benoemingen en besluiten.
■ridderorden. Vergunning verleend aan dr. T. Ly-
cklama a Nyeholtpractiseerend geneesheer te Rotterdam,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
4e klasse van de Kroon-orde met het roode kruis aan
het herinneringslinthem door Z. M. den Duitschen
keizer, koning van Pruisen geschonken; en aan C. F.
Overhoff, directeur van de Associatie-cassa te Amsterdam,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
der orde van Franz Josephhem door Z. M. den keizer
van Oostenrijk geschonken.
Bevorderd tot kommandeur der orde van den Neder-
landschen leeuw: F. N. Nieuwenhuyzenvice-president
van den raad van Nederlandsck-Indië, en P. M. Vrancken,
bisschop van Colophon i. p. i.laatst apostolisch vicaris
en pastoor te Batavia, thans met verlof in Nederland.
Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen
leeuw dr. A. Ekker, rector van de Latijnsche school
te Utrecht.
hooger onderwijs. Benoemd tot hoogleeraar in de
faculteit van bespiegelende wijsbegeerte en letteren aan
de hoogeschool te Leiden dr. J. P. N. Landhoogleeraar
aan het athenaeum te Amsterdam; tot hoogleeraars in
de faculteit van godgeleerdheid aan de hoogeschool te
Groningen dr. D. Chantepie de la Saussaye, predikant
te Rotterdam, en dr. F. "W. B. van Bell, predikant te
Amsterdam; en tot hoogleeraar in de medische faculteit
der hoogeschool te Leiden, dr. G. D. L. Huët, te
Amsterdam.
registratie. Benoemd tot ontvanger der registra
tie en domeinen te Heerlen P. J. Idama Greidanus,
thans ontvanger te Tholen.
staats-commissien. Ingetrokken, op verzoek, de be
noeming van dr. J. Bosscha jr. te 's Gravenhage, tot lid
en vice president der commissie, gedurende éen jaar, in
gaande 1 Augustus a., belast met het afnemen der natuur
kundige examens, en als zoodanig benoemd dr. C.H. D.
Buys Ballot, hoogleeraar te Utrecht.
leger. Benoemd tot len luitenant, naar ouderdom van
rang, bij het wapen der infanterie, bij het 3e regiment
de 2e luitenant F. Cochius, van het korps; bij het 8C
regiment, de 2C luitenant H. L. van der Hoff van het
korps; bij het wapen der artillerie, bij het lc regiment
vesting-artilleriede 2C luitenant P. A. Numans, van het
2e regiment vesting-artillerie; bij het 2C regiment ves
ting-artillerie de 2e luitenant J. van Blijenburgli, van
het korps; bij het korps pontonniers, de 2C luitenant
E. J. F. de Bruyn, van het korps.
Benoemd bij het wapen der infanterie bij het 2e re
giment, tot leu luitenant, naar ouderdom van rang, de
2e luitenant P. E. Muller, van het korps; bij het 5e
regiment, tot kapitein 3e klasse naar ouderdom van raDg,
de lc luitenant H. A. van Reyn, van het algemeen depot
van d iscipline.
kerknieuws.
Gisteren voormiddag is de heer F. W. Stutterheim als
predikant bij de Evangelisch-Luthersche gemeente alhier
bevestigd door zijn ambtgenoot uit Vlissingenden keer
J. Bakker Cz.die tot tekst zijner rede gekozen had
Lukas 10 vers 16.
Des avonds hield de bevestigde zijne intreerede naar
aanleiding van Kolossensen 3 vers 16.
marine en leger.
Vrijdag heersckte in de legerplaats bij Milligen reeds
kort na middernacht buitengewone drukte gewoel en
beweging van wagens, karren en andere voertuigen.
Ook de militairenbestemd om te vertrekkenwaren
op de lijn der marketenters om koffie enz. te gebruiken,
en daarvoor hadden de cantinehouders naar behooren
en in ruimte gezorgd, alsmede'dat zij, die het veilang-
den, de veldflesschen konden vullen.
Ten 2J uur appèl voor de infanterie, die dadelijk
daarna den marsch naar Putten aannam, om van daar
verder per spoor de garnizoensplaatsen te bereiken. De
bereden wapens vertrokken eerst omstreeks 9 uren.
Te 1 uur 's namiddags nam de opperbevelhebber de
nog overige troepen in oogenschouw, die gisteren ochtend
op gelijke wijze de legerplaatsen zouden ontruimen.
gemengde berichten.
