„Neen, wij katholieken aanbidden niet den staat-god;
de staat is volstrekt niet de hoogste uitdrukking van
het gezag: immers een hoog er gezag beheerscht èn
den staat èn de maatschappij, namelijk: het Goddelijk
gezag.
„Het komt er dus niet op aan of eene wet gedecre
teerd worde door de helft plus éen eener vergadering,
door drie vierde of zelfs met algemeene stemmen't geldt
dan slechts de vraag: is die wet rechtvaardig? is zij
niet in strijd met de wet van God?
„Immers, omnia poteslas a Deoalle macht komt van
God; dus, iedere wet, daarmede in strijd, isgeenewet,
maar is willekeur, is tyrannie.
„'tls waar, de katholiek onderwerpt zich aan zulk
eene wet in zóóverre die niets van hem vordert dat
strijdig is met zijn geweten, met de wet van God;
heelt zulks echter plaats, dan is voor hem gekomen
het tijdperk van lijdelijken tegenstand, d. w. z. van
't martelaarschap
„Wanneer dus het onzalig liberalisme er naar zou
willen strevenzooals het inderdaad er alom naar streeft,
om de katholieken te dwingen de knie te buigen voor
het afgodsbeeld van den staat-god, om den wierook
hunner aanbidding te offeren aan dien Moloch van
'tmodern heidendom, o! dan zullen de katholieken,
of beter gezegdde ultramoutanen der 19e eeuween
stemmig met hunne broeders, de ultramontanen der
eerste eeuwen van de kerk, eenstemmig uitroepenNon
possumus'tls niet mogelijk; „oordeelt zelf, ol het voor
God recht is eerder aan u dan aan God te gehoorzamen."
„Tot dat punt zijn wij thans reeds gekomen."
In de gisteren avond gehouden vergadering van het
Middelburgsch departement der Maatschappij tot nut
van 't algemeen is tot lid der commissie voor de hulp
bank benoemd de heer mr. W. A. van Hoekter vervulling
der vacature ontstaan door het overlijden van den heer
Jan Fak Brouwer.
In de gisteren gehouden zitting van den raad van
state, afdeeling voor de geschillen'van bestuur, werd
onder anderen mededeeling gedaan van eene missive
van den minister van binnen land sche zaken, waarbij
deze, met machtiging des konings, terugneemt het aan
hangig gemaakte beroep van den raad der gemeente
St. Philipslandomtrent de weigering tot het aangaan
eener geldleening. Te dien aanzien werd besloten deze
zaak van de rol te nemen.
Ook is behandeld een beroep van den dijksraad van
het calamiteus waterschap Walsoorden, tegen een be
slissing der gedeputeerde staten van Zeeland, die hun
goedkeuring hebben onthouden aan een besluit van dien
dijksraad, houdende vaststelling der bezoldiging van
den voorzitter, de leden en den secretaris-ontvanger van
dat waterschap.
Z. M. de koning wordt heden avond te 's Gravenhage
terugverwacht.
In de eergisteren avond te Amsterdam gehouden ver
gadering van de kiesvereeniging Burgerplicht is met
57 tegen 8 stemmen de volgende, door den heer van
Assen voorgesteldemotie aangenomen„De vergadering,
overwegende dat bij de discussie over de inkomsten
belasting is gebleken dat de heer Godefroi in beginsel
tegen elke rijks-inkomstenbelasting is gezind, betreurt
het dat de heer Godefroi heeft kunnen goedvinden de
eandidatuur aan te nemen eener vereeniging op wier hem
welbekend programma de wenschelijkheid eener inkom
stenbelasting voorkomt."
