6uitmtcmö,
zanggezelschap Concordia, de fraaie^ banier met eene
toepasselijke aanspraak het gezelschap aan. In hartelijke
"bewoordingen werd daarvoor namens de liedertafel dank
gezegd door den heer "Walraven van de Garde; de fan
faren lieten zich hooren en de liedertafel Concordia
zong drie coupletten van het Nederlandsche volkslied.
De burgemeester, die met de beide wethouders tegen
woordig was, betuigde zijn genoegen dat het feest plaats
vond en sprak de hoop uit dat de lie der tafel zou voort
gaan zich in de schoone zangkunst meer en meer te
oefenen. Deze toespraak werd zeer toegejuicht.
„Door de verschillende muziekgezelschappen werden
volgens programma eenige muziekstukken uitgevoerd
in den muziektempelwaarbij de fanfaren van Stabroeck
zich gunstig onderscheiden hebben. liet prachtig vaan
del dier vereeniging werd ook zeer bewonderd. Uit
hoofde van den verren afstand vertrok zij reeds te
5 uren weder per stoomboot en werd door een groot
aantal belangstellenden tot aan de stoomboot uitgeleide
gedaan.
„De overige genoodigden vereenigden zich tegen
7 uren op de Groote markt, vanwaar zij in optocht,
begeleid met fakkellicht en Bengaalsch vuur, door de
stad trokken en zich naar den Prinsentuin begaven.
Gedurende dezen tocht, die een fraai effect maakte,
werden bij verschillende ingezetenen Bengaalsch vuur
ontstoken en vuurpijlen en ander vurn-wei k afgeschoten.
De uitvoering der zangnommers door de liedertafels,
die, niettegenstaande de drukkende atmospheer in de
eivolle zaal, uitnemend slaagde, werd door de aanwe
zigen uitbundig toegejuicht, terwijl de mannen-zang-
vereeniging uit Middelburg, ter voldoening aan den
wensch van het publiek, hare uitvoering herhaalde.
Ten slotte werd door de Vlissingsche liedertafel een
vaarwel aan de feestvierenden toegezongen en besloot
men het feest met een balwaaraan door velen is deel
genomen.
„Na afloop van het bal vereenigden velen zich in het
lokaal der zangvereeniging op de Groote marktwaar
in menigen toast hulde gebracht werd aan de ontwerpers
en bestuurders van het feest en voor de recht hartelijke
ontvangst dank werd betuigd. Te half twaalf uur
stoomden de bezoekers per spoortrein van hier, tot aan
het stationsplein begeleid door eene menigte volks.
„De illuminatie van de Kleine markt en de vele vlag
gen die uit de huizen wapperden getuigden van de
medewerking der ingezetenen om het feest op te luis
teren, dat ook zonder twijfel tot aller genoegen is afge-
loopen.
„Ten slotte zij gemeld, dat de uitreiking der herin-
neringsmedailies, op het programma genoemdniet heeft
kunnen plaats hebbendaar de medailles wegens opont
houd te Neuzen eerst den volgenden morgen zijn be
zorgd. Aan de genoodigden werd medegedeeld, dat
de medailles hun zouden nagezonden worden."
De commissie voor het examen tot het verkrijgen der
bevoegdheid van hulp-apotheker heeft eergisteren onder
anderen eene akte als zoodanig uitgereikt aan den heer
J. B. van Kalmthout Pz., geboren te Goes.
De tijdelijke ontheffing van den heer Staring als in
specteur van het middelbaar onderwijs geeft Het Vader
land aanleiding om op de eenzijdigheid van dat onderwijs
te wijzen.
Bij de regeling van het onderwijs moesten de natuur
wetenschappendie te veel verwaarloosd waren, een
hoofdelement worden. De beginselen der kennis van
de natuur worden thans op de lagere scholen onder
wezen en op de middelbare is een ruime plaats afge
staan aan wiskunde, physica, botanie, zoölogie, chemie,
mechanica. Ook meisjes leeren nu van polariteit en
capillariteit, en kunnen een scelet aankijken zonder flauw
te vallen.
