MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 123.
Zaterdag
1872.
25 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2*ü Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco, is f' 3.£>0.
Middelburg 24 11 ei.
Wij maakten in den laatsten tijd,.m,et genpegen mel
ding van uitspraken, door de kie'^r.sjii 'sómmige plaat-
scn gedaan cf aan hen voorgelegd^ waarin zij met'het
oog op de stemming over de inkomstenbelasting de
gedragslijn van hunne vertegenwoordigers beoordeelden.
Wij zien hierin in 't minst geen uiting van zeker impe
ratief mandaat, maar eenvoudig het uitvloeisel van het
door niemand betwist recht der kiezers om te kennen
te geven dat de houding van hun afgevaardigdetegen
wiens stemmingen geen correctief bestaat, hun niet be
valt. Wel kunnen zij die afkeuring op afdoende wijze
te kennen geven door niet-herbenoemingmaar de aan
neming eener resolutie heeft dit veterdat de afkeuring
meer gemotiveerd wordt en gelegenheid tot verdediging
geeft eene gelegenheid die de heer Godefroi tegen
over het Amsterdamsche Burgerplicht dan ook heeft
waargenomen; en dat zij bovendien den afgevaar
digde tot een wenk kan strekken dat hij zich bevindt
op een verkeerden weg en, wil hij zijne herkiezing
verzekeren, van dien weg behoort at te gaan.
Met evenveel genoegen deelden wij de aan den minis
ter Blussé uit vele oorden des lands gerichte adressen
mede, waarin hem hulde werd gebracht wegens zijne
helaas op den onwil der tweede kamer afgestuitte
poging tot verbetering van ons ellendig belastingstelsel.
Wij zien hierin uitingen van den nationalen wensch,
buiten en om de volksvertegenwoordigingeen ontwa
ken van het besef dat eene parlementaire meerderheid
niet onfeilbaar is, een bewys dat de natie niet alleen
pruttelt en klaagt over hetgeen dc regecring doet of
verzuimt, maar ook de tekortkomingen van het parle
ment weet te ontdekken en af te keuren.
Het werd inderdaad tijd.
Ontelbare malen, bij iedere verkiezing, bij elke
kamerontbinding, in ieder gewichtig politiek oogenblik
heeft de natie sedert jaren getoond dat zij liberaal gere
geerd wenscht te worden; aan liberale regeeringen
heeft zij de meerderheid in het parlement geschonken
en het mandaat van liberale afgevaardigden tot in
'toneindige vernieuwd.
En wat heeft de natie voor dit alles genoten? Een
eeuwigdurend gekibbel in de tweede kamer, een klein
geestige jaloezie en ergerlijke betweterijdie de meer
derheid in ongelijksoortige en niet goed samenwerkende
minderheden hebben gesplitst, de oplossing van gewich
tige quaoslies verhinderd, en belet dat er een enkele
groote liberale maatregel tot stand kwam.
'8Lands defensie in een zeer ongelukkigcn toe
stand; wetsontwerpen bij de vleet, maar een allerfel
ste oppositie, nu eeus omdat de minister A zegt,
inplaats van B, dan weer omdat hij B verlangt inplaats
van A. Do militaire onderfractie van de geavanceerde
fractie der liberale partij schijnt wel ambitie te bezit
ten om alle ministers van ooi log te verdrijven, maar
geen vaderlandsliefde genoeg om krachtig mede te wer
ken tot oplossing van die levensquaestie voor ons land.
Het belastingstelsel blijft zoo ellendig- als liet was.
Tachtig hoofden, tachtig zinnen; ieder lid van de
kamer heeft een eigen plannetje; ieder begrijpt dat er
geen de minste reden is waarom zijn plannetje niet eer
der zou moeten doorgaan dan de 79 anderen; de meeste
leden bepalen zich dus tot het stemmen tegen elk plan
dut het hunne niet is, en de natié blijft door onbil
lijke belastingen gedrukt.
Het koloniaal stelsel de laatste acht jaren hebben
ons, met recht kan men hot zeggen, beawovp de Lruit
mais pcu de besogne gegeven. Ook daar heelt zich de
onmacht om te hervormen, als een gevolg van inwen
dige verdeeldheid en uutteloozo twistziekte der liberale
partij geopenbaard. De agrarische wet, die niets hoe
genaamd beteekent dan voor zoover zij de koloniale
quaestie achter de bank schoof, werd juist om die
negatieve eigenschap als een reddingsmiddel beschouwd!
