ten onrechte de regeering van den 2« September b. v.
voor het contract met Cahen te Lyon verantwoordelijk
stelde. De regeering was aan dit huis gebonden door
een decreet onderteekend door „Rouher." Daarna haalde
hij eenige voorbeelden aan van fondsen die volgens een
door den keizer geteekend bevelschrift aan hunne be
steraming onttrokken werden, en noemde dit het
noodzakelijke gevolg wanneer een land zich aan han
den en voeten gebonden aan éen man overgeeft. Van dag
tot dag toenemende demoralisatie en verrotting waren
het kenmerk en de smaad van de regeering van Napo
leon III. Eindelijk zich tot Rouher wendende, vroeg
de heer d' Audifïret Pasquier: „Toen gij gisteren van
de taak dezer vergadering spraakt, herinnerdet gij 11
toen wel dat die man met grijze harendie steeds de
grootste vaderlandsliefde, aan den dag legde, voortdu
rend u bestreed? Gij spraakt van een beroep op het
verlichte volk, doch wacht tot deze kamer uwe fouten
hersteld heeft en onderwerp u dan aan dc publieke
raeening! Voor ons is de zaak beslist." De redenaar
eindigde met den wenscb, dat het land nimmer weder
aan de handen overgeleverd moge worden van hen, die
het zoo slecht gediend hebben.
Afgaande op het telegrafisch uittreksel der zitting
oogstte Rouher met zijne repliek niet den geringsten
bijval in. Voortdurend viel men hem in de rede, en
het slot zijner woorden, dat hij steeds zijn plicht deed
en zou blijven doen, werd met ironisch gelach begroet.
Daarna beklom Gambetta de tribune en bezwoer de
vergadering om toch niet in den gespannen strik te
vallen door onderling te twisten. De regeering van den
4,B September, welke Rouher zoo behendig in het
debat gewikkeld had, was niet het onderwerp der dis
cussie. Toch moest men onderscheid maken tussehen
de erfenis van het keizerrijk en de eigenlijke daden
der regeering. Omtrent deze laatsten wachtte hij met
vertrouwen het resultaat der enquête af. Gambetta rele
veerde daarop het systeem door Rouher ten opzichte
van de verantwoordelijkheid verkondigd. Hij stelde dit
dilemma: óf gij hadt wapenen, waartoe dienden dan
die haastige en dure inkoopen? óf gij hadt gecu wape
nen, maar dan waart gij verraders en hadt het vader
land bedrogen. Overigens wist ieder op welke personen
de geheelc verantwoordelijkheid rustte. Tot Rouher
zeide hij„liet is de grootste vernedering voor het
land om uwe apologiön te moeten aanhooren. Gij
spreekt van een treurige ballingschap, maar die ge
waande ballingschap is niets dan een lafhartige deser
tie. De onverbiddelijke vierschaar der geschiedenis
zal het bestuur vonnissen, waaraan Frankrijk den
2« December, Mexico en Sédan te danken heeft!"
De;gun8tige indruk, dien Gambetta's woorden op de
kamer maakten, scheen volgens het oordeel der rech
terzijde niet een blijvende te mogen zijn. Klaarblijke
lijk om dit gevaar af te wenden richtte een der vurig
ste banierdragers der mouarchalcnde heer dc Belcastel,
zijne pijlen met gelijke kracht tegen het keizerrijk als
tegen de regeering der nationale verdediging en viel dus in
den strik, dien Rouher der rechterzijde gespannen had.
Gelukkig was de linkerzijde verstandiger en liet zij de
onvergeeflijke uitvallen van den partijhaat onbeantwoord.
De discussie werd gesloten en mot 692 stemmen de
volgende motie van den heer dc Mornay aangenomen:
„De kamer, vertrouwende op de commissie voor de
oorlogsleveranciënwelke iedere verantwoordelijkheid
zoowel vóór als na den 4-n September zal weten op te
sporen, gaat over tot dc orde van den dag."