Dankbaar erkent Het Vaderland dezen vooruitgang,
doch het heeft ook bezwaren tegen de wet op het middel
baar onderwijs en tegen hare uitvoering. De natuur
wetenschap heeft zich op de middelbare school la part
du lion toegeëigend. Die school meest algemeene ont
wikkeling, veelzijdige beschaving bevorderen en zij
levert studenten aan de polytechnische school. Bij het
eindexamen blijkt thans, dat de menigte van natuurkun
dige vakken den jongen mensch hebben overstelpt; zelfs
mannen van het vak, verdienstelijke natuurkundigen,
heffen waarschuwend den vinger op.
Het eind-examen is altijd volgens Het Vaderland
bedroevend ten opzichte van de studie der taal- en
letterkunde. Ontwikkelde meisjes van 1314 jaren die
goed onderwijs genoten, staan in literarische ontwik
keling boven menig 18jarig jongeling die zich aan een
eind-examen onderwerpt. We zijn van Scylla gevallen
in Chary b dis.
Hieraan is meent Het Vaderland de uitvoering
van de wet niet onschuldig. Zonder iets te kort te
willen doen aan de uitnemende verdiensten van de
drie inspecteurs, en in de overtuiging dat zij geene
eenzijdigheid hebben gewild, is dat blad toch van
oordeel dat na de benoeming van dat drietal inspec
teurs eenzijdigheid schier onvermijdelijk was. Voor
drie inspccteursplaatsen toch koos men drie natuur
kundigen. De liumanoriade meer ideale, de aestheti-
sche richting van het onderwijs werd daarbij geheel
veronachtzaamd. Zoo werd het wantrouwen in het
middelbaar onderwijs opgewekt; zoo voedsel gegeven
aan bedenkelijke eenzijdigheid.
Het Vaderland gelooft, dat er weldra gelegenheid
zal bestaan om een vroegere fout goed te maken. Men
meent grond te hebben voor de verwachting, dat de
tijdelijke ontheffing van een der inspecteurs van het
middelbaar onderwijs weldra door een eervol ontslag
zal worden gevolgd, en Het Vaderland vreest niet
onder de idealistische droomers te zullen worden gere
kend door den ernstigen wensch uit te spreken, dat de
derde inspecteursplaats niet opnieuw aan een natuur
kundige worde toevertrouwd. Oprechte vrienden van
het middelbaar onderwijs zouden daarin een waarborg
zien tegen eenzijdigheid.
Het „comité ter zake der Rumeensche geloofsvervol
ging" heeft gisteren namiddag in den Haag eene ver
gadering gehouden.
Van de 30 leden waren slechts 15 opgekomen. De
overigen waren om verschillende redenen verhinderd.
In de eerste plaats werd een uitvoerend bestuur ge
kozen. Het werd samengesteld uit de heeren B. S. Be-
renstein, J. E. Andries en mr. van Stipriaan Luïscius,
benevens den reeds fungeerenden voorzitter en secretaris.
De vergadering heeft verder besloten een adres te
richten tot de Nederlandsche regeering om haar dank te
zeggen voor de stappen, die reeds in 1868 en later ter
zake van de geloofsvervolgingen in Rumenië waren
gedaan, om haar te verzoeken aan deze aangelegenheid
ook voor 't vervolg haar aandacht te schenken.
In verband hiermede werd bepaald dat een nieuwe
meeting zal worden uitgeschreven tegen den 25cn dezer,
te Amsterdam te houden. Met de indiening van het
bovenbedoelde adres zal worden gewacht tot na afloop
dier meetingterwijl het adres zelf door de leden van
het comité en casu quo ook door hen zal worden on
derteekend, die de Amoterdamsche meeting mochten bij
wonen.