Kortom, op geen enkel gebied heeft de liberale
kamermeerderheid -- tenzij 't op onderwijs-gebied
ware, waarop Tliorbepke zich de eerzuil stiehtte van
het middelbaar onderwijs den eisch des lands naar
liberale maatregelen bevredigd. Zij heeft 0113 verschrik
kelijk veel vellen druks in het bijblad laten lezen; zij
heeft, door den afval van degeavanceerden, deministe-
rie's harer eigene kleur omvergeworpen, zelfs de mini-
sterie's waarin de natie het onbeperktst vertrouwen
stelde.
Dit alles is waarlijk wel bij machte de natie wak
ker te schudden. Maar nu blijve zij ook wakker en
dommele niet weder in. Zij vergete vooral bij de ver
kiezingen niet welke rechtmatige grieven zij tegen hare
vertegenwoordigers heeft.
Met 1 Juni a. wordt eenige verandering gebracht in de
aankomst en het vertrek der spoortreinen alhier. De
aankomst der treinen is eenige minuten bespoedigd en
het vertrek is eenige minuten later geregeld, zonder
dat men daardoor later te Roosendaal aankomt, met
uitzondering alleen van den laatsten trein die voor
taan te 5,48 uit Middelburg vertrekkende te 7,40
te Roosendaal zal aankomen. Voorts zal de trein van
:s morgens 8,38 uit Goes en die uit Middelburg tot
Goes van 's morgens 7,23 alleen des Donderdags loopen
en zal des Dinsdags een trein te 3,30 van Goes naar
Middelburg vertrekken.
Bij. vervolgingen, ingesteld ter zake van overtreding
van art. 24 litta e der wot van den 28«» Mei 1869
(Staatsblad n» 97), regelende het toezicht op het gebruik
van stoomtoestellen, wordt het bezwaar ontmoet dat
in den regel het bewijs niet is te leveren, dat de ken
nisgeving van het aanstaaiKre onderzoek der ketels,
volgens art. 43 van het koninklijk besluit van den
24en September 1869 (Staatsblad &o 154^ door de ge
bruikers van stoomtoestellen is ontvangen. Teneinde
dat bezwaar zooveel mogelijk weg te nemen zijn aan
de ingenieurs van het stoomwezen eenige voorschriften
gegeven en is hun onder anderen opgedragen om, indien
zij vermoeden dat onwilligheid of nalatigheid te ver
wachten is, de bedoelde kennisgeving te verzenden
door tusse hen komst van de burgemeestersdie daarvan
bij de afgifte een bewijs van ontvangst aan den gebrui
ker van liet stoomtuig kunnen vragen.
De commissaris des koning3 in Zeeland heeft hiervan
bij circulaire van den 22r.n dezer, opgenomen in het
Provinciaal blad n°. 52, aan de burgemeesters der ge
meenten in deze provincie kennis gegeven en hen na
mens den minister van binnen landsche zaken verzocht,
om in voorkomende gevallen dienovereenkomstig te
handelen.
De dijkraad van het calaraiteuze waterschap Anna
in Noord-Bevclandheeft benoemd: tor secretaris-ont
vanger den heer H. Roelof, tot dijkopzichter K. van
Rooijen Wz.tot dijkwachter A. Blok en tot bode
31. J*. Bakker.
Aan de depeches van St: George «l'Elmina, loo-
pende tot 21 April jl. en berichten behelzende omtrent
den toestand ter Kuste van Guineain verband tot de
overdracht der Nederlandsche bezittingen aan de Britsche
autoriteiten, ontleent dc Staats-courant het volgende
„De vroeger medegedeelde tijdingen omtrent den goe
den afloop der overdracht, en het rustige van den toestand,
hebben zich ten volle bevestigd. Niettegenstaande aan
de bevolking van Elmina vanwege het gouvernement
herhaaldelijk werd kenbaar gemaakt, dat zij niet zou
gedwongen worden om het Engelsche protectoraat aan
te nemen, is van geen tegenstrijdig verlangen gebleken.
