MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 98.
Dinsdag
1872.
23 April.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Faascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/xn., franco is f 3.50.
Middelburg '22 April.
De gemeenteraad alhier zal op "Woensdag a., des na
middags te half twee uur, een openbare zitting houden
ter behandeling dor volgende zaken: missive gedepu
teerde staten, goedkeuring raadsbaej uitenuitloting aan
deden geconverteerde schuldvoorstel burgemeester en
wethouders: a supplctoire gemeente begrooting 1871,
b vervulling vacature onderwijzeres in de handwerken
op school 13, cu c wijziging staat van buitengewone ge
meentewerken, demping der Zoutegu: Ton.
Wij ontvingen beden een afdruk van liet jl. Woens
dag door den gemeenteraad van Middelburg vastgesteld
en toen door ons in hoofdzaak medegedeelde adres aan
den minister van staat en van binnenlandsche zaken,
betreffende den aanleg van een nieuwe staatsspoorweg-
lijn RoosendaalBredaZwaluwe, in de richting van
Terheijde. Dit adres is onderteekend door de voorzitters
en. secretarissen der gemeenteraden van Middelburg,
Does, Vlissingeu, Arncmuiden, Bergen op Zoom, Zie-
rikzee, Veerc en Tliolcn.
Het hoofdbestuur dor Maatschappij tot bevordering
van landbouw en veeteelt in Zeeland heeft een adres
aan den minister van staat en van binnenlandsche zaken
gericht, waarin het zijne groote ingenomenheid te
kennen geeft mot het door verschil lende gemeenteraden
genomen initiatief door het zenden van een adres tot
verkrijging eener werkelijke opheffing van het isole
ment, waarin Zeeland, trots alles wat de regeering tot
dusver voor dit gewest tot stand bracht, nog steeds
verkeert, en voortdurend zal blijven vorkeéren zoolang
eene buitenlandsche maatschappij de macht, bezit en uit
oefent, om de aansluiting der Zeetiwsche spoorwcglijn
aan het Europeesche net te belemmeren en tegen te
werken. Dat de Maatschappij Grand central beige die
macht bezit en in ruime mate aanwendt kan, zegt. het
hoofdbestuur, den minister wel niet onbekend zijn
waar de feiten sinds lang- publiek besproken en veroor
deeld werden, maar is dan ook eene reden voor ieder
wien Zeeland's toekomst ter harte gaat, om er bij den
minister met ernst op aan te dringen dat aan die Maat
schappij door de voorgestelde lijn ZevenbergenZwa
luwe althans niet het wapen in handen worde gegeven,
waardoor het doel van den Zeeuwschen spoorweg voor
altijd illusoir zal worden gemaakt.
Het hoofdbestuur herinnert den minister op hoe grooten
prijs 's ministers krachtige handelingen in zake den
Zeeuwschen spoorweg ook door den landbouw dezer pro
vincie steeds gesteld werden, en dat de handel in de
voortbrengselen zoowel van akker als veestapel van de
spoorwegverbinding nieuw leven verwacht, maar tevens
dat, zal het vertrouwen niet, worden beschaamd, die
verbinding geen fictie, maar werkelijkheid behoort te
zijn. Die werkelijkheid zal, volgens de overtuiging
van het hoofdbestuur, verkregen worden indien de
minister een gunstig gehoor verleent aan het ver
zoek, gedaan in het bedoelde adres der gemeenteraden,
waaraan het hoofdbestuur dan ook zijne volkomen
adhaesie schenkt., van welke adhaesie het door de
toezending van zijn adres aan den minister doet blijken.
Men schrijft ons uit den Ilaag van 21 dezer:
„Algemeen is men hier zeer benieuwd naar de be
raadslagingen over de inkomstenbelasting, 't geldt hier
minder wat de tweede kamer besluiten dan wel wat ze
zeggen zal. Dat de wet „er niet door zal gaan" is ieders
verwachting, vooral op grond der bekende voorliefde
van vele liberalen voor den landbouwenden stand.
„Alle praatjes over heimelijke tegenwerking die het
wetsontwerp van de zijde van den heer Thorbecke on
dervindt, die dcor onze nationale „fantasten der politiek"
worden uitgezonden naar alle oorden des lands, zijn
volkomen onjuist. Al moge hij misschien aanvankelijk
jegens het wetsontwerp niet gunstig gestemd zijn ge
weest, thans is de president-minister een voorstander
van de voorgedragen herziening van het belastingstelsel.
