F 99.
MIDDELBURGSCHE
Vrijdag
1872.
COURANT.
26 April.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.franco is f 3.50.
Middelburg 25 April.
EEN POLITIEK KRANSJE.
Wij hebben niet medegeraden naar het raadseltje dat
in de vorige week de rondte deed in de Ned'erlandsche
pers, waarbij men elkander onophoudelijk vroeg of
dan toch nu het nieuwe centrum in onze tweede kamer
was tot stand gekomen'? en waarbij nu eens Jan, dan
weder Piet en later weêr Klaas gesommeerd werd om
te zeggen wat hij nu eigenlijk van dat bericht dacht,
of althans wat hij er van geliefde te zeggen. Wij heb
ben aan dit gezelschapsspelletje, dat de parlementaire
vaeantie scheen te moeten opvroolijkenniet meegedaan,
omdat wij het geheele bericht ntatrbelangrijk genoeg
achtten voor zooveel geschrijf enafgescheiitïïn daarvan,
zoo er werkelijk een ultramontaansche kring door de
tweede-kamerleden uit Noord-Brabant en Limburg is op
gericht, het ons al heel weinig gewichtig voorkomt wat
het Dagblad van 'sGravenhage of de Tijd, wat de
Courier de la Meuse of de Standaard daarvan zeggen.
Alle afgevaardigden uit Limburg en Noord-Brabant
op éene enkele uitzondering na, den heer van der
Maesen de Sombreff hebben (zoo heette 't) eene club
gevormdwaarin de verschillende onderwerpenvoor
dat zij in de tweede kamer zullen ter sprake komen,
worden besproken men zal er afspreken hoe men stom
men zal, en de leden zijn gehouden zich in de kamer
zelve aan de uitspraken dier vergadering te onderwer
pen. Er was ook een bestuur benoemdwaarschijnlijk
om aan die uitspraken klem te kunnen bijzetten, dat
door de heeren ïïeydenrijckde Willebois en door nog
een derde dier heeren, wiens naam ons op het oogen-
blik niet te binnen komt, zou'wórden gevormd. Zie
daar het bericht, waarover de Nederlandsche pers 'tzich
zoo moeilijk maakte.
Nu wiiieu wij vragen, wat er dan in vredesnaam toch
opmerkenswaardigs in dit feit te vinden is? Hier zijn
een twaalf, vijftien leden van de kamer, die zich
blindelings onderwerpen aan een van buitenaf bun opge
legd programma, en tot onderhoud en oefening hunner
binnen de wanden der tweede kamer te bétoonen ge
hoorzaamheidzich vereenigen tot een kringetje, waar
hun gedragslijn tegenover iedere quaestie in liet parle
ment zal worden bepaald. Wij achten die handeling
zoowel in het algemeen als in 't bijzonder van de be
doelde heeren zeer natuurlijk. Wanneer iets in het
bericht ons daarentegen verwonderen kon, dan zou het
zijn dat er nog eene uitzondering al was 't dan maar
éen enkele onder de vertegenwoordigers van Noord-
Brabant en Limburg te vinden was, die zich aan het
kransje onttrok, en dat de leden van dat kransje
onderling zouden bepalen in welken zin zij in de
kamer stemmen móesten, en dus niet bij liooge waar
digheidsbekleders in eene andere dan de politieke
wereld het wachtwoord moesten halenmaar wel
licht móeten wij dit gedeelte van het nieuwtje cum
grano satis aannemen.
Maar wij hebben hier met iets anders te doen dan
met eene aansluiting van eensdenkenden in de politiek,
met eene natuurlijke en verstandige toepassing van het
beginsel dat zoo eenheid van beginselen macht geeft,
eenheid van werking kracht uitoefent, dat wel het
grondbeginsel van iedere politieke richting behoorde
te zijn, en maar al te dikwijls door politieke partijen
uit het oog wordt verloren.
