MIDDELBURGSCHE COURANT. F 157. Donderdag 1872. 4 Juli. Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3tal. franco is f 3.50. Middelburg 3 Juli. POLITIEKE DROOMEN. I. den goed gekozen vorm van een brief, door een met kabinetsformatie belasten staatsman aan het hoofd van den staat gericht, heeft een ongenoemd schrijver in eene korte brochure (Droom van een would-be minis ter, Amsterdam, Westerman) een zeer veel omvattend liberaal programma in bet licht gezonden. Nu de laatste maanden duidelijk hebben gemaakt dat er behoefte bestaat aan overeenstemming en overleg der liberalen^ oaftrent puntendie eenige eenvoudigen van geest ook wij sedert jaren als uitgemaakte zaken in hun liberaal credo hadden opgenomen, verdient zoodanig werk, ook al was het minder goed geslaagd dan de voor ons liggende brochure, met aandacht overwogen en met openhartigheid besproken te worden. Eenige bezwaren, die den uiterlijken vorm raken en in zekeren zin van dien vorm onafscheidelijk waren, vermelden wij alleen om die te laten liggen voor de hoofdzaak. Wij meenon bij voorbeeld dat het hoofd van den staat, wanneer een met kabinets-formatie belast staatsman hem deze brochure inderdaad als rapport aanbood, terstond den gegeven last zou intrekken en dien opdragen aan een politicus die minder redeneerde en zich minder op het veld der politiek van de toe komst bewoog, om liever met een kort en vooral prac- tisch programma van werkzaamheden, voor dat zeer korte tijdvak dat het, naar tegenwoordig gebruik, den ministeriön gegund is te leven, aan te wijzen hoe hij dien korten tijd het meest vruchtdragend voor het land maken kon. Maar het was den schrijver kennelijk meer te doen om een programma te geven voor een politieke partij, een soort van new departurezooals men het in de Vereenigde staten noemen zou, voor de liberale partij; met dat doel beweegt hij zich terecht op een meer onbegrensd terrein dan dat waartoe de verstandige staatsman zich bepaalt, wiens voornemen het is in 's lands belang onmiddellijk vruchtbaar werkzaam te zijn. Veroordeelt deze tegenstelling het gegeven programma reeds op zich zelve niet Tot zekere hoogte jaevenals zij ieder stellig politiek programma veroordeelt. Wen- schelijk zou het voorzeker uit een practisch oogpunt zijn, zoo eene politieke partij zich bepaalde in haar programma die punten op te nemen, waarvan de op lossing in de allereerste toekomst vereischt werd en den weg tot die oplossing aan te wijzenhet programma zou aldus stellig aan practische waarde winnen. Maar wat het winnen zou aan de eene zijde, verloor het allicht elders. Een politiek programma is niet uitslui tend een recept voor de kwalen van den dag maar een politieke leefregel tot behoud der gezondheid; het is in de eerste plaats een band welke geestverwanten tot ge meenschappelijke krachtoefening in staat stelt; het vormt de partij, welke zonder programma niet bestaan kanen daar de partij niet gevormd wordt voor de be hoeften van den dag maar bovenal voor de toekomst, behoort een politiek programma verder te gaan dan de oplossing der quaestiën van het oogenblik, terwijl een ministerieel programmawegens de eischen der praktijk, uit den aard der zaak zoo ver niet gaan kan. Wij mo gen 't. den schrijver dus niet euvel duiden dat hij zijne taak met eenige breedte heeft opgevat; doch verwijten hem juist daarom eene verwaarloozing van enkele détails bij het bespreken van sommige quaestiën wier détails vaak de hoofdzaak overheerschenen keuren zijn streven naar groote soberheid en beknoptheid van stijl af, welke hem nu en dan gerust met Vellejus Paterculus kon doen zeggenbreois esse laboroobscurus Jio. Voordat wij niet volledig maar alleen voor zoover het de thans vooral aan de orde zijnde quaestiën, de financieele, militaire en koloniale, betreft het pro gramma van den „icould-be minister1' nagaaneen woord over twee algemeene opmerkingenwelke hij laat vooraf gaan. De eerste is de door niemand betwiste stelling, dat een