deelingen van den prefect der Seine, den heer Léon
Say, blijkt dat de regeering slechts voor de helft aan
den eisch der hoofdstad tegemoet wil komen en boven
dien daaraan de voorwaarde verbindt, dat Parijs 70
millioen francs beschikbaar stelle als schadevergoeding j
aan de burgers die het meest door de commune en het
tweede beleg hebben geleden. De Parijsche dagbladen
zijn weinig gesticht over de houding der regeering en
noemen den eisch der hoofdstad boven allen twijfe i
verheven en volkomen gerechtvaardigd. Hunne betoogen
zijn echter eenigszins eenc oratio pro domo en zij ver
geten al te zeer, dat aan alle door den vijand genomen
en bezette steden ecne oorlogscontributie is opgelegd,
en die som voor Parijs zoo overdreven hoog opgevoerd
is, omdat het de hoofdstad en eenigc malen grooter is dan
alle andere plaatsen, welke in 'svijands handen vielen.
Desniettemin verdedigen wij geenszins in beginsel de
in dit opzicht zoo strenge toepassing van het oorlogs
recht door de Duitschers, en erkennen met de Parijsche
organen der openbare mcening, dat het weinig voor de
edelmoedigheid van den overwinnaar pleit, dat hij van
eene uitgehongerde stad met 2 millioen inwoners, die
gedurende 5 maanden alle ellende van een beleg man
moedig doorstonden als prijs voor hare proviandeering
200 millioen francs eischte. Parijs staat daarin echter in
verhouding volkomen gelijk met AmiensOrleans, Reims
en tal van andere zoo groote als kleine plaatsen.
In den Duitschen rijksdag is Vrijdag de behandeling
van de rijksbegrooting voor 1873 begonnen. Slechts
weinige sprekers hebben nog daarover het woord ge
voerd, maar reeds de heeren Richter en Grumbrccht
onderwierpen de begrooting aan zulk een scherpe cri-
tiek, dat nieuwe grieven daartegen nauwelijks door
andere afgevaardigden kunnen aangevoerd worden. De
tinancieele wanorde vooral werd door beide sprekers in
het licht gesteld, en ook de buitenlandsche politiek werd
door den heer Richter niet gespaard. „De wonderlijke
benoeming van den kardinaal von Ilohenlohe" noemde
hij „een keizerlijken bliksemafleider tegen de bliksem
schichten van het Vaticaan", welke hij geloofde dat
weinig baten zou, „daar de eene kraai de andere de
oogen niet uitpikken zou." De heer Delbriick bepaalde
zich tot ecne korte beantwoording en beloofde bij de
behandeling der details de zware beschuldigingen meer
in het bijzonder te zullen weerleggen.
Officieel verneemt men nog niets omtrent den weg,
dien von Bismarck zal inslaan na de weigering van den
paus, om den kardinaal von Ilohenlohe als Duitsch ge
zant te agreëerendoch mag men enkele officieuse stem
men gelooven, dan is de rijkskanselier niet voornemens
om voorloopig in de vertegenwoordiging van het Duit-
sche rijk bij den paus te voorzien. Niet onduidelijk
geven zij te verstaan, dat de curie door de verwerping
der hand welke haar ter verzoening aangeboden werd,
zich zelve misschien het meest benadeelde en de geheele
intrekking der missie bij den paus provoceerde. Zoo
lang staat en kerk zoo vast aan elkander gebonden
blijven als thans in geheel Duitschland nog het geval
is, zal die bedreiging voorloopig nog wel onuitgevoerd
blijven. In ieder geval is de klove tusschen de Duit-
schc regecring en de kerk der ultramontanen door dit
incident zoodanig verwijd, dat aan eene demping niet
te denken valt, tenzij von Bismarck een nieuwe „ver
rassing" op politiek gebied voorbereide. Wanneer de
oppositie der liberale partijen in het rijk te krachtig
wordt, zou hij wellicht elders een tegenwicht moeten
zoeken.