Sedert Donderdag middag hebben de arbeiders te
Enschedé in de stoomweverij der firma van Heek C°.
aldaarna loonsverhooging gevraagd te hebben die niet
kon ingewilligd wordenden arbeid gestaakt. Ten ge
tale van 500 loopen zij zonder werkdoch onderschei
den zich tot heden door een ordelijk en rustig gedrag.
Een detachement van 25 huzaren ligt aldaar in kwartier
en ook de schutterij komt des avonds onder de wapenen,
om de rust te handhaven.
Door fabrikanten in Ilenglo is het volgend adres
aan den minister van binnenlandsche zaken opgezonden:
„"Excellentie
„De ondergeteekenden, allen fabrikanten te Hengelo,
hebben met verbazing en leedwezen kennis genomen van
uwer excellenties besluit, waarbij aan hunne gemeente
plotseling en ongevraagd eene inkwartiering voor onbe-
paalden tijd van circa 100 huzaren wordt opgelegd, aan
welk besluit reeds heden uitvoering zal gegeven worden.
„Zij moeten dezen maatregel ten sterkste afkeuren uit
het oogpunt van rechtvaardigheid en van voorzichtigheid.
„Het kan toch niet billijk geacht worden, dat Hen
gelo, waar tot heden geene enkele wanordelijkheid is voor
gevallen van den aard als er in sommige der omliggende
gemeenten gepleegd zijn, nu ter wille en ten gunste
dier gemeenten bezwaard worde met den drukkenden
last eener inkwartieringte drukkender voor eene ge
meente, klein als Hengelo en met weinig gegoede bur
gerij die onverschillig dragen kan wat inkwartiering
meer kost dan er van rijkswege voor gerestitueerd
wordt.
„Maar zij achten deze inkwartiering ook een onvoof-
zichtigen maatregel.
„Mogen zij de loffelijke verklaring afleggen, dat hunne
arbeiders zich tot op den huidigen dag als rustige,fat
soenlijke en degelijke lieden gedragen hebben, bezield
met een goeden geest en vertrouwende op de belang
stelling van hunne rrbeidgevers in hun lot; zij vreezen
dat door deze inkwartiering een gevoel van wantrouwen
zal opgewekt worden dat niet anders dan nadeelig wer
ken kan.
„Om bovenstaande redenen nemen zij de vrijheid uwe
excellentie eerbiedig, doch nadrukkelijk te verzoeken,
zoo spoedig mogelijk deze inkwartiering ongedaan te
willen maken en de huzaren te verleggen naar die ge
meenten waar zij noodig zijn."
In de jl. Vrijdag te Amsterdam gehouden verga
dering der koninklijke fabriek van waskaarsen is de
toestand der fabriek als zeer gunstig voorgesteld. In
dit jaar was over acht maandenna aftrek van f 83,000
voor gebouwen en werktuigen, een zuivere winst be
haald van f 154,000, zoodat vermoedelijk 20 a 25 pet.
zal kunnen uitgekeerd worden.
Volgens Het Vaderland is eergisteren nacht uit
het bureau van den kapitein-directeur van het garni-
zoens-hospitaal te 's Gravenhage f 500 ontvreemd. De
dief is nog niet ontdekt.
In verschillende gemeenten van ons land, onder
anderen te Rotterdam en te 'sGravenhage, heeft een
troep muzikanten concerten gegeven onder den titel van
„Kapel van het Oostenrijkse he intanterie-regiment n°.
11". Blijkens mededeeling van de Oostenrijk-Hongaarsche
regeering heeft genoemde muziektroep zich dien titel
zonder eenig recht aangematigd,
Gedurende de maand Augustus kwamen door den
nieuwen Rotterdamschen waterweg uit zee 32 zeilsche
pen en gingen naar zee 2 stoombooten en 59 zeilsche
pen te zamen 93 vaartuigen.
Bij het ongeluk in de kolenmijn Bonne foi-Hareng
tusschen Milmorte en Herstal zijn 25 werklieden om
gekomen die op eene diepte van 190 meters werkzaam
waren. Het water overviel hen zoo onverwachts en
zoo hevig, dat zij niet konden ontkomen; een tiental
dat hooger werkte werd gered. Aanvankelijk werden
50 werklieden op het appèl gemist. De menigte ver
keerde in zoo opgewonden toestand dat het plaatselijk
bestuur aanvraag deed om eenige militaire macht. Van
hen die zijn omgekomen waren 10 gehuwd en zij laten
25 weezen na. De directeuren der mijn en verscheidene
ingenieurs waren spoedig aanwezig, doch het water
staat 40 meters hoog in de mijn en rijst nog steeds.
