Bekendmaking. Be Cre&iet-Vereenigïng, KROOI-DOIEIN. Engeland's stem in Europa. Het is waarlijk alsof de Oostenrijksche Neue freie Presse en het Keulscbe nationaal-liberale blad afge sproken hebben, om naar aanleiding van de keizer- bijeenkomst eens cenige ongepaste opmerkingen ten aan zien van Engeland te maken. In stede van dankbaar te zijn dat door Engeland's non-interventie-politiek de wording van het Duitsche rijk oneindig veel gemak kelijker is gemaakt, spotten deze bladen met Engeland's geïsoleerden toestand en doen het voorkomen, alsof de Engelsche regeering vreeselijk jaloersch is dat zij op de keizerbijeenkomst te Berlijn niet vertegenwoordigd was en haar stem niet kon doen gelden op dit groote vredes congres. Wij weten niet wat de intieme gedachten der Engel sche regeeringsmannen ten aanzien der Bcrlijnsche de monstratie zijn, en of Victoria of de prins van Wales er wel zoo begeerig naar waren om naast dc keizers te Berlijn eenigszins een tweede rol te komen spelen. Juist de noninterventie-pclitiek van Engeland maakt de tegenwoordigheid van een lid van het Engelsche vorstenhuis te Berlijn overbodig. Engeland wil in allen ernst geen oorlog en getroost zich liever dc grootste op offeringen om van die ramp verschoond te blijven 5 het behoeft zich daarom geenszins aan te sluiten aan een vredesliga, die meer op wapengeweld dan op oprechte vredesgezindheid gegrond is. Doch al gevoelt Enge land eenige jaloezie wat wij betwijfelen dan nog zijn de volgende opmerkingen der Kölniscbe Zeitung minst genomen ongepast en grof. Dat Frankrijk daaraan geen deel nam is voor een ieder begrijpelijk, maar Engeland dan? „Ook de Engel sche regeering, zegt het blad, erkent met voldoening dat de vrede een nieuwen waarborg verkreegboe zou zij cok anders spreken? Maar gevoelen zal kettrotscke Engeland toch, dat bet aan deze handeling des vredes volstrekt niet deelgenomen heeft. Wanneer men aan de schitterende rol denkt, die Engeland op het vorsten- congres te Weenen in 1814 en 1815 speelde welk een verschil! Engeland's macht en rijkdom zijn wel niet verminderd, integendeel. Maar wel zijne verhouding tot de staten van het vastelanddie ontzaglijk vooruitge gaan zijn 5 en wanneer Engeland's stem in den raad der volken van Europa niet meer gehoord wordtdan is dit grootendeels zijn eigen schuld. De Engelsche regcering en hare zwakke vertegenwoordigers, een Gladstone en een Granvillehebben zich reeds geruimen tijd in de non- interventie politiek vermeid en zich zoo klein mogelijk gemaaktzoo dikwijls het nooclig was Engeland's invloed, te doen gelden. Europa scheen den Engelschen volstrekt niet meer aan te gaan. May God defend the tight! Maar zij zelf willen met de verdediging van het recht niet lastig gevallen zijn. De Europeesche aangelegenheden gaan Engeland niets meer aanenz." Dat is dus de dank voor de Engelsche neutraliteit, toen Pruisen en Oostenrijk, in strijd met recht en bil lijkheid en tegen den zin der natie, den oorlog aan het kleine Denemarken aandeden. Nu Pruisen zoo in macht is toegenomen dat geen tegenstand der verdedigers van het recht meer haten kan, verwijt het Engeland dat het in 1864 de misdaad aan Denemarken gepleegd niet belette en zich later niet verzette tegen het ver breken der beloften en de verkrachting der tractaten door Pruisen. Het bedrog aan den hertog van Augu3- tenburg gepleegd en de laaghartige manoeuvres door Pruisen van 1864 tot 1866 tegen Oostenrijk in het werk gesteld om den buit alleen voor zich te behouden, zijn twee schandvlekken in de jongste geschiedenis van Pruisen, welke de Kölnische Zeitung liever moest trachten te doen vergeten, in plaats van Engeland te verwijten dat het toen niet in overeenstemming met het tractaat van 1849 tot verdediging van het recht tegen Pruisen optrad. Wanneer Engeland ooit verkeerd en zelfs in strijd met zijnen plicht handelde, dan was het in 1864, toen het Denemarken door zijne machtige vijanden liet