Hoewel de Spaansche telegrammen gunstig blijven
luiden, mag men echter niet over het hoofd zien, dat
wat men in de vorige week voor een overijlde vlucht
der Carlistische troepen onder generaal de Rada hield,
niets anders beoogde dan om don Carlos bij zijne ver
schijning op Spaansch grondgebied te dekken. Donder-
derdag avond den 2™ Mei deed de pretendent van den
Spaanschen troon, Karei VIII van Bourbon, onder het
luiden der klokken zijn intocht in Vera, een kleiii
plaatsje op de Fransch-Spaansche grenzen, een paar
uur gaans van den Atlantischen oceaan gelegen. Des
namiddags was hij per scheepsgelegenheid te St. Sebas
tian aangekomen.
Volgens de regeeringsberichtendie eerst Zaterdag
van zijne aankomst op Spaanschen bodem spraken, was
hij toen reeds met zijn legertje tusschen de sterk be
waakte Fransche grenzen en de regeeringstroepen, die
de linie van OyarzunSantestovan en Elizondo bezet
ten, nauw ingesloten. Een bericht van gisteren avond
uit St. Sebastian meldt, dat alle Carlistische troepen,
welke in Navarra- stonden, gisteren onder bevel van
don Carlos zeiven door de legerafdeeling onder Morio-
nes totaal geslagen en voor een groot gedeelte gevan
gen gemaakt zijn. Hoewel deze tijding zeer veel waar
schijnlijkheid voor zich heeft, zal men toch nog nadere
berichten moeten afwachten om enkele tegenstrijdig
heden op te helderen, waaronder in de eerste plaats de
naam Moriones als de bevelhebber der troepen, terwijl
de generaal Primo Rivera reeds sedert eenige dagen
de opstandelingen het naaste op de hielen was.
De republikeinsche conventie te Cincinnati heeft na
zes stemmingen den heer Horace Greeley, directeur van
the New-York Tribune, candidaat gesteld voor de aan
staande presidents-verkiezing. Aan den gouverneur van
Missouriden heer Gratz Brown, viel de candidatuur voor
het vice-presidentschap ten deel.
Belgische hrieven.
Brussel, 5 Mei.
De kamer zal in den loop van deze week uiteengaan.
Zoodra het wetsontwerp tot verlenging van het privi
legie der bank voor den tijd van 30 jaren aangenomen is
zullen de afgevaardigden naar huis, dat wil zeggen
naar hunne kiezersvertrekken.
Het is waarlijk tijd, want van alle kanten neemt de
kiesbeweging toe. Ongelukkig worden, hoe meer de tijd
der beslissing nadertde geringe kansen der liberalen met
den dag minder. Niet alleen hebben zij reeds nu volstrekt
geen uitzicht op eene algemeene overwinning bij de
stembus, maar zelfs zijn zij er volstrekt niet zoo zeker
van, dat onder de nederlagen, welke hun tegenstan
ders hun bereiden, ook niet de namen van West-Vlaan
deren en Luxemburg, ja zelfs van de hoofdstad Brussel
wel dra genoemd zullen worden.
De vermoedelijke uitkomsten zijn zelfs van dien aard,
dat men zich in hooge kringen een weinig bezorgd
maakt over de gevolgen eener te machtige meerderheid,
waarover de clericalen volgens alle waarschijnlijkheid
na de drie aanstaande verkiezingen zullen kunnen be
schikken.
Voor eenige dagen had bij gelegenheid van een diner
aan het hof een opmerkenswaardig onderhoud plaats.
Een der hoogwaardigheidsbekleedersdie bovendien op
zeer vertrouwelijken en intiemen voet met den koning
staatnaderde een van de schepenen van Brusselplaatste
zich met hem in een der vensternissen en vroeg hem
op den man af:
„Wat denkt gij wel van de verkiezingen te
Brussel?"
