MIDDELBÜRGSCHE 121 COURANT. 1° 128. Vrijdag 1872. feil! 31 Mei. bit blad verschijnt dagelijks niet uitzondering van den Zondag, den 2'ü Paaseh* en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., francois f 3.50. Middelburg 30 Mei. Men meldt ons uit tien Haag" dat aldaar het gerucht loopt dat de heer Thorbecke zich zou hebben laten overhalen minister te blijven; welke zijner collega's in dat geval aan zijne zijde zouden blijven zitten wordt er niet bij vermeld. Dc vertrouwbare persoon, -die ons dit mededeelt schrijft er echter bij: „ik weet echter niet te rijmen-met den tegenwoordigén'gèzóna- heidstoestand van den lieer Thorbecke. Sedert eenige dagen gaat het zeer slecht met hemslechter dan men weten wil. Toen er kort geleden een sensatie-bericht in de couranten rondliep, dat hij in een zeer zorg- wckkenden toestand verkeerde, was juist liet tegenover gestelde liet gevalmaar nu is de heer Thorbecke buiten acces voor de hoofdambtenaren van zijn departement, zfclfs de ministers die tot voor weinige dagen den ministerraad bij den zieke aan huis hielden, hebben thans geen toegang tot do ziekekamcr." In de eergisteren gehouden vergadering van hoofd ingelanden van het waterschap Schouwen zijn voor de betrekkingen van president en vier heemraden van dat waterschap voordrachten van drie personen opgemaakt, tc weten: voor die van president, de heeren nu. B. C. Cau, nv. J. Moolcnburgh en mp. J. C. van der Lek de Clercq. Voor heemraden: 1° de liecren J. Schalkwijk, J. Hoo- genhoom Bz. en S. IC repel; 2° de heeren C. L. Gast, L. de Oude en P. Hoogenboom J. Jz.3° de heeren M. L. de Bruijne, M. Bolle en C. L. Boogerden 4° de heeren D. van der Maas, J. J. Kloek en C. J.van den Bout. De heeren Cau, Schalkwijk, Gast en van der Maas bekleedden genoemde betrekkingen bij het voormalig polderbestuur van Schouwen. In het Provinciaal blad van Zeeland n°. 50 is opge nomen een door gedeputeerde staten dezer provincie aan burgemeester en wethouders der verschillende ge meenten toegezonden besluit ter herziening en nadere regeling der jaarwedden van de gemeente-ontvangers en tot vaststelling van den maatstaf, waarnaar die herziening zal plaats hebbenmet verzoek om de ge meenteraden daarmede in kennis te stellen en hen uit te noodigen bun gevoelen mede to deelen omtrent het bediag waarop, in verband tot de bijzondere omstan digheden der gemeente en tot hare financieele krach ten en met inachtnemiug der klasse waartoe de ge meente behoort, de jaarwedde kan worden bepaald. Vóór den 15fn Juli a. moet hierop, met vermelding der gronden, aan gedeputeerde staten woiden geant woord. Zooals men weet, en gelijk ook in dit besluit van gedeputeerde staten herinnerd wordtis in 1866 ue herziening en nadere regeling der jaarwedden van dc gemeente-ontvangers voórloopig aangehoudenop grond dat toen nog niet bekend was welke verandering de wet van 7 Juli 1865, staatsblad n°. 79, in het belas tingstelsel der gemeenten zou teweegbrengen. Thans schijnt evenwel dc tijd gekomen te zijn dat het ge meente-belastingstelsel in Zeeland als gevestigd kan worden brschouwd. Zooveel mogelijk zullen als grondslag voor de her ziening er nadere regeling der genoemde jaarwedden worden aangenomen de gewone inkomsten der gemeenten, zonder in aanmerking te nemen de goede sloten van vorige diensten, dc opbrengst van geldleeningeuver koopsommen van gemeente-eigendommen en dergelijke naar rato dier inkomsten zullen de gemeenten in acht klassen verdeeld en de jaarwedden bepaald worden als volgt: 1«- klasse, inkomsten beneden/3000,jaarwedden ƒ50 tot 100; 2' klasse, inkomsten 8000 tot GOGO, jaarwedden ƒ100 tot ƒ200; 3'klasse, inkomsten 6000 tot 10,000, jaarwedden f 200 tot ƒ300; 4° klasse, in komsten van 10,000 tot 15,000, jaarwedden 300 tot ƒ400; 5e klasse, inkomsten 15,000 tot ƒ25,000, jaarwedden 400 tot 500; 6< klasse, inkomsten 25,000 tot 50,000, jaarwedden 500 tot 700; 7c klasse, inkomsten 50,000 tot 100,000, jaarwedden 