ver pletteren. Maar ook was dit de eerste maal dat Enge land het beginsel der noninterventie-politiek in practijk bracht, en tevens was de Deensehe oorlog van alle vol gende Europeesche oorlogen de eenige, welke Engeland volgens tractaat verplicht was desnoods met het zwaard in de hand te verhinderen. Door dit antecedent werd de onthouding van Engeland bij alle latere Europeesche verwikkelingen bepaald. Wanneer Engeland een ver wijt verdient dan is het ook alleen wegens het schep pen van dat antecedent, waardoor het zijn gegeven woord schond, maar geenszins wegens zijne neutraliteit in den oorlog van 1866 of dien van 1870. En allerminst past dan zulk een verwijt in den mond van het Pruisi sche regeeringsgezind blad. Bovendien treft dat verwijt niet „den zwakken Gladstone of Granville" maar lord Palinerston en zijn minister van buitenlandsche zaken lord Russell, die in 1864 aan bet bewind waren. Niet alle ministers zijn mannen van staal en bloeddie tegen den wil der natie en der vertegenwoordiging den oor logsfakkel ontsteken en niemand in iets ontzien om hun eerzuchtig doel te bereiken. Lord Palmevston knakte in 1864 Engeland's prestige, „een Gladstone of een Granville" konden dat niet herstellenzonder zich in een anti-nationalen oorlog te wikkelen. In Engeland denkt men ernstiger over zoo iets dan in Pruisen. Niet minder dwaas zijn de redeneeringen der Neue freie Presse, „Oostenrijk's bondgenoot is een stroopop geworden", zegt het blad, en het is duidelijk dat het in de toekomst met dezelfde onverschilligheid de Britsche levensquaestie aanschouwen zal als Engeland ten aanzien van Oostenrijk deed. Het is echter zeer de vraag of Groot-Britannië in nood verkeerende, het eerst aan Oostenrijk als bondgenoot gedacht zou hebben- Na 1815 is weinig van dit bondgenootschap gebleken. Tevens verzekert het Oostenrijksche blad dat „geen schot uit een Duitsch of Oostenrijksck geweer gelost zal worden voor het in stand houden van bet Britsche rijk in IndiëEngeland heelt geabdiceerd en oogst er de gevolgen van enz." Wanneer deze beide door de Presse genoemde gevolgen de eenigen zijn, dan kan Engeland zich veilig troosten over de nadeelen, welke zijne noninterventie politiek na zich sleepen. Het is zeer te betwijfelen of Engeland, wanneer het bij de laatste oorlogen geïntervenieerd had, hij elke gelegen heid zoo vast op Oostenrijk's bondgenootschap had kun nen rekenen wanneer slechts Britsche belangen daarbij betrokken waren, en of Duitschland of Oosteniijk wel ooit voor Britsch Indië in de bres waren gesprongen. Deze edelmoedigheid is te groot om haar met eenigen grond van de Oostenrijksche staatslieden te verwachten. En zeer terecht. Oostenrijk trekt slechts het zwaard voor zijne belangen, maar behoort dan ook hetzelfde recht voor Engeland te erkennen. Dc geheele redeneering is meer dan gezocht, en zoo wel dit artikel der Neue freie Presse als het entrefilet in de Kölnische Zeitung hebben blijkbaar geen andere strekking clan der wereld te verkondigenwat zijn van „de vijf groote mogendheden" Frankrijk en Engeland toch ellendig en nietig en DuitschlandRusland en Oostenrijk toch ontzaglijk groot en machtig! FBIJZEN "VAH EFFECTEN. Amsterdam 14 September 1872. Nederland. *'Certific. Werkelijke schuld 2$ pet *dito dito dito 8 *dito dito dito 4 *Aand. Handelmaatschappij 4$ dito exploitatie Ne l. staatssp. België. *Certificaten bij Rothschild 2$ Frankrijk. '^'Inschrijvingen3 *dito 5 Rusland. ^Obligation 1798/1816 5 *Certiüe. adrn. Hamburg 5 dito Hope 0.1855, serie 5 *Cert. 1000 1864 5 *dito f 1000 18665 *Loten 18665 *Oblig. Hope O. I .eening 1860 4$ *Certific. dito4 *Inscript. Stieglitz 0.2l: a4" L. 4 *Obligatiën 1867—69 4 '•"Certificaten6 *Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 *Oblig. dito4 Obl. spoorweg Poii-Tiflis. 5 dito dito Jelnz Orel5 dito dito Cha i-kow Azow. 5 Polen. *Schatkistobligatië.i 4 Oostenrijk. :i:Oblig. metall. in zilver Jan.,/J uli. 5 *dito dito April./Oct. 5 *dito in papier Mei/Nov. 5 *dito dito Febr/Aug. 5 Italië. Leening 18615 Spanje. *Obligatiën.Buitenl186771. 