Men vreest zelfs dat de exploitatie der mijn niet zal
kunnen worden voortgezet.
Volgens een schrijven van den consul-generaal in
Paraguay te Londen ontvangen, is het bericht, dat aldaar
onlangs drie Franschen zouden vermoord zijn, onjuist.
Er is slechts éen Franschman, benevens eene Franscke
dame vermoord.
staten-generaal.
De minister van koloniën heeft bij de tweede kamer
de Indische begrooting voor 1873 ingediend.
Zij wijst de volgende eindcijfers van uitgaven aan:
in Indië f 87,857,561 en in Nederland f 17,109,649,
totaal f 104,967,210tegenover een raming van midde
len en inkomsten in Indië ten bedrage van f 73.552,496
en in Nederland f 41,709,489, totaal/" 115,291,985,zoo
dat voor bijdrage aan 's rijks schatkist kan worden
bestemd 10,324,775. Het i3 echter te voorzien, dat
deze cijfers later behooren te worden gewijzigd tenge
volge van nog uit Indië te verwachten nota's.
Over 1872 blijft voor 's rijks schatkist over f 10,380,391.
In afwachting der aanhangige wijziging der tot het
rechtswezen betrekkelijke verordeningen, worden gel
den uitgetrokken tot voortzetting der aanstelling van
rechtskundige voorzitters en griffiers der landraden.
Op twee na zijn alle contractanten tot de nieuwe
suikerregeling toegetreden. TJpeveel aan de bevolking
voor plantloon zal moeten worden uitgekeerd, is niet
te bepalen zoolang het arbeidsloon niet kan worden
afgescheiden van dat der schadeloosstelling. De straks
bedoelde twee contractanten zullen f 9 per pikol en
dus, over 25,800 pikols, f 232,200 bedragen, waarbij
een som van f 131,600 aan plantloon.
In afwachting dat de daartoe betrekkelijke aanschrij
ving effect ei'lange, ontbreken ook ditmaal nog de
gedetailleerde aanwijzingen omtrent de burgerlijke
openbare werken. Eene reorganisatie van het personeel
van den waterstaat en de openbare werkenin verband
met meerdere decentralisatie, is aanhangig.
Het wetsontwerp betrekkelijk spoorwegen op Java
is ingetrokken. De regeering laat den spoorwegaanleg
op Java geheel aan particuliere krachten over. Daaren
tegen beoogt zij den aanleg van den spoorwegdie de
Oost- en Westkust van Sumatra verbindt en de Padaug-
sche bovenlanden doorsnijdt. Voor de daartoe noodige
opnemingen wordt geld aangevraagd.
De verkoop van koffie op Java wordt bepaald op
650,000 pikols, zijnde 12,000 pikols minder dan de
gemiddelde uitkomst over 186771. De prijs wordt
bepaald op 43 cent per half kilogram.
De suikerverkoop wordt gerekend op 70,000 pikols,
het gemiddelde cijfer der in 186872 verkochte restan
ten uit de oogsten van 186670, tegen een prijs van
f 35 per 100 kilogram.
Banka-tin 70,000 pikols ad f 80 pCï 00 kilogram.
Er wordt f 200,000 uitgetrokken als aandeel in
baten vaü tfen spoorweg Samarang—Vorstenlanden.'
De opium-raming is, ondanks de ongunstige opbrengst
van de verpachting in het kleinbehouden, in afwach
ting der aanhangige nieuwe maatregelen ten aanzien
der amfioenpacht.
In de Preanger wordt de belasting op de rijstcultuur
vervangen met 1° Januari 1873 door de landrente, ge
raamd op 15 millioen volgens de nieuwe regeling, dus
met vijfjaarlijkschen aanslag, gebaseerd op de gemid
delde "opbrengst in de 3 of 5 laatste jarenbehoudens-
de wijzigingendoor plaatselijke toestanden gevorderd
(waarmede meer bijzonder op industrieelen aanslag ge
doeld wordt).
Onder de middelen in Indië is voorts de koffie opgeno
men tot een middclprijs van f 37 voor de Java- en
f 39 en f 25 voor de Sumatra-koffie le en 2C soort.
