Öttitmlimh, den heer Kitchin te Sandford-oii-Thames een prooi der vlammen, waardoor een schade van 30,000 p. st. werd aangericht. To Chicago worden op de paar den-spoor wogen waggons in dienst gesteld, die door saamgeperste lucht worden voortbewogen. Men meent dat tegen het einde des jaars wel de meeste paarden op de tramways door deze beweegkracht vervangen zullen zijn. Op de door de ethnologen opgemaakte sterftesta- ten komen opgaven voordie de percentsgewijze ver mindering der natuurvolken aanduiden. Uit de laatste opgaven blijkt o. a. dat van de Samojeden die in Noord-Rusland wonen nog slechts 7000 over zijn. THERMOMETERSTAND 18 Juni 'sav. 11 u. 65 gr. 19 'smorg. 7u. 65gr.'smidd. 1 u. 78 gr.'sav. 6 u. 75 gr. GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. Zitting van lieden 19 Juni. Voorzitter de heer Schorer. Afwezig de heeren Luteijn en Nagtglas. De heer Conrad komt later. Na goedkeuring der voorgelezen notulen van het ver handelde in de zitting van 5 dezer, worden voor ken nisgeving aangenomen: de mededeeling des voorzitters dat de beer Nagtglas bericht heeft ingezonden dat hij door uitlandigheid verhinderd is deze zitting bij te wonen, alsmede eene missive van gedeputeerde staten houdende goedkeuring van het jongste raadsbesluit tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1872. Geschiedt voorlezing van een adres van G. K. Allaard, S. C. Coenraads Pieterse, C. Bosselaar, D. W. Louis en J. Sanders, hulponderwijzers op scholen voor lager onderwijs alhier, die te kennen geven dat hunne bezol diging op verrena niet voldoende is, zelfs voor hun aller eerste levensbehoeften; dat hunne betrekking, indien zij die naar eisch willen vervullen, de toewijding vordert van meer vrijen tijd en meer kracht dan waarover zij tengevolge hunner ellendige positie te beschikken heb ben, en zij niet in staat zijn zich door voortgezette stadie op de hoogte van hun tijd te houden, waardoor hun tevens de hoop op een betere toekomst gaandeweg ont zinkt. Zij nemen daarom de vrijheid hunne belangen den raad ter behartiging op te dragenzich vleiende eerlang te verwerven wat zij tot hedennaar hunne innige over tuiging, niet genoten: loon naar werk. De voorzitter stelt voordit adres te verzenden naar burgemeester en wethouders, teneinde daarop te letten bij de vaststelling der gemeentebegrooting voor 1873. De heer Mathon herinnert aan het in de zitting van den 6c<> December jl. door den raad genomen besluit, waarbij ten aauzien van een destijds ingekomen adres van gelijke strekking is bepaald, dat daarop gelet zou worden bij eene aanstaande herziening der traktementen van de hulponderwijzers. Toen was de bepaalde bedoe ling van hem en zijne medestanders, dat eene reorgani satie zou plaats hebben. Uit een financieel oogpunt is het zijns inziens thans, na het aan den hoofdonderwijzer Auer verleend ontslag, de geschikte tijd om tot eene herziening der traktementen van de hulponderwijzers over te gaan. Gaarne zou hij zien dat burgemeester en wethouders daartoe het initiatief namen, en wenscht te vernemen of het dagelijksch bestuur het voornemen daartoe lieeft bij de indiening der gemeentebegrooting voor 1873 of vroeger? Uit het door den voorzitter hierop gegeven antwoord blijkt in hoofdzaak, dat burgemeester en wethouders van meening zijn dat het thans niet de geschikte tijd is om een voorstel tot herziening der onderwijzers-trak tementen te doen, daar zij niet instemmen met het gevoelen der plaatselijke schoolcommissie dat die traktementen hier te laag zijn. Ook mag huns inziens het aangevoerde financieel motief niet gelden, daar het te betreuren zou zijn als aan de eene zijde vrijvallende gelden aan den anderen kant weer dadelijk moesten wor den uitgegeven. Zij hebben voorgesteld het adres te be handelen bij de volgende gemeentebegrooting, doch bijna durft spreker verzekeren dat ook dan van burgemeester en wethouders geen voorstel tot verhooging der bedoelde traktementen verwacht kan worden. De heer Conrad is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Mathon betuigt èn zijn dank èn zijn leed wezen over