3 dito Binnenlands she 3 Portugal. *Obl. 1856—69 3 Turkije. dito (binnenl.)5 Egypte. Obl. 18687 Amerika. *Obl. VereenigdeStaten(1874) 5 *dito dito vlito (1904) 5 *dito dito dito (1S82) 6 *dito dito dito (1885) 6 *Obl. Illinois7 *dito dito Red amtion6 T Obl. Atl. Gr. W. Spv Ohiosec. (7p) dito dito geconsolideerde 7 r dito dito debei tures. 8 r Obl. Si. Paul Pac. Spw. Ie see. 7 r dito dito dito 2e sec. 7 r dito dito 1869 dito 7 T Brazilië. *Obl. 18634$ *dito 18655 Mexico. dito 18513 r Grenada. dito afgestempeld 6 r Venezuela, dito3 r Ecuador, dito1 554 138$ 117$ 59^ 51$ 86-J-ij- 97$ 97$ ïöfV 229 179.V 93 f 64?- 64^ 59j$ 26 41$ 51$ 89$ Bevallen van een Zoon IT. A. GOUDA QUINT Rutgers. Arnhem, 12 September 1872. 74$ 22$ Prijzen van coupons. Amsterdam 13 September. Metall. f 22.S0Dito zil ver f 24.57$; Dito Eng. per f 11.97$: Eng. Russen per fEng. Portugal per t f 11.97$; Fransche f 55 J; Belg. f 56gPruis, 35$; Hamb. Russen 31$; Russen in Z. 11. f 32; Pools, in Fl. Napclsche f Spaansche Piasters f 2.20.JSpaansche in Frcs. f 11.95; Amerikaansche Dollars f 2.44; Papier f 2.14$. NIJVERHEIDS-VEREENMNGf te Middelburg. ALGEMEENE JAARLIJKSCHE VERGADERING van Vennooten op Maandag den 23 September 18 £2, des avonds te aebt «ren, in de bovenzaal der Sociëteit St. Joris, Balans. J. VAN NEDER VEEN, Secretaris. Het POLDERBESTUUR van Walcheren brengt bij deze ter kennis van ingelanden: 1° dat door liem voorloopig is opgenomen de polder rekening over 1871en een exemplaar daarvan tot 2 ie September e. k. ter inzage op de griffie van den polder nedergelegd, en aldaar ver krijgbaar is gesteld tegen S© cent. 2° dat de gewone najaarszitting der Algemeene Ver gadering in het openbaar zal worden gehouden, in bet lokaal des polders in de Abdij te Middel burg, op Saterdag 28 September aanstaande, des voormiddags 1© urea. Middelburg, 14 September 1872. Het Polderbestuur voornoemd, VON BRUCKEN FOCK, Voorzitter. J. P. VAN VISVLIETGriffier. CORRESP0NDENTSCHAP WALCHEREN, Kantoor: Heerenstraat, Poort Leenbank, te Middelburg» Geopend van Ss morgens 9 tot 's namiddags 1 uur, neemt gelden aan a deposito die ie deren werkdag geheel of gedeeltelijk opeischbaar zijn, mits drie dagen te voren opgevraagd en waarvoor, zoo zij langer dan vijf dagen gedeponeerd blijven, eene rente wordt vergoed gelijkstaande aan het wisseldisconto der Nederlandsche Bank (thans 2^ pet.) geeft aandeden «Et op naam die eene rente van 5 percent genieten voor alle uitkeering van winst en vervolgens een gelijk aandeel als de crediettrek- kende leden in het uit te keeren dividend; neemt aanvragen tot ILEEKIX© in ontvangst tot een bedrag van niet minder dan f' 3.©©® cn niet hcoger dan f 30,©O®, welk crediet verleend wordt 1° op Hy potheek, 2° op Wissels, Assignatiën enz., 3° op Borgtocht, 4° in blanco. Nadere inlichtingen te bekomen bij Het Correspondentschap voornoemd, Middelburg, 1 September 1872. DE KANTER, Als adviseurs, A. LUTEIJN. Mr. P. ROETERT TAK Ez. B. A. VERHEIJ. Ingevolge machtiging van den heer Administrateur van het Kroon-Domein en onder zijne nadere goedkeuring zal de Rentmeester van dat Domein, Rentambt ©oes, op Vrijdag' den 20eu September 1872, des namiddags te twee uren, in het logement de Patrijs, te Colijnsplaat, IN HET OPENBAAR VERPACHTEN v oor een termijn van zeven jaren, dlliju ïmiuiijufi uui'uiiüuui gelegen in den Frederikspoldergemeenten Colijnsplaat en Cats, met de SSoutv- en Weilanden, in massa groot 59 hectaren 65 aren 9® centiaren, thans in pacht bij P. FLIPSE. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij genoemden Rentmeester te Kloetinge, en des Dinsdags te Goes in het Koffiehuis De vriendschap op de Groote Markt aldaar, alsook bij den Notaris L. VAN DER MOER te Colijnsplaat. De Rentmeester, W. K. MACKAIJ.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3