eieren van gezondheid 2C klasse T. H. Eisinger en A. J. R. Na tantot paardenarts lc klasse (kapitein), de paardenarts 2e klasse (le luitenant) J. C. D. Minlot. (Javasehe courant van den 2en Juli). CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan het lid van den raad van justitie te Soerabaija mr. F. B. van Leeuwen. Ontslagen: op verzoek, eervol uit 'slands dienst, met behoud van recht op pensioen, de ambtenaar op nonactiviteit J. A. Uljee. Benoemd: tot len commies bij het departement van binnenlandsch bestuur, de 2e commies F. C. Holle; tot hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school te Djokjokarta J. A. Vermeulen, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerdtot len stadsgeneesheer te Samarang, de 2e stadsgeneesheer L. E. Wennekendonk; tot 2cn stadsgeneesheer te Samarangde civiel genees heer te Tjiandjoer, Th. Keyzer. Ontslagen: op verzoek, eervol, uit zijne betrek king, P. C. Mierop, tweede hulponderwijzer aan de openbare 3C lagere school te Samarang. Benoemd: tot tweeden hulponderwijzer aan de openbare 3e lagere school te Samarang C. W. Mulder hulponderwijzer, onlangs uit Nederland aangekomen. Overgeplaatst: bij het boschwezen op Java en Madura, uit de residentie Samarang naar de residentie Japara, de opziener le klasse A. W. A. Zeydel; uit de residentie Japara naar de residentie Samarang, de opziener 3e klasse W. P. le Congé. DEPARTEMENT VAN OORLOGVerleend: een twee jarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den officier van gezondheid lc klasse J. H. van Woel deren; een tweejarig verlof naar Nederland, aan den 2cn luite- tenant der infanterie W. Dumortier. G e s t e 1 dop verzoek, op nonactiviteit, zonder bezwaar van den lande, voor den tijd van zes maanden, de 2e luitenant der artillerie J. N. Kramer. Belast: met de waarneming der betrekking van opziener over den instrumentmakerswinkel en de draaierij bij den artillerie-constructiewinkel te Soerabaija, de onder-opziener over die werkplaats bij genoemd etablis sement L. F. Kaulbach, onlangs van verlof uit Neder land teruggekeerd. Geplaatst: geneeskundigen dienst, bij het groot militair hospitaal te Soerabaija, de militaire apotheker 3e klasse T. Risselada, onlangs uit Nederland aangeko men en bestemd voor den dienst hier te lande; infan terie, bij het 7e bataljon, als adjudant, de lc luitenant G. A. Vogel, van het korps; bij het garnizoens-batal jon van Celebes en onderhoorigheden, de 2e luitenant R. T. Loomeijer; bij het garnizoens bataljon van de Moluksche eilanden, de le luitenant B. H. N. vanReyn; beiden onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd Overgeplaatst: geneeskundigen dienst, op het bu reau van den chef over den geneeskundigen dienst, de sedert tot officier van gezondheid lc klasse bevor derde officier van gezondheid 2e klasse A. J.R. Natan, van het groot militair hospitaal te Weltevreden; bij het groot militair hospitaal te Weltevreden, de offi cieren van gezondheid 2e klasse C. Gntteling, W. K. F. Hartsteen, C. H. E. Deelken, de militaire apotheker 2C klasse G. K. Timmer, en die der 3e klasse G. C. de Groot en J. G. Milliusbij het groot militair hospitaal te Soerabaija, de officier van gezondheid 2eklasse J.S. Cremeren de militaire apotheker 2C klasse J. W. Schnei der; bij het garnizoen te Banjoewangi, de officier van gezondheid 2e klasse D. J. Visscher; bij den geneeskun digen dienst van Palembang en Benkoelen, de officier van gezondheid 2e klasse A. F. Heyl; bij den genees kundigen dienst der westerafdeeling van Borneo, de officier van gezondheid 2e klasse H. M. Numans; infan terie bij het