MIDDELBÜRGSCHE COURANT. F 225. Zaterdag 21 September. 1872. Dit blad verschijnt dagelijhs met uitzondering van den Zondag, den 2eB Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m. franco is f 3.50. Middelburg 20 September. Volgens gewoonte deelen wij de voorgedingen be grooting der inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor 1873, benevens de vastgestelde cijfers der be grooting voor 1872 ter vergelijking en eenige aan de memorie van toelichting ontleende verduidelijkingen mede. Hieronder plaatsen wij de inkomsten, in een vol gend nommer op dezelfde wijze de uitgaven. INKOMSTEN. AARD DER INKOMSTEN. VASTGESTELD j voor 1872. geraamd voor 1873. HOOFDSTUK I. Ontvangsten wegens vroegere diensten. Batig slot der rekening!) Totaal van het le hoofdstuk. HOOFDSTUK II. Baten van gemeente-eigendommen. Inkomsten vaste eigendommen Opbrengst tienden en grondrenten. De jacht van Middelburg De visscherij in de stads vesten met bijbehoorende kanalen, de Mannezee en de Katmansboo- gaard Opbrengst grasverpachtingen Opbrengst houtgewas Rente van een kapitaal groot p. resto 100 ten laste kooper gemeentegrond achtersingel te gen 5 pet., verschijnende 31 De cember 1873 Dividend voor 22aandeelen in de Nederlandschc handelmaat schappij -) Aandeel aan de gemeente toeko mende in de zuivere winst van de stads wisselbank 3) Praeleveraent uit de opbrengst van de beleeningen der stads wisselbank, tot dekking dier administratie Totaal van het 2e hoofdstuk. HOOFDSTUK III. Belastingen en heffingen. afdeeling i. Opcenten op 's rijks directe belast. 40 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde eigendommen 10 idem ongebouwde eigendommen 40 idem personeele belasting 4) Totaal van de le afdeeling. afdeeling II. Hoofdelijke omslagen en andere directe plaatselijke belastingen Hoofdelijke omslag na aftrek van 1000 als onwaarde 5). - - Totaal van de 2e afdeeling. afdeeling IIL Belastingen op voonoerpen van verbruik. Nihil. afdeeling IV. Bijzondere belastingen. Nihil. afdeeling V. Hefingen voor het gebruik Van gemeentewegenwerken en inrichtingen. Weg-, straat-, brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, dok-, boom- en veergelden 6) Gelden voor bauken of staanplaat sen in ballen, op markten enz. Begrafenis-rechten 8) Schoolgelden 9) Transporteere 453.75 1,191.50 300.— 10.— 1,125. 0,675.26 7.875. 453.75 1,191.50 300.— 5.— 1,125.— 2,316.17 7,875.- 23,665.80 12,082.87 604.68 21,773.65 67,000.- 67,000.— 1,588.59% 3,141.41 I 1,200. 15,611.98 j 347.61% 3,057.62 1,895.95 16,755.06 AARD DER INKOMSTEN. vastgesteld voor 1872. GERAAMD i VOOR 1873.' Transport Gelden voor het gebruik of genot van andere openbare gemeente werken, bezittingen of inrich tingen Gelden wegens stukken door of vanwege het gemeentebestuur uitgegeven Totaal van de 5e afdeeling. i' 4e n 3e Totaal van het 3e hoofdstuk. HOOFDSTUK IV. Inkomsten van verschillenden aard en toevallige baten. Opbrengst van haardasch en mest- speciën 10) Idem vau boeten wegens overtre dingen van plaatselijke verorde- Idem van onbruikbaar geworden en andere verkochte roerende goederen Van afkoop wegens persoonlijke dieustenvolgens art. 193 der gemeentewet Teruggave van ten behoeve van bet rijk of gewestelijk bestuur bij voorschot gedane betalingen Uitkeering door rijk 4/5 opbrengst rijksbelasting personeel 11) Alle andere ontvangsten, niet tot de vorenstaande behoorende Gl. Ct. i Gl. Ct. 21,541.98% 22,056.24% 404.34 22,229.24% 65,000.— 34,461.29 121,690.44% 409,64% 22^63^7^) 67,000. 35,960.63 1,285.— 240.82 150.— 781.