Ouitmlcmix I wet terug te nemenals do minister niet had gewenscht een eersten stap te doen op den weg van financieele hervorming; en daarvoor verdiende hij hulde. Juist deze wet, die ieder ingezetene naar zijn vermogen zou doen betalen, was de meest gewenschte, ook al waren aan de income-tax bezwaren verbonden, die echter iedere belasting en het patent vooral aankleven. Toch waren zij niet in alle opzichten met de wet ingenomen. Zij hadden gaarne gezien dat de opbrengst van grondbezit niet onder het bereik dezer wet ware gevallen en dat liever het kadaster aan een herziening ware onderwor pen. De patentbelasting was in hun oog niet te ver beteren en moest dus worden afgeschaft, maar met de opheffing der accijnsen, die slechts in 't voordeel dei- meer gegoeden zou zijn, kon men nog wel wachten, en om nu den druk van de middelklasse weg te nemen moest men de inkomstenbelasting vooreerst althans tot of 1 pet. bepalen. De heeren ïdzerda en Smidt vereenigden zich hoofd zakelijk met dit betoog: beiden stelden zij de voordeelen der inkomstenbelasting in het licht en noemden haar een daad van rechtvaardigheid, die nu of later moest wor den verricht. Laatstgenoemde zag er bovendien een mid del in om tot census-herziening te komen. Hij gaf in den loop zijner rede nog te kennen dat hij naast de inkomsten belasting nog een verteringsbelasting zou verlangen en voerde eenige bezwaren aan, die voor hem in de wet waren gelegen. Om deze weg te nemen zou hij eenige amendementen voorstellen. Het amendement-Bredius keurde hij nu reeds af. Ook de heer ïdzerda ontwikkelde eenige bezwaren: 1° moest de landbouw worden vrijge steld; 2° moesten ook de zedelijke lichamen betalen; 3° dienden inkomsten uit arbeid tot ƒ2500 vrijgesteld te worden voor de helft, en 4° was de classificatie onjuist. Al deze sprekers gaven echter te kennen dat, al werden hunne bezwaren niet opgelost, zij toch, om het goede beginsel, de wet zouden aannemen. De heeren van Naamen en van Wasscnaer Catwijck konden dit niet doen. De eerste zag in deze wel geen politieke, maar een zuiver economische quaestie; een zaak die geen aanleiding tot een kabinets- of porte- feuille-quaestie behoefde te geven. liet was de vraag of de ter afschaffing voorgestelde belastingen beter zijn dan de nieuwe voorgedragene. En nu meende hij 1° zoowel als het kadaster, kon men ook het patent herzien en verbeterenen de accijnsen behouden of af schaffen zoo men wilde. Maar wat men ook deed nimmer behoorde de inkomstenbelasting ingevoerd te wordendie gelijk hij zeer breedvoerig betoogde onbillijk, onzedelijk en moeilijk uit te voeren was; tie opbrengst was onzeker en dan was de geheele „hervor ming" gewaagd, en bracht de belasting 8 millioen op, dan was dit te veel, dan zou zij drukkend zijn voor de ingezetenen. Het hoofdbetoog van den laatsten spreker kwam hierop neder, dat het in 't vrije Nederland niet aanging den sluier van het familieleven op te heffen, door het bekendmaken van ieders vermogen; het successierecht in de rechte linie was daarom alleen steeds bestreden. En wat zou men nu tevens doen? men zou alle belem meringen voor huizen van ontucht, voor herbergen en kroegen wegnemen door de opheffing van 't patent. Hij had geen bezwaar tegen de inkomstenbelasting als ge meenteheffing zonder inquisitoriale maatregelen maar wel als rijksbelasting. In den loop der zitting zijn de stukken betreffende de opiumpacht van den minister van koloniën ingeko men en commissoriaal in handen gesteld van de