garnizoens-bataljon der zuider- en ooster- afdeeling van Borneo, de le luitenant J. Timmler, van het 13e bataljon; bij het subsistentenkader te Samarang, de 2e luitenant G. H. R. Halewijnvan het 8e bataljon bij het subsistentenkader te Soerabaija, de le luitenant A. Velu, van het 6e bataljon. Gesteld: op nonactiviteit, de militair-ambtenaar 3e klasse C. F. Hermann, onlangs van verlof uit Neder land teruggekeerd. GEMENGDE BERICHTEN. In de dezer dagen te Antwerpen gehouden alge- meene vergadering van den Geuzenbond, is o. a., op voorstel van den heer de Geyter, besloten om een monument te stichten ter gedachtenis van Marnix van St. Aldegonde. Met eenparigheid besliste de ver gadering dat een obelisk te Antwerpen zou worden vervaardigd en op kosten en door de zorg van den bond in het begin van September naar Souburg zou worden getransporteerd en aldaar zou werden geplaatst. Met honderden waren gisteren de nieuwsgierigen naar Scheveningcn gestroomd om getuige te zijn van het grootsche schouwspel dat de aangekondigde spring vloed zou aanbieden. De wind was echter noord-oost en men merkte niets van een springvloed, slechts ge durende een oogenblik was de deining krachtiger dan bij gewonen vloed. Aan Het nieuws van den dag wordt bericht, dat het kapitaal van f 2,000,000, vereischt tot het bouwen van 50 villa's en een nieuw badhuis met hertaalnoord oostelijk van het stedelijk badhuis te Scheveningcnin Engeland gevonden iszoodat het plan-Oudshoorn zijne uitvoering kan tegemoet zien. Eergisteren is aan de werf van de heeren Héndcr- son, Couhorn en c°. Renfrend te Rotterdam, met goed gevolg te water gelaten het stoomschip Maas, gevoerd zullende worden door kapitein Deddes. Genoemdschip is gebouwd voor rekening der firma Plate, Reuchlinen c°. aldaar en is bestemd voor de vaart op New-York. Dezer dagen werd in de rivier de Vecht door een visscher te Ommen een oud beslagen rad gevonden de vreemde constructie, zoowel van het houtwerk als van den ijzeren hoepel en de spijkers doen onderstel len dat dit rad afkomstig kan zijn uit den Spaan- scken tijd; de hoepel heeft een omvang van 16 voeten is slechts 2 duim breed, zonder twijfel is het van een kanon. Volgens anderen is het afkomstig van de 12e eeuw, toen Ommen een vesting was. Zondag namiddag omstreeks half vier ure ontstond te Asperen brand in eene boerenwoning, waardoor in korten tijd niet alleen dit pand, maar nog 15 andere huizen een prooi der vlammen zijn geworden. Men ver moedt dat deze brand veroorzaakt is door een paar kin deren, die bij afwezgheid hunner ouder3 onvoorzichtig met vuur zouden omgegaan hebben. Het vernielde was slechts gedeeltelijk tegen brandschade gewaarborgd. THERMOMETERSTAH D. 20 Aug. 's av. 11 u. 65 gr- 21 'smorg.7u.65gr.'smidd.lu.79gr. 'sav.6u.76gr. Caiitenlauö. ALGEMEEN OVERZICHT. Maakten wij gisteren melding van de ongepaste wijze waarop de regeering der Fransche republiek met de periodieke pers rondspringt, niet minder afkeurens waardig is het besluit van het gouvernement om geene manifestatie op den 4en September, den gedenkdag van den val van bet keizerrijk en de proclamatie der repu bliek, te dulden. Het plan tot een groot banket, dat te Réole in de nabijheid van Bordeaux zou gegeven worden, is om die reden opgegeven. Door dit verbod treft de regeering ook in zekeren zin zichzelve. Aan de revolutie van den 4en Septem ber immers heeft zij alleen haar bestaan te danken, en wanneer derhalve tal van burgers dien dag als een feestdag wenschen te herdenken, bestaat er voor haar meer reden om die feestvreugde niet te storen en hare populariteit niet in gevaar te brengen, dan