— 57,007.34 851.07 Totaal van het 4e hoofdstuk. 60,320.23 HOOFDSTUK V. Buitengewone ontvangsten. afdeeling i. Opbrengst van geldleeningen. j Geldleening ter voorziening in de kosten van openbare werken-I 200,000. Totaal van de le afdeeling,! 200,000. afdeeling II. Opbrengst van den verkoop van j gemeente-eigendommen Verkoop van opgaande olmen-' boomen 12) 516. Idem van perceel grond 13) 100. Totaal van de 2e afdeeling. j Totaal van de le afdee'ing.1 Totaal van het 5e hoofdstuk. 200,616. VERZAMELING. Totaal van het le hoofdstuk.! 2e I 23,896.68 3e 121,690.44% 4e 1 60,320.23 5e I 200,616.— 616.— 200,000.— Totaal der inkomsten.; 406,523.35% 1,285.— 196.70 5.— 150: 780. 56,195.15 851.07 59,462.92 300.- 100.- 23.665.80 125,593.42 59,462.92 400.— 209,122.14 21,541.98%' 22,056.24% 1) De rekening over 1870 is gesloten met een nadeelig slot van ƒ4797.67, zoodat hier geene gelden in ontvang kunnen worden uitgetrokken. Deze som zal in uitgaaf worden verant woord bij eene over te leggen gewijzigde begrooting voor 1872. 2) Evenals het voorgaande jaar is hier slechts 5 pet. van het kapitaal als maatstaf aangenomen; over 1871 is aan divi dend ontvangen eene som van 2565. 3) Het gemiddeld bedrag der laatste 5 jaren is hier als maatstaf aangenomen; over 1871 bedroeg dit aandeel 2612.92£. 1) De heffing der opcenten op de grondbelasting geschiedt krachtens raadsbesluit van deu lien October 1865 goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 27cn October daaraanvolgende. De ramiug der opcenten is volgens de opbrengst der grondbe lasting over 1872. De hefling der opcenten op de personeele belasting heeft plaats gehad volgens raadsbesluit van den 17e» November 1871, goed gekeurd bij koninklijk besluit van den 23en December daaraan volgende. In de rekening over 1873, bet jaar dezer begrooting, zullen verantwoord moeten worden 4/12 van de opbrengst der opcen ten op de rijks personeele belasting over het dienstjaar 1872/73 en 8/12 van die over 1873/74. Voor de raming dier sommen worden, gelijk tot dusver, de kohieren over het 30 April 1872 '•«gesloten dienstjaar genomen. Deze beloopen in hoofdsom f 58,432.46, waarvan 40 opcenten bedragen de uitgetrokken som vau ƒ23,372.98 of 1599.33 meer dan voorkomt op de geïneentebegrooting voor 1872, daar de verhooging van 30 tot 40 opcenten, bij de afschaffing der gemaalbelasting, alstoen eerst met 1 Mei, dus slechts over 8 maanden, in ontvang is gebracht. Het totaal van al de opcenten geeft, in vergelijkingde vorige begrooting, eene vermeerdering van 1499.43/7 5) De voorgedragen plaatselijke directe belasting op de in komsten of hoofdelijke omslag zal, ter voorziening in de be hoefte van deze begrooting, de uitgetrokken som, of 2000 meer dan ten vorigen jare, behooren te bedragen, Die verhoo ging is onvermijdelijkeensdeels door de verminderde opbrengst van het 4/5 der personeele belasting, aan de gemeente uit te keeren, terwijl tevens op eene aanzienlijke vermindering van het havengeld moet gerekend wordenanderdeels omdat aan het burgerlijk armbestuur een veel hooger subsidie moet worden toegelegd dan ten vorige jare. De heffing geschiedt volgens verordening van den 17en November 1871, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 23 December daaraanvolgende, waarbij de te heffen som is bepaald op hoogstens 70,000, onvermin derd 5 opcenten voor het bedrag van het suppletoir kohier. 