700 tot 10008« klasseinkomsten 100,000 tot 250,000 jaarwedden f 1000 tot 2000. Mocht de tegenwoordige titularis een hoogere jaar wedde genieten dan bij dit besluit wordt bepaald, dan zal hij in het genot van dat hoogere blijven. Volgens den bij voornoemd besluit gevoegden ver deel ingstaat, behooren: tot de 3e klasse onder anderen de gemeenten Veere en Arnemuiden, tot de 7e klasse de gemeenten Goes en Zierilczee; tot dc 8* klasse de gemeenten Middelburg en Vlissingen. Uit het verslag over de werking der postwet iu het jaar 1871 blijkt dat het aantal binnenlandsche brieven bedroeg: 27,317,397 gefrankeerde en 1,517,145 ouge- frankeerde, te zamen 1,517,145 brieven meer dan in 1870. Dc frankeering is in sterke mate toegenomenin 1870 waren 29 pet., in 1871 95 pet. gefrankeerd. De met het buitenland gewisselde brieven bedroegen 7,314,350 gefrankeerde en 531,089 ongefrankeerde: in 1870 waren er 6,160,927 gefrankeerde en 781,380 ongefrankeerde, alzoo in 1871 te zamen 901,132 of 13 pet. meer. Ge zamenlijk getal brieven was in 1871 dus 36,679,981 of 2,883,335 (8.53 pet.) meer dan in .1870. liet getal verbruikte briefkaarten bedroeg 4,094,153, terwijl nog 11,991 naar het buitenland werden verzon den, tegenover 4777 die uit den vreemde werden ont vangen; 1826 binnenlandsche en 1491 buitenlandsche, te zamen 3317 express-brieven werden gewisseld, aan aangeteokendo brieven en verdere stukken voor het binnenland, a 10 cent, bedroeg 596,683. Naar het buitenland werden 106,536 en van daar naar hier 131,214 aangetcekende brieven verzonden, te zamen 237,750; nog werden 5140 binnenlandsche brieven aangeteekend, met aangegeven geldswaarde verzonden, met. een bedrag van 3,155,877.081, tegenover 4641, met 3,209,830.78 in 1870. Het getal berichten van ontvang wegens aangetee- keudo brievenstukken, express-brieven en postwissels beliep 1332. Binnenlands werden 7,476,266 dag- en weekbladen van 1 cent per nummer, 9,892,066 van 1 cent per nom- mer en 4,698,189 exx. van andere drukwerken verzon den. In 1870 bedroegen die getallen respectively!; 11,987,553 van 1 cent en 3,012,289 van 2 cent, te 14,999,842 of 47 pet. (7,066,679) minder d ra iu 1871. Verder werden van en naar het buitenland ontvangen of verzonden 3,117,702 dagbladen of andere f drukte stukken, tegen 3013,736 (103,966 r.i'i-.L-r) in 1870. Het getal binnenslands verzond u monsters bedroeg 253,782; buitenlandsche 339,098, te zamen 592,880. Postwissels: verzonden 397,058, vertegenwoordigende 4,872,425.051, dus gemiddeld 12.27 per postwissel. In i 1870 waren er 404,747 tot een bedrag van 3,032,945.37 dus gemiddeld 7.49. In 1871 werden alzoo 7689 minder verzonden (in 1870 waren de miliciens buitengewoon onder de wapenen geroepen, vandaar het grooter aantal)doch het kapitaal was 1,810,379.681- en de middelsom 4.78 hooger in 1871. Naar het buitenland werden 16,519met eene som van 241,714 verzonden en van daar ontvangen 10,618 met 250,838.32. Bij vergelijking met 1870 werden 3008 wissels niet verzonden tot een hooger bedrag van 56,722.60 en 2118 meer ontvangen tot een hoo ger bedrag van 62,336.561. Er werden 74,662 quitantiön ter invordering aange boden, waarvan 9291 onbetaald bleven en 65,371 betaald werden met 255,639.491- In 1870 werden 499, in 1871 730 onaangeteekende brieven vermist, waarvan respectievelijk 85 en 67 zijn terecht gekomen en 414 en 663 zoek zijn gebleven. Van aangeteekeude brieven werden 53, tegen 49 in 1870 als vermist aangegeven. Bij onderzoek bleken 42 klachten in 1870 en 47 in 1871 ongegrond. De 7 ver missingen in 1870 kwamen allen iu Duitschiandvan de 0 van 1871 4 in Duitschiand en 2 hier te lande (door onachtzaamheid) voor. Er zijn 21,590,963 postzegels moer dan in 1870 te gelde gemaakt, ter waar do van ƒ894,518.501. De ont vangsten dor postadministratie bedroegen 2,402,369.31 tegenover 2,793,553.971 in 1870 of minder in 187i 391,194.661. Wanneer men iu aanmeiking neemt dat bij een onveranderd port de meerdere