om ter wille van hare vijanden onschuldige en patriottische uitingen te belemmeren. Haar blijft toch steeds de macht cm tusschenbeiden te komen, zoodra de feest vreugde een verboden terrein betreedt. Meer en meer heeft het den schijn, dat Thiers zich republikeinsch gedroeg en voordeed, zoolang hij de linkerzijde noodig had om er zijne lievelingsbelasting der grondstoffen door te krijgen; dit doel is bereikt en terstond ver toont zich Thiers weêr in zijn oude gedaante, namelijk meer als reactionnair dan als liberaal. Wanneer men inderdaad het verleden van den president nagaat, dan staat men verbaasd dat de persoon van Thiers ooit vereenigd zou kunnen worden met een republikeinschen regeeringsvorm. Trouwens de Fransche republiek, zoo als zij thans bestaat, komt slechts hierin met andere republieken overeen, dat geen gekroond hoofd noch eenige dynastie den scepter zwaait; dit alleen is dan ook bijna het eenige, waarin zij van den absoluten regeeringsvorm afwijkt. Het verbod der Fransche regeering kan men eenigs- zïns vergelijken met deEngelsche wet, welke het houden van proeessiën verbood. Zeer terecht heeft bet parle ment in zijn laatste zitting het voorstel tot afschaffing dezer wet aangenomen. Niettemin betreurt the Times dit besluit van het parlement n-et het oog op de onge regeldheden te Belfast. Wanneer in Frankrijk tenge volge der herdenking van den 4cn September volksop- loopen zouden plaats gehad hebbendan had het Engelsche blad zeker gezegdhoe jammer tochdat Thiers de herdenking niet verboodHet illiberale be sluit der Fransche regeering zal dus bij the Times zeker goedkeuring vinden. Alsof het misbruik door enkelen van de vrijheid gemaakt maatregelen recht vaardigde, welke die vrijheid aan allen ontnemen! Zonder tv/ijfel zijn de ongeregeldheden te Belfast zeer te betreurenvooral nu die van dag tot dag toenemen en men er nog niet in slaagde om aan den strijd der partijen een einde te maken. Voortdurend moeten nog de politie en de troepen uit andere plaatsen te hulp komen en ofschoon de openbare macht reeds eenige malen van de wapenen gebruik maakte en velen ge wond en gedood werden, blijft de verbittering tusschen protestanten en katholieken aanhouden en komt aan de vernieling en plundering der huizen nog geen einde. De burgemeester heeft gedreigd de stad in staat van beleg te verklaren wanneer gisteren de rust niet her steld zou zijn. Zeker zijn zulke gebeurtenissen zeer betreurenswaardig, maar om daarom de afschaffing eener reactionnaire wet af te keurendit gaat wat ver. „De regeering zoo schrijft het City-orgaan meende op den geest van orde en vrede in alle klassen te mogen rekenen; dit vertrouwen is beschaamd door het gedrag van ten minste eene der twee partijen waarin de bevol king verdeeld is. Het is toch een bekend feit, dat 12 Juli en 12 Augustus de demonstratiën der Orangemen zonder eenige hindernis konden plaats hebben, en dat de katholieke partij 15 Augustus daarin verhinderd werd en aan aanvallen blootstond." Dit onpartijdig oordeel van the Times ten gunste zijner vijanden en ten nadeele van zijne geestverwanten in Ierland verdient alleszins op prijs gesteld te worden, maar wie ook bij deze gelegenheid de schuldigen waren, de veete tusschen protestanten en katholieken in Ier land is zoo diep ingeworteld, dit prohibitieve wet ten de uitbarstingen weinig verminderen zouden. Sle chts door de vrijheid kan dit doel, misschien uiterst lang zaam, maar toch zeer zeker bereikt worden. Volgens de Opinione heeft de Italiaansehe regeering door onteigening opnieuw bezit genomen van een ge bouw aan een geestelijke orde