£3uitmlcmd.
antwoordt de landman. Hij zegt tot zijn liond: „Opge
past, Hector! niet van de plek!" treedt uit de reeksen
snelt naar de naastbijzijnde restaurant. Hij maakt er
zoo goede sier, hij tafelt zoo lang, dat zijne beurt bij
de inschrijving komt eer hij er aan denkt en terug is.
Maar de hond gaat op de achterpooten aan het bureau-
raampje staanblaft en jankt0111 te beduiden dat men
een oogenblik op zijn meester wachten zal en om dezen
te waarschuwen tevens. De man hoort en begrijpt ziju
hond, snelt toe en is nog op zijne;plaats vóórdat men
den zonderlingen viervoetigen inschrijver uit de queue
had kunnen werpen
De Gironde deelt mede, hoe een boer uit de
omstreken van Grenoble naar Lyon ging om deel te
nemen in de leening. Hij had een grooten zak bij
zich, welke volgens zijne verklaring 15,000 franken in
goud bevatte. De klerken van de succursale der bank
van Frankrijk te Lyon zagen dat de zak vol goud
was, en in plaats van de stukken te tellen, zetten zij
hem naar gewoonte op de weegschaal. De zak was
veel zwaarder dan 15,000 franken in goud behoorden
te wegen, en bij onderzoek bleek dat het overwicht te
danken was aan de stukken klei en vochtige aarde
welke zich aan de louis (Tor gehecht hadden. Al de
muntstukken droegen het beeld van Louis Philippe; zij
hadden al dien tijd berust in eene kuil, door den wan
trouwenden boer in zijn akker begraven. Dat de repu
bliek aan dergelijke ideale conservatieven zooveel ver
trouwen heeft weten in te boezemen, dat zij haar hun
spaarpenningen overgeven, is een verblijden de gebeurtenis.
De heer M. Geoffroi St. Hilairedirecteur van den
Parijsehen dierentuin, merkte eenigen tijd geleden op,
dat zijn verzameling kleine vogels met den dag ver
minderde, doch niettegenstaande alle pogingen kon hij
den dief niet ontdekken, totdat hij eindelijk gewaar
werd dat de schuld lag aan een kleinen Afrikaanschen
neger, die de kameelen op hun wandelingen geleidde.
Deze had de gewoonte de kleine vogels levend uit de
hand op te etenen toen hij ontdekt werdwas hij juist
bezig een sehoonen vogel te verslinden nadat hij hem
eerst geplukt had. Het arme dier had reeds een groot
gat in den rug. Drie uren nadat de negerna een
strenge bestraffing, weder op vrije voeten was gesteld,
vond men hem in het bassin van den zeehond, tegen
wien hij een hevig gevecht voerde. De liefhebber van
rauw vleesch is onmiddellijk opgesloten.
Bij gelegenheid van het vierde eeuwfeest der
hoogeschool te Miinchen is door de geneeskundige facul
teit van die hoogeschool 0. a. ook tot. doctor honoris
causa benoemd professor Suringar uit Leiden.
Uit Hanover wordt gemeld, dat de sneltrein naar
Berlijn, welke die stad te 7 uren des ochtends pas
seert, op 31 Juli aan een groot gevaar is ontsnapt, door
de tegenwoordigheid van geest van den bestuurder der
machine. Een der baanwachters had het exentriek der
wijze verzetdat de sneltrein op een verkeerd spoor
geraaktedit had plaats op het terrein van het station
Berg-Borbeck, en op dat spoor naderde een goederen
trein het gemelde station. De machinist van den snel
trein, het gevaar bespeurende, verminderde onmiddellijk
de snelheid en liet de machine achteruit werken. Intus-
schen was de vaart nog van dien aard, dat de locomo
tiefvan den goederentrein totaal werd verbrijzeld. Ver
scheidene personen, die in den sneltrein zaten, hebben
kneuzingen door den ondervonden schok bekomen
maar geen enkele is zwaar gekwetst. De machinist,
wiens tegenwoordigheid van geest zoovelen voor de
grootste onheilen heeft behoed, is ongedeerd aan den
schok ontkomen.