Zijn stellig voornemen, voor een paar dagen nog uitdruk
kelijk door hem te kennen gegeven, was in de kamer
te verschijnen om het ontwerp mede te verdedigenik
vrees echter dat de geneeskundige faculteit dat niet zal
toelaten. Van diezelfde faculteit, gaat trouwens een aan
houdende aandrang uit, dat de heer Thorbecke zich
geheel uit de politiek zal terugtrekken. Of die raad
zuiver geneeskundig, dan wel van medisch-politischen
aard is? ziedaar wat moeilijk is uit te maken, al doen
sommige omstandigheden twijfel ontstaan. De heer
Thorbecke zelf schijnt het advies niet als zuiver en uit
sluitend medisch aan te zien; hij bereidt zich althans
I allerminst op den aftocht voormaar is daarentegen zeer
j druk bezig met de zaak van het hooger onderwijs, die
hij in alle bescheidenheid gezegd reeds voor een
jaar en drie maanden, daags na zijne optreding als
minister, had behooren ter hand te nemen.
„Maar om op de inkomstenbelasting, met éen enkel
woord maar, want ook uwe lezers hebben daarover reeds
heel wat te slikken gehad zoowel van mij als van u,
terug te komen, velen verwondert, het dat er in den
Haag zelf zooveel apathie omtrent het wetsvoorstel
wordt aangetroffen. Toen de gemeentc-accijnsen ter af
schaffing werden voorgedragen, gingen hier monsterpe
titiën rond, die druk geteekend werden, schoon weinigen
der onderteekenaars de eigenlijke portee en ver moe d e-
lijke gevolgen van het voorstel begrepen. En thans
zwijgt die geheele ambtenaa rsbevol king van dc residen
tie, eenige honderden sterk, nu een wet doodeenvoudig
2 percent van het schraal traktement dat ze trekken
voor do schatkist dreigt te nemen! Maar kort. na de
inkomstenbelasting diende de heer Blussé de herziening
dei- pensioenswet in, waarbij de ambtenaren van de
doorloopende korting op lmt traktement, mede van 2 per
cent, werden ontheven. Wanneer dus beide wetsontwer
pen aangenomen worden, betalen de tegenwoordige
ambtenaren niets meer dan nu. Dat mag nu au fond
weinig b^teekenen en bij geen enkel streng wetenschap
pelijk man doorgaan als een aanbeveling der inkom
stenbelasting, maar in de practijk geldt het toch als
zoodanig en snijdt het de oppositie af die bij ee n zuiveren
toestand ongetwijfeld alle roinisterieele bureaux in rep
en roer hadde gebracht.
„En met den burgemeester van Loos duinen is der
halve gedaan naar uwen zin; hij ruste in vrede en
(NB.) in eere, want zijn ontslag was eervol! Laten
wij die zaak rustenmaar in het algemeen vragen of
1 April ons niet op zeer veel plaatsen geleerd heeft
van ho.e bitter laag gehalte onze Nederlandsche platte
lands-burgemeesters zijn. Tocli is, althans feitelijk,
aan die lieden de willekeurige beschikking over de
voornaamste constitutioneele rechten der natie, bijna
zonder eenig correctief, overgelaten. Men stelt tegen
woordig aan de ministeries en bij verschillende bestu
ren geen derden of vierden klerk meer aan zonder hem
aan een examen te onderwerpen alsof een copiist er
beter copiist door werd zoo hij de beginselen van
'tFransch enz. enz. kent! maar voor burgemeester
schijnt iedereen geschikt en bekwaam te zijn, al heeft
hij nooit een oog geslagen in ons met den dag dikker
wordend politiek wetboek waarin tusschen twee
haakjes de politiewet nog altoos ontbreekt al heeft
hij nooit nagedacht over de staatsburgerlijke rechten.
Daarom ziet men hier een boer aan het hoofd der ge
meente staan; daar ginder een versleten bureau-ambte
naar, wien men zoo'n postje gunt als een parafrase van
onderstand boven het luttel pensioen; op een derde plaats
een „fatsoenlijk" jong menschdie liefhebber is van
jagen en visschen en met ccn geroutineerd secretaris
voor dc administratie en een „gepasporteerd onderoffi
cier" als veldwachter voor de politie 't met den gemeen
teraad best weet te rooienenz. enz. Zoo ziet het er in
Noord- en Zuid-Holland uit, en kom nu eens verderaf,
Noord-Brabant en Limburg bijvoorbeeld! Wanneer ik
niet vreesde dat mijn brief te lang zou worden, citeerde
ik hier een en ander uit een boekje, dat mij dezer
dagen in handen kwam, waarin een burgemeester uit
Limburg beschouwingen over zijne betrekking ten beste
gaf. Uit discretie bewaar ik het tot later en bepaal mij
tot de opmerking dat de lieer Arnoldts onder de aller
beste burgemeesters van Limburg wordt gerekend.
