MIDDELBURGSCHE COURANT. F 215. 1872. Dinsdag 10 September. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eü Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. 3De prijs per 3/m. franco is, Middelburg 9 September. HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 AUGUSTUS. „Waartoe zooveel overhaasting?" vroegen wij ons af, toen wij in de Staats-courant van 3 dezer het konink lijk besluit lazen, waarbij een besluit van 1852 betrek kelijk bet verleenen van concessiën tot den aanleg van spoorwegen in Nederlandsch Indië gewijzigd werd. Op den 6cn Juli lot minister van koloniën benoemd, diende de heer van de Putte reeds twee dagen later, zooals de considerans uitwijst, de voordracht aan den koning in. De wijzigingen strekken om uit het besluit van 1852 de bepaling te lichten dat de gouverneur-generaal aan gaande de solvabiliteit der concessie, aanvragers beschik ten om daarin op te nemen dat de voorwaarden dei- concessie niet, zooals in 1853 werd bepaald, door den gouverneur-generaal maar door dezen en den minister van koloniën geregeld worden. Eindelijk beperkt het besluit de bevoegdheid van den gouverneur-generaal tot het verleenen van concessie tot het (in Indië ten eenemale ondenkbare) geval wanneer geene ondersteu ning van staatswege wordt verlangd, en brengt die bevoegdheid in andere gevallen bij den koning terug. Zoo onschuldig als dit kleine besluitje daar in de Staats-courant staat, betreft het toch een gewichtig beginsel, en geeft het eene, naar onze meening, zeer ongewenschte oplossing aan eene veelomvattende vraag van Indisch belang. Terwijl het naar onze overtuiging op den weg eener liberale politiek ligt in Indië zooveel mogelijk het zelfbestuur te doen doordringen, doet de nieuwe minister van koloniën hier weder een grooten stap achterwaarts op dien weg waarop wij hem zoo gaarne hadden zien wandelen, of liever hij wendt zich van dien weg af, waarop hij zich tog nogtoe niet bewoog. Eene zeer gewichtige bevoegdheidvoor welker uitoefe ning locale kennis en de gelegenheid om deskundigen uit de buurt der ontworpen spoorwegen te hooren onmisbaar is, wordt bier aan den gouverneur-generaal ontnomen en overgebracht naar het Plein te 's Graven- hage. Met éene pennestreek wordt beslist dat allen die concessie verlangen om een spoorweg in Nederlandsch- Indië aan te leggen alleen, want het overlaten aan den gouverneur-generaal der bevoegdheid om zonder voor den staat bezwarende voorwaarden concessie te verleenen beteekent niets en iszooals men 't in de dagelijksche taal uitdrukt, een dood paard aan een boom gebonden zich hebben te wenden tot den minister van koloniën, die dan over de voorwaarden met den gouverneur-generaal correspondeert, en aldus genood zaakt is veel tijd verloren te doen gaan. Welke aanleiding tot de wijziging van het besluit van 1852 bestond is onbekend. Het besluit van 13 Augustus zegt met een monarchaal laconisme dat het „herziening vereischt", meer niet. Wij weten dat het besluit van 1853 geen spoorwegen aan Nederlandsch-Indië bezorgd heeft, maar we verwachten weinig meer van hetbesluit van 1872, omdat het spoorwegnet op Java niet afhan kelijk is van besluiten in het Indisch Staatsblad, al worden die ook nog zoo dikwijls herzien. Wij verwachten alleen een min of meer ruimen toe vloed van consessiemakelaars en speculanten, voor wien de toenadering tot den minister in den Haag, veel ge makkelijker en aangenamer is dan tot den gouverneur- generaal op Buitenzorg; de minister kan dus nog last en teleurstellingen genoeg van het besluit van 13 Augustus beleven Maar dit is eene zaak waarover wij ons minder hebben te bekommeren. Ons hoofdbezwaar tegen het besluit is dat het, zonder dat tot nogtoe de noodzakelijkheid daarvan gebleken is, op een goed beginsel terugkomt. Zij die in