©uitmlautr. zelfden vleugel was ook liet weeshuis met ruim 50 kin deren, De dikke muren van het verbrand en die van het zeer beschadigd gedeelte van het gebouw, van het grootst Gothisch raamde schoone kapelhet venster der cel van Luther en de kruisgangwaarin hij zoo menigmaal heeft rondgewandeld, dit alles is behouden gebleven. Volgens het Engelsche geneeskundig tijdschrift the Lancet zijn de groote zwermen zwarte vliegen, waarmede geheel Frankrijk tot zelfs Lyon dezer dagen als een Egyptische plaag bezocht wordt, het gevolg van het dooden gedurende de beide belegeringen van een groot aantal vogelsdie op de eieren dezer insec ten azen. Sedert 1 Mei jl. is het minimum getal woorden (tien) yoor telegrammen die langs de transatlantische kabels worden verzonden afgeschaft. Men kan thans zooveel woorden seinen als men wil, tegen betaling van f 2.50 per woord. Een dorpspastoor in Frankrijkdie zijn leeken soms op zeer gevoelige, maar wel wat te gemeenzame wijze de waarheid kon zeggen, hield op zekeren dag een preek over de plichten der vrouw en riep, terwijl hij zich bijzonder daarbij opwond, eensklaps uit: „Ik zie in deze kerk een vrouw, die zicb schuldig heelt gemaakt aan ongehoorzaamheid jegens haar man, en om haar aan te wijzen, zal ik haar een boek naar bet hoofd werpen." Hij nam, volgens zijn bedreiging, het boek op en.... alle vrouwen bukten zich. De collectie stukken van oude meesters uit het kabinet van Joseph Gillott te Londen bracht Zaterdag slechts G559 pond sterling op,- voor Rubens werd betaald 1200, voor Wouwermans (500 en voor Hobbema 250 guineas. Het totale bedrag van den verkoop beliep in 6 dagen 164,500 pond sterling. VERKOOPINGEN EN AANBESTEDINGEN. Het polderbestuur van Walcheren heeft heden namid dag alhier in het openbaarin 4 perceelenbij inschrij ving en opbod, aanbesteed: de uitvoering der werken tot verbetering en onderhoud der aarde-, kram-, rijs-, steenglooiing- en paalwerken enz., behoorende tot de vier wateringen van den polder Walcheren, met de le vering van alle daartoe gevorderde bouwstoffen en ar- beidsloonen. Het eerste perceel, werken aan de Noordwatering, is gemijnd door den heer I. van Male Dz., te Breskens voor f 63,900. De begrooting bedraagt f 72,666.25^. Het tweede perceel, werken aan de Oostwatering, is gemijnd door den heer P. J. van Remortel Nz., te Hon- tenisse, voor f 8,400. De begrooting bedraagt f 9,578.70. Het derde perceelwerken aan de Zuidwateringis gemijnd door den heer C. Roskam Jz.te Sliedrecht, voor 9000. De begrooting bedraagt 10,109.05. Het vierde perceel, werken aan de Westwatering, is gemijnd door den heer G. Dekker, te Sliedrecht, voor f 11,700. De begrootiug bedraagt 13,623.41J-. THERMOMETERSTAND. 7 Mei 'sav. 11 u. 50 gr. 8 'smorg. 7 u. 48 gr. 'smidd. 1 u. 53 gr. 'sav. 6 u. 53 gr. STATEN-GENERA AT, TWEEDE KAMER. De brief van den minister van oorlog aan den voor zitter der kamer, waarvan wij gisteren melding maakten, luidt als volgt: 's Gravenhage den 7«-d Mei 1872. „In antwoord op uwe missieve van den 6en dezer, heb ik de eer UHEdelgestr. kennis te geven, dat het mij, na gehouden overleg met mijne ambtgenootenin de omstandigheden van dit oogenblik, niet voegzaam voor komt over belangrijke zaken met de vertegenwoordiging in overleg te treden. „Wat de vragen betreft, door den heer Storm van 's Gravensande te doen, welke UHEdelgestr. mij wel heeft willen mededeelen, het kan niet ontkend worden dat schorsing der werkzaamheden ongetwijfeld eenige bezwa ren doet ontstaanniet alleen voor het departement van oorlog maar ook voor andere departementen. „Een langdurig uitstel van