„A propos van burgemeestersde tweede kamer zal
eerstdaags met een onveranderd personeel een burge
meester minder tellen, de heer van Kuijk, die zijn ont
slag moet gevraagd hebben als burgemeester van Delft.'»
Bij ministerieele beschikking van 10 dezer is aan van
der Slik en O., te Dordrecht, tot wederopzegging
vergunning verleend voor een stoomslecpdienst in de
provinciën Noord-Brabant., Gelderland, Zuid-Holland,
Noord-ITolland, Zeeland, Utrecht, Overijsel en Limburg;
en aan J. van de Griendt, te 's Hertogenboschvoor
een stoomsleepdienst in dezelfde provinciën.
Eergisteren is te Amsterdam, onder voorzitterschap
van jonkheer mr« J. de Bosch Kemper, eene vergade
ring van dc Vereeniging voor de statistiek in Neder
land gehouden.
Onder anderen besprak de heer A. van Eek, hypo
theekbewaarder te Hoornin een uitvoerige rede de
verbetering en uitbreiding der spaarbankenen verde
digde daarbij de volgende vier stellingen1° het is
wenschelijk dat het spaarbanknet worde uitgebreid en
de bank zoo mogelijk allerwege meermalen per week
bij de uitbetaling der loonen geopend zij2° voor de
soliditeit der bank is een lage rente noodig; 3° geen
spaarbanken hebben recht op bestaan zonder te voldoen
aan de eischen bij de wet te stellen; 4<> een toezicht
zoo weinig klemmend als mogelijk is worde van staats
wege gebonden opdat de bank zich boude aan hare
wettelijke verplichtingen.
De voorzitter deed eenige mededeelingen omtrent het
eerlang te Petersburg te houden Internationaal statis
tisch congres, tot welks hij woning den leden verschil
lende faciliteiten zullen worden verstrekt.
Jonkheer mr. J. J. F. de Jong van Beek en Donk
hield eepe rede over de vraag: in hoever van het voor
de arbeidende klasse bestaand onderwijs iets te ver
wachten is voor de oplossing der sociale quaestie, en
in hoever staatshulp wenschelijk is tot vestiging of in
standhouding van arbeidersvereenigingen
Over de door de verschillende sprekers gedane mede
deelingen had een uitvoerige gedachtenwisseling plaats.
Onder de nieuw benoemde leden komt voor de heer
m<\ G. N. de Stoppelaar, gemeente-secretaris te Mid
delburg.
In de eergisteren in den Haag gehouden jaarlij ksche
algemeen'e vergadering van de 'sGravenhaagsehe brood-
en meelfabriek werd door den voorzitterden heer van
Bosse, een verslag over 1871 uitgebracht.. Daaruit bleek
dat de uitkomsten der fabriek alleszins reden tot te
vredenheid gevenniettegenstaande de meelfabriekwe
gens vernieuwing van de groote stoommachineeen aan
merkelijk deel des jaars heeft stilgestaan. Het meelin
deze fabriek vervaardigd, werd door de bakkerij ver
bruikt en ook voor een deel aan anderen verkocht,
evenals de zemels en verder afvalwaarvan een vrij ge
regelde aftrek bestond. Niettegenstaande den tijd van
stilstaanwerd slechts honderd last tarwe minder dan
in het vorig jaar vermalen. De broodfabriek daarente
gen zag haar debiet wederom toenemen, bijzonder in
het gebuilde tarwebrood; terwijl het ongebuilde, het
zoogenaamde kropbrood, eenigszins terugging. De afle
vering bedroeg, alle soorten bij elkander genomen,
3,729,669 j kilogr. tegen 3,571,3573,- in 1870, en3,281,3344
kilogi'. in 1869.
De prijzen van het brood per kilogram wisselden in
het vorige jaar af als volgt: gebuild tarwebrood van
21 tot 23 cent, ongebuild tarwebrood van 16 tot 17 cent,
wit roggebrood van 10j tot 11 cent en zoet roggebrood
van 12j tot 13 cent. Bij de bepaling van deze prijzen
werden steeds in acht genomen die der granen en van
het meel, en werd tevens overeenkomstig de bepaling
der statuten in het oog gehoudendat het doel der
vennootschap is goed brood tegen billijken prijs té ver-
koopen. Dat dit doel inderdaad bereikt is, blijkt vooral
uit de vergelijking van de broodprijzengelijk die sedert