G-roote en gewichtige gevolgen verwachten wij echter
van het nieuwe kransje niet. Al moge er een vaster
gevestigde eenheid onder de leden der ultramontaan
sche partij naar buiten het gevolg van zijn, al moge
bet gestrekt hebben om éen afgevaardigde uit Limburg
die tot nogtoe zicb de weelde van liberale uiterlijk
heden bij ultramontaansche beginselen bleef veroorloven
en daardoor alle voordeelen genoot van het bakken met
twee pannen, tot volledige onderwerping te dwingen
de wezenlijke invloed der ultramontaansche partij in ons
parlement zal er niet door winnen. Trouwens die in
vloed is op het oogenblik reeds groot genoeg. Een
vast aangesloten minderheid van vijftien leden, volko
men éen in zienswijze en stemming, door onverbidde
lijke bevelen van buitenaf als een machinerie in bewe
ging gebracht, moet wel machtig zijn in eene kamer
zóo gedemoraliseerd als onze tweede kamer tegenwoor
dig is, met eene liberale meerderheid die in zich zelve
verdeeld en van alle begrip van partij-discipline ver
vreemd is gewordenen waarin een radeloos groepje
ultra-conservatieven met zenuwachtige haast bereid ge
vonden wordt tot elke medewerking met elke partij
wanneer het er maar geheel of voor een gedeelte het
verspeeld gezag door kan terugkoopen. In gewichtige
quaestiën zullen dan ook de ultramontanen den doorslag
blijven gevenzooals ze voor jaren reeds dedenwant
ieder ministerie zal moeten rekenen met hunne eisclien, zoo
als het ministerie van 1863 toonde door het wetsontwerp
betreffende de goederen van St. Agatha en dat van 1867
door het wetsontwerp tot wijziging der onderwijswet.
Die invloed wordt door de ultramontaansche leiders
begrepen: vandaar dat zij aan hunne vijftien getrouwen
in het parlement gelast hebben het bedoelde kransje
op te zetten, en het den pretentieusen maar inderdaad
maar al te gegrönden naam te geven van een centrum
waarbij zich anderen zouden kunnen aansluiten. De
goed-conservatieve oud-ministers en de moedige geavan
ceerd liberalen zullen dus krachtens de nieuwe organi
satie a la remorque mogen gaan der heeren Haffmans
en Arnoldts, van Nispen en zoon, Bergmann en Pijls!
Wanneer wij nog eenige hoop hadden op verbetering-
van het in de kamer heerscliend malaisewanneer wij
niet overtuigd waren dat met het tegenwoordige ge
slacht der liberalen geen zee te bezeilen is vóórdat zij
door een geduchte nederlaag uit de sferen der hemel-
hooge politiek op het terrein der praetijk en tactiek
zullen zijn nedergeploft, dan zouden wij ónze 'geestver
wanten in het parlement aanmoedigen om het voorbeeld
der ultramontaansche vijftienen te volgen. De politiek
van zelfverdeeling moet onvermijdelijk leiden tot onder
gang, zoodra zij geplaatst is tegenover een vastaange-
sloten minderheid die weet wat zij wil, haar programma
met consequentie ten uitvoer legt en maar al te geree-
den steun vindt bij enkele ontevredenen of eerzuchtigen.
De liberalen in ons parlement hebben de kracht van
aansluiting en beginselvastheid van 1830 tot 1860 hier te
lande tot hun eigen voordeel ondervonden; thans scliij
nen zij zich ten doel te stellen die opgedane onder
vinding tot eigen schade door de tegenproef bevestigd
te zien.
Tegenover zoodanige politiek mag het liberaal gedeelte
der natie echter niet zwijgen het behoort op te merken
en openlijk te erkennen dat de belangen van het libe
ralisme door die houding op het spel worden gezet, dat
cle gevaarlijkste vijanden van vrijheid en vaderland er
door gebaat en gediend worden.
Een scherp contrast met de verdeeldheid en oneenig-
heid van onze liberale meerderheid in 't parlement levert
het dezer dagen te Zurich uitgevaardigd manifest der
werklieden-vereenigingenwaarin zij de goedkeuring
der nieuwe constitutie aan het Zwitsersche volk aan
raden, omdat die constitutie groote liberale beginselen
huldigt en dat „de algemeene politieke toestand en de
strijd tegen het ultramontanisme in Zwitserland dever-
eeniging en samenwerking van alle elementen van voor
uitgang dringend vereischt, zoodat ware vaderlands
liefde aanneming der constitutie gebiedt."
Ziedaar een verstandig, oprecht en krachtig woord,
waarin 'eene practische politiek ligt opgeslotendie voor
de maatschappij oneindig meer waarde heeft dan dere-
deneeringen van haute politiquedie in Nederland aan de
orde zijn.
