MIDDELBURGSCHE COURANT. F 159. Zaterdag 1872. 6 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eD Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m. franco is f 3.50. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Middelburg 5 Juli. Uit den Haag meldt men ons dat het ministerie thans is samengesteld en bestaat uit de volgende leden: mr. J. L. H. A. baron Gericke van Herwijnen, voor buitenlandschc zaken mr. G. de Vries, lid van den raad van state, voor justitie mr. J. H. Geertsema Gzn., lid van den raad van state, voor binnenlandsche zaken; L. G. Brocx, voor marine; mr. A. van Delden, lid van de tweede kamer, voor financiën de generaal-raajoor M. D. graal' van Limburg' Stirum, voor oorlog; I. D. Fransen van de Putte, lid der tweede kamer, voor koloniën. Het bezwaar dat bij den heer van de Putte bestaan heeft om de portefeuille van koloniën te aanvaarden schijnt alzoo opgeheven te zijn. Dit bezwaar lag niet, gelijk het in den Haag loopend en ook door ons ver meld gerucht luidde, in de bewering van den heer van de Putte dat hij niet in een kabinet zou kunnen zitting nemen waarvoor de heer de Vries en niet hij de opdracht tot samenstelling had ontvangenmaar naar ons gebleken is in andere omstandigheden, welke ter openbare mededeeling minder geschikt moeten worden geacht. Het laat zich verwachten dat het besluit waarbij de ministers benoemd zijn, in do Staats-courant die heden avond gedrukt wordt, zal voorkomen. Het uur waarop de openbare zitting der provinciale staten van Zeeland morgen zal worden geopend is blijkens in dit nommer voorkomende kennisgeving van den commissaris des konings, veranderd en bepaald op des middags 12 uren. De commissaris des konings in Zeeland heeft deels eergisteren en deels gisteren aan de leden der staten dezer provincie een diner aangeboden. Beide keeren namen daaraan ook eenige andere autoriteiten deel. Gisteren is het kleine houten gebouw, dat aan het begin der duinen even buiten Vlissingen nedergezet en zoowel voor badhuis als uitspanningsplaats be stemd isvoor het publiek opengesteld. Uitgelokt door het prachtige weder en zeker niet minder aangedreven door de ingenomenheid met deze nederige, echter zoo gewenschte inrichting, hadden zoovelen zich daarheen begeven dat het duin en het strand als met menschen overdekt waren. De belangstelling laat zich licht ver klaren. Sedert tal van jaren toch is het strand aldaar de uitspanningsplaats waar menigte van kinderenonder geleide van ouders en familiebetrekkingen, zich gaan vermakenen ongetwijfeld zouden vele ingezetenen zich (laar gaarne ophouden om te genieten van het schoone zee- en landgezicht hetwelk dat punt aanbiedt, doch men werd daarvan teruggehouden omdat, er in dien omtrek geen enkele gelegenheid is ora zitplaatsen te verkrijgen of eenige verversching te bekomen, aan wandelaars en liefhebbers van het baden toch zoo recht welkom. Die behoefte is nog' grooter geworden sedert de werken in de nabijheid van Vlissingen den ouden Middelburgschen weg hebben doen vervallen, althans voor wandelaars, waarvoor hij vroeger zoo ge zocht was, ongeschikt gemaakt. Met 1 Juli is ook voor ons land in werking getreden de internationale overeenkomst, den 14°" Januari jl. te Rome geslotenen zijn de volgende bepalingen van het gewijzigd reglement voor den dienst van de rijkstele graaf ingevoerd: Kasaanwijzingen zijn slechts zes maanden geldig. In het binnenlandsch verkeer worden berichten met de bijvoeging „dringend'' voor andere telegrammen van denzelfden rang overgeseind, tegen verhoogden tariefs- prijs van 1 per eenvoudig telegram. Dergelijke tele grammen naar kantoren in een vreemden staat, waar deze wijze van verzending is toegelaten, kosten be halve den gewonen prijs nog het