De Brusselsche vertegenwoordiger was verrast en
antwoordde glimlachend
„Indien uwe vraag niets anders is dan een der
gebruikelijke wijzen om een gesprek aan te knoopen,
dan antwoord ik natuuilijk dat ik er mij noch goed
noch kwaad van voorstel. Maar wanneer gij mij uwe
meening daaromtrent te kennen wilt geven, dan zal ik
u ook onbewinpeld de mijne zeggen."
Soit
„Ik geloof," zeide de Brusselsche wethouder, „dat
het, niet te veel van de kracht van alle nuaneeeringen
der liberale partij gevergd zou zijn, wanneer zij de
nederlaag tenminste in de hoofdstad verhoedde."
„Ik ben dit volkomen met u eens, en ronduit ge
zegd," voegde er de minister van het huis des konings
bij(want de hooge ambtenaar van wien ik sprak was
niemand anders dan hij) „het is ook niet zeer wensche-
lijlc dat de clericalen zelfs te Brussel overwinnen. Er
is meer nog. Het zal u misschien zeer verwonderen,
wanneer ik u zeg dat "het ministerie-Malou-de Tbeux
zelf angstvallig voor de gevolgeu eener al te schitte
rende overwinning is. De heer Jules Malou heeft een
krachtige en indrukwekkende minderheid noodig om
niet door de hartstochten der rechterzijde medegesleept
te worden. Reeds wordt er in de clericale kringen
gemord, en verwijt men den heer J.ules Malou, dat hij
zich te minzaam en te voorkomend tegenover de linker
zijde gedraagt. Vooral de jonge rechterzijde is zeer
slecht over den minister* van financiën te spreken,
en zint en peinst reeds op middelen om hem zijne
weifelende houding betaald te zetten en hinderpalen
aan zijne plannen in den weg te stellen. Voeg daarbij
de ontboezemingen der leden van het vorige kabinet,
die letterlijk hunne portefeuilles beweenen, en gij zult
in mijn gezegde kunnen verklaren. In éen woord, de
heer Jules Maloueen scherpzinnig man, van wien de
Duitschers zouden zeggen: der kort das Gras tcachsen
is zeer bang voor de overwinning. Hij vreest dat de
oogst te schoon en te overvloedig zal zijn."
Óver het gelijktijdige verblijf van koning Leopold II
en keizerin Augusta van Duitschland te Londen
verdiept de politieke wereld zich, vooral in het buiten
land in allerlei gissingen. De een spreekt van een
aanstaande abdicatie van koningin Victoria, de ander
weder zegt dat de tegenwoordigheid van den Belgischen
koning te Londen ten doel heeft, om de houding en
het lot van België te bespreken voor het geval van
nieuwe verwikkelingen in Europa.
Ik schat die geruchten niet hooger dan ze waard zijn
en zou niet gaarne in den ecnen of anderen zin willen be
slissen. Het eenige wat ik met zekerheid kan zeggen
is dat het voornemen tot de reis des konings reeds
sedert langen tijd bestond.
Gij hebt gezien dat de Brusselsche gemeenteraad zich
met liet denkbeeld vereenigd heeft om bij gelegenheid
van den 21«i> Juli, den gedenkdag van de inhuldiging
van Leopold 1 en den openingsdag der kermis te Brus
sel, een internationaal Nederlandsch-Belgisch feest te
doen plaats hebben. Echter is nog geen feestplan defe-
nitief vastgesteld. Men zit eenigszins verlegen met de
quaestiehoe en waar men de talrijke Nederlandsche
genoodigden moet huisvesten.
De jaarlijksche tentoonstelling van aquarellen is lieden
geopend en wordt dit jaar in het oude paleis van den
prins van Oranje gehouden, hetwelk in afwachting van
liet definitieve paleis voor schoone kunsten in een
museum herschapen is.
Ik vind er al uwe landgenooten terug die gewoon
lijk op deze tentoonstellingen schitteren. De heeren
Israëls, Bosboom, Roelofs en anderen handhaven hun
ouden roem, maar de palm der overwinning komt dit
jaar aan de Italianen, vooral aan den heer Ricciardi, en
aan de Belgische schilders toewaaronder eenigenzoo
als de heeren Wouters en Herrmans, ontzaglijke vor
deringen in deze schoone en elegante kunst gemaakt
hebben.