heeren van de Putte, Mirandolle, van Nispen, s'Jacob en Gevers. Een aantal amendementen op het ontwerp betrekke lijk de inkomstenbelasting zijn weder rondgedeeld en wel: 1° door den heer van Del den voorgedragen, strek kende om geen belasting te heffen van het inkomen dat krachtens recht van bezit of eenig ander zakelijk recht waarop de verplichting tot betaling van grondbe lasting rust, getrokken wordt uit hier te lande gelegen onroerende goederen; 2° door den heer Smidt, die een aantal wijzigingen voorstelt, hoofdzakelijk strekkende om ook de zedelijke lichamen onder de belastingplich tigen op te nemen en verder een anderen maatstaf voor den grondslag der heffing te bepalen. In de zitting van heden gaf de heer Bergsma als zijne meening te kennendat eene hervorming van het be lastingstelsel noodzakelijk was en dat de inkomsten belasting daarvan het fundament moet worden. Het tijdstip tot invoering van zoodanige belasting achtte hij uiterst gunstig. De heer van Houten was van oordeel dat eene inkom stenbelasting op Engelsche wijze de verkieselijkste zou zijn; hij zou evenwel het stelsel van den minister aan nemen ter wille van het beginsel. Het votum over dit wetsontwerp zou echter, volgens hem, niet uitsluitend een economisch, maar ook een politieke beteekenis hebben, daar door de voorgestelde wet uitvoering zou worden gegeven aan de grondwettige denkbeelden van 1848 omtrent de verdeeling der staatslasten. Door eene ver werping zou worden bewezendat in de eerste plaats eene herziening van de kieswet noodzakelijk nas en dat daarop eene herziening der belastingen moest volgen. Hoewel de heer Dumbar voor het beginsel van het wetsontwerp was, had hij echter talrijke bezwaren, die door de aanneming van amendementen gedeeltelijk uit den weg zouden kunnen geruimd worden. Hij zou voor artikel 1 stemmen, doch wilde niet, dat men daaruit de gevolgtrekking zou afleiden, dat hij voor de aanneming yan het geheele wetsontwerp zou stemmen. De heeren van der Maesen de Sombreff en Pijls waren •niet tegen het beginsel der income-tax. De eerste was .ook voor de afschaffing der accijnsen en meende dat het tijdstip daartoe gunstig was. Beiden zouden even wel tegen het voorgestelde wetsontwerp stemmen, om de talrijke bezwaren die het voor hen opleverde en die door amendementen niet konden worden overwonnen. Morgen zal de minster van financiën het woord voeren. Het eindverslag is door de commissie van rapporteurs uitgebracht over het wetsontwerp tot wijziging der In dische tarievenzoodat de wetsvoordracht thans rijp is voor de openbare behandeling. %nöd$bmcl)tm. GRAANMARKTEN ENZ. Oostburg, 24 April. Bij ruimen aanvoer van granen bestond heden levendige vraag voor tarwe, terwijl ook poardenboonen en haver gemakkelijk waren te koopen. Voor eerstgenoemd artikel werden hooger prijzen be dongen. De beide anderen in éen doen, doch te hoog gehouden. Zomergerst met veel koopers tot iets lager prijzen. Rogge, wintergersterwten en kanariezaad zonder andere vraag dan tot dadelijk verbruik en meest zeer hoog gehouden. De betaalde prijzen waren: voor tarwe 12, 11.50, 11 a 10.50; rogge 7.25 a 7; wintergerst /"Ga/ 5.50; zomergerst 4.60, 4.50 a 4.25; haver f 3.50, 3.25, ƒ3, f2.15 paardenboonen ƒ6.25, ƒ6 a 5.50; erwten 7aƒ6.50; kanariezaad 7.50 a 7, of 10 cent per kilo. Middelburg, 25 April. Puike jarige Walchersche tarwe 12 nominaal, dito nieuwe 12.25; dito nieuwe Zeeuwsche is van 11.75 a 12.15 naar deugd ver kocht; rogge ƒ8; puike Walchersche zomergerst 