MIDDELBURGSCHE COURANT. F 153. Zaterdag 1872. 29 Juni. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eB Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m. 9 franco is f 3.50. Middelburg 28 Juni. Naar ons uit'sGravenhage wordt gemeld is H. K. 11. de prinses von Wied, dochter van prins Frederik, gis teren avond bevallen van een zoon. Na het besluit der provinciale staten van Zeeland van 10 November 1871, tot het doen vervaardigen van een nieuwe stoomboot voor den dienst op de Wester- Schelde, hebben gedeputeerde staten blijkens hunne aan de provinciale staten toegezonden gedrukte mede- deeling een onderzoek ingesteld ter beslissing of een ijzeren dan wel een houten vaartuig zou worden aange- ^-achafr^' en of het raadzaam moest worden geacht het comyouTid-aysteem toe te passen. Het resultaat van het --vimdei'zoèk wasdat om verschillende redenen aan een ijzeren boot de voorkeur werd gegeven en de toepassing jvan het compound-systeem werd ontraden. "'Nadat de geldlcening, ter bestrijding van de koopsom, was uitgeschreven en geslaagd, bad de aanbesteding, waartoe eenige soliede scheepsbouwmeesters waren uit- genoodigd, den 22" Februari jl. plaats. Er werd inge schreven door den directeur der Maatschappij de Atlas te Amsterdam voor f 69,500,met oplevering binnen 11 maanden; door de Koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam voor 66,900, met oplevering binnen 6 maanden; door H. van der Kuil te Ridderkerk voor f62,000, met oplevering binnen 7 maanden, door Cliristi, Nolet, en de Kuijper te Delfs- haven voor f 59,716 bij gunning uiterlijk na drie dagen en voor f61,716 bij latere gunning, niet uple vering binnen 6 maanden, en door JohannesKloos te Amster dam voor 59,000, met oplevering binnen 7-J- maand. De levering werd gegund aan de firma Cliristi, Nolet en de Kuijper te Delfshaven, voor den prijs van f 59,716, want, hoewel de inschrijving van J. Kloos e Amsterdam lager was, bad hij eene langere tijd ruimte van 1£ maand voor de aflevering gesteld en daarenboven in het inschrijvings-biljet bedongen, dat hij niet aansprakelijk zou zijn voor het kolenverbruik en de snelheid. Dat beding was wel voortgevloeid uiteen misverstand, hetwelk later werd opgehelderd, waarna de heer J. Kloos voordeeliger aanbiedingen deed, maar gedeputeerden meenden de inschrijving van de firma ChristiNolet en Kuijperdie ook beneden de begrooting was gebleven, niet te mogen voorbijgaan. Het opzicht over den bouw is opgedragen aau den heer J. C. Andriessen te Rotterdam, terwijl aan het vaartuig den naam „Zeelandia," is gegeven. niet van toepassing is, dan verzoekt de adressant dat zij besluiten mogen, dat aan de gemeente Tholen, ten behoeve van de overbrugging der rivier de Eendracht bij die gemeentevolgens het daarvan door den water staat op te maken bestek en onder zijn toezicht, eene subsidie uit de provinciale fondsen zal worden verstrekt, naar evenredigheid van de voor dat werk vereischte koster) cn van hetgeen in den laatsten tijd in andere j deélèV dezer provincie door de staten zoo ruimschoots ten behoeve der communicatie is verleend. Het verkeer over de rivier de Eendracht tusschen het eiland Tholen en de provincie Noord-Brabant ge schiedt nog steeds door middel van een pontveer, het welk bij giftbrief van Philips van Bourgondië dd. 29 September 1462 in eeuwigdurende erfpacht aan de stad Tholen is uitgegeven. Dat pontveer is door de ge meente Tholen voor /"2050 verpacht. Bij de verbete ring van alle communicatiemiddelen in den laatsten tijd en ook bij de thans bestaande behoefte om met Bergen op Zoom, het naaste station van den Zeeuwse hen spoor weg, een onbelemmerde verbinding te hebben, wordt de vervanging van dat pontveer door eene brug sinds lang gewenseht. De kosten dier overbrugging zijn geraamd op ongeveer 160,000. De gemeenteraad van Tholen heeft thans een adres aan de provinciale staten van Zeeland gericht, waarin hij verzoekt dat de staten in overweging mogen