öuitenlaniX ALG-SMEEN OVERZICHT. Na een uitvoerige verdediging der rechten op de grondstoffen door den oud-minister van financiën, den heer Pouyer-Quertieris gisteren het incidenteel debat over deze belasting gesloten en heeft de Fransche natio nale vergadering de discussiëu over de belasting op het chiffre des affaires voortgezet. Le Temps is van oor deel dat de kansen voor de aanneming van deze laatste belasting eer verbeterd dan verminderd zijn na de voor- loopige beoordeeling van de eventueele opbrengst der rechten op geweven goederen en grondstoffen. Deze mee ning van een blad als le Temps moge als geheel subjec tief geen afdoende waarde hebben de vooruitzichten echter voor de aanneming van het voorstel zijn bovendien zeer groot wanneer men op de verhouding der partijen tot Thiers let en haren onoverkomelijken tegenzin tegen de belasting der grondstoffen in het oog houdt. De rechterzijde vooral steunde tot dusveire Thiers in zijne reactionnaire oeconoraische begrippen, en zou misschien ten slotte aan zijn verlangen hebben toege geven, wanneer niet na de laatste verkiezingen het bewuste incident tusschen haar en den president dei- republiek ware voorgevallen. Hierdoor schijnt zulk een spanning ontstaan te wezen dat het thans voor haar voldoende reden zou zijn om tegen een voorstel te stem men alleen omdat het door Thiers aanbevolen en gesteund wordt. De republikeinsche linkerzijde en de Union republi- caine hebben Woensdag te Versailles vergaderd en over den toestand gesproken, die door de houding der rechterzijde tegenover de regeering en van deze tegen over de belasting der grondstoffen in het leven geroe pen is. In beginsel hebben de groepen der linkerzijde de belasting van het chiffre des affaires en alle andere heffingen welke de inkomsten treffen aangenomen, en besloten eerst in den uitersten nood de belasting dei- grondstoffen te steunen. De linkerzijde oordeelde het echter beter om, met het oog op den algemeenen bin- nenlandschen toestand, eene deputatie naar den president der republiek af te vaardigen en in overeenstemming met hem hare gedragslijn vast te stellen. Die conferentie had Woensdag morgen op de prefec tuur te Versailles plaats. De heeren Albert Grévy, Ma- gnin, Holland, Fayeenle lioyer namen daaraan namens de linkerzijde deel. Omtrent het resultaat dezer bijeen komst wordt het diepste stilzwijgen in acht genomen. Het Journal des débatsdat juist niet het lichtvaardigst met nieuwtjes en berichten omspringt, verzekert echter dat de heeren Albert Grévy, Faye en le Koyer in de couloirs der kamer luide verklaard hadden, dat het re sultaat der conferentie van ontzaglijk veel gewicht voor de lepublikeinsche beginselen was. Tevens meldt het blad dat Thiers bij die gelegenheid zijn voornemen heeft laten varen om van zijne lievclingsbelasting eene gouverne- mentsquaestie te maken. Het onderhoud schijnt echter ook voor een groot deel over den binnenlandschen toestand geloopen te hebben. Sedert eenige dagen was het gerucht in omloop dat de rechterzijde in onderhandeling was cm terstond bij het eventueel aftreden of sterven van Thiers aan een drie manschap, bestaande uit maarschalk Mnc-Mahon, gene raal Ladmirault en den hertog dc Brogliehet bestuur op te dragen. Hoe weinig waarde men in het algemeen ook aan dit gerucht hecht, schijnt het toch een onder werp van beraadslaging tusschen Thiers en de depu tatie der linkerzijde te hebben uitgemaakt. Al behelst het gerucht ook geen waarheid, dan nog geeft