de ontvangen inlichting. Hij constateert tevens dat den 6cn December jl. bepaald besloten is dat eene herziening der traktementen van de hulponderwij zers zal plaats hebben, op grond dat die te laag zijn, en hij heeft te veel vertrouwen op de rechtzinnigheid der leden die daarvoor gestemd hebben, om te kunnen gelooven dat zij toezegging eener herziening zouden doen terwijl zij in hun hart het voornemen hadden die herziening na te laten. Nu hij verneemt dat burgemees ter en wethouders geen plan hebben om eene tiakte- mentsverhooging voor te stellen, zal hij te bekwamer tijd daartoe het initiatief nemen en de medewerking zijner medeleden trachten te verkrijgen, teneinde aan het billijk en rechtvaardig verzoek der adressanten te voldoen. Volgens den voorzitter is in de meergenoemde zit ting van den 6en December jl. besloten om de beslis sing op het toenmalige adres der hulponderwijzers aan te houden tot „eene aanstaande reorganisatie," en de zaak alzoo als het ware ad calendas graecas te verschui ven. De heer Mathon blijft er echter bijdat vol gens het genomen besluit vaststaat dat een reorgani satie geschieden zal en alleen de tijd daarvan onbepaald is gelaten. Daar de heer van Hoek, instemmende met het ge voelen van den heer Mathon, van meening is dat het initiatief van leden van den gemeenteraad moet uitgaan en het daarom wenschelijk is de voor- en tegenstanders zooveel mogelijk inlichting te verschaffen, stelt hij voor het adres der bovengenoemde hulponderwijzers te stellen in handen der plaatselijke schoolcommissie. Nadat burgemeester en wethouders zich hiermede heb ben vereenigd, wijzigt de voorzitter zijn eerst gedaan voorstel en wordt besloten de beraadslaging op het adres aan te houden en het naar de plaatselijke school commissie te verzenden. Na eeno zitting met gesloten deuren wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen een voorstel van burgemeester en wethouders tot af- en overschrijving van eenige posten op de gemeentebegrooting voor 1871, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ475.32. De voorzitter legt over eene aanbeveling voor de vervulling der aanstaande vacature als marktmeester. Daarop zijn geplaatst de heeren P. C. TevelT. Tjeb- bes en IC. J. Kuiler, allen alhier wonende. De benoe ming wordt aangehouden tot liet einde der zitting. Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat de ver koop van het gebouw der voormalige weverij zuiver f 3565.25 heeft opgebracht, en burgemeester en wet houders voorstellen met die gelden af te lossen: a de koopsom van het schoolgebouw op de Wal, verschul digd aan het Middclbnrgsch departement der Maat schappij tot nut van 'talgemeen, aflosbaar voor 1 No vember 1876, rente 5 pet., f 2600; b de twee nog onafgelost gebleven aandeelen in het renteloos voorschot ter verwijding van de kaaimuren bij de Bellingbrug, 800. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aan genomen, met uitzondering van het tweede gedeelte, waartegen de heer Snijders zich verklaarde, ais zijnde die vervroegde aflossing zijns inziens niet in het belang der gemeente. Geschiedt voorlezing van een voorstel van burge meester en wethouders naar aanleiding van de vraag in hoeverre het voor de gemeente wenschelijk zij school D, na het aan den hoofdonderwijzer W. Auer verleend eervol ontslag, als openbaro school voor lager onderwijs te behoudenen het onlangs ingekomen adres van de heeren IC. J. Kuiler c. sdie den wensch hebben te kennen gegeven dat de school D veranderd mocht wor den in eene school voor meer uitgebreid lager onder wijs en gelijkstaande met de vroegere Fransche scholen. Dit voorstel, gedaan in overleg met de schoolcommissie en den schoolopziener, strekt in de eerste plaats, om de vacature, ontstaan door het ontslag van den heer Auer, niet te vervullen en school D, onder nadere goedkeuring van gedeputeerde staten van Zeeland, op te heffen. Ten anderen ontraden burgemeester en wet houders de oprichting zoowel van eene school als door de heeren Kuiler c. s. verlangd wordt, als van een avondcursus op school C (waarvan het denkbeeld als middel