dubbele daarvan. De aangeteekenje berichten zijn vervallen, doch ieder afzender kan zijn bericht doen collationeerenwaarvoor de kosten de helft van die der overseining van het bericht bedragen. Telegrammen met „vooruit betaald antwoord," met collationeeering of waarvoor kennisgeving van ontvang betaald wordt, worden geregistreerd. Alleen voor ge registreerde berichten worden quitantiën afgegeven. Sommige tariefsprjjzen voor het buitenland zijn-ge wijzigd; de prijs der berichten voor Europeesch Rus land is van 4 tot f 4.50 verhoogd. In de zitting der provinciale staten van Zuid-Holland is gisteren een rapport aangenomen, waarbij in over weging werd gegeven geen subsidie te verleenen voor den aanleg van een spoorweg UtrechtLeiden, op grond dat (le concessionnarissen de heeren Knijff en Kapteijn de door de commissie van onderzoek ver langde inlichtingen niet hadden verstrekt. Aan den griffier der statenden heer V. A. Just de la Paisières, werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend met ingang van 1° October a., onder dankbetuiging voor de vele en trouwe diensten aan cle provincie be wezen, en hem, als blijvend bewijs van waardeering, een jaarlij ksche buitengewone toelage van f 1000 toe gekend. Bij besluit der provinciale staten van Gelderland van 7 Juli 1871 werd een reglement betreffende het gebruik van wielen met breede velgen en banden vastgesteld, waartegen evenals tegen dat hetwelk door de sta ten van Zeeland werd aangenomen een aantal adres sen aan den koning werden gericht, die in handen van provinciale staten werden gesteld. Deze beslisten in hunne vergadering van 9 November 1871, dat die adressen geen grond opleverden om tot eene wijziging van dat reglement over te gaan en den minister van binnenlandsche zaken te verzoeken, te willen bevorde ren, dat de goedkeuring des konings alsnog worde verleend. Bij brief van 17 Februari 1872 werd echter, met toezending' van nog nader ingekomen bezwaarschriften, door den minister aan gedeputeerde staten medegedeeld, dat hij geene vrijheid vond tot (1e goedkeuring van het reglement mede te werken, doch alvorens den koning eene beslissing voor te dragen de staten in de gelegen heid wenschte gesteld te zien hun besluit in overweging te houden. Gedeputeerde staten hebben daarop eene commissie uit hun midden afgevaardigd om met den minister deze aangelegenheid persoonlijk te bespreken, eu uit haar verslag van de gehouden bijeenkomst en het daarna ontvangen antwoord blijktdat de minister bleef aan dringen op zijn verzoek om liet reglement opnieuw in de vergadering der staten ter tafel te brengen. Aan dit verzoek is door gedeputeerde staten voldaan; zij hebben het reglement andermaal onder de te behan delen onderwerpen opgenomenonder overlegging van hunne opmerkingen en een voorstel ter beslissing aan de provinciale staten. Ten aanzien van de vraag van den minister, of de staten niet te ver zijn gegaan door hunne regeling ook toepasselijk te verklaren op wegen, waarvoor die rege ling door de onderhoudsplichtigen zeiven niet wordt verlangd (een der grootste bezwaren die in Gelderland tegen het bedoelde reglement worden aangevoerd), mer ken gedeputeerde staten op, dat zij die vraag reeds vroeger ontkennend hebben beantwoord en dat de pro vinciale stalen zich daarmede vereenigden. In de me morie van toelichting der wet van 6 April 1869 (Staatsblad n°. 