Op den 6cn April, bij de openbare en plechtige overdracht
der Nederlandsche bezittingen ter Kuste aan Engeland,
zijn zoowel de koning Kobbena Edjin, de negerregee-
ring en de hoofden van alle negerkwarticren en der
vrijburgers, als de koning en grooten van Chama en de
onderkoning en grooten van Succondee vrijwillig in de
openbare vergaderzaal opgekomen en hebben aldaar do
overdracht bijgewoond zonder daartegen door woorden
of daden te protcstecrcn. Hiermede is in overeenstem
ming wat twee dagen vóór die overdracht geschiedde,
toen, zonder dat eenig machtsvertoon van Nederlandsche
of Engelsche zijde plaats vond, de Enge'sche gouver-
nieur Pope Hem eesy, bij een Lezoek te Elmina, aan de
landingsplaats ontvangen werd door den groot vaandrig,
de hoofden van nagenoeg alle kwartieren en der vrij
burgers, als ook door den koning en de grooten van
Chama en den onderkoning en de grooten van Saccon-
dee, die alle den waarneraejiden gouverneur Ferguson
vergezeld haddvn en nu den Engelschen gouverneur be
geleidden tot in de zaal van bet kasteelwaar zij toen
openlijk met. betuiging zijner tevredenheid over hunne
voorkomendheid, vernamen, dat hij den 60 April zou
terugkeeren om de forten enz. over te nemen. Hierop
werd door allen met den gouverneur Henncssy gedron
ken, zonder dat iemand tegen de hun door dezen aan
gekondigde overdracht protesteerde. Integendeel, allen
gaven blijken van adhaesie door de verklaring, dat zij
bij de overdracht over de zaken zouden sprekendie zij
wenschten dat het Engelsche gouvernement zou toestaan.
„Alles wat de ovcrdiacht betreft was alzou algemeen
bekend, maar geene enkele daad van verzet of protest
is kunnen bespeurd worden. En mocht al een deel der
Elmineezen, uit. oprechte gehechtheid aan deNederland-
sche vlag, de verandering hebben betreurdzoodat men
niet zeggen kan, dat bij eene volksstemming de ga nsche
bevolkiug vrijwillig de Engelsche vlag zou hebben aan
genomen, toch is uit een en ander bewezen, dat de
uitvoering der wet van 20 Januari 1872 (Staatsblad n' 6)
heeft, plaats gehad op de wijze zooals dit door regeering
en vertegenwoordiging werd verlangd, namelijk: vrij
van dwarg of geweld van de zijde van het gouverne
ment, en zonder tegenstand of verzet van de zijde der
Elmineezen.
„Ook de overdracht en aanvaarding van Axira, Dixcove
en Succondee, waartoe de kommandaut van Zr. M\ stoom
schip het Loo, kapitein luitenant ter zee Rjk, en die
van het engelsche stoomschip Seagull Slubbs gecommit
teerd waren, hce.t achtereenvolgens op den 8™, 9-», en
10'April in de beste orde plaats gehad.
„Die gunstige afloop van zaken is, ook volgens de be
vinding van den koramandant van Zr. M\ fregat Admi
raal van Wassenaer, den kapitein ter zee de Ilaes, die
eerst den 17™ April, en dus eenige dagen na de over
dracht, ter reede van Elmina aankwam en constateerde,
dat de rust en kalmte ter Kuste niets te wenschen
overlietenvoor het voornaamste deel te danken aan de
beleidvolle wijze, waarop de oveigave werd voorbereid
en geregeld door den waaraemenden gouverneur Fergu
son aan wx.us handelingen de Engelsche autoriteiten
eveneens allen lof toebrengen.
„De heer Ferguson en het meerendeel der ambtenaren
1 hebben de terugreis kunnen aanvaarden met de mail,
waarmede de tegenwoordige berichten geëxpedieerd wer-
J denen waarmede ook werd opgezonden de kommando-
staf (zoogenaamde staf van de Ruyter)welke de gou-
j verneurs elkander bij de overgave en overname van het
j bestuur ter Kuste in het openbaar overhandigden, en die
ook bij de plechtige overgave op den 6|,[> April is ge
bruikt. geworden. De koramandant van de Admiraal
van Wassenaer stelde zich voor, de terugreis aanboord
van dat fregat te aanvaarden zoodra ter Kuste aangesteld
en door hem als Nederlandsch consulair agent geïnstal
leerd zou zijnde Nederlandsche ambtenaar, die besterad
is om aldaar consulaire function uit te oefenen.
„Nog valt te vermeldendat den 19™ April Zr. Ms.
schroefstoomschip Citadel van Antwerpen de terugreis
naar Nederland ondernomen, en den 20e" dier maand
de Robertus Hendrikus de reis naar Batavia voortgezet
heeft, het laatste schip met negerrekruten aan boord
voor het Nederlandsch-Indische leger.
BENOEMINGEN EK BESLUITEN.
ridderorden. Benoemd tot ïidder der orde van den
Nederlandse-hen leeuw J. JI. Ferguson, gezaghebber
van Bonaire, tijdelijk belast, geweest met de waarne
ming van het ambt van gouverneur der Nede. land
sche bezittingen ter kuste van Guinea.
Vergunning verleend aan jonkheer J. L. C. Pompe
van Meerdeivoort, oud-officier van gezondheid van