van tegemoetkoming door de plaatselijke school commissie was aangegeven), en stellen zij voor, het verzoek van adressanten van de hand te wijzen. Als middel ter voorziening in het geopperde bezwaar wordt in de motieven van het voorstel van burgemeester en wethouders gewezen op 'de hier bestaande hoogere bur gerschooldie een vervolg is van den cursus op school C en aan adressanten alles geeft en meer nog dan zij verlangen, en zeker onderwijs van beter gehalte dan ooit op eene „Fransche school," indien die thans moest worden opgerichtkan gegeven worden. En moge nu ook die middelbare school nog niet volmaakt kunnen genoemd worden en de wensch nog niet vervuld zijn dat de cursus der eerste drie studiejaren een meer afgerond geheel zij en de kinderen daardoor reeds op 15- of 16- jarigon leeftijd met de noodige kennis zijn toegerust, zeker is het dat alles in het werk gesteld wordt om dat onderwijs te laten voldoen aan de waarachtige be hoeften der burgerij. Het eerste gedeelte van dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedge keurd evenals het voorgelezen concept-besluit, tot op heffing raet 1 Augustus a. van school D, en tot wijziging dienovereenkomstig van 3 van art. 1 der verorde ning van den 22en Maart 1865, regelende het getal scholen en den omvang van het onderwijs in deze ge meente. Nadat de heeren Mathon en Siffló de redenen hebben ontvouwd waarom zij ook voor het tweede gedeelte van het voorstel van burgemeester en wethouders gun stig gestemd zijn, wordt ook dit gedeelte zonder hoof delijke stemming goedgekeurd en alzoo tot afwijzing van het verzoek der adressanten besloten. Thans zijn aan de orde de voorstellen van burgemeester en wethouders betreffende de reorganisatie der burger avondschool van een 2- in een Bjarigen cursusmet de vaststelling der traktementen van de leeraren en hst vragen aan den koning van ontheffing der verplichting tot oprichting eener burger-dagschool. De jaarwedde van den directeur der burger-avondschool moet bij die reorganisatie worden verhoogd met f 100 en alzoo ge bracht op 300; die van den leeraar in de staathuis houdkunde eveneens met 100 en gebracht op f 200, en de aan den leeraar Cense toegekende belooning voor hulp bij het onderwijs in de wiskunde met 50 en ge bracht op f 350zoodat het totaal bedrag der verhooging is f 250. Ook de jaarwedde van den leeraar in dc wis kunde zal eene verhooging ondergaan van 100, doch met dit bedrag vermindert de hem toegekende jaarlij k- sehe toelage van f 200. De heer van Eekelcn geeft zijn genoegen te kennen dat voldaan is aan zijn wensch om onder de onderwijs- vakken aan de burger-avondschool ook op te nemen de chemische technologie, hoezeer hij het bejammert dat de tijd daartoe zal ontnomen worden aan het onder wijs in de scheikunde. De heer Snijders geeft in overweging om zoo mogelijk aan het onderwijs in do scheikunde de ruimst mogelijke plaats te geven, over tuigd als hij is dat scheikunde een der nuttigste en noodigste vakken van wetenschap voor het opkomend geslacht is. De voorzitter gaf de verzekering dat op de gegeven wenken zooveel mogelijk zal gelet wor den, waarna het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. Het voorgelezen adres aan den koning, houdende verzoek om andermaal voor 6 jaren te worden onthe ven van de verplichting tot oprichting eener burger dagschool, is mede goedgekeurd, evenals het voorstel tot aanstelling van een eersten leeraar in het rechtlijnig teekenen aan de burger-avondschool op eene jaarwed de van f 500, en van een tweeden of helper op 150, met machtiging aan burgemeester en wethouders tot oproe ping van sollicitanten voor beide betrekkingen, openge vallen door het overlijden van den heer Snel en het eervol ontslag van den heer van Sorge. De voorzitter deelt het overlijden mede van den op zichter over de wandelingen de Rijke, en stelt voor om burgemeester en wethouders te machtigen tijdelijk in die vacature te voorzien, in afwachting eener'nadere beslissing over de al of niet vervulling dier betrekking. Hiertoe wordt besloten. Na goedkeuring der in een vorige zitting ingekomen