1° 161.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
9 Juli.
Dinsdag
1872.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m. s franco is f 3.50.
Middelburg 8 Juli.
Na de onzekerheid waarin wij hebben verkeerd aan
welke zijde de schaal zou doorslaan, te
hebben gehouden met de groote kandeD öfcmSö^tjd
lang voor de optreding van een conservatief ministerie
hebben bestaan, kansen die zelfs een oogenblik op het
punt van verwezenlijking zijn geweest, verheugen wij
er ons in dat thans een ministerie van mannen uit de
liberale partij is samengesteld.
Of men reden heeft om met de tot stand gekomen
combinatie ten hoogste ingenomen te zijn; of men niet
had mogen verwachten dat sommige portefèffttles aan
krachtiger handen zouden zijn toevertrouwdzijn vragen
voor welker breedvoerige beantwoording men het
onvruchtbaar terrein van bespiegelingen zou moeten
betreden. Alleen moeten wij er voor uitkomen dat,
zoo wij voor ons nog niet instemmen met de overspan
nen geestdrift waarin sommige bladen, wier oordeel wij
hieronder resumeeren, hun gevoel lucht gevenwij toch
erkennen dat er grond is om te verwachten dat van
meer dan eene zijde goede maatregelen zullen worden
voorgesteld. Wij zijn alzoo bereid het nieuwe minis
terie met welwillendheid te bejegenen, in afwachting
van daden welker grootere ot geringere waarde men
zal kunnen beoordeelen, waarbij wij ons steeds vrij
zullen houden van eenige persoonlijke consideratie.
Onze houding zij dus hoofdzakelijk eene afwachtende.
Niet alleen tegenover het ministerie willen wij deze
houding aannemen, maar ook tegenover de tweede
kamer, die wel niet is vernieuwd, maar toch in de
laatste maanden ervaring heeft opgedaan waarvan de
herinnering wel niet zal zijn uitgewischt, want van haar
zal het voor een zeer groot deel afhangen, niet alleen of
er veel zal worden tot stand gebracht,, maar ook wat
nog meer zegt of onze parlementaire regeeringsvorm
bij ons volk en bij onze naburen al dan niet in aanzien
zal winnen of verliezen.
Het Leidsch dagblad acht het een verblijdend feit
dat Nederland weder in het bezit is van een liberaal
ministerie. Op de vraag of dit feit ook tot geestdrift
stemt, luidt het antwoord, voor het oogenblikont
kennend.
„Bekwame mannen - zegt het blad bieden nog
niet altijd waarborg voor een krachtig en in daden
vruchtbaar bewind.
„Er is meer noodig.
„Een onverdorven parlement behoort daartoe.
Onverdorven in den zin dat 'thet regeer en mogelijk
make, ook bij goeden wil.
Onverdorven in den zin dat 't het belang van het
vaderland, en dit alleen, steeds op den voorgrond stelle.
„Die ervaring moet nog* opgedaan worden.
„Wordt zij verkregenwaarom zou dan de natie in
1873 niet met geestdiift voor het ministerie bezield
zijn?"
De schrijver der naagsche brieven in de Zaanland-
sche courant sprak reeds Vrijdag over de leden van
het kabinet (met uitzondering van den minister van
oorlog, wiens benoeming den correspondent toen nog-
niet bekend was) en is met allen ten hoogste inge
nomen. De heer de Vries acht hij een onzer beste
denkers en schrijvers over staatsrecht. De heer Geert-
sema, die reeds in 1866 zijn sporen heeft verdiend,
heeft vooral zijn helderheid, kunde en waardigheid
zeer doen uitblinken bij de verdediging der wetten
omtrent den veetyphus. Aan de bekwaamheden en de
kennis der Indische toestanden van den heer van de
Putte wordt zelfs door zijne tegenstanders hulde ge
bracht; zijne kordaatheid, eerlijkheid, alsmede zijne
liberale gevoelens zijn niet verdacht. De heer van
Delden is vooral doorkneed in onze staatsfinanciën en
in de kamer wa3 hij een vraagbaak. De keeren Gericke
en Brocx zijn de juiste mannen op de juiste plaats.
[Was dan het vorige ministerie hun juiste plaats niet?]