nemen, of bij bedoelde overbrugging het aanwezig belang van twee provinciën en het daaraan verbonden gevolg dat vanwege beide provinciën in de kosten dier overbrug ging zal worden bijgedragen, aanleiding geeft tot toepas sing van de artt. 96 en 97 der provinciale wet, en zoo jadat zij dan aan eene commissie uit hun midden, behoudens koninklijke goedkeuring, opdragen zich omtrent deze zaak in betrekking te stellen met het gewestelijk bestuur in Noord-Brabant. Mochten de staten daarentegen meenen dat de provinciale wet hier Uit Aardenburg schrijft men ons van gisteren: „Ik eindigde mijn vorigen brief met de woorden: het regent! De regen was toen nog weinig, doch de lucht kreeg hoe langer zoo meer een dreigend aanzien. Toch .verzamelde zich een talrijke menigte tegen 12 uren op 0h4v sierlijk ingelegde marktterrein. De gemeenteraad was te TP"uren op het raadhuis vergaderd en in buiten gewone zitting permanent verklaard. Op het feestterrein warende plaatsen waar de verschillende medewerkers tot het feest moesten plaats nemen aangewezen door nette bordjes deze maatregel zou bij gunstig weder zeer doelmatig gewerkt hebbenmaar nadat allen opge steld waren, begon het hard te regenen waardoor de opening van het feest vertraagd werden toen later het water bij stroomen neerkwam zocht ieder een droog onderkomen. Nadat de regen wat verminderd was wilden de leden van den raad en deadviseerende leden van de feestcommissie, voorafgegaan door een weesjon gen die de banier der gemeente droeg zijnde een roodzijden vaandel waarop aan de eene zijde het wapen van Aardenburg, aan de andere zijde dat vanRooden- burg prijkte zich naar de estrade begeven, doch zij werden door den weder toenemenden regen gedwongen zich terug te trekken. Eindelijk te half een uur beloofde het weder iets beter te zullen worden en had de ver welkoming der feestgenooten plaats door den burge meester, die, hoe smartelijk ook getroffen door het dezer dagen geleden verlies, zich hieraan niet had wil len onttrekken. Met een kortzeer gepast woord kweet hij zich hiervan. Onmiddellijk na het slot zijner rede liet hij het „Wilhelmus van Nassauen" aanheffen. „Inmiddels nam de regen weder toe, en besloot de commissie de opening zooveel mogelijk te bekorteu, zoodat de heer G. A. Vorsterman van Oijen zijne feest rede aanmerkelijk besnoeide. Ook nu weder werd het grootste gedeelte van het publiek door den regen uit een gejaagden toen de vertrokkenen eenige oogenblik- ken daarna terug kwamen, stond bijna niemand op zijn plaat3, en had het feestterrein met zijn bordjes wel iets van den vijver met watervogels in Artis te Amster dam, waar bijna nooit een vogel te vinden is bij het voor hem bestemde bordje. „Na de feestrede werd het Vlaggelied van dr. J. P. Heije, muziek van Verhulst, door het mannenkoor en de leerlingen des volks-zangschool flink uitgevoerd, waarna de Aardenburgsche fanfaren volksliederen deden hooren. En nu hadden de daarmede belaste leden der feestcommissie schijnbaar geen gemakkelijke taak, namelijk om uit de verwarde massa den trein voor den feesselijkeu optocht te ontspinnen. De bereidwillig heid van het publiek bleek echter zeer groot te zijn, zoodat in betrekkelijk korten tijd de trein gevormd was, volgens de in den feestwijzer aangewezen volg orde, doch met eenige variaties. Bij n°. 4 waren het handschrift van Peurssens cn de brief van Jan de Cuijper niet op het door meisjes gedragen roode kussen, daar men voor den regen vreesde; bij nos. 5 en 6 leden van den gemeenteraad en de feestcommissie en afge vaardigden van burgerlijke en kerkelijke corporaties hadden zich aangesloten de vroeger door mij opgege ven heeren, die als afstammelingen van Aardenburg sche geslachten naar hier waren gekomen, en eenige oud- Aardenburgersonder andereu de heeren Dyserinck, van Eeghenmr. Tak, lid der 2a kamer, J. M. Henne- quin, de Smit van den Broecke, mr. Ph. van den Broeckedr. Bybau uit Tholentusschen n08.12 en 13 de werkende