Zij noemden inloot unique de belasting met sterk klim- j mende reeks van percentage van het inkomen geheven, niet om in do behoeften van den staat te voorzien, j maar met het bepaald doel om tot dat niveüement de fortunes te geraken, noodig voor de toepassing hunner theorieën. Dat zoodanige heffing het communisme in de hand werkt is volkomen waar; maar ze heeft met het j thans bij de tweede kamer aanhangig wetsontwerp niets j te maken. Het aangevoerd argument komt dus, van j het tot misverstand leidend woord ontdaan, daarop neder: de inkomstenbelasting treft zóózeer alle inkom- i sten, dat nevens haar geen andere belasting recht van I bestaan heeft. En wanneer wij aan deze phrase de res trictie toevoegen dat de inkomstenbelasting alle andere j algemeenc directe belastingen uitsluit, dan nemen wij haar ten volle aan, en schrijven haar in als een hoofd- argument voor hare invoering, dat wij met dankbaar- heid van onze tegenstanders aannemen. In de hoofdstad van ons rijk bezit de Kölnische Zeitung een correspondentwiens verblijf in Nederland slechts dit gevolg schijnt gehad te hebbendat hij zijne moedertaal verleerd heeft, maar die daarentegen om trent het karakter en de neigingen van het Nederland- sche volk blijkbaar weinig kennis heeft opgedaan. Af gaande op zijn Duitschen stijl zou men hem voor een Hollander houden, doch zijne beoordeeling van Neder- landsche toestanden verraadt in hem den Duitscher. Bij eene nabetrachting der feestviering van 1 April maakt hij natuurlijk melding van de vijandige houding, welke op enkele plaatsen door de katholieken werd aangenomenen beweert bij terecht dat helaasniet overal de protestanten toonden dat zij het herinneringsfeest der geloofsvrijheid vierdenMet verontwaardiging spreekt hij van de ongeregeldheden te "s Heerenberg en drukt zijne verwachting uit, dat von Bismarck voldoening geven zal aan de diplomatieke klachten der Nederland- scho regeering. Wij kunnen niet beoordeelen ofzooals de correspondent beweert von Bismarck de schul digen „op meer energieke wijze"' zal straffen dan de Nederlandsche regeering in het omgekeerde geval zou dotn, om de eenvoudige reden dat de schending van Pruisisch grondgebied door Nederlandsche onderdanen niet heeft plaats gehad. Maar wat wij wel kunnen be- oordoelen en waartegen wij met alle kracht protestee ren, is hetgeen de correspondent daarop laat volgen. „Men leert hier toch langzamerhand inzien zoo schrijft hij dat de hand eener krachtige regeering in menig opzicht veel goeds stichten kan, wat bij een ont wikkeld parlementarisme niet tot uitvoering komt. De vroeger zoo gehate von Bismarck begint reeds eenige sympathie op te wekken; men ziet in hem den voor vechter tegen het ultramontanisme. Gaan de zwarten voort met hun gevaarlijk drijven, dan ontstaat in Holland de noodzakelijkheid, om dc volkomeue vrij heid der godsdienstige genootschappen eenigermate te beperken. Geen staat kan duldendat de vrijheid welke hij aan een ieder schenkt, aangewend wordt om hem zeiven te vernietigen. De Roomsche [römischen lees: kathoIiscJien} manifestation dezer dagen waren ech ter tegen de grondslagen en de geschiedenis van den staat gericht zoowel als tegen zijn vorstelijke familie, en dan moet de regeering er voor waken, dat dergelijke anti-nationale gevoelens zich niet ver der uitbreiden. De Hollandsche regeering heeft in dc wet geen wapen tegen het drijven der ultramon- tanen, en deze kunnen derhalve hun spel ongestraft voortzetten. Alvorens