het geen al te hoogen dunk van de vaderlands liefde der rechterzijde, dat het mogelijk is om haar juist op dit oogenblik zulke intriges te ku„nen toe dichten. Wanneer wij dan ook aan de waarheid twij felen, dan is het niet omdat de rechterzijde niet tot zoo iets in staat geacht kan worden maar alleen omdat er alle reden bestaat om van de rechtschapenheid van Mac-Mabon te verwachten dat hij zich niet tot zulk een politieke manoeuvre leenen zal. Niettemin is dit gerucht een kenmerk te meer voor het gevaar waarin de regeering van Thiers verkeert, welke alleen op de partijen rust, die hij gelijkelijk in bedwang tracht te houden. Wan neer eene dezer partijen zich met kracht verheft, en zichevenals de rechterzijde thans voornemens schijnt te doen, tegen dezen dwang verzet, dan dreigt het kun stig samengestelde gebouw ineen te storten. Thiers en de linkerzijde mogen dus wel nauwkeurig toezien, en het schijnt niet te gewaagd te onderstellen dat het aan dezen gevaarlijken toestand moet worden toegeschreven, dat Thiers in dezelfde quaestie toegeeft, waarvoor hij den 19cn Januari zijn politieke positie en zijn prestige in de waagschaal stelde. Dc correspondentie welke door de Eugelsche regee ring over de beraadslagingen van het tribunaal te Genève gevoerd is, beeft Woensdag het licht gezien. Het dossier bevat weinig nieuws. Het laatste stuk is eene depêche van lord Granville aan lord Tenderden, waarin hulde gebracht wordt aan de diensten door den Engelschen commissaris bewezenaan de vriendschappe lijke gevoelens van Amerika en aan de wijsheid der scheidsrechters. Of die loftuitingen alle zoo verdiend zijn, moge ieder voor zich zeiven beoordeelen; het be houd van het tractaat van Washington is voor Enge land de hoofdzaak en dit moge als verontschuldiging strekken wanneer de hulde van lord Granville voor enkelen minder verdiend is. Het internationaal gevangenis-congres is Woensdag avond onder voorzitterschap van den Earl of Carvar- non in Middle Temple Hall te Londen geopend. In Italië wordt een belangrijke ommekeer waargeno men. Tot dusverre had op bevel van het Vaticaan de ultramoutaansche partij slechts een passieve vijandelijke houding tegenover de regeering aangenomen en zich van alle deelneming aan de publieke zaak en de ver kiezingen onthouden. Volgens eene depêche uit Rome aan den Parijschen Univers en in overeenstemming met een artikel in de Voce della Verita, getiteld De verkie zingen, schijnen de inzichten van den paus in dit opzicht geheel veranderd te zijn. Beide bladen wijzen tenminste op het gevaar hetwelk de geheele onthouding den katholieken op den duur oplevert en op de nood zakelijkheid om ook stem uit te brengen in de publieke aangelegenheden. Dinsdag heeft, ook volgens dezelfde bronnen, de paus in eene allocutie aan de geestelijke onderwijzers der stedelijke scholen o. a. gezegd, dat „het noodig is om in de stedelijke verkiezingen tus- schenbeide te komen, teneinde christelijke vertegen woordigers te verkiezen in de plaats van de tegen- woordigen, die goddelooze leeraars met de taak belas ten om de jeugd te bederven." Men raakt aan die dagelijksche jeremiaden en rede voeringen van den „gevangen man" op het Vaticaan ge woon en neemt er derhalve weinig notitie meer van. Deze verandering van takriek heeft echter een diepe be- teekenis. Het schijnt dat men op het Vaticaan meer en meer de hoop op buitenlaudsche hulp begint op te geven en daarom den tijd gekomen acht om de vaan der reactie in het binnenland