In Engeland worden tegenwoordig kleine torpedo's
gebruikt bij de vischvangst. In vischrijk water leveren
zij eene uitmuntende vangst, wijl door de ontploffing
van een en een halt ons dynamite onlangs 200 stuks
riviervisch werd buit gemaakt. Wanneer deze wijze van
vischvangst opgang mocht maken, zal het hoogstnood
zakelijk wezen, dat van rijkswege de noodige maatre
gelen worden genomen om het dooden van viach te
voorkomen.
Jl. Donderdag namen in het Cannon-street-hotel te
Londen een aantal parlementsleden en belangstellenden
deel aan een luncheongeheel samengesteld uit verduur
zaamde Australische vleeschsoorten. De heer Tallerman
wees uit de volgende cijfers aanhoezeer de consumtie
van het Australische artikel met reuzenschreden toeneemt.
In 1866 beliep de waarde van den invoer slechts
321 p. St.; in 1870, 203,874 p. st.; in 1871, 513,186
p. st., en dit laatste bedrag zou gedurende 1872 zeker
verdrievoudigd blijken.
Dezer dagen overleed een der grootste grondeige
naars op aarde, 't Is de heer Augustus Smith, eigenaar
van de Scilly-eilanden bij de Zuidwestkust van Engeland.
De groep bestaat uit 140 eilandjes en rotsen; de geza
menlijke oppervlakte wordt op 2256 hectaren geschat.
In de vorige week is brand uitgebroken in de werk
plaatsen van den Erie-spoorweg te Jersey. Drieendertig
locomotieven zijn door de vlammen onbruikbaar gewor
den en het verlies van een en ander wordt begroot op
een half millioen dollars.
Een jonge AmerikaanscheAmand Barber, heeft,
door romanlectuur of zendingsijver vervoerd, vijfjaren
geleden haar hand en hart geschonken aan het hoofd
der Breie-Sioux-Indianen. Zij heeft evenwel, zooals ge
bleken is, bij haren echtvriend noch de vuriggewenschte
ridderlijkheid noch de voor zijne bekeering noodige aan
dacht gevonden. Na veel mishandelingen heeft hij haar
onlangs voor drie $0unies verkocht.
burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den
4"n dezer: J. Bassie, jm. 21 j. met J. Davidse, jd.24j.
M. J. Bouvin, jm. 26 j. met W. Boddaert, jd. 21 j.
A. B. de Boos, jm. 30 j. met Ch. J. Rijbering jd. 23j.
(Van 27 Juli3 Augustus.)
VLISSINGEN. Gehuwd: L. F. Ghijs, jm. 25 j. met
C. E. Speckens, jd. 20 j. W. Groene veld, jm. 27 j. met
E. C. Hendrikse, jd. 20 j. J. Pervoost, jm. 25 j. met
H. P. van Hoeve, jd. 32 j.
Bevallen: J. C. Everaars, geb. Dijkgraaf, d. C. Ker-
vink, geb. de Potter, z.
OverledenW. J. J. Ceulen z. 2 m. L. Sebus d.
3 w. J. de Pooter z. 22 m.
Goes. Gehuwd: W. van Stappen, jm. 21 j. met
M. II. Pa8sieux, jd. 18 j.
Bevallen: T. G. Larsen, geb. Hausmann, z. S. de
Jonge, geb. Kervink, z. 1. van Ralmtliout, geb. van
Ockstee, d. W. M. Steutel, geb. Schouwenburg, d.
C. Danielse, geb. Bak, z.
Overleden: J. P. van Sprang, wedr. eerst van S. W.
van Eslaatst van A. Geldof, 62 j.
Zierikzee. Bevallen: K. J. van der Valk, geb. de
Glopper, d. C. den Ilarink, geb. Waardenburg, z.
C. C. Ketjen, geb. de Wetstein Pfister, z. E. Tuinder,
geb. Heijerickd.
Overleden: M. J. Luijcx, z. 10 m. I. de Waardt,
jm. 24 j. J. Bal, z. 4 m. J. van der Klift z. 6 w.
N. Evertse, d. 9 m. K. Brandenburg, z. 1 m.
VERKOOPINGEN en AANBESTEDING-EN.