zekere mate van zelfbestuur iu Indië een waarborg zien van een goed, zuinig en werkzaam bestuur en van eene goede verstandhouding met het moeder land, zullen met ons van oordeel zijn dat de bevoegdheid tot het verleenen van concessiën voor den aanleg van spoorwegen, eene zaak van zoo omvangrijk locaal belang^ uit haren aard bij den gouverneur-generaal, in overleg met den raad van Indië behoort, behoudens de goed keuring der wetgevende macht wanneer bij de consessie voor den staat bezwarende voorwaarden zijn bedongen. De Staats-courant van Zondag 8 en Maandag 9 dezer bevat een koninklijk besluit, gedagteekend Vevey 3 September, waarbij wordt bepaald dat de tegen woordige vergadering der staten-gener^l op Zaterdag 14 dezer, des namiddags te 2 uren, door den minister van binnenlandsche zaken in 's konings naam zal wor den gesloten. De eerste kamer der staten-generaal heeft een barer leden door den dood verloien, namelijk den heer D. Biankenheym, die sinds 1849 onafgebroken voor Zuid Holland zitting had. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. staten-generaal. Benoemd tot voorzitter van de eerste kamer der staten-generaal gedurende de zitting die zal aanvangen op den derden Maandag van Sep tember 1872, mr. E. J. B. graaf van Bylandt. hooger onderwijs. Benoemd tot hoogleeraar in de faculteit van wi3- en natuurkunde aan de hoogeschool te Leiden dr. II. G. van de Sande Bakhuyzen, hoog leeraar aan da polytechnische school te Delft. ONDERWIJS. Ter benoeming tot leeraar in de natuurwetenschappen aan de hoogere burgerschool te Amersfoort, ziju door burgemeester en wethouders a-aa den raad aldaar voor gedragen deheeien dr. Kruseman, te Haarlem; dr. Kap- teyn, te Baineveld; B. Gf. Goudsmidt, te Leiden, en V. A. Julius, te Utrecht. KERKNIEUWS. Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder - duitsche hervormde gemeente te Sneek door den heer E. C. Segers, predikant bij de Waalsche gemeente te Groningen. MARINE EN LEGER. Uit het artillerie-kamp bij Zeist wordt aan hetUtrechtsch dagblad geschreven, dat in de afgeloopen week vele proeven werden genomen omtrent de kracht van ver schillende soorten van geschut. Er werd met verschil- lenne projectielen geschoten. De proeven met de mitrailleu ses waren zeer goed geslaagd, terwijl vooral het Götlung kanon vele goede hoedanigheden schijnt te bezitten. Ove rigens was weder met veel succes naar de beweegbare schijf geschoten en in alle opzichten de degelijkheid der Nederlaudsche artillerie gebleken. De gezondheids toestand was zeer voldoende. Den 18eu September a. zullen de troepen voor goed het kamp verlaten en den volgenden dag zullen de miliciens van 1869 naar hunne haardsteden terugkeeren. LANDBOUW. Het bestuur van de afdeeling Walcheren der Maat schappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland mocht zich Donderdag jl. verbeugen in een zeer ruim bezoek der afdeelings-tentoonstelling van paarden, vee en akkerbouwvoortbrengselen. Behalve de ontel bare menigte leden der Zeeuwsche maatschappijdie elk voor zich en eene vrouw den vrijen toegang hadden, droeg daartoe zonder twijfel niet weinig bij, dat den leden van elders gevestigde maatschappijen van land bouw en van genootschappen tot den landbouw in betrekking staande, mede de gelegenheid tot kosteloos bezoek werd aangeboden. Bovendien werden ruim 1800 toegangkaarten aan den ingang van het terrein tegen een entreeprijs van 25 cent de persoon verkocht, zoo dat de te voren ingeroepen algemeene deelneming en belangstelling niet onbeantwoord kan worden genoemd. De drukke en belangrijke werkzaamheden van bet XIIC Nederlandsch taal- en letterkundig congres hadden niet zonder grond de vrees doen ontstaan dat het be zoek der tentoonstelling lijden zou onder de gelijktijdig te Middelburg plaats hebbende