5; 'Zeeuwsche dito bracht 4.65 op; harde Walchersche witteboonen 10mindere soorten 8 a ƒ9; puike harde dito bruinebooncn 13dito paardenboonen 6.40 a 6.50, vele houders hielden op 6.75 vast; dito groene kookerwten 7.50; dito zomerzaad 11; raap olie 43.50patentolie 45.50lijnolie 40 per vat op zes weken, a contant 1 lager; harde lijnkoeken 13.50 per 104 stuks; zachte dito 15.50per 104stuks; harde raapkoeken 95 per 1040 stuks. gemiddelde marktprijzen. Aardappelen 3 a ƒ3.50 per hectoliter. Yersclie boter 0.85 a 0.95 per kilogram. PRIJZEN VAN EFFECTEN. Amsterdam 25 April 1872. Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2$ pet. 56$ *dito dito dito 3 67-iV *dito dito dito 4 884 *Aand. Handelmaatschappij 4$ 138$ *dito exploitatie Ned. staatssp.122 België. Certificaten bij Rothschild 2$ Frankrijk. *Inschrijvingen3 52$ *dito5 Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 „98 *Certific. adra. Hamburg 5 71-$ *ditoHope& O. 1855, 6« serie 5 84$ *Cert. 1000 1864 5 96^ *dito 1000 18665 96$ Toten 18665 246$ *Oblig. Hope C°. Leening 1860 4$ 89 *Certific. dito4 *Inscript. Stieglitz C°. 2« a4e L. 4 73$ *Obligatiën 186769 4 74}$ *Certificaten6 „47 *Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 232 *Oblig. dito4 Obl. spoorweg Poti-Tiflis5 91$ dito dito Jelez Orel 5 „91 dito dito CharkowAzow. 5 Polen. *Schatkistobligatiën 4 72$ Oostenrijk. *0blig. metall. in zilver Jan./Juli. 5 62$ *dito dito April/Oct. 5 62$ *dito in papier Mei/Nov. 5 56$ *dito dito Febr./Aug. 5 56§ Italië. Leening 18615 „63 Spanje. *Obligatiën.Buitenl. 186770. 3 29? dito 18713 „29; dito Binnenlandsche 3 25-^ Portugal. *Obl. 1856—62 3 *dito 1867—69 3 „39$ Turkije. dito (binnenl.)5 51$ Egypte. Obl. 1868 7 86$ Amerika. *Óbl. Vereenigde Sta ten (1874) 5 95$ *dito dito dito (1904) 5 *dito dito dito (1882) 6 51-fa *dito dito dito (1885) 6 98$ *Obl. Illinois7 *dito dito Redemtion6 Obl. Atl. Gr. W. Spw. Ohiosec. (7p) 79$ dito dito geconsolideerde .7 dito dito debentures. 8 „51 Obl. St. Paul &Pac. Spw. R sec. 7 dito dito dito 2fsec. 7 74-Jtr dito dito 1869 dito 7 Brazilië. *Obl. 1863 4$ *dito 1865 5 „95$ Mexico. dito 18513 Grenada. dito afgestempeld 6 „18^ Venezuela, dito3 9$ Ecuador* dito1 Prijzen van coupons. Amsterdam, 24 April. Metall. 22.25; Dito zil ver 24.40; Dito Eng. per 11.95; Eng. Russen per Eng. Portugal per 11.95; Fransche 56$. Belg. 56$Pruis, 35$Hamb. Russen 31$ Russen in Z. R. 31$Pools, in Fl. Napelsche Spaansche Piasters Spaansche in Frcs. 11.92$; Amei\ ka ansche Dollars 2.41$: Papier 2.16$. ALGEMEEN OVERZICHT. Uit de zittingen der Fransche nationale vergadering van Dinsdag en gisteren is gebleken, dat de moeilijk heden waarmede zij Maandag te kampen had, om de volgorde harer werkzaamheden te bepalenslechts schijn baar uit den weg geruimd waren. Toen de debatten over het regeerings-voorstel betreffende den staatsraad aanvang enzoudendiende de heer Target een tegen voorstel in, dat het renvooi van het ontwerp naar de commissie noodzakelijk maakte. Na dit wetsontwerp was de militaire wet aan de orde gesteld, doch de kamer, gedachtig aan het verzoek van Thiers en aan de mo gelijke gevolgen eener levendige discussie over dit on derwerp aarzelde de behandeling dezer wet aan te vangen. De heer de Lasteyrie deed het huismiddeltje aan de hand, om de wet in eerste lezing aan te nemen en de discussiën tot de tweede lezing te reserveerende vergadering zou daardoor het tweeledig doel bereiken, dat zij de orde harer werkzaamheden handhaafde en tevens