en voer laatstgemelde 100 hooger dan het vorige jaar, met het oog op de behoefte der laatste jaren. Het gewoon onderhoud en schoonhouden der gebou wen is tot 6500 verhoogd, tengevolge van de aan ge- öeputeeerde staten, in overleg met den hootd-ingenieur van den waterstaat, gebleken noodzakelijkheid tot voor ziening in den ongunstigen toestand waarin de zeer oude gebouwen, die bij het gewestelijk bestuur van •Zeeland in gebruik zijn, verkeeren. Volgens den hoofd ingenieur zal de uitvoering alleen van de meest noodza kelijke werken van gewoon onderhoud en vernieuwing- in 1873 genoemde som van 6500 vereischen, en gede puteerde staten vertrouwen, dat de regeering met hen overtuigd zal zijn, dat het niet raadzaam is een gerin gere som uit te trekken. Uit het algemeen verslag der afdeelingen, door den heer Hoogenboom uitgebracht, blijkt dat 34 leden, waaronder 4 leden van gedeputeerde staten, aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deelgenomen en dat in geen der afdeelingen bedenkingen zijn gerezen. XXVII. BegrootiDg der enkel provinciale en huishou delijke inkomsten en uitgaven van de provincie Zeeland voor den dienst 1873 met een.voorstel tot heffing van opcenten ten behoeve der provincie in 1873. Deze begrooting is in ontvang er. uitgaaf geraamd op 274,498.21^. Voor 1872 bedroeg de raming f 243,076.49, doch is f 370,172.73 toegestaan.. Met het oog op de behoefte is een gelijk cijfer van opcepten op 's rijks directe belastingen voorgedragen als over den loopenden dienst, namelijk 23 op de ge bouwde eigendommen23 op de ongebouwde eigendom men en 18 op het personeel. De kosten van onderhoud van den weg van Goes naar 's Gravenpolder en van de aanlegplaatsen voor stoombooten te Hoedekenskerke, aan het Katsche veer en te Walsoorden zijn voor memorie uitgetrokken, omdat nog geen bepaalde cijfers zijn aan te geven en de twee eerstgenoemde werken nog afhankelijk zijn van door de staten te nemen besluiten. De kosten van uitbreiding en instandhouding van den stoombootdienst op de WesterrSchelde zijn geraamd op f 29,000. Volgens den bij de begrooting ovcrgeleg- den staat der vermoedelijke ontvangsten en uitgaven betreffende de exploitatie van dien dienst voor 1873, zou het tekort met een cijfer van f 25,000 kunnen ge dekt worden, indien namelijk de geraamde ontvangsten werkelijk een bedrag van f 48,775 opleverden. Daar gedeputeerde staten echter de bedoelde ontvangsten in het eerste jaar niet hooger durven stellen dan tusschen de 43,000 en f 44,000, rekenen zij dat het tekort over 1873 met niet minder dan 29,000 behoort uitgetrokken te worden» Evenals het vorige jaar is de post voor rentelooze voorschotten voor het verbeteren of aanleggen van wegen voor memorie uitgetrokken, omdat die voorschotten eerst in de najaarsvergadering der staten van 1872 wor den vastgesteld. Het hoofdstuk van onvoorziene uitgaven is geraamd op f 10,966.51 Üit het algemeen verslag der afdeelingen, mede dooi den heer Hoogenboom uitgebracht, -blijkt dat 35 leden aan de beraadslagingen hebben deelgenomen, waaronder 4 leden van gedeputeerde staten. In twee afdeelingen zijn geenerlei bedenkingen tegen de voorgedragen cijfers dezer begrooting gemaakt. In de andere afdeeling werd betrekkelijk hoofdst. IV afd. 1, rente, algemeen opgemerkt dat, indien het voor stel van gedeputeerde staten tot wijziging der begroo ting van 1872 wordt aangenomen, en alzoo tot het aangaan eener geldleening van f 79,000 in plaats van f 48,000 wordt besloten, daarvan het gevolg zal moeten zijn dat aan de le afdeeling van dit hoofdstuk een nieuw art. 12 zal behooren toegevoegd te worden, omschrijvende het rentebedrag dier leening; en in verband daar mede meende men'ook dat de onder art. 4 van afdeeling 2 van hetzelfdè hoofdstuk uitgetrokken som van f 2000 voor aflossing in de geldleening van f48,000 achterwege zal kunnen blijven. Ten aanzien van art. 9 van hoofdstuk VIIIkosten van instandhouding van den stoombootdienst op de Wester-Schelde, werd vrij algemeen de wensch te ken nen gegeven om zoo mogelijk den dienst evenals in het vorige jaar te regelen, opdat het, publiek meer mocht worden gebaat. Een lid der laatstbedoelde afdeeling verklaarde zich tegen de voorgedragen bijdrage ter bevordering en aanmoediging van het schoolgaan en van het meer ge trouw schoolbezoek, uitgetrokken in art. 18 van dat zelfde hoofdstuk. Overigens zijn in die afdeelingen geen bedenkingen tegen deze begrooting gemaakt. In al' de afdeelingen vereenigde men zich met het voorstel tot heffing van opcenten. De voorzitter stelt'voor, alsnu de werkzaamheden voor heden te staken en die te hervatten op aanstaan den Dinsdag te 11 uren. Hij doet dat voorstel met het oog op de vele afdeelings-verslagen die nog bij gede puteerde staten moeten worden behandeld, daar zij door de vele werkzaamheden belet waren die reeds te onderzoekenanders zou hij hebben voorgesteld om de eerstvolgende bijeenkomst te-houden op aanstaanden Maandag. De heer Blaaubecn geeft te kennen dat, als hij wel is geïnformeerd, een aantal leden in de onmogelijkheid zal verkeeren óm in de eerste dagen der volgende week ter vergadering te komen. Hij stelt daarom voor om de eerstvolgende bijeenkomst te bepalen op Vrijdag der volgende week, ook met het oog op het verslag betreffende het algemeen polderreglement; de rapporteurs zouden dan meer tijd hebben voor hunne verslagen. De voorzitter kan zijnerzijds tot dit voorstel niet medewerken, omdat men, ingeval het mocht worden aan genomen, zelfs in de volgende week niet met alles gereed zou kunnen komen. Hij raadt daarom bepaald af het voorstel aan te nemen. De heer Cau stelt als middelweg voor om de eerste volgende openbare bijeenkomst te bepalen op Woens dag te 11 uren. De voorzitter zal zijn voorstel in rondvraag bren gen, terwijl hij die dan tegenstemt zal geacht worden vóór het voorstel van den heer Cau te stemmen. In stemming gebi-acht, wordt het voorstel van den voorzitter verworpen met 20 tegen 18 stemmen. Vóór stemden debeeren Bybau, Hennequin, Winkelman,Han- macher, Fokker, van CittersVaderBecius, van der Vliet, Pompe van Meerdervoort, F. van Deinse, van der Have SipkesMathon, Snouck HurgroDje, van der Bilt, Sprenger en Callenfels. De eerstvolgende vergadering wordt dientengevolge bepaald op Woensdag den 10«> Juli, des voormiddags te 11 uren, en de tegenwoordige gesloten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 6