toebehoorende. Thans heeft het lot de jezuïten-orde getroffen. Een groot ge deelte van het gebouw waarin de generaal dezer orde verblijf houdt, is door de regeering bestemd voor de bureaux der genie en van den grooten staf, welke nog steeds te Florence gevestigd waren. Natuurlijk zal het hierbij aan de gewone klachten niet ontbrekendatvon Bismarck hierin de band heeft en de Italiaansehe regee ring reeds zoo afhankelijk is, dat zij dit ter wille van haar machtigen bondgenoot moest doen. Deze en der gelijke aantijgingen, welke der regeering reeds zoo vaak voor de voeten werden geworpen, beantwoordt zij met de grootste kalmte en bezadigdheid, waarmede zij op haar doel afgaat. Niet met schokken, niet door geweld bevestigt zij Italië's eenheid, en de uitslag der jongste gemeenteraads-verkiezingen heeft doen zien dat zij zich niet op een verkeerden weg beweegt. Behandeling der krijgsgevangenen. Voor korten tijd werd te Londen onder voorzitter schap van lord Elcbo eene vergadering gehouden, waarin Henri Dunant, de ontwerper van de Geneefsche con ventie, eene redevoering hield over de behandeling der krijgsgevangenen. Aan deze vergadering werd ook deelgenomen door lord Bemanprofessor Leone Levi, professor Marquardsen uit Erlangen, kapitein Burgers, kapitein Galton, kapitein Brackenbury en anderen. De voorzitter stelde den heer Dunant voor als ontwer per der Geneefsche conventie en als stichter van de tengevolge daarvan opgerichte internationale vereeniging van Het roode kruis. Dunant is een geboren Zwitser, die in 1859 in Italië reisde en ooggetuige was van den slag van Solferino, waar hij door het lijden der gewon den diep getroffen werd. Terstond was hij er op bedacht om middelen te beramen teneinde dit lijden te verzach ten. Het gelukte hem de conventie van Genève tot stand te brengenwaardoorbehalve de resultaten in den Pruisisch-Oostenrijkschen oorlog in 1866, sedert dien tijd met medewerking van de Johanniter-Ritter tusschen 30,000 en 60,000 menscben in het leven be houden zijn. De beer Dunant wenschte thans de aandacht der beschaafde natiën op den toestand der krijgsgevangenen te vestigen en was van oordeel dat België, Frankrijk en Duitschland bereid gevonden zou den worden om voor dit doel een congres te ondersteunen. De vergadering behoefde hare goedkenringnietterstond aan het geheele plan van den heer Dunant te hechten, integendeel achtte lord Eleho het wenschelijk, dat zij zich in beginsel voor de verbetering van het lot der krijgsgevangenen verklaarde en aan eene commissie overliet te onderzoeken, in hoeverre het plan van den heer Dunant voor uitvoering vatbaar was. Daarop nam Henri Dunant zelf het woord. In het kort ontwikkelde hij de volgende denkbeelden: In vredestijd moeten alle Europeesche staten permanente comité's benoemen, die terstond bij den aanvang van den oorlog gebruik maken van de eerste uitingen van enthusiasme en menschlievendbeid. Wellicht zouden de bestaande commissiën van Het roode kruis baren werkkring ook ten bate van de krijgsgevangenen kun nen uitbreiden. Dat in de eerste plaats door alle na tiën de krijgsgevangenen geëerbiedigd behooren te wor den is natuurlijk een eerste voorwaardewelke echter reeds in beginsel door de Geneefsche conventie is aangenomen. Sedert dien tijd toch zijn de vijande lijke gewonden in het algemeen met dezelfde zorg be handeld als de eigen landgenooten. Daar voorloopig de oorlog nog wel niet afgeschaft zal wordenmoest men trachten dien tenminste zoo weinig mogelijk ver schrikkelijk te doen zijn. De krijgsgevangenen worden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2