ontvangst waar schijnlijk 80,000 zou hebben bedragen, dan is de mindere ontvangst tengevolge der invoering van de nieuwe wet te stollen op 470,000. Met grond mag echter worden verwacht dat in 3 a 4 jaren het cijfer van 1870 weder zal worden bereikt. De uitgaven voor de posteiijen hebben ƒ1,551,538.04 tegen f 1,483,716.80 of 67,821.24 minder in 1870 bedragen. Het batig slot was in 1870 J 1,309,837 tegen f 850,831.27, of 459,005.73 minder, in 1871. Het personeel werd met 32 personen vermeerderd. Het getal postkantoren bedroeg op het einde van 1871 145, dat der hulpkantoren 951, dat der bestelhuizen 337 nieuw opgericht werden 4 post- en 64 hulpkantoren; ten platteh'.nde zijn bovendien 849 hulpbrievenbussen geplaatst. In 25 gemeenten (15 post-en 10 hulpkantoren) werden de post- en telegraafdienst vercenigd. Op 10 kantoren is het beheer aan postambtenarenop 15 aan ambtenaren der telegraphic opgedragen. In 12 gemeenten worden beide takken van dienst door tweeërlei ambte naren in een gebouw uitgevoerd, in afwachting der vereeniging onder éen ambtenaar. Behalve in 23 plaatsen waar voor rekening der gemeenten post- en telegraaf kantoren worden gebouwdwerd met verschillende gemeenten over vereeniging van den dienst onderhandeld. Eergisteren werd te Amsterdam de jaarlijksche alge- meenc vergadering gehouden der koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen (vroeger de commanditaire sociëteit onder de firma Paul van Vlissingen en Du dok van Heel), onder directie van den heer J. M. van der Made. Uit het verslag blijkt, dat bij de liquidatie der com manditaire sociëteit de ijzerpiet terij een wekelijkseh ver lies van ruim 3000 opleverde, zoodat de exploitatie rekening voor het jongste boekjaar eon verlies van ruim f 160,000 aanwees.' De ijzerpletterij werd dan ook ter stond opgeruimd en ingericht voor een atelier van rol lend materieel waarvan de fabriek reeds eene bestelling van 90,000 uit Hannover had ontvangen. Ook zijn de epots op Java opgeheven, daar deze geen gewenschte resultaten opleverden, terwijl in 1871 de betrekkingen met Java geen grooten omvang hadden. Voor het departement van marine werden verschil lende werken afgeleverd, maar vooral wordt in het ver slag met voldoening gewezen op de spoedige voltooiing van de spoorwegbrug over het Hollaudsch diep, alsmede op de aflevering en iuhanging van de ijzeren deuren voor de Oranjesluizen ten behoeve der Am3terdamscho kanaalmaatschappij. Overigens weiden van 7 April tot 31 December 1871 voor leveringen van werktuigen, schepen, enz. overeenkomsten gesloten tot een bedrag van 1,230,205. Hoewel men aanvankelijk meent reden te hebben om over den loop der zaken tevreden te zijn wordt er echter over geklaagd, dat in verhouding tot de bestaande mid delen van materieel en werklieden geen voldoend werk in aanmaak was, en de wensch uitgedrukt dat door leveringen van rollend materieel voor spoorwegen en aanbouw van stoomschepen in de behoefte aan werk mocht worden voorzien, daar men veel noodig beeft om geregeld aan 1000 werklieden arbeid tc kunnen verschaffen. Daar de toegangskanalen tot de fabriek slechts voor schepen van 3.5 meter diepgang' voldoende zijn, zou de maatschappij gaarne ziendat het bestuur van Am sterdam die kanalen op een voldoende diepte hieid om schepen van 4.5 a 5 meter diepgang aan de werf te kunnen brengen. Het batig saldo heeft dit jaar volgens art. 24 der statuten gediend tot gedeeltelijke delging- der geldlee- ning van 380,000 die bij de vestiging der nieuwe maatschappij is aangegaan. Het geheele saldo der winst en verliesrekening, groot 124,400, heeft ingevolge art. 29 der statuten moeten strekken om van de bij de oprich ting gesloten geldleeuing, groot 380,000, zooveel mo gelijk terug tc betalen. Te dien einde hebben dan ook ƒ95,000 gediend, terwijl den 31'» Augustusjl. ƒ29,240 voor de jaarlijksche uitloting op de hypothecaire geldlee-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1