ministerie behoort te steunen op de meerder heid der kamers, waarbij de schrijver opmerkt: „het (ministerie) moet niet alleen overeenstemmen met de beginselen der meerderheid en zijne leden haar ver trouwen hebben, maar het moet er de levende, krach tige uiting van zijn, leiden en niet geleid worden. Daaruit dat juist alle leden uit de parlementaire meerderheid moeten gekozen worden wel, dat de voornaamste leden der liberale partijzij die er als 'tware de ziel van uitmaken, er lid van zijn, immers niet moeten zetelen in de tweede kamer." De opmerking is vooral gepast omdat men haar maar al te vaak uit het oog verliest, lu de laatste der hier aangewezen feilende samenstelling van een ministerie uit zekere richting in het parlement terwijl de aanvoerder dier richting in de kamer zitting blijft houden, zal men hier te lande niet licht vervallen na den slechten uitslag der in 1868 genomen proef; maar voor den man die op het oogenblik geroepen is een liberaal ministerie te vormen zal het moeilijk val len de goede les van den schrijver op te volgen. Dat er een liberaal ministerie moet optreden schijntzoo dit al niet rechtens is uitgemaakt, de algemeene over tuiging te zijn, maar waar nu de levende en krachtige uiting der liberale beginselen te zoekenIn de tweede kamer? Maar zeg ons dan eerst wie na het overlijden van Thorbecke aldaar „de ziel van het liberalisme" uitmaaktnoch de keuze des koningsnoch groote talenten of voortvarendheid, noch de toestemming der geestverwanten alleen, noch de meest onbegrensde ambitie en vast vertrouwen op eigen la-acht maakt een politiek man tot den leider zijner partij. Wat er in de laatste jarenzelfs in de laatste maanden nog gebeurd is maakt ons beducht of het wel mogelijk zal zijn een liberaal ministerie samen te stellen dat leidt en niet geleid wordt. Al bezaten de nieuwe ministers de groot ste talenten en den krachtigsten persoonlijken invloed, het lot van den heer Thorbecke gooit gegronde vrees dat zij niet bestand zullen zijn tegen de alle convenances en alle wetenschappelijke*"beperkingen overschrijdende toepassing van het parlementair regeeringsstelsel door de tweede kamer. Eene tweede opmerking van den schrijverop welker juistheid wij niet genoeg kunnen roemen, knoopt zich hieraan vast. „Ons land zegt hij schijnt de eigen- ij ke klasse niet in grooten getale te bezitten, waaruit het grootste getal leden der tweede kamer behoort te bestaan wat Engeland in de gentry beeft wel op gevoede mannen, belang stellende in den loop van zaken, door de traditie van hun geslacht en opvoeding aan hare behandeling gewoon, getrouwe tolken der stem ming van hun uitgebreide en vertakte omgeving, onaf hankelijk van vermogenniet zeiven begeerig naar een ministerieele portefeuille." Inderdaad is dit gebrek onzer vertegenwoordigingwaarvan de schrijver als eene „moeilijkheid" zich wel wat al te gemakkelijk afmaakt, de bron van veel kwaad. De politiek is meer en meer geworden een beroep, een ambacht, een middel om vooruit te komen, voor dezen tot promotie in zijn vak, voor genen tot voor deel ige concession, voor een ander tot ridderorden en al den aankleve van dien, en voor niet weinigen tot eene ministerieele portefeuille. Kortom onze tegenwoordige tweede kamer begint zich langzamerhand te verwijderen van het goede model, dat het Britsche parlement (al is dat ook niet volmaakt) geeft, om te naderen tot de Fransche kamer van 1848, waarvan Louis Reybaud in Jerome Paturot zoo geestig het portret schilderten tot de Belgische kamerwaar omtrent wijzoo dichte naburen van Belgiëgeene auteurs hebben te raadplegen. Van dit verschijnsel van ontaarding, dat niet te loochenen is, zoeken sommigen de verklaring in de geldelijke schadeloosstelling der le den. Ten onrechte, raeenen wij, omdat waarlijk die scha deloosstelling zoo groot niet is. Maar wij zoeken de ver klaring elders, bij de kiezers zeiven en bij de hier te lande vigeerende kiesgebruiken. Het is goed en wel te zeggen dat er in