vergaderingen der émi nente mannen, daartoe opgekomen uit Noord- en Zuid, maar die vrees verdween toen de eere-voorzit ter van het congres, Middelburg's wakkere burgemeester, ja zelfs de secretaris van Middelburg, tevens secretaris van het congres, eenige oogenblikken van hun zeer beperkten tijd wisten af te zonderen ter betooning van belangstelling in dien tak van volksbestaan die zoo nauw met den bloei van Middelburg samenhangt. Wer den de wethouders der gemeente, als plaatselijke auto riteit mede uitgenoodigdgemist, wellicht door den grooten toevloed der menigte niet opgemerkt, groote eer werd der tentoonstelling bovenal bewezen door den commissaris des konings in Zeeland dievergezeld van den gouverneur van West-Vlaanderen, door zijn bezoek, in zulk gezelschap, als altoos zijne hooggewaardeerde ingenomenheid betoonde met alles wat den ingezetenen van zijn gewest ter harte gaat. Aan de meeste nommers van het programma viel eene, voor eene afdeelings-tentoonstelling vrij belangrijke, inzending ten deel, die zeker nog ruimer zoude zijn ge weest, zoo niet de vrees voor het ook in de afdeeling Walcheren beerschende mond- en klauwzeer menigeen had teruggehouden. De uitgebreide catalogus der in gezonden voorwerpen levert evenwel het overvloedig bewijs, dat het liooge belang der landbouwtentoonstel lingen ook door landbouwers en veetelers meer en meer wordt erkend. De volgende prijzen werden toegewezen. 1. De prijs van f 40 voor dekhengsten geboren vóór of in 1870van inlandscli rasis niet toegekend. 2. Aan de Zuid-Bevelandsche vereeniging tot verbe tering van het paardenras 40 voor den bruinen Duit- schen hengst Nelsongeboren 1865. 3. Eerste prijsf 30aan J. Langebeke, te Middelburg, voor een bruin merriepaard, geboren 1866, van in landsch ras; tweede prijs: f 15, aan M. Volkrijk Lie- bert, te Middelburg, voor een bruin merriepaard, ge boren 1867, van inlandsch ras. 4. Eerste prijs: niet toegekend; tweede prijs: f 10, aan J. Krijger, te Grijpskerke, voor een vos merrie paard, geboren 1870 van inlandsch ras. 5. f 30 aan W. Reijnierse, te Middelburg, voor een blauw ruinpaard en een dito merriepaard, beiden ge boren 1865, van inlandsch ras. 6. f 20 aan J. Bosselaarte Middelburgvoor een donkerbruin ruinpaardgeboren 1868, van inlandsch ras. 7. f 40 aan B. Blok, te Middelburg, voor een zwart bonte stier, geboren 1870, van inlandsch ras. 8. f 40 aan mr. W. Pb. Vis te Grijpskerke, voor een witte stier, geboren 1867, van Durham ras. 9. Eerste prijsf 30aan J. Rieinenste Serooskerke, voor een roodbonte melkkoe, geboren 1865, van in landsch ras; tweede prijs: 15, aan C. Overtveldte Grijpskerke, voor een zwartbonte melkkoe, geboren tusschen 1864 en 1869, van inlandsch ras. 10. Eerste prijs: f 30, aan A. van Waarde, te Nieuw en St. Joosland, voor een roodbonte melkkoe, geboren 1869, van gekruist Durham ras; tweede prijs: 15, aan B. de Rijke, te Koudekerke, voor een roodbonte melkkoe, geboren 1865, van gekruist Durham ras. 11. Eerste prijsf 20aan W. Reijniersete Middel burg, voor een roodbonte kalfdragende vaars, geboren 1869van inlandsch rastweede prijsf 10aan B. Blok, te Middelburg, voor een vaalbonte vaars, geboren 1870, van inlandsch ras. 12. Eerste prijs: f 20 aan mr. W. Pb. Viste Grijps kerke, voor een roodbonte vaars, geboren 1870, van gekruist Durham ras; tweede prijs: f 10, aan A. van Waarde, te Nieuw- en St. Joosland, voor een rood bonte kalfdragende vaars, geboren 1870, van gekruist Durham ras. 13. Aan A. van Waarde te Nieuw- en St. Joosland, f 15 voor een springram van vreemd ras. Springram- men van inlandsch ras waren niet ingezonden. 15. Aan A. van Waarde te Nieuw- en St. Joosland, f 15 voor ooien van gekruist ras. Ooien van inlandsch. ras waren niet ingezonden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1