Te oordeelen naar hetgeen tot dusverre van de beide
gewichtige zittingen der Fransche kamer bekend is,
gelooven wij zonder schroom te kunnen zeggen, dat
wanneer Rouher zich door zijne interpellatie in zekere
mate eene rehabilitatie van het keizerrijk had voorge
steld, hij zich deerlijk misrekend heeft. Het antwoord
der heeren d'Ai.diffret Pasquier en Gambetta heeft, zoo
dit na het rapport der commissie voor de oorlogsleve
ranciën nog mogelijk was, aan de regeering van den
2 B December den genadeslag toegebracht.
Uit New-York wordt gemeld dat do commissie voer
buitcnlandsche zaken uit de kamer van afgevaardigden
tot de aanneming van het voorstel van den generaal
Bottler (gisteren in ons overzicht vermeld) geadviseerd
beeft. De discussie over het suppletoiro rrtikel tjt het
tractaat van Washington ia gisteren in den senaat aan
gevangen; omtrent het resultaat van het debat wordt
nog niets gemeld.
Eindelijk heeft de Pruisische minister van eeredienst
de laatste repliek van den bisschop van Erraeland op
de ministerieelc aanschrijving naar aanleiding van de
excommunicatie van de professorenWollraann en Michaëlis
te Braunsberg beantwoord. De minister verwerpt de
door den bisschop verkondigde stelling, dat de hooge
geestelijkheid volgens het kannnieke recht kan booor-
deelen in hoeverre de burgers gehoorzaamheid aan
's lands wetten verschuldigd zijn. De heer Falk betoogt
verder dat ook de katholieke kerk aan de staatswetten
onderwoipcn is, herinnert aan den eed dien de bis
schop in handen des konings aflegt en toont aan, dat
de 'excommunicatie de burgerlijke eerschendt en dus
in strijd is mét de wet; De minister eischt derhalve
van den bisschop, dat hij in het openbaar de schending
der burgerlijke eer als gevolg der excommunicatie doe
verdwijnen en tevens de openlijke verklaring aflegge,
dat hij geheele gehoorzaamheid aan de referring ver
schuldigd is. Wanneer de bisschop aan deze eischen
niet voldoet, zal alle relatie tusscben de 2'egeering en
den bisschop beschouwd worden afgebroken te zijn en
zal het Pruisische gouvernement in dien geest, zijne
maatregelen nemen.
Aan de belofte door von Bismarck in den rijksdag
afgelegd, dat de regeering met krachtige hand de bur
gerlijke eer en de gewetensvrijheid tegen den overmoed
der geestelijkheid zou verdedigen, wordt derhalve reeds
een begin van uitvoering gegeven. Gunstig steekt de
krachtige en ronde taal van dezeministerieeleaanschrij
ving af bij de eerste, welke door de Pruisische regee
ring tot den bisschop van Frmeland gericht werd.
Wordt de strijd op dezelfde energieke wijze voortge
zet, dan kan de overwinning niet twijfelachtig zijn.
Wanneer de ijzeren vuist van den „man van staal en
bloed" maar niet, zooals reeds vaak het geval was,
zijn tegenstanders geheel verplettertDan zouden de
beginselen van viijheid en gelijkheid voor alle burgers
in Duitsehland toch geen enkele schrede gevorderd zijn.
De heei Kouherin de nationale vergadering.
Aan de Parijsche kroniek van le Temps ontleenen wij
o. a. het volgende:
Eindelijk heeft de groote voorstelling plaats gehad;
een file van rijtuigen bewoog zich in de richting van het
station van Saint Lazaretegen het uur van vertrek, 1 uur
35 minuten, verdrong zich oen bonte menigte in de
wachtkamer.
Te Versailles, nieuwe steeplc-cka.seditmaal echter had
de heer Baze gezorgd dat zijne collega's van lastige be
zoekers bevrijd zouden blijven. Alleongelukkigendie
gekomen waren met het dool om te trachten een toe
gangskaart te veroverenwerden onmeêdoogend naar de
deur aan la Cour du Maroc verwezen, waar zij zich in
teleurgestelde en dreigende groepen verzamelden. Indien
de heer Baze het ongeluk had gehad op die klip te
stooteu, zou hij er wel schipbreuk hebben kunnen lijden.