de tweede kamer een zoo slechte geest heerscht, dat menigeen die achting voor zich zeiven ge voelt alleen daarom het lidmaatschap niet begeerteven als dat de keuzen dikwijls zóo slecht uitvallen dat de bedaarde en soliede kiezers zich teleurgesteld van deel neming aan de verkiezingen en van invloed op hunne mede kiezers onthouden. Maar wanneer alle ernstige en aan persoonlijke eerzucht vreemde mannen de candida- tuur afwijzen wanneer zoo vele ernstige en 's lands be lang hoog stellende kiezers van de stembus wegblijven, heeft men dan wel recht van klagen wanneer zich de niet ernstige en niet ontwikkelde kiezers uitsluitend van hunnen kiezersplicht kwijten en u de candidaten opdringen welke eene of ander politieke kliek hem aanbeveelt? En wat is er van de aldus gekozenen, door geen anderen band dan die der camaraderie aan hunne kiezers gebondenwelke band slechts nu en dan een handige redevoering of een chronisch bezoek aan het kiesdistrict met gulle toezeggingen en halve beloften noodig heeft om vastgehouden te worden, wat is er van de aldus gekozenen anders te wachten dan dat zij hun eigen weg volgen en doen en spreken, zooals men 't niet gaarne van volks vertegen woordigs ziet of hoort, omdat de ernstige kiezer verlangt dat zijn afgevaar digde ten allen tij de 's lands belang voor oogen hebbe en dat nimmer aehterstelle voor persoonlijk belang of berekeningen van hooge politiek. Wij geven daarom deze opmerking van den could-be minister" toe; we gaan verder; het aangewezen gebrek in de samenstelling van onze tweede kamer beschouwen wijniet, zooals hij, eenvoudig als eene moeilijkheid bij kabinets-formatiemaar als eene ernstige nationale kwaal waarop de aandacht wel gevestigd mag worden. Maar wij houden die kwaal voor zeer wel te genezen en ver wachten van een krachtig optreden van soliede mannen zoo niet totale genezing dan toch aanmerkelijke ver betering. In de gisteren avond geopende zomerzitting der pro vinciale staten van Zeeland hebben de werkzaamheden zich bepaald tot de mededeeling van ingekomen ko ninklijke besluitenvoorstellen van gedeputeerde sta ten en adressen, alsmede de splitsing der vergadering in afdeelingen. Wegens de vele in de afdeelingen te behandelen onderwerpen zal de volgende openbare zitting eerst a. Zaterdag, des voormiddags te 10 uren, gehouden worden. Door gedeputeerde staten is thans aan de provinciale staten van Zeeland ook een ontwerp-beshiitaangeboden tot vaststelling der grenzen van de werken tot zeewe ring of oeververdediging aan de oostzijde van den cala- miteuzen polder Oost-Bevelanddaar bij de aanbieding der ontwerp-besluiten tot regeling der grenzen voor de andere calamiteuze polders of waterschappenhet onder zoek der grens aan de oostzijde van Oost,-Beveland nog niet was afgeloopen. Door de staatscommissie tot het afnemen der genees kundige examens zijn eergisteren tot arts bevorderd de heeren J. D. van Hengel, van Dinxperlo, R. H. F. Sikkes, van Beerta, en J. D. H. Vane, van Amsterdam. In de Staats-courant van beden zijn opgenomen de wetten van den 17CD Juni jl. tot verhooging der be grooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1872 (hoofdstuk I. Uitgaven in Nederland); tot nadere verlenging van de werking der wet van 3 Juli 1865 (Staatsblad n°. 76), houdende vaststelling der tarieven van in-, uit- en doorvoer in Nederlandsch-lndië; en tot verhooging van hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1872. De gevangenis voor vrouwelijke veroordeelden te Woerden zal, zooals reeds bekend is, worden ingericht tot magazijn van kleeding en andere militaire benoo- digdheden, daar Woerden, als zijnde een centraalpunt, daarvoor zeer geschikt wordt geacht. Tot hoofdambte naren bij een dergelijke inrichting, als zijnde vancivie- len aard, worden gewoonlijk gepensioneerde militairen benoemd. Onder de personen daartoe aan den minister voorgedragenkomt ook voor de met pensioen ontslagen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1