In een adres, onder dagteekening van 6 Mei, door
de schippers vereen iging Schuttevaer aan den minister
van binnenlandsche zaken verzonden, wordt te kennen
gegevendat de thans bij de Oranjesluizen bij Schelling-
woude aangebrachte paal- of remmingswerkenzelfs bij
eene geheele voltooiingten eenenmale onvoldoende
zijn om aan de schepen een veilige aanlegplaats of door
vaart te verzekeren. Hierin kan naar het oordeel der
vereeniging slechts voorzien worden door het maken
van voldoende dijken, zoowel aan de oost- als aan de
westzijde der Oranjesluizen. Voorts wordt aangedrongen
op eene verbetering in de wijze van doorschutting, daar
nu reeds ondanks het open vak in den afsluitdijk
menigmalen een oponthoud van 2 a 3 uren voor de door
schutting wordt vereischt.
Door gedeputeerde staten der onderscheiden provin
ciën zijn thans voorloopig vastgesteld de lijsten der
ingezetenen, in de provinciën, die gerekend worden de
hoogst aangeslagenen ia 's rijks directe belastingen te
zijn en in het bezit der overige vereischten om vol
gens art. 71 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad n°. 37),
verkiesbaar te wezen tot lid van de eerste kamer der
sta ten-generaal. Die lijsten leveren de volgende uit
komsten op:
Noord-Brabant 143, hoogste bedrag J. A. de Kam
3128.67laagste bedrag J. H. A. Diepen 389.98^.
Gelderland 144, hoogste bedrag A. W. C. W. baron
van Pallandt van Keppel 6659.64^laagste bedrag
C. Rutgers 514,23.
Zuid-Holland 206, hoogste bedrag Z. K. H. prins
Frederik der Nederlanden f 17,734.49, laagste bedrag
C. J. van de Watering f 887.43.
Noord-Holland 192, hoogste bedrag A. Povel fl,218.95,
laagste bedrag jonkheer H. Teding van Berkhout
818.62.
Zeeland 59hoogste bedrag mr. C. van der Lek de
Clercq f 3987.27, laagste bedrag C. P. Lenshoek van
Zwakc f 707.14.
Utrecht 57, hoogste bedrag mr. W. J. Royaards van
den Ham 4,758.63^laagste bedrag W. Th. Grasveld
f 831,75.
Friesland 97, hoogste bedrag jonkheer mr. P. B. J.
Vegelin van Claerbergen 8,380.98, laagste bedrag J. A.
Osinga 740.70.
Overijsel 84, hoogste bedrag mr. J. D. C. baron van
Heeckeren van Wassenaer f 15,237.24^, laagste bedrag
E. Jannink f 462.28.
Groningen 75hoogste bedrag W. A. Scholten
2,356.64, laagste bedrag K. K. de Waal f 5,35.17.
Drenthe 35, hoogste bed".,g A. W. Westra van Holten
f 944.25; laagste bedrag mr. J. A. Willinge Gratama
241.22.
Limburg 74, hoogste bedrag graaf Oscar deMarchant
d' Ansembourg f 4,635.34, laagste bedrag P. H. Ceulen
f 295.82.
De proclamatie, door de Staats-courant medegedeeld,
waarbij de overdracht der Nederlandsche bezittingen
ter Kuste van Guinea aan de Britsche autoriteiten dooi
den heer Ferguson heeft plaats gehad, en waarvan wij
gisteren melding maakten, luidt als volgt:
„In naam des konings
„Aan de hoofden en bevolkingen onder Nederlandsche
bescherming staande op de Westkust van Afrika!
„Doet te weten Jan Helenus Ferguson, ridder der orde
van de Eikenkroon, luitenant-kolonel, 's konings waar
nemende gouverneur der Nederlandsche bezittingen ter
Kuste van Guinea,
„Krachtens machtiging hem verleend door 's konings
minister van koloniën,
„Dat de onvoldoende staat van zaken ter Kuste van
Guinea, sedert vele jaren, 's konings aandacht hei ft ge
trokken. Zijner majesteits wensch om aldaar vrede en
rust te verzekeren, gelijk die elders in de Nederland
sche bezittingen heerschen, bleef onvervuld. Met leed
wezen werd de koning hierdoor tot de overtuiging
gebracht, dat zijne goede bedoelingen belemmerd werden
door hinderpalen, die niet zijn weg te nemen, zoolang
het verschil van gezag en van vlaggen gedurige aan
leiding geeft tot oneenigheid tusschen u en naburige
volksstammen.