In de zittingszaal was geen duimbreed grond onbezet
gebleven. In de tribunen van den eersten rang op de
uiterste linkerzijde zag men den graaf en de gravin van
Parijs, in de tribune van den heer Thiers mevrouw
Thiers en mevrouw Grant met mejufvrouw Grant. De
maarschalk Mac Mahon woonde in burgerkleeding de
zitting bij, terwijl een uiöfiigt.é officieren in uniform
aanwezig was.
Langzaam en statig beklimt de heer Rouher de tribune;
diepe stilte; men begrijpt dat dc enfants terribles van de
verschillende richtingen behoefte zullen hebben aan
groote koelbloedigheidhet consigne is:
Souffrir et ss laire
Sans murmur er."
Zoodra echter de heer Rouher de woorden„admini
stratieve nauwgezetheid of openbare eerlijkheid" uit
spreekt, brengt een aanval van hevigen toorn sommige
gedeelten der vergadering in beweging; het „st! st!''
van verschillende zijden doet de kalmte herstellenen
de heer Rouher gaat voort, maar zoo dikwijls hij spreekt
van zijne eerlijkheid, zijne nauwgezetheid, van de
smarten van hem en zijne vrienden zoowel als van de
rampen van Frankrijkwordt op nieuw en bijna alge
meen geprotesteerd.
De heer Rouher scheen geheel dezelfde van voor den
2*B Januari, maar vermoeid en zwaarlijviger; zijne wijze
van spreken, de behandeling van zijne argumenten,
zijne wendingenen kunstgrepen waren dezelfden, maar
iets zwakker. Hij sprak tot de nationale vergadering
zooals hij gewoon was tegen liet wetgevend lichaam te
spreken. Stel u voor een oogenblik het verledene voor
den geest; verbeeld u dat de heer AudifFrct, afgevaar
digde der linkerzijde, de regeering heeft geïnterpelleerd
over de handelingen van het departement van oorlog
en dat de heer Rouher de tribune beklimt met die uit
drukking van zelfvertrouwen en welgemoedheid op het
gelaat, die de Mamelukken zoo gaarne zagen, en gij zult
een tamelijk getrouwe voorstelling van het voorkomen
van den heer Rouher hebben bij zijne gisteren gehoudene
rede; liij is slechts wat grijzer geworden.
Niettegenstaande den langen duur der rede heeft de
vergadering over het algemeen aandachtig geluisterd.
Toen de spreker aan de helft zijner rede was gekomen
was men echter algemeen afgemat en bij de geschiede
nis van het chassepot viel zelfs de heer Lorgeril in slaap
er behoorde inderdaad geestkracht toe om hem geen ge
zelschap te houdenmaar het was de tactiek van den
heer Rouher om de geheele zitting in beslag te nemen.
Eene schorsing voor eenige minuten was. dan ook hoogst
welkom/ 7/
i Over hét geheel hadden. wéinig incidenten plaats .en
vyerd. de spreker zelden jn. de jredq gevallen. Toen de
heèr d''Audifïret het woord vroeg hoorde men een „ah!"
van tevredenheid, waarop algemeene sensatie in de omge-
vijng van Gambetta en aanmaningen tot stilte volgden.
Eenmaal slechts is van de rechterzij de geapplaudisseerd,
naar het scheen uitsluitend door de CorsieaanSclie groep
Inde linkerzijde stond, op een gegeven oogenblik, een
afgevaardigde met langen baard op om den redenaar op
heftige wijze tot zwijgen te brengendoch met groote
moeite werd hij door zijne vrienden weder tot zitten ge
dwongen. In de rechterzijde had hetzelfde toonecl plaats
toen de heer Rouher over de ontbinding der vergadering
sprak;, de heer Gavarde sprong loodrecht op, begon
heftig te spreken en te gesticuleerenen werd eerst,
tot bedaren gebracht na eenige mislukte pogingen tot
tegenstand.
Toen de heer Rouher over de de angst en zorg van
maarschalk Niel sprak, les angoisses patrioliqwes dn
minidre de la guerre" gingen van alle zijden kreten op, en
toen hij later voor de vergadering een soort van pro
gramma wilde ontwikkelen, zooals hij voor eenige jaren
in een troonrede had kunnen opnemen, werd er zoo
krachtig geprotesteerddat hij bijna niet kon voortgaan
terwijl men zich eindelijk moest verbazen over de be
hendige wendingen van den redenaar, die ten slotte
door de rechterzijde werd toegejuicht en, toen hij van
de tribune kwam, werd geluk gewenscht.