de Hollanders echter in het toe zicht van den staat over de godsdienstige genootschap pen zullen toestemmenmoeten zij leeren inziendat de staat geen zuiver rechtsbegrip is en wezen kan, zonder [niet sondem maar ohne detsz enz.] tevens de uitdrukking van het zedelijk bewustzijn des volks te zijn." Wij gelooven inderdaad met onze weerlegging zeer kort te kunnen zijnwant handtastelijker zou het karak ter der Nederlandsche natie nauwelijks miskend kunnen worden. Het ministerie-van Zuijlen-Heemskerk en juist de afkeer van het meerendeel der natie tegen von Bis marck bewijzen, dat een krachtige persoonlijkheid aan de regeering, naar het model van den Duitschen rijks kanselier, nooit in Nederland populair zal worden en zou moeten eindigen met te wijken voor het „ontwik kelde parlementarisme," waaraan de natie met hart en ziel gehecht is. Zulk een von Bismarck in duodecimo zou zich vooral onmogelijk maken, wanneer bij de vrij heid van geloofsbelijdenis beperkte, zooals decorrespon dent wonschclijk acht, eene vrijheid die onze voorva deren zoo duur bevochten en die blijkens de feestvie ring van 1 April ook nog door het tegenwoordige Nederland op hoogen prijs wordt gesteld. Wanneer inderdaad onze staat gevaar liep van door de woelingen der' ultramontanen vernietigd te worden, dan zou het middel door den correspondent aangewezennamelijk om hunne woelingen bij een speciale wet strafbaar te stel len voorzeker zeer slecht werken. Gelukkig is de groote meerderheid der Nederlandsche natie, in strijd met de meening van den correspondent, nog van oordeel dat de ultramontanen en alle andere vijandige richtingen in den staat door openbaarheid en vrijheid bestreden moeten worden, dat speciale vestingstraf, processen wegens hoog verraad, verdrijving van jezuïeten enz. het kwaad slechts vermeerderen, omdat zij dc vijanden tot ge heime intriges en complotten noodzaken. Dat de Hol landsche regeering echter geen wettelijke middelen tegen de ultramoniaucn zou hebben, is eene grove onwaarheid. Zoodra zij zich aan vergrijpen schuldig I maken, die in de termen der strafwet vallen, dan zal j de Nederlandsche justitie volgens dezelfde wet de schuldigen straften, hetzij zij priesters of leeken zijn. En 1 nu moge de correspondent der Kölnische Zcit .ng steeds met de woorden bij dc hand zijn, dat de Hollanders nog dit en nog dat moeten leeren inzien, op het gebied 1 van binnenlandsche staatkunde, van politieke en indi- J vidueele vrijheid kan eerder het jonge en groote Duitsch- land ter school gaan bij het kleine Nederland, dat reeds j liet 300jarig bestaan zijner vrijheid en onafhankelijk heid herdacht heeft. Neijt, bij den Sloedam; M. Simon, te Vlissingen; H. Was, te St. Maartensdijk; mr. P. A. S. van Limburg Brouwer, te 'sGravenhagedr. H. E. Moltzer, te Gro ningen; Frederik Muller, te Amsterdam; T. J. Stieltjes, te 'sGravenhageP. A. Tiele, te Leiden; E. deBorch- grave, te Brussel; P. Génard, archivaris, prof. E. Gvangaignagebeiden te Antwerpen, en Ferdinand von Hellwald, te Weenon. Heden en morgen wordt in het Concertgebouw alhier 1 de negentiende tentoonstelling van de Vereeniging tot bevordering van den tuinbouw in de provincie Zeeland gehouden. De commissie tot beoordeeling van het ingezondene j is samengesteld uit de lieeren: dr. H. van Hall, voor- zitterdr. G. van Hennekeler, P. P. Slegt, J. vanSluijs, J. F. Rest en F. D. Sprenger, de laatste als secretaris. Zij heeft dc volgende prijzen toegewezen Voor de verzameling