MIDDELBURGSCHE COUR ANT. F 166. laandag 1872. 15 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2e0 Taasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3non, franco is f 3.50. Bij deze courant behoort eenbijvoegsel, Midüelbnrg 13 Juli. Bij Provinciaal blad van Zeeland n°. 61 deelt de commissaris des konings in de provincie Zeeland aan burgemeester en wethouders der gemeenten in deze provincie mededat in onderscheidene doelen dei- provincie het mond- en klauwzeer onder het rundvee is uitgebroken, en vestigt hunne aandacht op het schrijven van den inspecteur van het geneeskundig staatstoezichtmedegedeeld bij circulaire van 16 Au gustus 1869 (Provinciaal blad n°. 81), en noodigt het dringend uit in het belang den volksgezondheid het gebruik van de zuivel en het vleesch van dieren die door genoemde ziekte zijn aangetast te ontraden en tegen te gaan. Het polderbestuur van Walcheren heeft tot sluiswachter der Oostersluizen te Veere aangesteld E. Geill aldaar. II. M. de koningin is eergisteren avond te 8 uren van haro reis mar Silezië, op het Huis ten Bosch terug gekeerd. Onze Ilaagache correspondent schrijft ons van den 10cn dezer niet echter uit den Haag, maar uit Hom burg, het volgende: „Precies als ware ik een Nederland3ch staatsman wiens verwachtingen door de oplossing der crisis teleur gesteld zijnben ik ook op reis gegaan om in de koele Taunusbosschen de Haagsche hitte te ontvluchten. Tot nog toe regretteer ik den Haag en de Nederlandsche politiek niet; het kijkje op de Kurhausanlagen dat ik uit mijn venster op de Obere Promenade geniet doet mij de nauwe stoffige straat nog niet terug verlan gen, waaraan in de residentie van mijn vaderland mijne oogen zich vermeien moeten, de geur van den linde bloesem in de Brurmenalléeen de Oraniendujt op het terras van het Kurhaus verkies ik verre boven de odeurs de la Jlayedie er uit ieder straatrooster op waaien, ofschoon de Homburgsche geuren de zedelijke strekking missen die in den Haag door onze reukzenu wen in ons gemoed wordt gebracht, want in verband met de naderende cholera en met de nalatigheid van het residentiebestuur op sanitair terrein roept iedere golf van rioolstank ons een ondubbelzinnig memento mori toe. „Maar ik heb liet Haagsche stof van mijne schoenen afgeschud, troost mij met de vergezichten van den Taunus voor het gemis van Scheveningenmet het Tannenwaldchcn voor het gemis van het Haagsche bosch, en met de speeltafels voor het gemis van poli tieke emoties. Waarom zou ik 't niet bekennende omstandigheid dat 1872 het laatste jaar der regeering van de hcereu Blanc en Chevet in deze badplaats zal zijn heeft even veel deel aan mijn bezoek als 't mooie weer, en de lust om eens wat anders te zien dan plei- ziertreinreizigers die zich erg amuseeren en Hagenaars die zich deftig vervelen. „En de speeltafel, 't is toch eigenlijk politiek onder een anderen vorm! Bestaat er niet een boekje „Hoog spel", waarin Haagsche politieke intrigues van 1860 naar waarheid geschilderd werden Wanneer men kalm en zonder sterke emoties naar het gewoel der spelers staat te zien en den gang van het spel gade slaat, dan komen u niet zelden vergelijkingen te binnen met politieke toestanden en politieke mannen in ons land. „Zie bijvoorbeeld die jeugdige damedie misschien van een of ander nummer heeft gedroomd of vooreenig bepaald cijfer eene romantische predilectie voelt; zie hoe zij onophoudelijk op dat cijfer pointeert, deneenen gulden na den anderen weg ziet harken en eindelijk, onder een geraaakten glimlach een moedeloozen zucht verbergt: zij doet denken aan die argelooze politiekers die altoos op hetzelfde stokpaardje rijden en, door evenals de speelster alle kansen van het spel onopge merkt te laten, nooit iets verkrijgen van 't geen