Bij de op heden plaats gehad hebbende herbesteding van
het vernieuwen van 57,803 M2 winterkrammat en leverantie
van 6Ü00 bossen roggeglui, ten behoeve der Noordwatering
van den polder Walcherenwaren 9 biljetten ingeko
men, als: van Izaak van Male Dz., te Breskens, voor
f 8578; J. van der Hoek, te Vlissingen, voor f 9477;
A. D. van Setcrste Middelburg, voor f 9550H. G.
de Wild te Millingen (Gelderland)voor f 9630; G. van
de Vrede, te Neuzen, voor/" 9776; Dingenis Tholc-nste
Neuzen, voor 9944; A. Rinders, te Breskens, voor
f 10,280; P. J. van Remortel Nz., te Hontenisse, voor
f 10,557; Daniel Tholcns, te noek, voor 11,000.
Laagste inschrijver en voorloopige aannemer is alzoo
gebleken te zijn Izaak van Male Dz.te Breskens,
voor f 8578.
THEE, MOMETERSTAND.
3 Aug. 'sav. 11 u. 53 gr.
4 'smorg. 7 u. 59 gr. 'smidd. 1 u. 65 gr. 'sav. 11 u 60 gr.
5 'smorg. 7 u. 58 gr. 'smidd. 1 u. 64 gr. 'sav. 6 u. 63 gr.
ALGEMEEN OVERSIGHT.
„Ik vind het niet doelmatig om met kanonnen ondor
musschen te schieten." Deze woorden worden den minis
ter van buitenlandsche zaken der Oostenrijksch-IIon-
gaarsche monarchie, graaf Andrassy, in den mond gelegd
in antwoord op eene nota der Duitsehe kanselarij, waarin
op „het buitengewone gevaar" der ultramontaansehe
beweging gewezen wordt. „Hoeveel hons mots aan
onzen eersten minister ook toegeschreven worden
aldus oordeelde de Neue freie Presse dit antwoord
zouden wij ook dan nog voor waar houden, wanneer
het niet in de Pester Reform, het officieuse blad van
den minister, te lezen stond." De woorden mogen al
niet volkomen juist zijn weêrgegeven, zooveel blijkt
thans dat de bedoeling dezer woorden de voornemens
der Oostenrijksche regeering ten aanzien van de jezuïe
ten volkomen weergeeft. Zaterdag hebben de ministers
van eeredienst der beide rijkshelften eene circulaire aan
de stadhouders gericht, waarin de houding aangegeven
wordt welke zij tegenover de uit Duitschland komende
jezuïeten behooren in acht nemen. In hoofdzaak zegt
deze circulaire, dat geene bijzondere maatregelen geno
men zullen worden en slechts de bestaande verordening
van 13 Juni 1858 zal worden toegepast.
In het kort bepaalt die verordening het volgende:
Aansluiting aan bestaande en erkende geestelijke inrich
tingen is geoorloofd; betreft het daarentegen de stichting
van nieuwen, dan kan de bisschop van het diocees,
wanneer namelijk geene bijzondere bezwaren bestaan,
de toestemming geven, mits hij onmiddellijk aan het
ministerie vau eeredienst daarvan kennis geeft. Bestaan
er bezwaren dan beslist de minister. Omtrent de toela
ting van niet-Oostenrijkeche jezuïeten wordt den stad
houders vrijheid gelaten om naar staat van zaken te
handelen, behoudens hunne verantwoordelijkheid tegen
over de regeering.
Al heelt Ocstemijk o. a. tengevolge van zijne school
wetgeving waarbij het schooltoezicht uitsluitend aan
leeken is opgedragenen ook tengevolge der opzeg
ging van het concordaat minder van den invloed
der jezuïeten te duchten dan het Duitsehe rijk, de libe
rale handelwijze der regeering verdient alleszins gewaar
deerd te worden. Men denke zich echter de jezuïeten
aldaar niet zoo machteloos, dat maatregelen van geweld
minder gerechtvaardigd waren dan in Duitschland. De
invloed dien zij in Cisleithaniëvooral over de Czechen,
kunnen doen gelden is een gevaar waarmede de regeering
wel degelijk te rekenen heeft. Maar een speciale wet tot
verdrijving van een honderdtal personen, die onder an
deren vorm het land weder binnenkomen en bovendien
hunne volgelingen aldaar achterlatenacht Andrassy
zeer terecht een verschieten van ammunitie zonder den
vijand belangrijk te deren.
Er is Dog een andere reden waarom deze handelwijze
der Oostenrijksche regeering van bijzonder belang is.
