aandrong op het nemen van maatregelen tot wering van bet mis bruik van steiken drank, waarop tegenwoordig onze financieele toestand hoofdzakelijk steunt, hulp van de regeering vroeg voor den arbeidenden stand, door de behoeften goedkoop verkrijgbaar te stellendoor ver mindering van aceijnsen. Verder ontwikkelde hij de stelling dat de vrije wer king van het evangelie te bevorderen en alle belemme ringen daartegen weg te nemende taak is van regeering en volksvertegenwoordiging. Maar door het staats onderwijs, zooals het toegepast wordt, belemmert men de vrije werking van het evangelie onder het volk; het middelbaar onderwijs is vergiftigd door leeraren, die den kansel hebben verlaten, en omtrent het hooger onderwijs wilde hij reëele scheiding tusscbcn kerk en staat. Hieruit vond liij aanleiding om den minister van financiën te vragen of hij daartoe wil medewerken met betrekking tot de subsidiën aan de kerkgemeenten en de kerkgenootschappen. In den loop der discussie heeft de minister van financiën op de laatste vraag geantwoord dat hij ge trouw bleef aan het door hem vroeger voorgestane be ginsel tot degelijke cn reëele scheiding van kerk en staat. Uit de begvooting bleek boe de minister voor nemens was ten aanzien der subsidiën te handelen. Omtrent het denkbeeld van een iisxnm voor de kerk genootschappen wilde hij zich thans niet uitlaten. De algemeene politiek werd door den heer vau Zuy- len van Nyevelt ter sprake gebracht. Het inleidend woord van de regeering had hem teleurgesteld. Hij miste daarin de openlegging van beginselen. Van welke „meerderheid'' was het kabinet de uitdrukking? Van de meerderheid die over de inkomstenbelasting uit spraak had gedaan? Van die over de defensie-quaes- tie? Welke aanspraken van kennis, van ondervinding, van zedelijk prestige doch het kabinet gelden om zijne taak te kunnen aanvaarden? Waarom moest weder per se een kabinet optreden uit de liberale partij, nadat vijf proefnemingen in de laatste zeven jaren waren mislukt, nadat bovendien zoowel de militaire- als de belasting- quaestie in conservatieven zin zijn beslist? Zoo de meerderheid, die de inkomstenbelasting verwierp, niet homogeen was, er kuunen omstandigheden voorkomen waarin niet enkel een homogeen kabinet denkbaar is, terwijl men bovendien op de homogeniteit van dit kabi net niet bijzonder schijnt te kunnen roemen. Het laten liggen der belastingquaestie, eenmaal aan de orde gesteld, noemde hij gemis aan staatsmanswijsheid en aan ernstige opvatting zijner taak. Onder welke voor waarde ook was overeenstemming verkregen tusscken hetgeen de heer Thorbecke genoemd had de afbrekende en de opbouwende liberalen? Welk koloniaal stelsel is in het ministerie vertegenwoordigd? Wat is er van de defensie te verwachten? Zou er een legerorganisatie bij de wet worden voorgedragen? Waar zou het zwaarte punt liggen van de regeering? Bij de uitvoerende macht of bij de vertegenwoordiging? De minister van justitie antwoordde dat ook hij zich de vraag had gesteld of' het ministerie niet moest op treden uit de meerderheid, die de income-tax had ver worpen. Maar die meerderheid was politiek niet homo geen, en dus niet in staat het bewind te aanvaarden. De minister meende dat het kabinet moest overeenstem men met den geest der meerderheid en in zóóver moet het de meerderheid wel volgen. Thans is alléén een liberaal kabinet mogelijk. De beslissing over de in komstenbelasting mocht niet de leidende gedachte zijn bij de kabinetsformatie. Niet naar verwijdering, maar naar toenadering en naar gemeen oveiicg moest hier gestreefd worden. De verdeeling tussehen afbrekende en opbouwende liberalen erkende de minister niet. De koloniale beginselen zou de minister van koloniën uit eenzetten. Omtrent de defensie herhaalde hij zijne ver klaringen in cle eerste kamer, en wat een wettelijke legerorganisatie aangaat, meent het ministerie, zooals het thans is samengesteld, dat daartegen geen grond wettig bezwaar bestaat. Noch bij de regeering, noch bij de ver tegen woordi-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2