De Staats-courant van heden bevat de wetten van
den 12e" dezer, houdende bedreiging van straf tegen
de vernieling en de onbruikbaarmaking van schepenen
andere vaartuigen door andere dan de in artt. 434 en
435 van het wetboek van strafrecht genoemde midde
len; tot vervanging van de artt. 414, 415 en 416 van
het wetboek van strafrecht door andere bepalingen, en
tot wijziging van hoofdstuk VIII der staatsbëgrooting
voor het dienstjaar 1871.
Bij beschikking van den minister van binnenland-
sche zaken ismet ingang van 1 Mei a.bevorderd tot
opzichter van den waterstaat 3" klasse C. J. E. la Fon-
tijn, tbaus opzichter 40 klasse, en benoemd, na 'voor
afgaand vergelijkend, onderzoek, tot opzichter van den
waterstaat 4e klasse de lieer D. L. A. van de Kreke.
Van 10 tot 13 dezer hebben aan het departement
van buitenlandsche zaken te 'sGravenhage de examens
plaats gehad ter verkrijging van het radicaal voor
den rang van secretaris van legatie. Tot die examens
werden toegelaten de attaché's van legatie M. Ro-
chussen, jonkheer mr. D. A. W. van Tets en jonk
heer mr. G. W. P. F. Gericke van Herwijnen. Deze
drie c-andidaten hebben allen voldoende blijken van
bekwaamheid gegeven.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
ridderorden. Vergunning verleend aan jonkheer
mr. E. W. F. Wttewaall van Stoetwegensecretaris van
legatie te St. Petersburg, tot het aannemen en dragen
der versierselen van kommandeur der orden van Chris
tus en Medjidié, hem geschonken door hunne majes
teiten den koning van Portugal en den sultan van
Turkije.
muntwezen. Benoemd tot controleur bij 's rijks
munt J. C. van Eel de, thans commies bij 's rijks munt,
uit welke betrekking hem eervol ontslag wordt ver
leend.
belastingen. Eervol ontslag verleend, op verzoek,
aan J. W. F. baron van Brakell Doorwerth, uit zijne
betrekking van ontvanger der directe belastingen eu
accijnsen te Veenendaal (Geldérseh).
Opgeheven het ontvangkantoor der directe belastin
gen en accijnsen gevestigd te Veenendaal (Geldersch),
bevattende.de kadastrale gemeente van dien naam; de
kadastrale gemeente Veenendaal (Geldersch) gevoegd
bij het ontvangkantoor der directe belastingen en accijn
sen, gevestigd te Ede, onder voortdurend beheer van
den tegenwoordigen titularis W. H. D. Broers.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen eu
accijnsen te Witmarsum c. a. A. M. van Kessel, thans
ontvanger derzelfde middelen te Meerkerk; tot ontvan
ger der directe belastingen en accijnsen te Zwijndrechte. a.,
jonkheer G. van Haeften, thans ontvanger derzelfde
middelen te Assen c. a.
hypotheken. Benoemd tot bewaarder van de hypo
theken het kadaster en de scheepsbewijzen en ontvan
ger der registratie en domeinen te Deventer J. M. Smits,
thans ontvanger der registratie en domeinen te Oudenbosch
consulaten. Benoemd tot Nederlandsch consul te
Port-Louis, voor het eiland Mauritius, E. C. M. Ooms.
KERKNIEUWS.
Het provinciaal kerkbestuur in Zeeland heeft gisteren
geëxamineerd en als candidaten voor den predikdienst
toegelaten de heeren: B. van Schelve, van Gent;W. P.
van Lindonk, van Amsterdam: en C. L. Laan, van
Utrecht.
MARINE EN LEGER.
De scheepsklerk W. van der Meer, dienende aan
boord van Zr. M». ra dei-stoomboot Valk, wordt met
den laatsten dezer op nonactiviteit gesteld en met den
1CD Mei daaraanvolgende vervangen door den scheeps
klerk M. J. Rambonnet, terwijl met laatstgemelden
datum de scheepsklerk H. A. Engeringh geplaatst
wordt aan boord van Zr. M«. wachtschip te Willemsoord.
De adelborsten lf klasse H. van der Sande,
J. A. H. Beck en B. J. G. Volck worden met den
6«d Mei a. geplaatst aan boord van Zr. M>. wachtschip
te Willemsoord. {Staats-cour.)
KOLONIËN.
De Staats-courant van heden bevat de volgende mede-
deeling
„Nadere berichten, van Elmina ontvangen en loopende