Met welbehagen beweegt men zich onder deze heer
lijke zaken. Men ademt weder vrij in deze omgeving,
want waarlijk de politiek is niet zoo opwekkend, dat
men niet van tijd tot tijd die eens afschudden en een blik
werpen wil op het meer vredelievende gebied der schoone
kunsten en wetenschappen.
3rctijöingen.
Eergisteren is te Skutskar gearriveerd het. barkschip
Noordster, gezagvoerder B. II. Andreassen. Alles wel
aan boord.
Gisteren is te Swinemunde aangekomen het bark
schip Riga, gezagvoerder C. Tobiassen. Schip en equi
page in goeden staat.
Nog kwam gisteren te Sundsval aan het barkschip
Walcheren, gezagvoerder M. Th. Larsen. Schip en equi
page in goede staat.
C)anüel$bmc!)tm.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Amsterdam 6 Mei 1872.
Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld 2* pet. 56*
♦dito dito dito .3 67-,V
♦dito dito dito 4 89*
♦Aand. Handelmaatschappij 4*
dito exploitatie Ned. staatssp.121
België. ♦Certificaten bij Rothschild 2* 60
Frankrijk, inschrijvingen3 51*
♦dito5
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 97*
*Certific. adm. Hamburg 5
♦dito Hope C°. 18556« serie 5 84*
*Cert. 1000 1864 5 96*
*dito f 1000 18665 „96*
♦Loten 18665 „246
♦Oblig. Hope C°. Leeniug 1860 4* 88*
♦Certific. dito4
inscript.Stieglitz&C°.2<!a4cL. 4
♦Obligatiën 186769 4 75 iV
♦Certificaten6 „47
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 232*
♦Oblig. dito4
Obl. spoorweg Poti-Tifiis5 91*
dito dito Jelez Orel5 „91*
dito dito Charkow Azow. 5 91-^j-
Polen. ♦Schatkistobligatiën 4 73*
Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan./Juli. 5 62*
♦dito dito April/Oct. 5 63
♦dito in papier Mei/Nov. 5 57-^
♦dito dito Febr./Aug. 5
Italië. Leening 18615 64*
Spanje. ♦Obligatiën.Buitenl. 186770. 3 29*
dito 18713 „29*
dito Binnenlaudsche 3 24*
Portugal. ♦Obl. 1856—62 3 39^
♦dito 1867—69 3 39$
Turkije. dito (binnenl.)5 „51*
Egypte. Obl. 1868 7 „86
Amerika. ♦Obl. VereenigdeStaten(1874) 5
♦dito dito dito (1904) 5
♦dito dito dito (1882) 6 97*
♦dito dito dito (1885) 6 98*
♦Obl. Illinois7
♦dito dito Redemtion6
Obl.Atl.Gr. W. Spw. Ohiosec. (7p) 80*
dito dito geconsolideerde .7
dito dito debentures. 8
Obl. St. Paul &Pac. Spw. D sec. 7
dito dito dito 2csec. 7 75
dito dito 1869 dito 7 75*
Brazilië. ♦Obl. 18634* *S5[
♦dito 1865 5 „95
Mexico. dito 18513
Grenada. dito afgestempeld 6 18*
Vcnezuela. dito3 10*
Ecuador. dito1
Prijzen van coupons.
Amsterdam, 4 Mei. Metall. f 22.05: Dito zil
ver f 24.45; Dito Eng. per f 11.92*; Eng. Russen
per Eng. Portugal per 11.92*; Fransche
56*. Belg. f 56*Pruis. /35*; Hamb. Russen 31*:
Russen in Z. R. 31*; Pools. inFl. Napelsche
Spaansche Piasters f Spaansche in Frcs.
f Amerikaansche Dollars f 2.41Papier f 2.14.