Van het comité te Berlijn was een verzoek ingeko
men om zich aan te sluiten bij een algemeene interna
tionale vergadering, welke den 28en en 29cn October te
Brussel zal worden gehouden, met kennisgeving, dat
van het Engelsche comité bereids adhaesie op dat ver
zoek was ontvangen. De vergadering besloot ook harer
zijds afgevaardigden te zenden naar bedoeld congres.
OUDERWIJS.
Voor eenige dagen werden de lessen der rijks hoogere
burgerschool alhier weder geopend, ditmaal met 99
leerlingen.
Daarvan behooren tot de lc klasse 39tot de 2C klasse
24, tot de 3e klasse 18, tot de 4e klasse 11 en tot de
5C klasse 7. 13 daarvan wonen niet alle lessen bij.
MARINE EN LEGER.
Dinsdag geschiedden in de legerplaats bij Milligen
evolutiën in het vuur, door de divisie onder kommando
van den opperbevelhebber generaal-majoor N. Mac-Leod,
tegen een gemarkeerden vijand van 10 bataljons infan
terie, 2 batterijen artillerie en een regiment cavalerie,
voorgesteld respectievelijk door 2 bataljons infanterie,
2 sectiën artillerie en een eskadron cavalerie.
De divisie zelve, onder voornoemden opperbevelheb
ber, bestond dus uit de overblijvende 10 bataljons infan
terie, 3Va batterij artillerie en 7 eskadrons cavaleiie.
De gemarkeerde vijand werd gekommandeerd door den
majoor Netscher, kommandant van het 2e bataljon van
het le regiment infanterie, en diende eigenlijk om de
bewegingen der divisie meer aanschouwelijk te maken;
het waren veeleer evolutiën dan manoeuvres.
"Woensdag had een marsch naar Apeldoorn plaats.
Te zeven uren uit het kamp gemarcheerd langs den
straatweg, kwam de voorhoede te 10, de achterhoede
te 11 uren op het Loo aan. Aan de verschillende wegen,
tot aan de kerk, en in de omgeving van het Loo hielden
zij rust, en namen na een uur toevens, den terugtocht
door het park aan. Het was een fraai schouwspel, dat
door vele ingezetenen werd genoten, en door de ver
schillende muziekkorpsen werd opgeluisterd.
Ofschoon men aanvankelijk vreesde, dat zij, die aan
de wedrennen van Zondag jl. deelgenomen hadden en
gekneusd of verwond zijn geworden, daarvan ernstige
gevolgen zouden ondervinden, kanthans worden gemeld,
dat de lijders deels op den weg der herstelling, deels
geheel hersteld zijn.
GEMENGDE BERICHTEN.
Per telegraaf wordt ons gemeld, dat in de
kolenmijn BoDne foi in de provincie Luik door het in
breken van het water een ernstig ongeluk heeft plaats
gehad. Men spreekt van een vijftigtal slachtoffers.
Het stoomschip Conrad, gezagvoerder J. F. Graadt
van Roggenvan Nieuwediep naar Batavia bestemd,
is den 10cn dezer, des ochtends te 6 uren, het Suez-
Kanaal ingegaan, den llcn te 3 uren 's namiddags te
Suez aangekomen en heeft onmiddellijk de reis naar
Batavia voortgezet.
Van de kosthuizen der Maatschappij voor den wer
kenden stand te Amsterdam is in de maand Augustus
als volgt gebruik gemaaktkosthuis n°. 1 (Korte Leid-
sche Dwarsstraat 163): ontbijt 722, middagmaal 3236
avondeten 700, logement 1178 personen; kosthuis n°.2
(Rapenburg): ontbijt 527, middagmaal 2896, avond
eten 349, logement 1054 personen.
In den Haag loopt het gerucht, dat een sergeant
schrijver van den kapitein-kwartiermeester van het garni
zoen aldaar met een som van f 2500 spoorloos zou zijn
verdwenen. De som zou hem in groote bankbiljetten tot
verwisseling in kleinere zijn toevertrouwd. {Het Vaderl.)