van minstens 12 best gekweekte en meest bloeiende Azalea Indicade zilveren medaille en 10 aan A. Blaas Ez., bloemist alhier; de bronzen medaille en 5 aan denzelfdcn. Voor de schoonste verzameling van minstens 30 bloeiende kastplanten: de zilveren medaille en 15 aan A. Blaas Ez., bloemist alhierde bronzen medaille en 6 zijn niet toegekend. Voor eene verzameling van 10 bloeiende Acacia's in de meeste verscheidenheidde zilveren medaille is niet toe gekend de bronzen medaille aan A. Blaas Ez., bloemist alhier. Voor de schoonste verzameling warme kast- j planten: de zilveren vergulde medaille aan E. Blaas, I tuinbaas bij den heer Fak Brouwer, te Souburg; de zilveren medaille is niet toegekend. Voor de 12 schoon- I ste Erica's: de zilveren medaille aan A. Blaas Ez., j bloemist alhierde bronzen medaille aan denzelfdeu. j Voor de 12 sclioonst bloeiende Epacrissen: de zilveren j I medaille aan A. Blaas Ez., bloemist alhier; de bronzen j medaille is niet toegekend. r Voor de 12 fraaist bloeiende en best gekweekte rozen in de meeste verscheidenheid I de zilveren medaille en 6 aan A. Blaas Ez., bloemist i alhier: de bronzen medaille cn3 zijn niet toegekend. I Voor de schoonste verzameling van 20 bloeiende Cine- i ram's: de zilveren medaille en 4 aan E. Blaas, tuin- baas bij den heer Fak Brouwer, te Souburg: de bronzen j I medaille en 2 aan A. Blaas Ez., bloemist alhier. j Voor de schoonste verzameling van 10 bloeiende Primula J j Chinensis: de zilveren medaille en ƒ4 aan A. Blaas Ez., j bloemist alhier; de bronzen medaille en 2 aan P. de i Witte, tuinbaas bij mr. C. P. Lenshoek, te Wolfaarts- I dijk. Voor de 20 schoonste Coniferen: de zilveren medaille en 6 aan C. van de Putte, bloemist alhier; I de bronzen medaille en f 3 aan dcnzelfden. Voor de i j beste verzameling van minstens 10 heesters met ge- j j kleurde bessen (Aucuba, ArditiaSkimia enz.): de zil- I veren medaille is niet toegekend; de bronzen medaille aan A. Blaas Ez., bloemist alhier. Voor de beste ver- f zamcling van minstens 25 groote planten ter versiering: I de zilveren medaille en 20 aan C. van de Putte, bloemist alhierde bronzen medaille en f 10 aan denzelfden. Voorts zijn nog toegewezen de volgende beschikbare I medailles: een zilveren aan de verzameling plantenin- I gezonden door A. Antheunisse, tuinbaas bij mr. N. C. Lambrechtsen van Ritthemalhier. Een zilveren voor j een bloeiende Acasia Verticillata, aan denzelfden. i Een zilveren vergulde aan de verzameling planten in- j gezonden door mr. A. P. Snóuck Hurgronjealhier. t Een bronzen aan de verzameling bonte planten, inge- j zonden door mevrouw de weduwe Luteijngeb. Risseeuw, alhier. Een bronzen aan de verzameling Aucuba met i vruchten, ingezonden door dezelfde. Een zilveren aan de verzameling planten, ingezonden door den heer .T. Luteijn, alhier. Een bronzen aan de verzameling Cineraria'singezonden door J. Wissetuinbaas bij me vrouw de weduwe van Teijlingen, geb. Beeius. Een zilveren aan de verzameling planten, ingezonden door I E. Blaas, tuinbaas bij den heer Fak Brouwer, te Sou- I burg. Een bronzen aan het werktuig om bloemen- I kassen en broeikassen te berooken en te bezwavelen ingezonden door denzelfden. Te rekenen van den 20° April aanstaande worden, volgens bekendmaking in de Staats-courant van heden, briefkaarten met betaald antwoord in gebruik gesteld. Zij bestaan uit twee aan elkander verbonden afzonder lijke kaarten, waarvan de eene voor het geven van antwoord bestemd is. Dit