Wie zou hen kunnen vervangendie zooveel vertrouwen
wekten de eerste bij de diplomatie, dc tweede bij de
marine, beiden bij de kamer.
Aan de Nieuwe Itotterdamsche courant schijnt het
toe dat de ministerfeele crisis een gelukkig einde
heeft genomen1° omdat het is in den geest der meer
derheid; 2° omdat bij de samenstelling behoorlijk op
den feitelijken toestand der liberale partij is gelet;
3° omdat de namen der ministers wel geschikt zijn om
eene krachtige regeering te doen verwachten. De be
kwaamheden van den heer de Vries die echter op
parlementair terrein zijn kracht nog moet toonen
zijn genoeg gebleken om voor het ongelukkige depar
tement van justitie veel van hem te hopen.
De heer van Delden is, wegens zijne groote kennis en
strenge financieele beginselen, bij alle financieele zaken
in de kamer een man van gezag. Generaal van Lim
burg Stirum wordt geroemd als een bekwaam officier.
Van de heeren van de Putte en Geertsema, vroeger
ministers, zal niemand zeggen dat zij niet voor hunne
taak opgewassen zijn.
Of' het nieuwe bewind veel tot 's lands best zal uit
werken zal afhangen van het beleid der regeering, of
zij het verband met de volksvertegenwoordiging bewa
ren zal, of zij oprcchtelijk gemeen overleg zal bevorde
ren, of de politieke wijsheid in het kabinet voorzitten
zal, of zij tocnen zal doordrongen te zijn van het besef,
dat alleen in liet tot stand brengen van goede zaken
de eer der liberale beginselen gelegen is.
„Maar allermeest zal het afhangen van de kamer, of er
voorspoedig geregeerd zal worden. Een meerderheid is
er; de meerderheid is een in beginselen. Er kan dus
samenwerking zijn, ten nutte van het land; verschil op
ondergeschikte punten kan vereffend worden. Maar aan
eenheid van politieke gedachte behoort zich eenheid
van zin te paren en het besef, dat men door 's volks
vertrouwen is gekozen om de zaak des volkss te behar
tigen. In den laatsten tijd bleek, bij een deel der libe
ralen, van alles meer dan van die eenheid, dat besel'.
Z.tl dat nu anders zijn? Zullen alle liberalen zich aan
sluiten, om de regeering loyaal te steunen? Zullen de
persoonlijke arabitiën thans wijken voor het algemeen
belang
De Nieuwe Itotterdamsche courant wil daarop „niet
ongerust" zijn. „De jongste geschiedenissen hebben
ook deze mannen iets kunnen leeren. En de controle
der openbare meening waakt. Het land verwacht nu
betere dingen."
Volgens den correspondent der Zutphensche courant
heeft de liberale partij alle reden tot tevredenheid over
den afloop der crisis. Nu eerst nu het ministerie
uit eenige van de bekwaamste liberalen is samengesteld
zonder eenzijdigheid en in verzoenenden geest zal
met kans op goeden uitslag de proef genomen worden,
wat de liberale beginselen vermogen. Thans mag men
hoop voeden dat eindelijk de lang verwachte hervor
mingen zullen tot stand komen.
Op de besluitenwaarbij de nieuwe ministers worden
benoemd, voigt in de Staats-courant van heden een
koninklijk besluit, waarbij dc heer van Bosse wordt
benoemd tot minister van staat.
Wij willen hier niet onderzoeken of de afgetreden
minister van koloniën de eer van eene zoodanige onder
scheiding verdient, of zijne aanspraken op het minister
schap van staat, ontleend aan niet minder dan zeven
ministerschappen gedurende 23 jaren even groot, grooter
of minder groot zijn dan die der andere ministers van
staat, die nu en dan aan het hoofd van een minis
terieel departement stonden of gedurende laugeren of
kor teren tijd de eerste of tweede kamer presideerden.
Wij laten de personen quaestic er buitenen bepalen
ons tot de zaak.