de definitieve vaststelling voor het VIIIe hoofdstuk der staatsbegrootingdienst 1872, is voorzeker niet wenschelijk te achten, weshalve vroeger door mij op bespoedigde behandeling werd aan gedrongen. „Het verschil van gevoelen datook blijkens het voorloopig verslag der kamer, omtrent vele punten be staat, zou de vaststelling der begrooting op dit oogen blik niet wel toelaten. „Het zij mij vergund in herinnering te brengen, dat tijdens de vaststelling der kredietwet voor het departe ment van oorlogde kamer zelve van haar besluit deed blijkenom de beslissing omtrent zakenwaarover niet eenstemmig wordt gedacht, uit te stellen tot de be handeling der definitieve begrooting. „Intusschen zal zorg gedragen worden, voor zooveel van mij afhangt, voor het beramen van tijdelijke maat regelen, geschikt om de gevreesde ongelegenheden zoo veel doenlijk te voorkomen. „De minister van oorlog F. A. T. Delprat." „Aan den heer voorzitter van de tweede kamer der sta ten-generaal." ALGEMEEN OVERZICHT. Eene depêche uit Philadelphia aan the Times ver spreidt weder eenig licht over het duister waarin de Alabama-claims nog voortdurend gehuld blijven. Daarin wordt gemeld dat lord Granville bet voorstel van Amerika betreffende de indirecte schade aangenomen heeft, maar onder eene voorwaarde waarin het Ameri- kaansche gouvernement niet toestemt. Lord Granville stelt den zeer billijken eisch, dat de internationale regel, dien Amerika buiten het tractaat van Washington wil doen aannemen, namelijk algemeene niet-verant woordelijkheid voor indirecte schade, alleen gelden zal onder gelijke omstandigheden als die waarop het trac taat betrekking heeft. Bovendien blijft cle Engelsche regeering, ook in verband hiermede, er op aandringen dat Amerika de indirecte eischen uit zijne memorie lichte, omdat die in strijd met het tractaat daarin ge bracht zijn. Is dit verlangen van Engeland op zicli zelf zeer gerechtvaardigd, niet minder begrijpelijk is het dat het kabinet van president Grant dit voorstel onaannemelijk acht en na zijne eerste concessie oordeelt dat eene intrekking der memorie te veel van den nationalen trots gevergd zou zijn. Ondanks het bemid- delings-voorstel van Amerika zijn de partijen dus nog niets gevorderd en staan zij eigenlijk nog even scherp tegenover elkander als vroeger. De minister Gladstone heeft gisteren in het lagerhuis omtrent de overlegging der stukken betreffende cle quaestie der indirecte schade dezelfde mededeelingen gedaan als lord Granville Maandag in het hoogerhuis. Voor het overige was de zitting gisteren weder nood lottig voor het kabinet. Het onderwijs inderdaad la héte noire van het ministerie bereidde der regce- ring weder een nederlaag. Met slechts 7 stemmen meerderheid werd, in strijd met den uitgedruktcn wensch van het kabinet, in cle onderwijswet voor Schotland het amendement van den heer Gordon, tot het verplichtend stellen van het onderwijs in cle bijbel- sche geschiedenis, opgenomen. Als een bliksemstraal uit helderen hemel komt de Norddeutsche Allgemeine Zeitung, het officieuse orgaan van den rijkskanselier, mecledeelen dat de ongesteld heid van von Bismarck geen ernstige bezorgdheid wekt en de geneesheeren hem slechts dringend aanbevolen hebben rust te houden. Niet alleen was er geen sprake van een ernstige ziekte, maar zelfs was nauwelijks in Berlijn iets van eene ongesteld hei cl van den rijkskanse lier bekend. Het misbaarmakend démenti verkrijgt juist daardoor een niet te miskennen onrustbarend karakter. De Fransch-Duitsche post-overeenkomst is tot dusverre nog niet door cle Fransche kamer in behandeling