MIDDELBURGSCHE
C O R A N T.
F 152.
Vrijdag
1872.
28 Juni.
Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3;m. franco is ƒ3,50.
Middelburg 27 Juni.
Heden is te s Gravenbageten behoeve der staats- I
spoorwegen, aanbesteed:
1°. Het maken van gebouwenhet leveren en stellen
van aanvaarroosterswrijfhouten cn meerpalen aan de
buitenhaven cn sluizen te Veere en langs het kanaal
tusschen Veere en Middelburg.
Laagste inschrijver de heer Hert kens, te Millingeu,
voor 64,242. De begrooting bedraagt 62,000.
2\ Het leveren, maken en stellen van meerpalen,
wrijfhouten en aanvaarroosters aan de buiten- en bin
nenhavens en sluizen te Vlissingen, -kings het kanaal
tusschen Middelbuig en Vlissingen en Ifón de slnis-
kaden te Middelburg.
Laagste inschrijver de heer Osinga, te Vlissinjjèn, voor
j 223,400. De begrooting is 211,700.
De gisteren alhier gehouden collecte voor den ge wa
penden dienst heeft opgebracht 140.364. Ten vori-
gen jare was de opbrengst f 201.10.
Door. de provinciale staten van Zeeland zijn tot dus
verre geen middelen aangewezen ter uitvoering van hun
besluit van 26 Juli 1871, tot bet bonwen van een steiger
te Hoedekenskerkeen wel tengevolge van verschil
van meening omtrent de plaatsing van dien steiger.
Nadat de heeren Fransen van de Putte, J. M. Kake-
beeke, Hombach, van der Have en Pierssens aan gede
puteerde staten het gevoelen van een door hen geraad
pleegd deskundige hadden medegedeeld, heeft een nader
onderzoek plaats gehadwaardoor is geblekendat het
meest verkieslijk is den steiger te plaatsen ten zuiden
van de haven en van peilraai XIXalzoo ten noorden
van dfjkpaal 31.
In de door den hoofdingenieur van den waterstaat
opgemaakte begrooting, met bestek en teekening, zijn de
kosten voor dien steiger geraamd op 18,200, en ge
deputeerde staten geven aan de provinciale staten in
overweging om te besluiten, dat de steiger ter bedoelde
plaatse zal worden gevestigd, waartegen het bestuur
van het waterschap Hoedekenskerke geene bedenking
heeft, maar bereid is tot medewerking, terwijl ook bij
de eigenaren van den dijk geen bezwaar bestaat tegen
kostelooze vergunning tot aansluiting van den steiger.
Het gemeentebestuur van Hoedekenskerke heeft zich
bereid verklaard om den toegangweg naar den steiger,
voor rekening der gemeente, als kunstweg in onder
houd te nemen.
Do dijkraad van het calamiteuze waterschap Hoofd
plaat heeft benoemd tot waterbouwkundig ambtenaar
den heer J. Kooverman Jhz.tot dij lis-opzichter den heer
A. Knijper, en tot dijkwachter J. de Blaauwallen te
Hoofdplaat.
In de eergisteren te Zierikzee gehouden vergadering
van vereerders van wijlen mr. J. R. Thorbecke is beslo
ten, zich aan te sluiten bij de centrale commissie voor een
nationaal huldeblijk te 's Gravenhage en eene sub-com
missie van vijf leden te benoemendie niet alleen voor
Zierikzee maar ook voor Schouwen en Duiveland zal
werkzaam zijn. Tot leden dier commisie werden benoemd
de heeren mt B. C. Can, mr. C. J. Fokker, rap. W. C. de
Crane, mr. J. Moolenburgh en A. W. Stelwagendie de
opdracht, hebben aanvaard.
Uit Aardenburg schrijft men ons van gisteren
„Heden morgen te 6 uren verkondigde het klokgelui
zoowel van den grooten toren als van dien der Roomsch-
katholieke kerk, dat het feest officieel was aangevangen.
Gisteren waren reeds vele versieringen geheel in orde
en wapperden van vele huizen vlaggen en wimpels.