gedeelte wordt door de ge adresseerden van het in dubbel gevouwen formulier af gescheiden en afzonderlijk verzonden. Zij zijn echter geheel vrij het te gebruiken tot zoodanig einde en op het tijdstip als zij verkiezen. De briefkaarten met betaald antwoord zijn met in gang van 20 April op 's rijks postkantoren en op de hulpkantoren der posterijen tegen zes cent per stuk verkrijgbaar. In de bij de Staats-conrant van heden behoorende bijvoegsels is opgenomen het aan den minister van bin- nenlandsche zaken ingediend verslag van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten over 1871. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arron dissement Appingedam, ter standplaats de gemeente DelfzijlJ. C. Jentinkcandidaat-notaris te Groningen. consulaten. Benoemd tot Nederlandsch consul te Port Mahon P. B. VaJls. leger. Benoemd bij het personeel van den veteri- nairen dienst van het leger hier te lande tot paarden arts le klasse (naar ouderdom van rang), de paarden arts 2* klasse E. H. A. H. Boudewijns, van gemeld personeel, en genoemde paardenarts voor den tijd van 5 jaren gedetacheerd bij het leger in Oost-Indië. ONDERWIJS. Uit het vroeger reeds vermelde overzicht van den minister van binnenlandsche zaken omtrent den toestand van het lager onderwijs deelen wij", ten slotte, nog de volgende bijzonderheden mede betreffende den staat van het onderwijs in de provincie Zeeland. Het aantal scholen bedroeg in die provincie op 1 Jan. 1858. 31 Dcc. 1869. 2 l-S t. O p O O rZ I bc-rj S -sS O 5 O O n n Openbare scholen Gesubs. bijz. scholen Niet gesubsidieerde bijz. scholen Te zamen I II 1 I 112 28 140 104 42 146 1 12. 28 165 119 61,180 12 18 30 In de gisteren alhier gehouden vergadering van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen zijn tot leden van dat genootschap benoemd de lieerenjonkheer mr. D. G. van Teijlingen, te Middelburg; G. de Bruine,te Zierikzee; nu. J. H. de Laat de Kanter, te Goes: P. J. Zooals reeds vroeger is opgemerkt konbij gebreke van voorschriften daaromtrent, van dc bijzondere scho len voor 1862 dc specificatie voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs niet worden opgegeven. Het aantal scholen is, zooals uit bovenstaand staatje blijkt, in 12 jaren met 15 vermeerderd en wel met 6 openbare, 1 gesubsidieerde bijzondere en 8 niet gesubsidueerde bijzondere scholen. De minister zegt in hetoverzicht omtrent de scholen jn Zeeland: „Uitbreiding van het getal openbare scholen werd in dit gewest hoofdzakelijk verkregen door de oprichting van 7 nieuwe scholen, te weten: 1 te Mid delburg (voor kinderen van minvermogenden)lteDui- vendijke, 1 te St. Philipsland (in den Anna Jacoba polder), 1 te Clinge (op de Kauter)2 te Hontenisse (in de Noordstraat en in den Molenhoek) en 1 te Stoppeldijk (aan de Yeerstraat). „De verandering van bijzondere in openbare scholen, en omgekeerd, had op het eindcijfer der laatstgenoemde inrichtingen geen invloed. „In het twaalfjarig tijdvak werd slechts 1 gesubsi dieerde bijzondere school opgericht, namelijk: eene jon gensschool voor meer uitgebreid lager onderwijs te Tholen. „Daarentegen vermeerderde het getal der niet gesub sidieerde bijzondere scholen betrekkelijk zeerhoofdza kelijk door de oprichting van gezindte-scholen. Het getal scholen voor rekening van hoofdonderwijzers of hoofd onderwijzeressen dat op het einde van 1857 nog 15 be droeg, was op 31 December 1869 tot 4 gedaald. Over

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2