ikftijömgeiï. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. huiden in de nieuwe wereldde snuiters deelen het lot der vetkaarsen. De vratige tijd heeft ze opgeslokt! Maar nog zoovele andere veel minder prozaische dingen heeft hij verslonden! Heeft niet de zoo roman tische guitaar gelijk lot ondergaan? Heeft de poëtische harp, de melancholische, smachtende fluit een beter lot gehad? Wel nemen de beide laatste instrumenten in orchesten nog eene plaats inmaar als mode-instrument •hebben zij met de guitaar plaats moeten maken voor het klavier. Welke Ferdinand denkt er tegenwoordig nog aan om fluit te blazen Welke Amelie ligt verzonken in zoete droomerijen op de sofa, met het blauwe of rooskleurige lint der guitaar gracieus om den schouder geslingerd? Stijf en houterig staat de pianokruk voor de piano, en het is eene onmogelijkheid om zich in een sierlijke pose op het prozaisch meubel te plaatsen; het ding heeft niet eens eene leuning. De pianist zit óf stokstijf op zijn kruk, evenals de figuren op de Egyptische grai- steenen en obelisken, óf zijn bovenlijf maakt de bewe ging van een slinger, en geen van beiden is bijzonder dichterlijk of schilderachtig! Als men een dozijn der vroeger zoo gezochte pracht- almanakken doorbladert vindt men telkens het beeld van eene Iduna of Irene met de guitaar of harp. Maar eene Iduna met haar klavier heb ik tot nogtoe nergens afgebeeld gezienOok broeder Studio, tot wiens over oude attributen behalve rijzweep, hooge laarzen en sporen ook een guitaar behoordeheeft haar verachte lijk weggeworpen. Hij speelt tegenwoordig piano of niets. De guitaar ontmoet men nu en dan nog slechts in handen van een verliefden kleermaker of van een reizend en straat muzikant. Het instrument waarvan Pseudo-Clauren in zijn „Mann im Monde" getuigt, dat het alleen een klein orchest vertegenwoordigt, is tot het meest alledaagsche instrument voor accompagnement afgedaald. Hoe lang zal het nog duren eer het geheel verdwenen is evenals de mondharmonica, eens de zaligheid van alle straat jongens, doch bij het tegenwoordige geslacht nog slechts bij name bekend? Dat echter het klavier met zijn rijkdom van tonen, waardoor het echter geheel onge schikt is voor draagbaar instrument, op muzikaal ge bied in de moderne wereld de alleenheerschappij heeft verworven, is stellig een niet minder belangrijk teeken des tijds dan b. v. de alleenheerschappij van de zoo prachtige maar geurlooze camelia, die in de balzalen reeds langen tijd geleden de roos verdrongen heeft; een bloem zonder geur gelijkt een schoon lichaam zon der ziel. Eenigen tijd geleden kwam mij een nieuw (Duitsch) leesboek voor de middelbare scholen in handen. De schrijver uitte daarin ergens de klacht dat het hem niet was gelukt een chrie te vinden om wat hij zeggen wilde met een gemakkelijk te begrijpen voorbeeld op te helderen. Hoeveel beminnenswaardige lezeressen om van de geëerde lezers niet te spreken weten wat een chiie is? Ik moet zelf bekennen, dat ik zulk een individu nimmer heb ontmoet, hoewel het signa lement mij uit de rhetorica nog duister voor den geest zweeft. Het is met de chrie gegaan als reet de mophondjes; zij is uitgestorven. Maar ook de fabel is evenals de idylle, zoo goed als verdwenen. Hoewel onze tijd rijk is aan poëtische producten zal het toch moeilijk zijn om een fabel of eene idylle te vinden die geen menschenleeftijd oud is. In de spotbladen vindt men nog wel eens eene fabel doch die zijn niet van de echte soort, want zij zijn uitsluitend van polemisch-politieken aard en hebben geen type tot onderwerp, doch klaarblijkelijk een be paald persoon. Voor de idylle zoowel als voor het idyllische epos ontbreekt ons tegenwoordig de ware stemming evenzeer als voor sprookjes. In de geringe behoefte aan het laatstgenoemd artikel wordt door het buitenland voorzien. Frankrijk heeft in Lacham- baudie den laatsten modernen fabeldichter van betee- kenis geleverd, en de meest gelezen sprookjes van den nieuwsten tijd zijn de boeiende phantasmagoriën van den Deen Andersen. Snel voortbrengen en snel genieten is het meest ka rakteristieke kenmerk van onzen tijd. Wij willen het genot in een zoo beknopt mogelijken vorm hebben, om spoedig weder tot iets anders en beters te kunnen over- gaaD. Vandaar dat de stof ten koste van den vorm op den voorgrond treedt. Vorm