ze zoo onvermoeid maar zoo onhandig wagen. „Of zie aan het trente et quarante dien indrukwekken- den speler, die een dikke lias met bankbiljetten en rolletjes goud op de groene tafel heeft gelegd en van wien men oppervlakkig niet anders denken zou dan dat hij de geheele bank zou doen springen. Maar zóó veel of zóóveel huis a la masse is de leuze van dien heer en als hij wint of verliest wordt die hoop geld en pa pier weggeharkt noch verdubbeld; een klein gedeelte er van staat maar op het spel; dergelijke spelers herin neven mij aan die politici, welke met een veelomvattend politiek programma optreden, dat aan een paar men- schenleeftijden voedsel geven kan, maar van wier werk, wanneer ze eenmaal tot de uitvoering van hun programma geroepen zijnniet veel meer te zeggen valt dan het bekende parluriunt montes. „En dan dat zetten a cleval! Van die ruiters op twee paarden telt onze politieke wereld er genoeg, en het voorbeeld van zoo velendie tusschen de twee paarden met ongelijkmatige beweging in het stof vielen, schijnt niet afschrikkend te werken. „In éen woord 't is met de Homburgsche groene tafel als met de groene tafel in ,,'s Prinsen balzaal" op het Haagsche Binnenhof. Beiden trekken zij aanbeiden bieden in gelijke mate verlies en winst, maar beiden tellen toch de verliezers en slachtoffers met veel hooger cijfers dan de winners cf zelfs dan hen die er zonder kleerscheuren afkomen. Maar beide groene tafels hebben een biologischen invloed op de liefhebbers van het spel, en wie er eens heeft aangezeten, schikt zich er, bijna tegen wil en dank, ook al heeft hij er nog zoo veel veeren laten zitten, wederom aan zoodra hij een plaatsje open ziet. „Maar genoeg; ik wilde u alleen er op voorbereiden dat ge in eenige dagen geen berichten uit den Haag van mij ontvangen zult. Ik bemerk dat ik ten spijt van alle charmes van Homburg alweer in de kronke lingen der vaderlandsche politiek verward geraakt ben." In den aanvang der zitting van de provinciale staten van Zuid-Holland van gisteren kwam een door gedepu teerde staten nader opgemaakte aanbevelingslijst in voor de benoeming van een griffier. Gedeputeerde sta ten waren van oordeel, dat de artt. 73 en 85 der provinciale wet niet bij het opmaken der nominatie, bij vrije keuze, waren geschonden, doch ten overvloede had de heer van den Berch van Heemstede verzocht een nieuwe aanbevelingslijst op te maken, zonder zijn medewerking. Het resultaat was de onveranderde weder- indicning der oorspronkelijke nominatie, welke aldus was samengesteld: 1° mr. D. J. Zubli, 2° jonkheer mr. J. Rooll en 3° jonkheer mr. W. M. de Brauw jr. In den loop der zitting had de benoeming plaats. Bij de derde stemming werd, met 35 van de 60 stem men, gekozen de heer Roëli, chef der provinciale griffie van Utrecht. De heer Zubli verkreeg 25 stemmen. De heer van den Berch van Heemstede was niet ter verga der ing tegen woor dig. De rijkstelegraaf klerk T. X. M. L. Gadet is met ingang van den len Augustus a., op zijn verzoek, eer vol uit zijne betrekking ontslagen. BENOEMING-EN EN BESLUITEN. ridderorden. Vergunning verleend aan E. B. Fre- mery Kaiff, te 's Gravenhage, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van Nischan Iftiharhem door Z. K. H. den bey van Tunis geschonken. topographie. Pensioen verleend, ten laste van den staat en tot een bedrag van f 963 'sjaars, aan den eervol ontslagen adjunct-commies bij het topographisch bureau .T. M. Kierdorff. ONDERWIJS. De thans volledig bekend geworden lijst van candi- datendie met goed gevolg het examen als Oost-Indisch ambtenaar te 's Gravenbage hebben afgelegd, bevat de volgende namenvoor examen BJ. V. van Delden (Leiden), P. M. L. de Bruijn Prince (Delft)L. C. A. F. Lange (D.)H. E. Steinmetz (D.), M. H. van