39) werd dan ook reeds gezegd, dat geheele vrijlating wenscbelijk zou zijn, maar dat niet al wat wenscbelijk is voor toepassing vatbaar is; beper kende bepalingen in het algemeen belang zijn noodigal ware het wenscbelijk en aangenaam, dat zij niet be stonden. Het gaat dan ook niet aan zegt (le me morie van toelichting om, waar uit de provinciale-, gemeente-, watersehaps- of bijzondere kas, wegen ge maakt zijn of onderbonden worden, de gelegenheid af te snijden ora door te maken bepalingen den toestand dier wegen te waarborgen en hun onderhoud min kost baar te doen zijn. Hieruit blijkt dus, dat men er niet aan gedacht heeft om de door de staten noodig geachte bepalingen alleen voor die wegen te doen geven, waar omtrent geen bezwaren zonden rijzen van de zijde der onderhoudsplichtigen. Uit de geheele strekking van de aangehaalde wet (Ver voer van vruchten op landwegen) blijkt daarenboven volgens gedeputeerde staten van Gelderland dat de provinciale staten bevoegd zijn tot regeling zonder onder scheid, of onderhoudsplichtigen haar verlangen of niet. Na eenige opmerkingen omtrent de waarde der adressen, komen gedeputeerde staten tot het bezwaar van (len minister, dat de adressen afkomstig zijn van besturen die hunne wegen op eigen kosten onderhoudenzonder hulp van het rijk en de provincie. Zij vragen daarom trent, of eene beperking van het vervoer over de open bare communicatiemiddelen, welker regeling bij art. 2 der aangehaalde wet een zaak van algemeen belang is verklaard, dat minder is dan het onderhoud der wegen, op eigen kosten geschiedt? Verder wijzen gedeputeerde staten op de door de pro vincie verleende subsidiën, die toegestaan zijn onder voor waarde, dat de verschillende besturen die wegen uit eigen middelen zouden onderhouden en doen zij dat niet, dan heeft de provincie het recht om op hunne kosten in het onderhoud te voorzien. Er bestaat dus controle; waarom zou die niet bij reglement mogen worden uitge oefend. De voorstelling van adressanten alsof de proefneming in Noord-Brabant, ten opzichte van de invoering van breede velgen en banden, mislukt zoude zijn, is geheel onjuist, daar de eerste proefneming op 9 Augustus 1871 te Meeuwen op losse en drooge braakklei gedaan ten gunste van het stelsel pleit, en de tweede proef neming in Januari 11., onder Herpt en Bern, niet is kunnen voortgezet worden alleen tengevolge van een ontstaan defect aan den krachtmeter, zoodat aan geene mislukking der proefnemingen omtrent het stelsel te denken valt. Gedeputeerde staten stellenop groud van een en ander voor bij het vastgestelde reglement te blijven volharden en op de goedkeuring des konings aan te houden. Eergisteren avond hield de Leidsche gemeenteraad eene zitting waarin behandeld werd de quaestie der gasprijzen. De heer Dercksen bad namelijk voorgesteld om, in aanmerking genomen de woekerwinst die de stad door haar stedelijke fabriek behaalt, den prijs van het gaslicht terug te brengeu van 3.50 de 1000 kubieke voeten, op 2, d. i. van 12 cent de kubieke meter op 7 cent. Nadat de heer Derekseu zijn voorstel nader had toe gelicht, werd door schier alle leden, waaronder twee professoren der rechtsgeleerde faculteit, (le juistheid van 't voorstel in beginsel erkendtoch is hetom der wille van „'t batig slot'' (de winst der gasfabriek is zoo groot als 2/3 van den boofdelijken omslag), ver worpen met 18 tegen 5 stemmen (van de heeren Dries- sen, Krantz, van Wensen, Veefkind en Dercksen). De heer Derksen betuigde naar aanleiding van dezen uitslag: „dat 't nu gebleken is, dat Leiden te arm is om eerlijk te ziju." Ook een voorstel van commissarissen der gasfabriek, om den prijs voorloopig met 50 cent te verminderen, werd verworpen. De burgemeester vond het een gelukkige omstandig heid dat Leiden, bij het verlies van de accijnsenzulke winsten uit de gasfabriek kon trekken en prees de goede boedanigheid van het gaslicht. De prijs van het gas blijft dus het dubbele van dien te Haarlem en te Utrecht. Zoo goedkoop is de exploi tatie van de eigen fabriek echter, dat men voor de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1