uitvoerige debatten over de nieuwe wet vermeed. Doch daarna herhaalden zich dezelfde moeilijkheden. Aan de orde was de tweede lezing der wet, regelende de benoeming der magistratuur, doch niemand was tierop voorbereid en algemeen verzette men zich derhalve tegen de behandeling. Dit was eveneens het geval met het voorstel-Tolain tot afschaffing der beperkingen van het recht van vereeniging en vergadering, en zoodoende werd de tweede lezing aangevangen van de wet tegen de dronkenschap. Gisteren werd deze aangenomen, en daarna in eerste lezing achtereenvolgens het wetsontwerp tot het instellen eener speciale jury voor drukpersdelic- ten en het voorstel tot teruggave der goederen van de familie Orleans in behandeling genomen. Het Journal officiel bevestigt de benoeming der heeren de Goulard en Teisserenc de Bort tot ministers van financiën en van koophandel en landbouw. Le Temps zegt 0. a. van dezen laatste, dat hij 59 jarenoud, lid van het rechtercentrum en oud-ingenieur is, die vóór 1848 met vele belangrijke zendingen in Engeland en Duitsch- land ten opzichte van openbare werken, en landbouw belast werd. Zijne benoeming schijnt hij echter voor namelijk te danken te hebben aan zijn uitvoerige rede voering tegen de voorgestelde inkomstenbelasting. Het aangekondigde debat over het voorstel-Fawcett heeft om de een of andere reden Dinsdag avond in het lagerhuis niet plaats gehad. Gisteren heeft de voor steller daarom op de bepaling van den dag aangedrongen, waarop zijn wetsontwerp in comité afgedaan zal worden. De lieer Gladstone volhardde bij het voornemen, om aan het bewuste voorstel de kabinets-quaestie te ver binden, doch beschouwde het voorstel uit zich zelf niet als een direct votum van wantrouwen, zoodat een overhaaste behandeling hem geenszins zoo noodzakelijk voorkwam. De regeering echter kon den dag der be handeling niet bepalen, maar meende ook hare ziens wijze te moeten kenbaar maken. De heer Fawcett gaf in antwoord daarop zijn voornemen te kennenom heden de bepaling van den dag aan het lagerhuis te vragen, wanneer eene transactie tusschen de regeering en hem niet tot stand mocht komen. Een telegram uit Londen meldt, dat de openbaarma king van het besluit der regeering om de aanneming van het voorstel als een votum van wantrouwen te beschouwen, waarschijnlijk ten gevolge zal hebben dat de meerder heid hare stemmen aan haar geven zal. Deze meening staat echter geheel op zich zelve. Men verlieze toch niet uit het oog, dat aan den eenen kant het ministerie vast besloten is, om niet van zijn eenmaal gekozen standpunt te wijken, en aan de andere zijde het wan trouwen der geavanceerden en radicalen in de regeering vooral ten opzichte van onderwijszaken zoo groot is, dat het als zeer waarschijnlijk beschouwd kan worden, dat vele leden van het lagerhuisdie in alle andere za ken het kabinet steundenevenals in de vorige week bij het amendement-Laetham op de ballot-billvoor de stem ming de vergaderzaal verlaten. De aangekondigde vraag van den heer Disraeli, waarvan wij gisteren melding maakten, werd eerst op het einde der zitting van Dinsdag beantwoord. Daar dc heer Disraeli afwezig was, werd zij door den heer Hardy herhaald. De minister Gladstone antwoordde, dat de gedragslijn der Engelsche regecring eerst be paald kon worden na de ontvangst van het Amerikaan- sche antwoordhetwelk de regeering tegen Maandag tegemoet zag. De Amerikaansche bladen blijven op intrekking der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2