Uit de suiker wordt, na aftrek der uitgaven, opeen
bate voor den lande gerekend van ongeveer f 3,923,000.
Bij deze berekening is echter niet in aanmerking ge
bracht de derving van landrente, zijnde ongeveer
f 443,800, en de bezuinigingen op pakhuishuur, op de
uitgaven voor toezicht en beheer over 's lands pakhui
zen en op de laadbooten en andere pakhuisbehoeften.
Omtrent de uitkomsten van vorige diensten worden
de volgende voordeelige saldo's opgegeven: over 1867
f 29,732,520.88; 1868,/6,575,959.94; 1869, f 4,149,529.42*;
1870, f 6,862,589.94; 1871, f 8,292.097.
Met beschikbaarheid van 12* millioen voor de Indi
sche administratie en na aftrek van de 10 millioentot
amortisatie besteed, is over het saldo van 1867 nage
noeg geheel beschikt.
Een wetsontwerp wordt ingediend waarbij uit de
vermoedelijke overschotten der diensten 1868 en 1869
een bedrag van f 5,497,240.61 wordt toegewezen aan
de middelen en inkomsten van Nederlandsck-Indië voor
het loopende jaar. Daarbij wordt tevens het lc hoofd
stuk der begrooting van uitgaven met gelijk bedrag ver
hoogd teneinde de gelegenheid te openen ten laste van
den dienst van 1S72 aan 's rijks schatkist uit te keeren
hetgeeu over 1868 en 1869 te weinig voor bijdragen
van Nederlandsch-lndië is ontvangen en welke uitkee-
ring wegens de afsluiting der beide diensten daarop
niet meer kan plaats hebben.
gemeenteraad van zierikzee.
Zitting vau Zaterdag 14 September.
Al de leden zijn tegenwoordig, behalve de heer
Moens, die uitlandig is.
Voor kennisgeving wordt aangenomen een brief van
den heer de Jonge, houdende kennisgeving dat hij zijn
benoeming tot wethouder aanneemt, en een brief van
jonkheer mr. G. L. Schorer, die bericht dat hij de
benoeming tot lid der plaatselijke schoolcommissie
aanneemt.
Op verzoek wordt remissie van hoofdelijken omslag
verleend aan nir. J. C. E. baron van Lijnden, en
mr. J. de Clerq van Weel, wegen3 vertrek naar elders.
Op bet verzoekschrift van de hulponderwijzers Buijk,
Letzer en Dikkenberg, om verhooging hunner jaar
wedden wordt met algemeene stemmen afwijzend
beschikt.
Op een adres van de directie der stads brei- en naai
school om verhooging der toelage uit de gemeentekas
wordt, op voorstel van burgemeester en wethouders,
met 10 tegen 2 stemmen afwijzend beschikt.
Bij monde van den heer de Jonge wordt namens de
commissie ad hoe rapport uitgebracht op de rekening
van het burger weeshuis over 1871welks conclusie
strekt tot goedkeuring in ontvang op f 8224.23, in
uitgaaf op f 7486.03, goed slot f 738.20.
Voorts is medegedeeld een brief van den commissaris
des konings in Zeeland, houdende kennisgeving van
het verleend eervol ontslag aan mr. B. C. Cau als bur
gemeester van Zierikzeeingaande den 15cn dezer
maand. Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
De aftredende burgemeester richt daarna tot de ver
gadering het woord. Hij verklaart dat het hem behoefte
is een woord van afscheid te spreken. Hij herhaalt wat
hij reeds vroeger had verklaard, dat zijne verhouding
tot den raad hem geene aanleiding had gegeven tot het
vragen van zijn ontslag. Hij had zich steeds in de
welwillendheid, het vertrouwen en de waardeering de
zer vergadering mogen verheugen, hetgeen zijne taak
gemakkelijk en aangenamer heeft gemaakt, en betuigt
daarvoor dank. Hij ontveinsde niet, dat het oogenblik
voor hem gewichtig en aandoenlijk is, en hoewel zijn
besluit niet dan na rijp beraad is genomenis het voor
hem geene gemakkelijke taak eene betrekking^ neder te
leggen, die hij gedurende 18 jaren heeft bekleed. Hij
geeft de verzekering, dat de belangen der gemeente
hem steeds ter harte zullen gaan, terwijl hij met een
gerust geweten kan verklaren dat hij die belangen zoo
veel mogelijk heeft trachten te bevorderen, gedurende
een tijdvak dat een niet onbelangrijk deel in hare g