geno men. Maandag hield zij zich onledig met de voorwaar den, welke gesteld moeten worden om lid te kunnen worden van de magistratuur. In de zitting van gis teren werden door den minister van oorlog twee ontwer pen van wet ingediend, die onder algemeene toejuichingen werden urgent verklaard. Zij betreffen cle capitulatie van Metz. Het eerste draagt eenige wijzigingen voor in het reglement omtrent de samenstelling der krijgs raden, omdat in overeenstemming met dit reglement geen voltallige krijgsraad benoemd kan worden, die bevoegd zou zijn om over een maarschalk recht te spreken, het tweede betreft de samenstelling van dien ki'ijgsraad zeiven. De heer Rouher verzocht verlof om den minis ter van oorlog te interpelleeren over. de voornemens der regeering omtrent de personen, die in het rapport van den heer d'Aucliffret-Pasquier over cle inkoopen en de administratie onder het keizerrijk aan de kaak gesteld zijn. De kamer bepaalde, op verzoek van den minister, de behandeling dezer interpellatie op Dinsdag 21 Mei a. Zou Rouher c. s. bet ook van bet antwoord dezer inter pellatie willen laten afhangen, of het misschien niet geraden zou zijn om zich bij tijds uit de voeten te maken of zouden de Bonapartisten zich in staat van tegenweer willen stellen? De quaestie verdient in ieder geval bij zondere opmerkzaamheid nu ze door den vroegeren vice- keizer gemoveerd is. Uit Madrid verneemt men heden weder geen enkele tijding, die de voor de regeering zoo gunstige berichten der laatste dagen bevestigt. Daarentegen ontkennen de Fransche ultramontaansche bladen l'Union en l'Univers pertinent dat don Carlos gevangen genomen zou zijn. Wel erkennen zij, dat de Carlisten ruim 700 man aan dooden, gewonden en gevangenen verloren bij een on verwachte ontmoeting met den generaal Moriones, maar beweren dat deze zaak op zich zelve niets te beteekenen heeft en er van geen nederlaag sprake kan zijn, daar er geen eigenlijk gevecht is geleverd. Don Carlos zou persoonlijk, zeggen deze bladen, van deze ontmoeting zelfs niet den minsten overlast gehad heb ben. Waarschijnlijk maakten zoowel de bovengenoemde ultramontaansche dagbladen als de Spaansche regeering zich aan overdrijving schuldig latere berichten zullen echter moeten uitmaken welke partij cle grolste leugens opdischte. De Duitsche gezant bij bet Vaticaan. Wanneer het waar is clat het spreekwoord: wee de wolf die in een kwaad gerucht staat, op een algemee- nen en karakteristieken trek in de menschelijke natuur ziet, niet minder waar is het dat hij, clie eenmaal het vertrouwen van het publiek heeft, niet licht iets verrich ten kan clat hem in diskrediet brengt. Begaat bij echter eenmaal die fout, clan wordt plotseling ook alies ver oordeeld wat hij vóór dien tijd verrichtteen verkrijgt hij daarentegen door zijn succes of door een groote daad het algemeen vertrouwen, dan wordt ook het oordeel over zijn verleden plotseling gewijzigd. Op ieder maatschappelijk gebied vindt men deze waarheden bevestigd en zeker niet het minst op krijgs- en staatkundig gebied. Von Moltke en zijne generaals hebben in den laatsten oorlog verdien stelijk en vooral met veel succes gestredenhij, die het waagt éene fout in hunne krijgstaktick aan te toonen, stelt zich aan de algemeene verachting bloot. De Fransche legerhoofden hadden geen succes, en terstond kon men niet genoeg woorden vinden om op de legerinrichting en het oorlogsboleid van de armee, die voor den oorlog nog algemeen voor een der besten van Europa gehou den werd, af te geven. Hetzelfde is het geval in de politiek. Van 1850 tot 1866 was geen diplomaat geslepener, geen