Hunsel (D.), H. P. A. Bakker (D.), G. J. P. Valette (L.), Th. van Dissel (D.), O. J. de Jaager (D.), P. C. van Vrijberghe* de Coningh (D.)A. L. van Hasselt (L.)J. C. van Hasselt (L.)J. A. Hardeman (L.)W. F. G. L. van ,SonrJ-\ Baal (D.)J. J. Danner (L.)rar. G. L. Quien (D.), O. Vrcede, W. E. M, S. Aernant (D.), mr. S. A. d'Engelbronner (D.)mr. J. F. Jas (D.)N. J. Struick (D.), E. C. baron Swëerts de Landas Wyborgh (D.), F. La Fontaine (L.), A. van der Ven (D.)mr. A. E. Elias, J. Koning (D.), S. W. van der Ploeg (D.), mr. J. J. W. Scholten (D.), L. C. Welsink (D.), A. H. Moorrees (D.)F. H. A. Flory (D.)D. K. A. van Loghem (L.), W. H. Voute (D.), G. Arntzenius (D.), II. J. Borgerhoff van den Bergh (D.), A. T. Cock (L.), IC. F. van Delden (L.)J. Th. Hamaker (L.)J. W. C. van Steeden (D.)JA. Zimmer (D.)E. B. Masthoff (D.), J. Reesink (L.), C. J. C. Wijnaendts (L.), P. Th. Cou perus (D.), mr. R. Z. Dannenburgh (L.), J. Knebel (L.), A. II. A. Labaar (D.)G. P. II. van Maarseveen (L.), J. B. Neumann (D.)J. C. E. Tromp (D.)H. F. Veen- stra (D.)P. W. van Berckel Bik (D.)K. E. C. Groen (D.), L. A. Martens (L.), H. J. van der Plas (L.), J.Verschuir (D.)mr. A, W. Blume (L)A. K. Derx (D.)J. R. Couperus (D.). Alzoo werden 60 candidaten toegelaten, 19 candida- ten werden afgewezen en 6 trokken zich vóór of ge durende het examen terug. Bij deze opgaven (en dit geldt ook voor A) is, waar door verschillende candidaten een gelijk eindcijfer werd behaald, de aljihabetische orde gevolgd. Overigens volgt zij de orde der ranglijst. Bij examen A werden toegelateu de heereujonkheer A. 0. de Senarclens de Grancy, K. Weijnschenk, J. A. v. Prehn, W. F. II. v. Amerom, O. Netscher, H. P. Wijnen, H. de Chauvigny de Blot, V. A. Scküssler, W. A. v. Velthuijsen, J. C. Lebret, E. v. Assen, G. A. v. Prehn, C. A. II. Kühr, F. Ketner, C. Wit- bols Feugen, F. Twiss, C. A. Vosmaer, A. J. F. Veenstra, J. C. Rijk, E. J. Koch, H. v. d. Wolk, F. A. Bol, G. A. F. J. Oosthout, J. P. Swaab, J. van Weclderen, S. F. Wijnen, M. Alting du ClouxJ. H. J. NieuwenhuijzenJ. J. Winsser, F. W. F. L. Meijer, C. A. OlivierF. R. SeeligII. A. Engelken L. A. BlanckenhagenH. S. L. Eschauzier, C. C. J. Itzig Heine, J. A. Wilier. Aldus werden voor A 37 candidaten toegelaten, 12 candidaten werden afgewezen en 4 trokken zich vóór of ged urende het examen terug. KOLONEEN. Aan het algemeen overzicht van het Nieuw Bata- viaasch Handelsblad van 25 Mei ontleenen wij het volgende.: Door ecne buitengewone gelegenheid ontvangen wij welwillend eenige mededeelingen omtrent de verrich tingen van het expeditionnaire korps, dat onder bevel van den kapitein R. D. W. ICoops, militairen komman- dant van Riouw, in bet Delische opereert. De expe ditionnaire macht bestaat uit eene compagnie infanterie van 120 bajonettenbenevens twee mortierenmet de uoodigo manschappen der artillerie ter bediening. Ook moeten marine-troepen zich bij deze kolonne heb ben aangesloten, vermoedelijk van Zr. Ms. stoomschip Bauka, kommandant de luitenant ter zee van der Hegge Spies, welke bodem tot 60 met achterladers gewapende mariniers en matrozen kan uitbrengen. De kolonne rukte den 16en dezer op en werd gedurende den opmarsch aangevallen; de vijand werd na een kort tirailleur-ge vecht teruggedreven. Des avonds betrok de kolonne het bivouac. Den 17en werd de marsch vervolgd. Te 3 uren in den namiddag raakten onze troepen slaags; tot 5 uren duurde dit gevecht. Wij namen éen, ver brandden twee kleine versterkingen van den vijand en trokken onder bescherming van het geschut de rivier Mandjirien over. Na den rivierovergang vermeesterden onze troepen nog eene strandversterking. Na deze ontmoetingen nam de vijand de vlucht, hij hield ner-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1