omhoog te beffen. Be Pransche helasting-quaestie. Het zal misschien velen verwonderen dat de Fransche nationale vergadering, welke over eene belasting van het chiffre des affaires d. i. eene belasting op de in komsten welke door commercieeleu en industrieelen koop, transactie enz. verkregen worden) beraadslaagt, drie zittingen besteedt aan een twist over de waarschijn lijke opbrengst eener andere 'belasting, namelijk die der grondstoffen. De reden hiervoor ligt echter voor namelijk hierindat de vergadering weldra met hare belastingsvoorstellen au bout de son. latin is. Om omtrent de belasting van het chiffre des affaires eene beslissing te nemenbehoort zij eerst te weten of voor het geval eener verwerping dc grondstoffen de vereischte sommen zou den kunnen opbrengen. Om deze opbrengst eenigszins te kunnen bepalen, moest men nagaan hoe hoog de ta rieven op geweven stoffen en grondstoffen konden wor den opgevoerd zonder inbreuk te maken op de bestaande tractaten. Zooals men weet komen de commissie voor de tarie ven en Thiers in deze quaestie tot een zeer verschillend resultaat; de eerste taxeert de opbrengst in den eersten tijd, d. i. zoolang nog handelstractaten van kracht zijn, op hoogstens 6 millioen, terwijl Thiers die op 42 tot GO millioen raamt. Over de gronden nu waarop deze beide resultaten steunenis reeds drie dagen in de Fransche kamer getwist. Uit een industrieel oogpunt schijnt men het eens te wezen dat de belasting der grondstoffen schadelijk i3. Zelfs Thiers erkende dit zijdelingstoen hij verklaarde dat men zich steeds dus ook ouder het beschermend stelsel beijverd heeft om zooveel mogelijk rechten op de gefabriceerde voorwerpen te heffen en de grond stoffen te ontlasten. Wanneer men vroeger dit begin sel huldigde, hoeveel te meer moet Frankrijk er zich clan thans niet aan houdennu alle andere natiën dit beginsel in zijne uiterste consequentie hebben doorge voerd? De nadeelen voor de Fransche industrie zullen dus nu onberekenbaar wezen, wanneer Frankrijk alleen te midden van de andere staten met hunne liberale comraercieele politiek, een hoog recht op de grondstof fen heft. Doch hoe groot dit gevaar ook wezen moge, de Fransche kamer heeft bij deze Quaestie nog een tweede niet minder gewichtige vraag te beantwoorden. In de financieele behoeften van de schatkist moet voorzien worden, ware liet ook voor langen of korten tijd ten koste van handel of industrie. Het is dus de vraag: zal die belasting echter de noodigesommen opbrengen? Afgescheiden van het industrieele belang, houdt de kamer zich bijua uitsluitend met deze vraag bezig. De verdediging der vermoedelijke opbrengst welke Thiers Dinsdag cn Woensdag trachtte te leveren, werd wel met aandacht door de kamer aangehoord, maar heeft haar blijkbaar niet overtuigd. De heeren Combier, Raudot, Buffet en anderen hebben vrij gemakkelijk kunnen bewijzen dat de president zich met onmogelijke illusiën vleide, wanneer hij meende dat deze belasting weldra GO millioen en later zelfs 93 millioen zou op brengen. De bestrijders der lieveling-belasting bezigden vooral de drie volgende grondenwelke een korte vermelding overwaard zijn. In de eerste plaats beweerden zij terecht dat Frankrijk niet op concessiën van de staten behoefde te rekenen, welke handelstractaten met Frank rijk gesloten hadden. Die staten verdedigden natuurlijk hunne en niet de Fransche belangen. De tot dusverre gevoerde onderhandelingenb. v. met Engeland en België, hebben hoegenaamd geen resultaat