Slechts eenmaal werd de lachlust opgewekt. Toen de
heer Rouher de tribuue had beklommen bad hij een
menigte papieren naast zich gerangschikt. Eensklaps
werd een vreemd geluid gehoord en al de papieren vlo
gen tegen het plafond; men dacht aan ontploffing van
kruit, doch bij onderzoek bleek, dat een buis die van de
bank der journalisten naar de tribune der diplomaten
gaat oorzaak van het gebeurde wasop een wenk van
den heer Baze schoten de deurwaarders toe en verza
melden de weggevlogen papieren. Op het einde der
zitting ontmoett en de becren Gambetta en Audiffret-
Pasquier elkander bij de tribune om te gaan antwoor
den, maar het etensuur was geslagen en men besloot
om de zitting te eindigen en vloog naar het station.
De regeering had dc geheele zitting bijgewoond
Thiers maakte talrijke aanteekeningenterwijl de heer
Dufaare groote gedrukte stukken las, die hem meer
schenen te interesseereen dan de rede van den heer
Rouher.
Varia uit het buitenland.
Engeland. Lord North brook, onderkoning en
gouverneur generaal van Indiëis den 26rn Aprilaan
boord van het stoomfi-egat Glasgowdes namiddags te
1 urr in de haven van Bombay aangekomen. Lord
Granville heeft in antwoord op de klachten van het ge
meentebestuur te Dover te kennen gegevendat lord
Lyons in last had om bij de Fransche regeering tegen
de overbrenging van de Fransche verbannenen op En-
gelschen bodem zonder middel van bestaan te protes
teeren. De minister vraagt tevens een zoo nauwkeurig
mogelijke opgave van het aantalop deze wijze te Dover
aangekomen, personen. Zondag had te Glasgow eene
meeting van Mormonen plaats. De heer George Reynolds,
vice-president van de vereeniging der heiligen, was
tegenwoordig en beklaagde zich in een lange redevoe
ring over de behandeling der Mormoonsche hoofden in
Amerika. Zij leefden toch, zeide bij o. a.naar Gods
wet en in de zekere verwachting dat God hun zijnen
wil nader zou kenbaar maken. De dubbele huwelijken,
de patriarchale orde en menige andere zaak had God
zelf hun geopenbaardmaar het was niet om hun geloof
dat zij vervolgd werden, maar wegens hun zuiver en
rechtvaardig leven, hetwelk een verwijt was voor
alle om hen levende menschen. Hij wilde niet zeggen,
dat hij of zelfs Brigham Young volmaakt was,
maar zij leefden nader bij God dan eenig ander schep
sel op den aardbodem. Verscheidene sprekers gaven nog
hunne verontwaardiging over de behandeling der Mor
monen te kennenen de vergadering eindigde met een
adres aan de Engelsche en Amerikaansche regeeringen
te richten.
Frankrijk. De Engelscüe artillerie-officier Henry
Brackenbury, professor in de oorlogsgeschiedenis aan
de militaire school te Woolwich en chef van het Engel
sche Roode kruis gedurende den oorlog, heeft te Parijs
in de Fransche taal een boek uitgegeven, waarin hij
de leiding van den oorlog door de Fransche generaals
aan een nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek onder
werpt. Zijn oerdeel over Bazaine luidt zeer ongunstig.
Hij twijfelt er na een nauwkeurig onderzoek niet aan
of de bekende depêche van Mac-Mahon van 22 Augus
tus, waarin hij mededeelde dat hij in de richting van
Montmédy oprukte, is reeds den 23en in Bazaine's han
den geweest, terwijl deze zegt dat hij die eerst den
30-b ontving. Bazaine'8 intriges worden verder in
een helder licht gesteld. Verder bevestigt de schrijver
opnieuw h?tgeen door de Kératry reeds voor de com
missie der nationale vergadering gezegd isdat Bazaine
reeds ongeveer 3 weken vóór den 4 n September onder
handelingen met de hoofden der linkerzijde aangeknoopt