„Na rijp beraad is zijne majesteit diensvolgens tot het
besluit gekomen, eene schikking te treffen, waarbij de
Nederlandsche bezittingen en rechten ter Kuste worden
overgedragen aan zijner majesteits bondgenoote de konin
gin van Groot-Britannië en Ierland, nadat vooraf de
zekerheid ontvangen was, dat zij u als een vrij volk
zal behandelen, uwe belangen ten ernstigste zal behar
tigen en uw welzijn en uwe veiligheid ook door haren
invloed op de andere, reeds onder hare bescherming
staande vrije negerstammen, zal bevorderen.
„Die schikking is heden ter uwer kennis gebracht.
Al de voorwaarden van het betrekkelijk tractaat hebt
gij heden vrijelijk kunnen bespreken, en hebben uwe
hoofden en vertegenwoordigers de verzekering van be
hartiging uwer belangen vernomen van den heer gou
verneur-generaal J. Pope Hennessy, die, als vertegen
woordiger van H. M. de koningin van Groot-Britannië
en Ierland, namens zijn souverein, op heden, heeft over
genomen en aanvaard alle rechten van souvereiniteit,
jurisdictie en eigendom, welke het Nederlandsche gou
vernement bezat op de Kust van Guinea.
„Het zal u blijken, dat gezorgd is dat niemand uwer
wegens deelname aan vroegere gebeurtenissen worde
verontrust of bemoeilijkt; dat het aan allen, die het
mochten wcnschehzal vrijstaan naar andere Nederland
sche bezittingen, of ook naar elders te verhuizenwaar
toe hun, in dat geval, door de Nederlandsche autoritei
ten de noodige medewerking zal verleend worden, ter
wijl bij regelmatige en rustige verhouding uwerzijds, al
datgene zal in acht genomen worden, wat met uwe belan
gen en billijke wenschen zou overeenstemmen.
„Voorts zal gezorgd worden voor alle gepensioneer
den en voor behoorlijke uitbetaling hunner pensioenen.
„Koningen, hoofden en bevolkingen ter kuste van
Guinea
„Namens den koningwordt gij ontslagen van den
eed dien gij gezworen hebt, van geene andere dan do
Nederlandsche bescherming te zullen aannemenen wordt
u tevensbij dezenamens den koningdank gezegd
voor de trouw en de vriendschap steeds door u betoond
en welke door zijne majesteit hoog worden gewaardeerd.
„Het is 'skonings oprechte wensch, dat het u altijd
welga, en hoe smartelijk het ook vallen moge van u
te scheidenis zijne majesteit zich echter bewustdaar
door te handelen in uw welbegrepen en toekomstig be
lang. AI worden de langdurige betrekkingen opgeheven,
die tusschen Nederland en de kust van Guinea bestaan
hebben, blijft niettemin de verwachting, dat de aloude
vriendschap niet zal verbroken worden, waarop zijne
majesteit zal blijven prijsstellen.
„Bij goede gezindheid van uwe zijde en vertrouwen
in hare majesteit de koningin van Groot-Britannië en
Ierland, zullen de vooruitzichten en wenschen zich ver
wezenlijken, welke de koning voor u koestert en zal
zijne majesteit zich mogen verheugen in het bericht uwer
tevredenheid en welvaart.
„Aldus uitgevaardigd te St. George d'Elmina op heden
den zesden April des jaars een duizend acht honderd
twee en zeventig. J. n. Ferguson.
De waarnemende secretaris ter Kuste van Guinea,
Mr. E. J. IIuber.