Lang vóór 6 uren was heden de drukte op straat groot,
zoowel van hen die nog toebereidselen maaktenals
van hen die een oyeTzicht van het geheel wilden nemen,
en ook van vreeraden. Ik schreef u dat in den laatsten
tijd alle huizen opgeschilderd waren, thans kan ik zeg
gen dat van dat schilderwerk weinig te zien is wegens
de vele versieringen. Ik hoop dat de vreemdeling die
een paar dagen geleden de opmerking maakte dat er
nog weinig toebereidselen gemaakt werden, heden zal
terugkomen om van het tegendeel overtuigd te worden.
Ieder heeft gewerkt naar zijne middelen of zijne krach
ten, zoodat men zien kan dat allen feest zullen vieren.
De opgewekte stemming wordt echter een weinig getem
perd door de vrees voor regen. Het schijnt namelijk
dat ook dit feest weder rijkelijk door hemelwater zal
besproeid worden; nadat het eenige- dagen zeer warm
geweest was, heeft eergisteren avond hier een zwaar
on weder gewoed, waarbij een boom nabij de kom der
gemeente zóo door den bliksem getroffen werd dat hij
geheel verpletterd was en de stukken wel 16 meters
in het rond verspreid waren; de hoop dat de lucht dooi
den wind zou ophelderen i3 niet verwezenlijkt en
dreigende onweerswolken vullen de lucht. Wel is er veel
wind, maar het schijnt dat hij vermindert, en als hij
geheel gaat liggen zal al het fraais wel spoedig verre
gend zijn. En er is veel fraaisal is het ook dat hier
en daar het bonte ons wat sterk, doet bespeuren dat wij
kort bij Vlaanderen zijn. Ook aan naamverzen of
opschriften ontbreekt het niet.
„Te tien uren is het Midddelburgsch muziekkorps
hier aangekomen en al spelende de kom der gemeente
rondgetrokken. Het is uitgenood igd zijne medewerking
bij den optocht te verleenen.
„Te lOj- uur heeft het mannenkoor, ten huize van den
heer A. van den Broecke, zijn vaandel van den heer
Hennequin ontvangen. Diens aanspraak werd door den
voorzitter, den heer Adriaali van der Plasscke, beant
woord; het koor heeft een toepasselijk lied gezongen.
„Ik moet sluitendaar de post vertrekt. Het regent,
Gisteren had te Leiden op feestelijke wijze de ont
hulling van het standbeeld van Hermanns Boerhave
plaats, tot welks oprichting door de Nederlandsche
maatschappij ter bevordering der geneeskunde in 1867
werd besloten. Tal van vreemdelingen waren te Leiden
aangekomen, maar vooral meclici die eerst gisteren
morgen de vergadering van de genoemde maatschappij
bijwoondenom vervolgens tegen 12 uren zich naar het
terrein te begeven waar het standbeeld is opgericht.
Te 1 uur betrad professor dr. J. A. Boogaard het
spreekgestoelte om de feestrede te houden, waarin hij
eene levensbeschrijving van Boerhave gaf, en de ver
diensten van den uitstekenden geleerde schetste, wiens
hoogste doel was geweest om de geneeskunde meer en
meer los te maken van de banden der stelselzucht en
voor hare beoefening een vaster grondslag te legg,en in
het onbevooroordeelde en nauwkeurige onderzoek der
natuur. Vooral bij zijn klinische lessen leerde men
Boerhave waardeeren.
Aan het einde van zijne rede verzocht professor
Boogaard den voorzitter der Nederlandsche maatschappij
ter bevordering der geneeskunde om het teeken tot,
onthulling van het, beeld te geven, dat zich weldra
voor het eerst aan de blikken der menigte vertoonde.
Boerhave slaat in een toga gewikkeld, met een boek
als symbool der wetenschap in de hand, op een voet
stuk van 34 meter hoogteterwijl het beeld een gewicht
heeft van 4000 kilogrammen.
Op het voorste gedeelte van het voetstuk staan in
vergulde letters de namen van den geleerde, terwijl
aan de eene zijde de woorden:
Geboren te Voorburg
31 Dec. 1668
en aan de andere zijde de woorden:
Gestorven te Leiden
23 Sept. 1738
te lezen zijn.
Aan den voet, van het beeld prijken de namen yan
de heeren tracks en Enthoven, als ontwerper en
vervaardiger.
