Buttinga Wic.hers, te Leiden; E. Franken, te Schiedam; en II. W. Snethlage, te Hellevoetsluis. marine. Eervol uit den zeedienst ontslagen, op verzoekde luitenant ter zee 2C klasse D. E. F. van de Rivière. ONDERWIJS. Voor het jl. Zaterdag te Groningen gehouden admis- sie-examen voor de hoogesehool hadden zich 6 adspi- ranten aangegeven, waarvan 2 zich vóór en tijdens het examen terugtrokken. Yan de overige 4 zijn 3 tot de academische lessen toegelaten, terwijl 1 is afgewezen. MARINE EN LEGER. De luitenant ter zee le klasse jonkheer C. C. van der "Wijck, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en wegens langdurig verblijf aldaar den llen dezer in Nederland teruggekeerdwordt met dien datum op nonactiviteit gesteld. De luitenants ter zee 2° klasse R. T. du Cloux, H. G. Hildebrandt en F. W. C. Ledeboeren de officie ren van administratie 3C klasse W. F. Margadant, die nende aan boord van Zr. M\schroefstoomschip Soestdijk, en de officier van administratie 3e klasse F. H. M. Ran, dienende aan boord van Zr. M>. wachtschip te Helle voetsluis, worden met den 25en dezer op nonactiviteit gesteld. Voorts worden met den 26en dezer daaraanvolgende geplaatst aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Schou wen de luitenants ter zee 2° klasse H. van Broekhuyzen (als oudste officier), A. van Linden van den Heuvell en E. D. Kits van Heyningen, de officier van gezond heid 2e klasse G. L. Aalbertsberg en de officier van administratie 3C klasse J. C. Kluit; aan boord van Zr. M3. wachtschip te Willemsoord de luitenants ter zee le klasse K. W. E. von Leschen en F. J. P. M. Mulder, de eerste om gedetacheerd te worden op het instructie- vaartuig Ternateaan boord van Zr. M9. wachtschip te Hellevoetsluis de luitenant ter zee 2e klasse C. R. A. van Osenbruggen en de officier van administratie 3e klasse J. P. van Goethem; aan boord van Zr. Ms. schroefstoom schip Het Loo de luitenant ter zee le klasse K. A. Stak man Bosse, als le officier; aan boord van Zr. M8. monitor Krokodil de luitenant ter zee 2e klasse H. van der Sande, en aan boord van Zr. M". monitor Tijger, de luitenant ter zee 2e klasse N. W. van Ammers. (Stauts-cour.) KOLONIËN. De per mail aangebrachte berichten uit Nederlandsch- Indië loopen tot den 2cn Augustus. Omtrent de in Deli heerschende onlusten en de ver richtingen der expeditionaire troepenkunnen de vol gende van daar ontvangen berichten worden medege deeld Nadat op 26 Mei door den adsistent-resident van Siak den militairen kommandant van Riauw en onderhoorig- heden, na overleg met den sultan van Deli, besloten was, dat de kolonne te Soenggal de onderwerping der beide oproerige Datoe's zoude afwachten, werd door den ad sistent-resident aan de in grooten getale opgekomen hoof den der Bataks een verbroederingsfeest gegeven, waarbij met hen werd overeengekomen, dat de Datoe's binnen 9 dagen zouden worden uitgeleverd. Na verloop van dien termijn kwamen zij, doch thans veel minder in aantal, op niet zeer welwillende wijze mededeelen, dat aan de afspraak niet kon worden vol daan, en dat de Datoe's aan den sultan hadden doen weten, dat zij zich niet wilden komen onderwerpen. Later bleek, dat de Datoe's zich den tijd, gedurende welken de troepen hen met rust lieten, ten nutte hadden gemaakt om zich een aanhang onder de Berg-Battaks te verwerven. De hulptroepen van den sultan van Deli trokken op dat bericht vooruit, om de bergpassen van Tanda-Benoa te bezetten, maar werden aldaar door de opstandelin gen overvallen en zoodanig verslagen, dat zij met achterlating van eenige dooden en gewonden, goe deren, paarden en geld, op de vlucht