zonder stof is gelijk aan hazenpeper zonder haas, maar de vrees is niet ongegrond, dat wij op den waren weg zijn om door het streven naar stoffelijk voordeel en stoffelijk genot de schoonheid van den vorm geheel uit het oog te verliezen. Men sla maar eens het geëerde publiek ia een theater gade gedurende een eenigszins in het breede uitgespon nen expositie of bij eene passage waarin de dichter een beroep doet op het gevoel van zijne toehoorders. Ter stond worden de gezichten lang en ontstaat een betee- kenisvol geschuifel en gedruisch, de doodklok van zoo Chrie beteekent in de rhetorica een spreuk of eene uit drukking van een bekend persoon, die ter oefening aan de leerlingen tot verdere uitwerking werd opgegeven. menig nieuw acteurdie misschien een beter lot had verdiend, en als het stuk niet spoedig een andere rich ting neemt wordt men werkelijk boos. Daarentegen laten wij ons de dolste ongerijmdheden welgevallen; de meest brutale aesthetisehe oorvijgen nemen wij dood kalm op, als slechts de handeling zoo snel mogelijk ontwikkelt. Meer dan eens heb ik bij mij zeiven gedacht„Wat is het toch goed dat Goethe en Schiller classieken zijn en door den nimlus van hun naam het publiek in toom houden." Wee den modernen drama schrijver die zich met eene „Iphigenie" op de planken zou durven wagen Onvergetelijk is mij zekere wak kere houtvester uit Saksen die bij de opvoering van dit stuk, bij gelegenheid van 'skonings verjaardag, in het theater te Leipzig na de derde acte aan zijne ver veling lucht gaf met de woorden: „Kon dan die ezel van een directeur niets prettigere laten opvoeren dan dit ellendige vervelende stuk. Dan is waarachtig „De ge wonde ridder" in het volkstheater te Dresden nog veel amusanter!" Zou niet menigeen die op de hoogte is van de moderne ontwikkeling in zijn hart juist zoo denken als mijn eerlijke houtvester, hoewel hij zich wel wachten zal zulk een ketterij uit te spreken? Gisteren lag te Riga zeilklaar het schconerscbip Nerva, gezagvoerder A. Jorgensen, bestemd naar Mid delburg. Ttówrrtmtim. De ondergeteekende betuigt zijn hartelijken dankr voor de blijken van belangstelling, hem van vele zijden op den 18en September jl. betoond. IJzendijke, C. A. P. VAN MUI JEN. September 1872. Geneesheer. DE GEDEPUTEEKDE STATEN VAN ZEELAND, maken bekenddat door het bestuur van den IVie'^we- Nfeuxenpolder zijne calamiteusverklaring is ver zocht, en dat het daartoe strekkende adres, met de daarin vermelde stukken tot en met 30 dezr-r, voor de besturen en bijzondere personenwier belarigen bij eene calamiteusverklaring betrokken zijn, ter inzage liggen ten raadhuize te Neuzen, Zij noodigen hen, die verlangen mochten bezwaren mede te deelen, uit, om die vóór of op den 2en Octo ber aanstaande in te leveren. Middelburg, 19 September 1872. De gedeputeerde staten voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN, Voorzitter. BUTEUX, Griffier. KERKVOOGDEN der Nederduitsehe hervormde ge meente te Middelburg, maken bekend, dat de voorloo- pig opgemaakte lijst der stemgerechtigden ter verkiezing van notabelen dier gemeente, van en met Vrijdag 20 tot en met Vrijdag 27 <le«er, uitgezonderd de Zondag, dagelijks van 12—3 uren voor de gemeente leden ter inzage ligt in een der localen bij de Nieuwe kerk, en dat bezwaren daartegen, schriftelijk en onder teekend tot en met 27 dezer bij Kerkvoogden kunnen worden ingebracht. Middelburg den 19en September 1872. Kerkvoogden voornoemd C. H. J. VAN BENTHEM JUTTINGVoorzitter. W. A. DORMAAR Hz., Secretaris. Die iets te vorderen heeft van de reederij van het schip Baron van heemstra, gevoerd geweest door kapitein F. NEPPERUS, gelieve daarvan opgaaf te doen voor den lcn October 1372, ten kantore der hee- ren SPOORS SPRENGEE. De COMMISSIE van Administratie over het Burger lijk en Militair Huis van verzekering te middelburg zal, op Woensdag den 25°" September 1872 des voormiddags te lO uren, in de vergaderkamer der gevangenis, onder nadere goedkeuring, in het open baar aanbesteden: het leveren der benoodigdheden voor het onderhoud der gevangenen, gedurende het jaar 1873, op de voorwaarden ter lezing liggende in gemeld gesticht. Middelburg, den 176n September 1872. De Commissie van Administratie voornoemd, M. VERBRUGGE, Voorzitter. C. L. WAGNER, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 6