leden van het mannenkoor Oefening en vriendschap en den banierdrager van de afdecling van het Metalen kruis had het muziekkorps der Middel- burgsche schutterij plaats genomen. De Hollandsche jongens, waaronder een afstammeling in rechte lijn van Aernout Vermere, waren als matroos met rood hemd, witte broek en zeemanshoed gekleed en gezeten in een zeer net opgetuigde boot, die, op het onderstel van een wagen bevestigd, door twee paarden getrokken werd. Zij voerden onder den optocht verschillende scheeps- werkzaamheden, hijschen van zeilen, strijken van den mast enz. uit. „Nadat de trein gevormd wasvolgde men zonder eenige stoornis en in de beste orde den aangegeven weg. Op de Markt weder gekeerd, werd de stoet dooreen der commissarissen met een woord van dankbetuiging ontbonden en verspreidde men zich door de gemeente, om de verschillende volksvermakelijkheden te zien, of vrienden en bekenden te bezoeken. „Te 5 uren verzamelden zich een vijftigtal heeren op de groote zaal van het raadhuiswelke voor deze gele genheid doelmatig veisierd was met wapenschildenaan een feestmaal. Bij het binnentreden teekende elk de presentielijstzoodat wanneer men over honderd jaar weder het feit feestelijk herdenktmen zal kunnen zien wiens voorvader in 1872 aanzat." Het voorstel van gedeputeerde staten, in de zomer vergadering van 1871 der provinciale staten van Zee land gedaan, tot wijziging van het reglement voor het waterschap van de Sluis aan de Wielingen, voor zoo ver betreft den Kievittepolder, werd na onderzoek in de af deelingen teruggenomen, (laar men meende, dat in genoemden polder gronden aanwezig zijn, die be hoefte hebben aan betere uitwatering, en dat het raad zaam was het waterschapsbestuur te hooren. Dit bestuur werd gehoord, doch het kon volgens zijn bericht niet beslissen, of er behoefte aan uitwate ring bestaathoewel hetwat vruchtbaarheid betreft meende, dat er wel termen waren om ceu zeker deel in de kosten van het waterschap aan te slaan. Daar de tegenwoordige eigenaren van (len Kievittepolder beweerden, dat geene behoefte aan uitwatering bestaat, hebben gedeputeerde staten hen door tusschenkomst van den burgemeester van Cadzand gevraagd, of de polder volstrekt geene behoefte heeft aan uitwatering en of zij in geval die behoefte niet bestaatbereid zijn tot wegneming van bet nog bestaande middel tot uit watering (een pothuis, onder den Noorddijk). Blijkens bericht van den burgemeester hebben zij eenparig de eerste vraag ontkennend, de tweede toestemmeud be antwoord. Tengevolge daarvan stellen gedeputeerde staten op nieuw aan de provinciale staten voor om in het regle ment voor het waterschap (1e Sluis aan de Wielingen 1° te doen wegvallen in artikel 1 het woord: „Kievitte" en in artikel 20den regel„Kievitte26" en 2° te besluiten: „De Kievittepolder is ontheven van alle verplichtingen welke uit het voorschreven regle ment ten zijnen laste zouden kunnen voortvloeien. „Daarentegen kunnen geenerlei rechten door zijne eigenaren aan (lat reglement worden ontleend." Bij hun voorstel van den 10en Mei jl. hebben gedepu teerde staten aan de provinciale staten van Zeeland aan geboden een ontwerp-besluit tot wijziging van het bij zonder reglement voor het bestuur en beheer der water- keering van het calaraiteuze waterschap Stavenisse. Thans stellen zij voor om de artt. 2 en 3 van dat ont werp aldus te lezen: „Art. 2. Dit besluit treedt iu werkiug met 1 Mei 1873. „De kaart, bedoeld in art. 3 van het voorschreven bijzonder reglement wordt, zoodra mogelijk, na afkon diging van dit besluit in overeenstemming gebracht met het hiervoren in art. 1 bepaalde, ouder inachtneming der voorschriften in gemeld art. 3 vervat. „De vertegenwoordiger van den polder Nieuwe-annex- Stavenisse en van den polder Nieuwe Zuidmoer wordt tijdig genoeg benoemd om den lon Mei 1873 in betrek king- te treden. „Hij vervangt alsdan den vertegenwoordiger van den

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1