gingen. In dien toestand werden zij ontmoet door eene pa trouille van 30 manonder den luitenant Ponstijn afge zonden om de beide volgens berichten nagenoeg ver laten rondzwervende Datoe's te vatten. Deze patrouille moest zich dientengevolge in de na burige bevriende kampong Sapoeroek versterken en hulp aanvragen bij de hoofdmacht op Soenggalwaarop de geheele kolonne oprukte en, nadat deze zich te Sapoeroek met de patrouille had vereenigd, eene ver kenning werd ondernomen naar de zijde van Tanda- Benoa. Bij deze verkenning werd de voorwacht uit een der aan den weg staande huizen met geweervuur begroet, waardoor twee manschappen sneuvelden en negen zwaar gekwetst werden. Op den terugweg der kolonne naar Soenggal werd zij door den vijand met herhaalde aanvallen verontrust. By een dier aanvallen ontstond een paniek onder de koelies, die door hen gedragen levensmiddelen, muni- ties en zelfs zieken en gewonden in de alang-alang wierpen en op de vlucht sloegen. Terwijl de troepen zich weder in orde stelden en de levensmiddelen vernietigden, gelukte het den luitenant Ponstijn, die de achterwacht kommandeerde, den vijand een gevoelig verlies toe te brengen. Met 30 man stelde hij zich verdekt op, en had, terwijl de vijanden al tandak- kende afkwamen op eenige op den weg achtergeble ven munitiekistjes, gelegenheid om op een afstand van 10 passen ongeveer 25 van hen te doen neerschieten, waarop de aanvallers in allerijl onder gehuil en gebrul terugtrokken. Na een marsch van 28 uren bereikte de kolonne, ten zeerste vermoeid, het kampement te Soenggal. Daar werd besloten versterking aan te vragen, die, zooals bekend is, den 12cn Juli aankwam, waardoor aan de vooral onder de ondernemers heerschende ongerust heid een einde werd gemaakt. Dezen zijn intusschen behalve de heeren Pichal en van Romer wier ondernemingen verwoest werden met den schrik vrijgekomen, hetgeen zich aanvankelijk niet liet verwachten, daar zonder de spoedige aankomst der versterkingen uit Batavia de overmoed der opstan delingen na hunnen door de lafhartigheid der hulptroe pen en der koelies behaalden voorspoed het ergste deed vreezen. Onmiddellijk na zijne aankomst zijn door den overste von Hombraclit maatregelen genomen om de plantage te beveiligen. Op iedere plantage is een detachement geposteerd; de omstreken worden door patrouilles vaa vijanden gezuiverd. Door de vernieling hunner pepertuinen zullen de beide oproerige Datoe's weldra verstoken zijn van de noodige inkomsten om hunnen aanhang, grootendeels bestaande uit van de plantages weggeloopen Javaansche koelies, te bezoldigen. Volgens nog niet geheel zeker geachte berichten, door genoemden hoofdofficier ingewonnen, zouden de opstan delingen drie versterkingen opgericht hebben, waartegen, zoo het blijken mocht dat zij die bleven bezetten, zoo dra mogelijk geageerd zal worden. Met het oog echter op de mogelijkheid dat de vijand wederom in de bovenlanden de wijk neemt, zullen, ter vermijding van de noodzakelijkheid tot het houden eener groote troepenmacht in die streken, eenige ver sterkingen aan de Soenggal-rivieraan de Deli-rivier en in de nabijheid van Timbang Langkat worden op gericht, waaruit de ondernemingen beveiligd en de rondzwervende kwaadwilligen in bedwang kunnen wor den gehouden. GEMENGDE BERICHTEN. Naar de Amsterdamsche courant verneemt, is door den beer Martin Wolff te Amsterdam bij het gemeente bestuur aldaar vergunning aangevraagd tot het vervoeren van passagiers met sierlijk ingerichte stoomgondels door de stad, tot den prijs van 5 cent en 7-J cent per pas sagier. Uit het onlangs verschenen verslag over de algemeene