En dan verklaren wij benoemingen te betreuren tot
eene betrekking welke geenerlei constitutioneel recht
van bestaan heeft, tot een titel, welke geen ander
doel heeft dan de ijdelheid te voeden. De bewerkers
van den Nederlandschen Staats-almanakmet zooveel
nauwkeurigheid den aard en oorsprong van elk staat
kundig lichaam en van elke categorie van ambtenaren
in de opvolgende jaargangen van hun werk vermel
dende, hebben boven het lijstje der ministers van staat
nooit iets weten te vermelden. Inderdaad zijn de titu
larissen dan ook non-dcscripts in een constitutioneel land,
evenals de hofraden en titulaire staatsradenzij vormen
met dezen den staf der personeele gouvernementen.
In den Staats-almanak voor het tegenwoordige jaar
bevat het lijstje der ministers van staat nog twaalf
namen; de dood, die de heeren van de Poll, vanGolt-
stein, Nepveu en Thorbecke wegnam, verminderde dit
getal op acht. In stede van het lijstje nu even g*eleide-
lijk te laten uitsterven, begint het nieuwe ministerie
terstond met het weder te vermeerderenen vestigt het
weder een nieuw antecedent.
Hoe onbeteekenend de zaak op zichzelve daar ze
letterlijk op niets uitloopt, ook schijnt, meenen wij toch
tot onze aanmerking gerechtigd te zijn, daar tot dus
verre juist de liberale regeeringen het gulst waren met
het verleenen van dien ij delen titel. Het ministerie
van 1860 benoemde twee ministers van staat, dat van
1861 drie, dat van 1871 éen. Alleen het liberaal minis
terie van 186870 maakt hieromtrent eene gunstige
uitzondering, daar het geen enkelen minister van staat
benoemde.
De gemeenteraad alhier zal op a. Woensdag, des
namiddags te half twee uur, een openbare zitting
houden ter behandeling der volgende zaken: missives
gedeputeerde staten, goedkeuring raadsbesluitenadres
Nijverheids-vereenigingaankoop van gronden aan den
stationsweg; adres H. A. Luik, eervol ontslag als hulp
onderwijzer school G; missive bestuur der godshuizen,
weezenverpleging in het burgerweeshuismissive com
missie van het bestuur Ylissingschen straatweg, ver
lenging concessie tolheffingvoorstellen van burgemeester
en wethouders: «uitgifte in erfpacht van gemeentegrond
aan den achtersingel bij de Zandstraat; bherstelling en
opening oude Dampoort c regeling der jaarwedde van
den gemeente-ontvanger; (l reorganisatie van het onder
wijs aan vrouwelijke leerlingen.
De verkiezingen voor leden .der tweede kamer in de
kiesdistricten Rotterdam en Deventer, ter vervanging
van de heeren Fransen van de Putte en van Delden,
zijn vastgesteld op den lcn Augustus a. en de herstem
ming zoo noodig, op den 15en Augustus daaraanvolgende-
H. M. de koningin is Woensdag van Muskau te Dres
den aangekomen, alwaar zij de daar vertoevende Neder
landers ten gehoore heeft ontvangen. Zaterdag zou
zij naar Keulen vertrekken.
Door gedeputeerde staten van Zuid-Holland is de
volgende voordracht opgemaakt, ter benoeming van
een griffier in plaats van den heer Just de Ia Paisières
aan wien tegen 1 October a. eervol ontslag is verleend:
mr. I). J. Zublicommies bij het departement van bin-
nenlandsche zaken; jonkheer mr. J. Röell, kommies,
chef ter provinciale griffie van Utrecht, en jonkheer
mr. W. M. de Brauw, hoofdcommies bij het departement
van koloniën.
Onze Haagsche correspondent schrijft ons het vol
gende
„De zomerhitte van de laatste dagen maakt hier een
zoo diepen indruk, dat zelfs het nieuwe ministerie bijna
niet. bij machte is de aandacht te trekken. Misschien
is dit toe te schrijven aan de indiscreties der pers die
reeds vóór verscheiden dagen ministerlijstjes mede
deelde, lijstjes die op liet oogenblik waarop zij ver
schenen wel de uitdrukking waren van de loopende
onderhandelingen en besprekingen, maar toch niet de
definitieve kabinetsformatie gaven. Daarenboven zijn
er maar drie nieuwe mannen in het nieuwe kabinet, en
van die drie slechts twee die geen duidelijke politieke
antecedenten hebben. De heer de Vries, president van
de Juristen vereeniging. staat stellig genoeg als een oprecht