6) In dezen post was tot dusver alleen begrepen de opbrengst van het haven-, kaai-, dok- en binnengracht-geld geheven krachtens raadsbesluit van 23 Mei/3 December 1S56, 15 Juli 1857, goedgekeurd bij kouinklijke besluiten van 30 Januari 1857, 3 Augustus 1857, en 25 November 1857. Met het oog op de weldra te verwachten openstelling van het kanaal door Walcherenen de onzekerheid, op welke wijze en tot welk bedrag alhier in het vervolg een kaai- of liggeld zal worden gehevenis daarvoor op deze begrooting geene som in ontvang gebracht. De opbrengst in 1871 was 1311.32. Voor kaai-, (zeesche pen cn stoomvaartuigen) en dok- en binnengrachtgeld (alle schepen) was op de begrooting van 1872 uitgetrokken 226.32-i thans naar de opbrengst in 1871: kaaigcld 45.51 dok- en binnengrachtgeld ƒ302.10, samen 347.61.j-. 7) De heffing dezer gelden heeft plaats volgens de verorde ning van den 23 Mei/3 December 1856, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 Januari 1857, no. 52. De raming is volgens de opbrengst in 1871, en splitst zich als volgt: jaarmarkt 877,10wekelijksche- en dagclijksche markten ƒ1814.52, vleeschlial 360, vischmarkt 6, samen 3057.62 of 83.79 minder dan voor 1872 is geraamd. 8) De heffing dezer gelden geschiedt volgens de verordening van 24 December 1869, 27 April 1870, goedgekeurd bij konink lijk besluit vau 31 Mei 1870, no. 17. De raming is volgens de opbrengst in 1871, of 695.95 booger dan voor 1872, toen men daarvoor nog geen juisten maatstaf had wegens de invoering eener nieuwegeheel gewijzigde verordening. De ver goeding van de kosten van onderhoud der eigen graven, is door de eigenaren slechts om de vijf jaren verschuldigd, dus eerst met 1876. 9) Bijaldien de raming, gelijk tot dusver, geschiedde vol gens de opbrengst in 1871, zou voor schoolgeld moeten wor den uitgetrokken ƒ16,249.06, of 637.08 meer dan ten vori gen jare. De opheffing der school D voor gewoon- en meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens en meisjes, de reorga nisatie, welke de school A voor gewoon- en meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes met 1 Januari 1873 zal ondergaan, en de oprichting van eene nieuwe meisjesschoolbrengen in het voor te dragen cijfer eenige verandering. De opbrengst van het schoolgeld op de burger-avondschool zal iets hooger kun nen zijn, nu de tweejarige cursus tot een driejarigen is uit gebreid. 10) Ofschoon het contract der verpachting van het recht tot het ophalen van den beer en het reinigen der rioolpulten cn sledcgotenbenevens vau dat tot bet opbalen der asch cu vuilnis in deze gemeente den 30e» April 1873 eindigt, en ver moedelijk eene hoogere pachtsom zal kunnen bedongen worden, heeft men voorzichtigheidshalve gemeend, zich tot het tegen woordig bedrag te moeten bepalen. U) In dc rekening over 1873, het jaar dezer begrooting, zullen moeten worden verantwoord 4/5 gedeelten van de op brengst der rijksbelasting op het personeel, over 4/12 van het dienstjaar 1872/73 en over 8/12 van het dienstjaar 1873 74. Evenals bij de opcentenis ook hier als maatstaf aangenomen de opbrengst der kohieren over het 30 April 1S72 gesloten dienstjaar, zijnde: in hoofdsom ƒ58432.46. aan rijks opcenten 116S6.4Sizamen ƒ70118.94.1-, waarvan het 4/5 gedeelte gelijk staat met het in ontvang gebracht cijfer. Voor 1872 bedroeg de raming 812.19 meer. 1-) Bedrag vau die boomenwelkevolgens bet bericht van den gemeente-bouwmeester, kunnen worden geroeid. 13) Het hier bedoeld perceel is gelegen aan den Achtersingel bij de Zaudstraat, kadastraal bekend sectie D no. 120/2, ver kocht aan D. Alewijnse; dc koopsom te voldoen bij jaarlijkscbe aflossing.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1