tentoonstelling van 1867 te Parijs blijkt, dat de inkom sten in het geheel bedragen hebben 26,114,662 francs waaronder een staatssubsidie van 6 millioen; een subsidie der stad Parijs van een gelijk bedrag; 935,950 Jrancs aan abonnementen; 9,830,369 aan entrées; afbraak van het gebouw 1,011,779 francs enz. De uitgaven hebben bedragen 22,983,817 francs en daaronder komen onder anderen de volgende posten voor: bouwen van het paleis 11,783,024 jrancsstellen der machineriën 1,347,557 francsaanleg van het park 2,879,621 francsmedailles en belooningen 1,082,192 francs. Te Whitecastle, ongeveer twee mijlen van Kinsalie, zijn kolenmijnen gevonden. Het is een hard soort dat kort aan de oppervlakte van den grond ligt. De kolen zijn reeds door de eigenaars beproefd en gebleken van eene goede hoedanigheid te zijn. Een smid in den om trek heeft reeds eenige jaren die kolen met het beste gevolg gebruikt. Te San Francisco is de Japansche bark Fu-Ju-Maru met een lading thee van Hong-Kong aangekomen. Dit is de eerste maal dat een schip met Japaneesche vlag en bemanning een Amerikaansche haven is binnen- geloopen. THERMOMETERSTAN D. 17 Sept. 's av. 11 u. 62 gr. 18 'smorg. 7 u. 61 gr. 'smidd. lu. 66 gr. 'sav. 6u. 63 gr. GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. Zitting van Maandag 16 September. Voorzitter de heer Winkelman. Afwezig de heeren J. I. P. Hector en Laernoes. Nadat de notulen der vorige vergadering zijn gelezen en goedgekeurd, wordt het verzoek van P. A. Guillaume, om afstand van grond (de botermarkt) tot het bouwen van huizeningewilligdonder bepaling dat daarvoor betaald zal worden f 4 per vierk. meter. Vooraf was verklaard dat genoemd terrein voor den publieken dienst niet vereischt wordt. Op een adresingediend door M. D. Prijeshoudende verzoek om opheffing der bepaling, waarbij het gebruik van het stadsverkoophuis tot het houden van openbare verlcoopingenverplichtend is gesteld, wordt, na eenige discussie, met 10 stemmen tegen 1 gunstig beschikt, zoodat besloten wordt het gebruik van het stadsver koophuis facultatief te laten. Het verzoek van eenige landliedentot afschaffing der bepaling in de verordening op het marktwezen, dat aan de opkoopers niet dan gedurende de laatste twee uren der markt verkocht mag worden, wordt met 10 stemmen tegen 1 van de band gewezen. Wordt voorgelezen eene missive van den minister van binnenlandsche zaken, in antwoord op een dezerzijds gedaan verzoek tot bestrating van den nieuwen berm- weg tusschen Vlissingen en Middelburg voor rekening van het rijk. De minister geeft daarin te kennen dat de regeering geneigd is vergunning te geven tot het bestraten van den weg voor rekening der gemeente, doch dat er geene termen bestaan om zulks voor reke ning van het lijk te doen. De voorzitter stelt voer de behandeling dezer zaak aan te houden tot eene volgende vergadering, daar dienaangaande voorstellen verwacht worden van de commissie voor den weg tusschen Vlissingen en Mid delburg. Na eenige discussie waarin betoogd wordt dat de weg, door de vele veranderingen die daarin gebracht zijn ten behoeve der rijkswerken, nagenoeg onbruik baar is geworden, en dus ook wel verplichting voor het lijk bestaat om in plaats daarvan een beteren weg aan te leggen wordt overeenkomstig het voorstel van den voorzitter besloten. Door den minister van binnenlandsche zaken is nog een verzoek tot de gemeentebesturen van Koudekerke en Vlissingen gericht om het beheer van den weg tus schen die gemeenten in onderling overleg wettig te regelen. De voorzitter stelt daarom voor eene per manente commissie te benoemen en doet eene daarop