vorst scherp zinniger dan Napoleon IIIen met angst en zorg wikte men zijne orakeltaal en richtte cle fondsenbeurs zich naar zijne gezondheid. Op politiek gebied wordt hij door von Bismarck totaal geslagenen terstond is men gereed den grooten diplomaat van gisteren kolen vuurs op liet hoofd te stapelen en aan te toonen, clat zijne politiek eene weifelende, dubbelzinuigeegoïstische, verraderlijke, onverstandige en wat al niet meer was. Zijn tegenstan der von Bismarck daarentegen rijst plotseling door zijn succes in 1866 in cle achting der openbare meeningniet alleen het hardnekkige doorzetten der legerorganisatie in strijd met den wil der volksvertegenwoordiging wordt een groote staatkundige daad genoemd, maar zijne heersch- zuchtige politiek tegen Oostenrijk en den ouden Duit- schen bond en zijne nog laaghartiger staatkunde in 1864 tegen Denemarken worden hemelhoog geprezen. Na den oorlog van 1870 heeft de Duitsche kanselier zijn toppunt van roem bereikt en wordt hij op staatkundig gebied voor niet minder onfeilbaar gehouden dan Pius IX op kerkelijk terrein. Ongeveer dezen indruk krijgt men, wanneer men de Duitsche officieuse organen leest over de weigering van het Vaticaan, om den kardinaal von Hohenlohe als Duitscli gezant te erkennen. Nauwelijks was de be noeming van den Duitschen kc. kvoogd door von Bis marck geschied, of zijne organen prezen de scherpzin nigheid van den staatsman, die aan de eene zijde den paus het bewijs wilde leveren dat hij niet de katholieke kerk, maar alleen cle voor den staat gevaarlijke jezuïeten bestreed, en tevens zijne aanhangers gerust wilde stellen ten opzichte van zijn aangevangen strijd tegen de macht der kerk op het gebied van den staat. Met zijn gewone finesse gaf hij Europa en vooral It :ië door deze benoeming een blijk, dat hij de zoogenaamde garantiën-wet erkende en in den gezant aan het Vati caan geen vertegenwoordiger van wereldlijke belangen, maar slechts den tusschenpersoon zag tusschen kerk en staat, voor zoover die door concordaten en wetten aan elkander gebonden zijn. In een woorddeze benoeming was eene der „verrassingen" die men van von Bismarck gewoon wasen die steeds van zijn scherpen blik en politiek doorzicht getuigden. De kardinaal-ex-minister Antonelli weigert echter namens den paus, om den kardinaal von Hohenlohe als Duitscli gezant te erkennen. Oppervlakkig beschouwd zou ieder, die niet in von Bismarck's onfeilbaarheid gelooft, zeggen dat de Duitsche rijkskanselier zich leelijk in den vinger gesneden heeft, vooral door den gezant reeds te benoemen voordat hij op het Vaticaan als persona, grata aangenomen was. Neenzeggen de officieuse bladen, von Bismarck wist dat eene weigering uit Rome komen zoumaar benoemde alleen den pries ter tot gezant, om later met meer recht tot de kerk te kunnen zeggen: de staat heeft u de hand der ver zoening toegestokenmaar gij hebt die zelve afgewezen welnu, wacht u thans voor de gevolgen, waarvoor gij alleen aansprakelijk zijt. Hoe scherpzinnig! inderdaad men zou bijna aan de onfeilbaarheid van von Bismarck gaan gelooven, wanneer men zich niet tevergeefs af vroeg, wat die geheele comedie eigenlijk te beduiden zou hebben. Heeft de Duitsche regeering daardoor thans meer recht verkregen, om eigenmachtig de banden met de kerk te verbreken, om de jezuïeten te verdrijven, om de ultramontanen op alle mogelijke wijzen te bestrij den, om het burgerlijk huwelijk in te voeren enz.? Was het eene concessie aan de katholieke kerk, die blijkens het laatste concilie geheel door de sociëteit van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2