Blijkens het rapport van commissarissen der Maat
schappij tot landaanwinning op de Friesche Wadden,
uitgebracht in de algemeene vergadering van 24 April jl.
te Amsterdam, zijn de werken der afdamming over het
Friesche wad ter aanhechting van het eiland Ameland
aan den vasten wal gedurende den afgcloopen winter in
goeden staat gebleven, en hebben de twee lengtedammen,
waarvan de oostelijke zich tot op 3200, de westelijke
tot op 2800 meters van den Amelandschen wal in zee
uitstrekken, zoomede de verschillende verbiudingsdam-
men, betrekkelijk zeer weinig aan onderhoud en her
stelling gevorderd. Ook is het zeer meegevallen, dat
het werk, tijdens de tamelijk zware ijsbezetting in de
maand December, volstrekt geene schade heeft geleden.
Het resultaat der aanslibbing is, vooral op het, lager
gedeelte van het wad, zeer belangrijk te noemen. Zelfs
zijn de verschillende geulen, waardoor de dam is getrok
ken, oostelijk van het werk, tot op aauzienlijkcn afstand,
nagenoeg geheel volgeslibt, terwijl diezelfde geulen,
westelijk van het werk, aanmerkelijk in capaciteit zijn
afgenomen. Aanvankelijk bestaat er dus alle reden om
met deze eerste uiikomst tevreden te zijn, daar de onder
stelde geneigdheid tot aanslibbing en verhooging van
het wad, de basis waarop de geheele onderneming rust,
zich meer en meer schijnt te bevestigen, terwijl ook de
boringen, op verschillende plaatsen van het wad gedaan,
voor verreweg het grootste gedeelte, eene veel betere
grondsoort aan den dag gebracht hebben dan de boven
korst der platen oogcnsckijnlijk zou doen onderstellen.
Zoodra het weder het toeliet, zijn de werkzaamheden
met kracht voortgezet, en terwijl men het vorige jaar
alleen van Ameland uitgaande arbeidde, is men nu mede
van de Friesche kust begonnen, zoo dat, als geene bij
zondere belemmeringen tusschenbeide komen, de geheele
dam in den loop van dit jaar voltooid zal worden. Des
kundigen zijn er van overtuigd, dat, wanneer de dam
over het geheele wad zal zijn getrokken, er nog sterker
en standvastiger opslibbiug zal plaats grijpen dan tot
nu toe het geval was.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
leger. Benoemd bij het wapen der infanterie: tot
kapitein 3"- klasse (naar ouderdom van rang), bij het
I-s regiment, de le luitenant B. H. Hilvers, van het
regiment grenadiers en jagers; tot le» luitenant (naar
ouderdom van rang), bij het 2e regiment de 2« luite-
dant J. M. Romijn van het korps; bij het 4C regiment
de 2e luitenant A. A. van Dorth, van het korps; bij
het 7e regiment, de 2e luitenant J. P Kraak, van het
korps.
ONDERWIJS.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft tot directrice
der hoogere burgerschool voor meisjes benoemd mejuf-
vrouw Westerman Ilolsteyn, thans directrice der hoogere
burgerschool voor meisjes te Arnhem.
Den heer W. G. C. Lohmannleeraar in de Hoog-
duitsche taal- en letterkunde aan de hoogere burger
school te Arnhem, benoemd tot lid der commissie voor
het examineeren van adspiranten naar een akte van be
kwaamheid voor het middelbaar onderwijs, die dit jaar
te 's Gravenhage zitting zal houden, is door de plaatse
lijke commissie van toezicht op het middelbaar onder
wijs de vergunning geweigerd, om die opdracht te
aanvaarden.
Op de door verschillende faculteiten der Groningsche
hoogeschool in het vorige jaar uitgeschreven prijsvragen
zijn slechts drie antwoorden ingekomenalle betrekking
hebbende op de door de wis- en natuurkundige faculteit
gestelde vragen. De vragen der overige faculteiten zijn
onbeantwoord gebleven.
Den 14en Juni a. zal te Rotterdam de algemeene
vergadering van het Nederlandsch schoolverbond worden
gehouden. De voorstellen der afdeelingen welke daarin
zullen behandeld worden zijn, volgens de Nieuwe Rotter-
damsche courant, de volgende:
Delft: De afdeeling vraagt, of er door de hoofdcom
missie ook pogingen bij de regeering zouden kunnen
worden aangewend om aan de bevolkingsregisters in