betrekking hebbende concept-verordening voorlezen. De beraadslaging daarover wordt echter uitgesteld tot de volgende zitting. Geschiedt mededeeling van den uitslag der gehouden aanbesteding van een lijkenhuisje op de begraafplaats, hetwelk is aangenomen door den heer A. Loois voor f 1287. Door de commissie van financiën wordt verslag uit gebracht betrekkelijk: a De rekening van de zeemans- en visschersbeurs over 1871. Het advies luidt om die rekening goed te keuren. b De gevraagde af- en overschrijving op de begrooting van het Roomsch katholiek armbestuur over 1871. De commissie adviseert de bedoelde af- en overschrijvingen goed te keuren, met uitzondering van de afschrijving van den post van f 200, uitgetrokken voor aflossing van schuld, waarvoor echter niets is uitgegeven. c De begrooting van de leenbank voor 1872. Wordt voorgesteld die goed te keuren. d De gemeenterekening over 1871. Het advies strekt om die rekening goed te keuren behoudens rectificatie van een drietal posten waartegen door een lid der com missie bezwaren zijn gemaakt. Overeenkomstig het advies der commissie wordt besloten. Tevens wordt besloten om van de commissie voor de leenbank inlichting te vragen aangaande een twaalftal posten waartegen een lid van den raad bezwaren heeft ingebracht. Ter aanvulling der vacaturen door het overlijden van den heer W. van der 03 in verschillende commissiën ontstaan, worden benoemd: in de commissie voor de gasfabriek de heer de Groof; in de commissie van fabri cage de heer Verkuyl Quakkelaar; in de commissie voor den MiddelburgVlissingschen rijweg de heer Schraver. De overgelegde gemeentebegrooting voor het jaar 1873 wordt gesteld in handen der commissie voor de finan ciën. Met 6 tegen 4 stemmen wordt besloten een opzichter te benoemen voor het toezicht bij de te bouwen steenen gaskuip. Namens het dagelijksch bestuur wordt kennis gegeven dat de kas en boeken van den gemeente ontvanger zijn nagezien en in orde bevonden. Met algemeene stemmen wordt het dagelijksch bestuur gemachtigd om van het rijk over te nemen het terrein thans bij het loodswezen in gebruik, grenzende aan de gasfabriek, voor de som van f 495, en daarvoor dever- eischte koopakte te sluiten. Door den voorzitter wordt medegedeeld dat de berg plaats op de Wijnbergsche kaai, vroeger in gebruik geweest bij de Zeeuwsche maatschappij van stoomvaart, voor de gemeente is aangekocht voor f 1201. Deze aankoop wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Nog worden burgemeester en wethouders gemachtigd een contract aan te gaan met den eerstaanwezenden ingenieur der staatsspoorwegentot wijziging van eene vroegere overeenkomst tot afstand en onderhoud van wegennoodig geworden voor den aanleg der spoor verbinding van het lokaalstation met het dok. Aan de zangvereeniging Concordia wordt alsnog toe gestaan eene som van f 32 tot dekking van meerdere uitgaven dan geraamd waren voor de viering van het plaats gehad hebbende feest. Ten slotte geschiedt voorlezing van een ingekomen brief van het algemeen armbestuur te Vlissingen, bevattende eene wederlegging van in eene vorige zit ting gemaakte opmerkingen, dat de bedeelingen van het algemeen armbestuur zooveel hooger zijn dan die van het hervormde diaconie armbestuur; alsmede van den kerkeraad der Evangelisch luthersche gemeente ten geleide cener schuldvordering groot ongeveer 150 pond Vlaamsch van het jaar 1646 ten laste der stad, met verzoek om betaling. De voorzitter stelt dit verzoek tot onderzoek en advies in handen eener speciale com missie. De vergadering wordt gesloten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2