rekening van het burgerlijk armbestuur, wordt overge gaan tot de benoeming van een marktmeester, waar voor in deze zitting eene aanbeveling is gedaan. De heer P. C. Tevel wordt benoemd met 10 stemmen. Voorts werden uitgebracht 3 stemmen op den (niet aanbevolen) heer R. G. Lukou en 2 op den heer K. J. Kuiler. De zitting wordt gesloten. ALGEMEEN OVERZICHT. Nauwelijks heeft zich het bericht bevestigd dat een koerier het antwoord der Duitsche regeering op de Fran sche voorstellen tot ontruiming van het grondgebied aan den heer von Arnim had overgebracht, of terstond zijn verscheidene bladen in de weer om aan het publiek bij zonderheden omtrent dit antwoord mede te deelen, welke merkwaardigerwijze onderling volstrekt niet met elkan der overeenstemmen. Zoowel het bericht van le Temps, dat twee departementen in waarde met éen milliard ge lijk zouden staan, als de mededeelïngen van andere bladen dat de zes departementen na de betaling van liet eerste milliard zouden ontruimd worden en slechts Toul en Belfort tot de geheele kwijting dor oorlogsver goeding bezet zouden blijvenof dat de Fransche regee ring éen milliard in specie en de beide laatste milliarden in wissels betalen of, volgens anderen wederde geheele schuld uit eene monsterleening vóór Januari 1873 zou voldoen, al deze geruchten en mededeelingen worden officieus uit Versailles tegengesproken. Wel verneemt men dat de onderhandelingen met goed gevolg worden voortgezet, maar tevens wordt verzekerd dat alles wat daaromtrent door de dagbladen gemeld wordt, slechts op gissingen berust, omdat de onderhandelingen stipt geheim gehouden worden. Zelfs de leden der nationale vergadering verlceeren zooals een correspondent van een Engelsch blad mededeelt omtrent den stand der onderhandelingen in volmaakte onzekerheid. De nationale vergadering heeft gisteren een rejks van artikelen (4353) der legerwet afgedaan, tot zij aan het einde der zitting opnieuw op eene der bepalingen stiet, welke in nauw verband staan met de grond beginselen der wet. Art. 54 namelijk bespreekt den éenjarigen vrijwilligen dienst. De discussion over dit artikel zullen heden worden voortgezet. Deze instelling welke in een afgerond systeem als het Pruisische mili taire stelsel past, voor het minste raison d'etre heeft, ver liest in dc legerwet, zooals die waarschijnlijk door de Fransche kamer aangenomen zal worden, veel van hare betcekenis. Door de aanneming van den vijfjarigen dienst (art. 37) en door de bevoegdheid, aan den minis ter van oorlog toegekend, om aan hen (lie lezen en schrijven knnnen onbepaald verlof toe te kennen (art. 42), is reeds het beginsel der wet, dat zooveel mogelijk gelijkheid van allen beoogtgeschonden en do deur geopend voor ontelbare misbruiken en persoonlijke be voorrechting. Bij dezen ongeljjkmatigen druk willen de commissie en Thiers nu nog aan iedereen, die een mini mum van kennis bezit en in eigen onderhoud kan voor zien, de gelegenheid geven om door éen jaar vrijwillig te dienen van de verplichting tot vijfjarigen dienst te worden ontheven. Het gevolg van een en ander is, dat, evenals thans onder de conscriptie, de lagere klassen den eigenlijken dienst gedurende 5 jaren zullen vervul len, terwijl het boste en ontwikkeldste deel der natie zich door allerlei middelen en kunstgrepen zooveel mogelijk van den militairen dienst zal afmaken. Het voornaamste argument, hetwelk door de commissie voor deze instelling wordt aangevoerd, is de noodzakelijko vermindering van het budget van oorlog, doch dit argu ment bewijst nog meer tegen de hoofdfout van het voorstel der commissie, namelijk tegen den vijfjarigen dienst. Uit Genève wordt gemeld dat de scheidsrechters gisteren hunne zittingen tot heden verdaagden op ver zoek van de Amerikaansche commissarissen, omdat zij nadere instructiën van Washington verwachtten. Het is moeilijk hieruit eenige gevolgtrekking te maken, want de stand der zaak is van dien aard dat deze enkele depêche uit Washington zoowel over den dood aL over het plotseling herstel van het tractaat van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2