Eergisteren middag is per spoor van 4.37 een
detachement infanterie, onder bevel van luitenant Lang-
guth, van Arnhem vertrokken naar Vriezen veen, en
eergisteren avond per extra trein te half acht uur eene
compagnie infanterie onder bevel van kapitein Hennus.
De rust schijnt thans hersteld te wezen.
Uit Almelo wordt van den lle" September jl.
gemelddat aldaar eens compagnie infanterie is aange
komen tot handhaving van de orde die bijna op alle
plaatsen in Twente wordt verstoord door het staken
van het werk.
De Belgische regeering stelde, bij brief van den
20en Januari 1870 aan het gemeentebestuur van Sotte-
gem (in Oost-Vlaanderen), voor om uitvoering te geven
aan het voornemen tot oprichting van een standbeeld
voor Lamoraal graaf van Egmont, waarvoor reeds in
1818 eene inschrijving was geopend, terwijl het model
voor het beeld in 1827 in het museum te Gent was
tentoongesteld. Thans is door de regeering aan het
gemeentebestuur van Sottegem bericht dat liet stand
beeld geheel gereed is en tusschen 15 en 20 Septem
ber a. naar Sottegem zal worden overgebracht. Men
wenschte de onthulling te doen plaats hebben op den
29cn September a. bij gelegenheid van de feesten te
Gentdie waarschijnlijk een menigte vreemdelingen
zullen aantrekken. Sottegem is een plaatsje met ruim
2200 inwoners, alwaar men eenige overblijfsels vindt
van het kasteel van den graaf van Egmont, die, even
als zijne echtgenoote Sabina van Beieren en zijne zonen
Philips en Karei, in de kerk aldaar begraven is.
Het Zwitsersche dorp Zernetz, ia Grouwbunder-
land, bestaande uit 120 huizen, is Vrijdag jl. geheel af
gebrand.
THERMOMETERSTAN D.
12 Sept. 's av. 11 u. 64 gr.
13 'smorg. 7u.65gr.'smidd. lu. 71 gr. 'sa v. 6 u. 66 gr.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Overeenkomstig het programma zijn de feestelijkheden
te Berlijn geëindigd. Woensdag avond te 8 uren ver
trok de keizer van Oostenrijkuitgeleid door alle
vorstelijke personen die in de Duitsche hoofdstad tegen
woordig waren. Bij het af schei dnemen werd door
de gebruikelijke omarming het officieele zegel op de innige
vriendschap tusschen Franz Joseph en keizer "Wilhelm
benevens den kroonprins gedrukt. Alle twijfel aan de
goede verstandhouding dezer vorsten zal nu wel opge
heven zijn. Jammer slechts dat de Berlijnsche bevolking
ook niet hetzelfde zichtbare bewijs van warme toege
negenheid tusschen de keizers van Rusland enDuitsch-
land kon waarnemen. Daar zij gisteren morgen
de reis gezamenlijk maakten was deze vertooning
natuurlijk overbodig. Eene omarming van de kei
zers van Oostenrijk en Rusland had blijkbaar evenmin
plaatseen heerlijk thema om later te exploiteeren,
wanneer blijken mocht dat de toenadering tusschen
Oostenrijk en Rusland niet van harte gemeend was.
Voor het oogenblik is het koor der bewonderaars van
de Berlijnsche vredes-conferentie echter nog zoo groot,
dat de stem die het waagde eenigen twijfel in dit op
zicht uit te sprekengeen gehoor zou vinden. Opmerkens
waardig is het intusschen, dat die overdreven lofzangen
op den toekomstigen vrede reeds een tegenovergestelde
uitwerking beginnen te krijgen. Het Journal des débats
merkt naar aanleiding van een artikel ia de National-
Zeitung niet ten onrechte op, dat wanneer inderdaad
de keiler-bijeenkomst ten doel had Europa voor eene
schending van den vrede door Frankrijk te behoeden,
daarin voor Frankrijk eene groote onderscheiding ligt.
Daartoe zou het verbond der drie machtigste vorsten