opgeleverd. Natuurlijk sterkt de tegenstand van den een het verzet van den ander, of zou het voorbeeld van Engeland zoo geheel zonder invloed op België gebleven zijn? Van die zijde heeft Frankrijk dus niets te hopen» zooveel pogingen als nog door Frankrijk aangewend zullen worden, juist zoovele weigeringen kan men van cle andere staten verwachten. Een tweede bezwaar is om omtrent de afkomst der verschillende ruwe waren een juiste bepaling te maken, een onderzoek, dat den ambtenaren in zeer vele geval len onmogelijk zal zijn en in vele gevallen bijna onover komelijke moeilijkheden zal opleveren. Doch ook al ware dit onderscheid zeer gemakkelijk te bepalen, dan nog beeft deze belasting twee groote schaduwzijden: 1° zal het den staten, welke door een tractaat gebon den zijn, in vele gevallen niet moeilijk vallen om de moeilijkheden te ontduiken en zich toch aan de letter van het tractaat te houden; hooge en lastige invoer rechten zullen hiertegen niets baten, en 2° zullen de rechten die de stoften uit het eene land treffen, natuurlijk diezelfde stoffen uit het andere land ten goede komen. Het eenige gevolg zou dus zijn dat men den weg, welken de ressources van industrie en handel thans volgen, veranderde zonder eenig voor deel voor de schatkist af te werpen. In de laatste plaats waren de bestrijders terecht van oordeel, dat men ook de politieke zijde van de quaestie niet te licht moest achten. „De gehate rechten op de grondstoffen, zooals een der sprekers zeide, zullen het gevolg hebben dat wij op slechten voet komen te staan met alle bevriende natiënoveral zullen wij tegenkanting en onwil ontmoeten zonder de minste compensatie. Waarom dan die stijfhoofdigheid om terug te willen gaan, wanneer de geheele wereld vooruitgaat? Is het niet reeds genoeg dat wij minder snel gaanmoeten wij nu ook nog geheel stil staan?" anMs bfric tj ten. GRAANMARKTEN ENZ. Gent, 5 Juli. Roode en witte tarwe fr.27.50; rogge met beteren voorraad fr. 15.50; gerst fr. haver fr. 17.50: boekweit fr. 17.paardenboonen fr. 16. koolzaad fr. 40.lijnzaad fr. 36.lijnkoeken fr. 24.50; koolzaadkoeken fr. 17.50; boter fr. 2.35 per kilogram met afslag; eieren fr. 2.05 per 26 stuks. VLISS1NGEN, 5 Juli. Boter f 1.05 a 1.10 per kilo gram. Amsterdam, 5 Juli. Raapolie op zes weken f 43. Lijnolie op zes weken f 42. PRIJZEN VAN EFFECTEN. Amsterdam 5 Juli 1872. Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 56} ♦dito dito dito 3 664 *dito dito dito 4 884 ♦Aand. Handelmaatschappij 4-1 142} dito exploitatie Ned. staatssp.118 België. ^Certificaten bij Rothschild 2} Frankrijk. *Inschrijvingen3 ♦dito 5 79Ï Rusland. ♦Obligation 1798/1816 5 ♦Certific. adm. Hamburg 5 „73 ♦dito Hope C°. 18556® serie 5 85} ♦Cert. f 1000 1864 5 98£ ♦dito f 1000 18665 98£ ♦Loten 18665 2524 ♦Oblig. Hope C°. Leening 1860 44- 90 ♦Certific. dito4 76-^ ♦Inseript. S tieglitz C°. 2* a 4e L. 4 75-X ♦Obligatiën 1867—69 4 „75} ♦Certificaten6 47 T\ ♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 234} Rusland. ♦Oblig. dito4 Obl. spoorweg Poti-Tiflis. 5 94| dito dito Jelez Orel5 934 dito dito CharkowAzow. 5 92} Polen. ♦Schatkistobligatiën 4 „74 Oostenrijk. ♦Oblig. metall.ïn zilver Jan./Jnli. 5 64} ♦dito dito April/Oct. 5 64 ♦dito in papier Mei/Nov. 5 57 ♦dito dito Febr,/Aug. 5 57^ Italië. Leening 18615 63} Spanje. ♦Obligatiën.Buitenl. 186770. 3 30 dito 18713 „30 dito Binnenlandsche 3 25§- Portugal. ♦Obl. 185662 3 414 ♦dito 1867—69 3 „414

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3