Nadat de muziek der dienstdoende schutterij zich
had doen hooren betrad prolessor Tilanns den katheder
om als tijdelijk voorzitter der Nederlandsche maat
schappij ter bevordering van geneeskunde hulde te
brengen aan allen die hadden medegewerkt tot oprich
ting van dit standbeeld. Vervolgens nam nogmaals
professor Boogaard het woord om het standbeeld over
te dragen aan het gemeentebestuur van Leiden, dat
bij monde van den burgemeester die opdracht aan
vaardde.
Met het spelen van het Nederlandsche volkslied
werd de plechtigheid besloten en toen ging men uiteen
ora verder den dag feestelijk door te brengen.
In de zitting van den raad van state afdeeling voor
de geschillen van bestuur, is o. a. ingekomen een ko
ninklijk besluit waarbij niet ontvankelijk wordt, ver
klaard het beroep van het tijdelijk bestuur der water-
keering in het calamiteus waterschap van Walsoorden
van een besluit van gedeputeerde staten van Zeeland,
waarbij goedkeuring is onthouden aan bet besluit van
den raad tot bepaling der vaste bezoldiging van den
voorzitter en van de leden van het dijksbestuurals
mede van hot presentiegeld der leden van den dijksraad.
Blijkens eene mededeeling der Maatschappij tot exploi
tatie van staatsspoorwegen zullenmet ingang van den
l«n juii a>j de telegraafkantoren op de stations dier
Maatschappij in plaatsen waar rijkstelegraafkantoren zijn,
alleen voor de aanbieding en verzending van berichten
openstaan en niet langer met het opnemen en bezor
gen van berichten voor het publiek belast worden.
(Staats-cour.)
De S taats-courant van heden bevat de wet van den
16«» Juni jl. tot nadere verstrekking van tijdelijke hulp
aan de Amsterdamsche kanaalmaatschappijhet konink
lijk besluit van den 19er- dezerhoudende nadere rege
ling van de attributen der kantoren van de in- en
uitgaande rechten en accijnsen te DelfzijlTermunter-
zijl, Langakker- of Nieuwe Schans, Groningen en Oudo
Pekela, alsmede het koninklijk besluit van den22'D dezer,
houdende regeling van het port der brievender ge
drukte stukken en der monsters van koopwaren, die
tusschen Nederland en Spanje gewisseld worden.
„De Nederlanders kunnen van de Duitschers en deze
van de eersten nog veel leeren daarom is een weder-
zijdschc vriendschappelijke omgang beter dan voort
durend te toonen dat men een afkeer jegens elkander
koestert. Dat het doel van enkele organen der pers
slechts hierin bestaat om dien afkeer te vermeerderen,
blijkt uit de keuze hunner berichten en de strekking
hunner hoofdartikelen."
Wie zou niet, gaarne met den Amsterdamschen cor
respondent van de Kölnische Zeitung de waarheid van
de eerste zinsnede dezer aanhaling erkennenDoor het
opwekken van ouderlingen haat is voorzeker geene dei-
beide natiën gebaat en wederzijdsche achting en waar
deering van elkanders goede eigenschappen zullen zonder
twijfel oneindig meer goed dan kwaad stichten. Wij
betwijfelen het echter of de verzoening predikende cor
respondent daartoe wel den juisten weg' inslaat, wan
neer hij ex cathedra een gedeelte der Nederlandsche
pers beschuldigtdat niet het onwillekeurig ge
volg, neen het doel van haar schrijven is, om haat
en tweedracht tusschen de beide natiën te zaaien. Naar
onze bescheiden meening gaat de correspondent uit
de Nederlandsche hoofdstad hier aan zijn bekend
euvel manknamelijk dat hij verzuimd hoeft zijn
D uit soli e bril af te zettentoen hij meende een onpar
tijdig oordeel over Nederlandsche zaken uit te spreken.
De lange duur der rainisterieele crisis wordt door den
correspondent, slechts als voorwendsel gebezigd, terwijl
blijkbaar het artikel van professor Teilegen in het
laatste Qidsnommer „Vanwaar en waarheen zijn onte
vredenheid heeft opgewekt. Tegen de volgende zin
snede, welke hij als bewijs aanvoert hoe weinig de Neder
landsche schrijver op de hoogte van de Duitsche toe
standen is, heeft de correspondent vooral bezwaar„Wat
het meest te bewonderen is in den Pmisischen geest,,