Ofschoon er tot dusverre officieel nog weinig van ge
bleken is, schijnt de Duitsehe regeering niet alleen
Oostenrijk, maar ook alle of slechts eenige barer klei
nere naburen op het vreeselijk gevaar der jezuïetische
beweging gewezen, m. a. w. pressie uitgeoefend te
hebben, teneinde te beletten, dat de uit Duitschland
verdreven vijanden het Duitsehe rijk toch van nabij
zouden blijven bestoken. Had Oostenrijk aan die waar
schuwing gehoor gegeven, dan ware het zeer te vreezen
dat ook de kleinere staten huns ondanks hadden moeten
volgen; door de liberale handelwijze van Oostenrijk is
dit gevaar echter grootendeels geweken.
De Duitsehe keizer heeft Zaterdag middag het Oos
tenrijksche grondgebied betreden en is door den aarts
hertog Ludwig namens den keizer van Oostenrijk aan
het station Wels ontvangen. Heden zal hij zijne reis
naar Gasteiu voortzetten. De audiëntie van den Prui-
sischen minister Falk heeft te Homburg plaats gehad
en Zaterdag werd hij te Berlijn teruggewacht, doch
omtrent de beslissing des keizers ten aanzien van de
maatregelen, welke de ministerraad besloten heeft tegen
de weerspannige bisschoppen te nemenwordt tot heden
nog niets vernomen.
Zaterdag namiddag te 41 uur heeft de heer Grcvy
de zittingen der nationale vergadering te Versailles
gesloten. Deze laatste zitting kenmerkte zich door eene
buitengewone kalmte, die echter slechts hieraan mag
worden toegeschreven, dat weinige afgevaardigden
tegenwoordig waren en dat zijdie de zitting bijwoon
den, kalm met elkander spraken zonder zich eenigs-
zins om de sprekers of om hetgeen aan de orde was
te bekommeren. Na de aanneming van eenige wetjes
van ondergeschikt belang, constateerde de president
dan ook het feit, dat de leden niet in voldoenden getale
tegenwoordig waven om een wettig besluit te nemen.
Faute de combattanis werd dus tot 11 November de zit
tingszaal gesloten, waar zoo menige heete strijd ge
voerd werd.
Het laat zich aanzien dat de strijd der partijen ook
tijdens de vacantie der kamer cenigszins achterwege
zal blijven. De republikeinsche linkerzijde heeft een
manifest, door zijnen voorzitter, den heer AlbertGróvy,
en 123 afgevaardigdenwaaronder ook leden van het
linker-centrum, onderteekend, in bet licht gezonden,
waarin op zeer bezadigden en waardigen toon op den
verbeterden toestand van Frankrijk en op de toekomst
der republiek gewezen wordt. Het manifest noemt dit
de vrucht van de trouwe en eerlijke handhaving van
het verbond van Bordeaux, van het beleid en de vol
harding der republikeinsche partij en van de uitste
kende verdiensten „van den grooten burger, die in de
geschiedenis de eer behouden zal van zijn naam te
vereenigen aan de definitieve stichting der Fransche
republiek." Met ronde woorden worden pogingen tot
eene spoedige ontbinding der kamer afgekeurd en
erkend dat baar mandaat nog niet geëindigd is.
„Wanneer de kamer haar taak volbracht zal hebben
zoo wordt in het stuk gezegd zullen wijmen
mag het hopen, zeer dicht aan de ontruiming van
ons grondgebied genaderd zijn, en ieder verschil van
meening over de quaeslie der ontbinding zal van zelf
ophouden te bestaan." De uiterste linkerzijde heeft
daarenboven van haar voornemen afgezien, om door
een aan de natie gericht manifest propaganda voor
deze ontbinding te maken, en heeft zich in hoofd
zaak met het programma der republikeinsche linker
zijde vereenigd. De rechterzijde heeft zich tevreden
gesteld met de ophelderingen, door Thiers in de bij
eenkomst der verdagingscommissie gegeven, en ein
delijk beeft zich de heugelijke gebeurtenis voorgedaan,
dat de permanente commissie, die volgens art. 32 der
constitutie van 1848 het uitvoerend bewind tijdens
het reces terzijde zal staan samengesteld is uit 14
vertegenwoordigers der rechter- en 11 der linkerzijde