MIDDELBURGSCHE COURANT. F 93. Vrijdag 1872. 19 April. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eD Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. 13e prijs per 3/m., franco is f 3.50. Middelburg 18 April. DE INKOMSTENBELAS! F*/ -? I. '/y:- Een zeer gewichtig' wetsontwerp ligt ter griffie der tweede kamer onze afgevaardigden tegen 22 dezer tal behandeling te wachten, het wetsontwerp namelijk tot invoering eener algemeenc belasting op de inkomsten ter vervanging van het recht van patent en van de accijnsen op het geslacht en de zeep. Geen ontwerp van den laatsten tijd dat meer oppo sitie heeft gaande gemaakt, geen dat met meer overdrij ving en scheeve voorstellingen bestreden is dan dit; geen wetsontwerp waarvan wij de aanneming wenschc- lijker achten. Niet omdat wij in het ontwerp een model van wetgeving zien; integendeel, wij gelooven dat zelfs met amendementen op de meest uitgebreide schaal de wet niet licht aan de eischen eener bescheiden critiek zal gaan beantwoorden. Maar wij wcnsclien de aanne ming van liet voorgedragen wetsontwerp om het daarin nedergelegd hoofdbeginsel, omdat het in ons belasting stelsel (wanneer 't nog een stelsel te noemen is) een nieuw en bij uitstek billijk element binnenbrengt, en tevens zeer onbillijke oneconomische en van onrecht vaardigheden wemelende belastingen daaruit verwijdert. Bij al het misbaar dat tegen de voorgedragen be lasting gemaakt is, bekennen wij dat het ons wel eens duister dreigde te worden. Wij zijn somwijlen in twij fel gekomen en er toe gebracht om ons zei ven de vraag te doen: worden dan inderdaad niet alle belastingen uit het inkomen betaald? is het niet het inkomen of een deel van het inkomen dat men, hetzij door verte ringsbelastingen, hetzij door accijnsen treft, en moet dus die belasting niet als de beste, de rechtvaardigste beschouwd worden die in dadelijke en gelijke verhou ding tot elk inkomen staat, en waarin dus iedereen in evenredigheid van zijne financieele krachten draagt? Wanneer wij op die vragen, na een rijp overleg, het antwoord gegeven haddenherkregen wij echter onze kracht tegenover de misbaarmakers. En haalden wij ons dan weder voor den geest, dat de grondbelasting hier te lande door zeer velen beschouwd wordt als een belasting op de inkomsten van den grondeigendom, en de patentbelasting de inkomsten der handels- en fabrieks nijverheid doch met de schromelijkste ongelijkmatig heid, treftdan verwonderden wij ons al weder opnieuw dat men, met zóóveel miskenning van den feitelijken toestand, durft beweren dat dc inkomstenbelasting hier te lande een onbekende nieuwigheid is, dat ze is een uitvloeisel van het communisme onzer dagen, alleen dienstbaar te maken aan het nivellement des fortunes, en aan den wensch der Internationale en dergelijke ge- genootschappenom stellige grondslagen te bezitten, waarnaar het persoonlijk fortuin van ieder staatsburger bij eene revolutie te berekenen is. De inkomstenbelasting is in ons oog daarom bo\en een aantal andere, vooral boven vele onzer tegen woordige belastingen te verkiezen omdat ze recht afgaat op het doel. De staat tracht niet, wanneer hij haar aanneemt als grondslag van zijn belastingstelsel, op allerhande slinksche en indirecte manieren het geld uit de zakken der belastingschuldigen weg te g'oochelen zonder dat zij 't merken; maar hij vraagt eenvoudig en openhartig daarmede eene bijdrage in 's lands uit gaven van iedereen die haar geven kanen zoo groot als ieder die kan missen. Hierop komt de hoofdver dienste der inkomstenbelastingdie alles belieerschen moet, neder. Maar dc inkomstenbelasting is impopulair, zegt men. Ongetwijfeld; en daarvoor bestaan goede redenen, een algemeenc en een bijzondere. Een algemeene reden voor hare impopulariteit is, dat ze een belasting is. Men noeme éene belasting, uit welk tijdvak der financieele geschiedenis van welke natie ook, die wèl populair was. Tout impot est mauvais was het oordeel dat een geestig staathuishoudkundige over alle mogelijke belastin gen eenmaal op een congres uitsprak, en de bijval aan zijne woorden geschonken toonde dat hij er de gcheele quaestie in had geresumeerd. Noch patentrecht, noch personeel, noch zout-, noch zeep-, noch geslacht accijns kunnen populair genoemd wordenja zelfs de ge^igi^berd-accijns, die bijna door geen enkel staat- udigc om zijne dubbele strekking verwor- ^>êirywbrdt,' vrArt dc prijzen van zekere artikelen van consumtie zóo hoog op tot ergernisvan zoovelen dat zelfs deze hoogst nuttige accijns moeilijk populair te noemen is. En waar alle bestaande belastingen waar aan men nu eenmaal gewoon is, waarbij men langza merhand de mazen van het net heeft gevonden en mot zijn geweten een compromis gesloten heeft om den druk eenigszins te verminderen waar alle bestaande be lastingen impopulair zijn, daar zal de impopulariteit nog ve^l erger een nieuwe, nog onbekende belasting gel den",1- temeer wanneer zeevenals de thans ontworpen inkomstenbelasting, berust op de cijfers van zekere in de lucht hangende ramingen en de mogelijkheid denkbaar, schoon uiterst onwaarschijnlijk is, dat ze, zelfs op twee percent van het zuiver inkomen vastgesteld, niet leve ren zal de acht millioen, die de minister er uit ver wacht. Wij maken den minister er geen verwijt van dat hij zich bij de raming van de opbrengst met een enkel woord afmaakt Aan zijne taxatie van het natio naal belastbaar jaarlijksck inkomen op 400 millioen: de breedvoerigste redeneeringen en becijferingen kunnen hier onmogelijk een vasten grondslag geven; wij ver melden alleen het feit dat, ook al verwachten wij het tegendeel, misrekening later mogelijk blijft, en aan die mogelijkheid klampt zich de beschroomde en bekrom pen nieuwiglieidshater vast. Maar de speciale reden van de impopulariteit der inkomstenbelasting is hier te'lande "krifclirig genoeg. Wij leven onder oen belastingstelsel dat krioelt van onbillijkheden; de een wordt zwaar belast, de ander geheel vrijgelatenhier wordt een burger op allerlei wijze, direct en indirect, uitgeperst en gedrukt, ter wijl zijn buurman precies zooveel, of liever precies zoo weinig als hij zelf wil, bijdraagt in de algemeene kosten. Van de inkomsten van den handel en de fabrieksnijverheid wordt belasting geheven, het patent recht, dat wel binnen de grenzen der vigeerende wet geving zóóveel onbillijkheden telt en ongelijkmatigheden dat er aan geen gelijknuitigen druk te denken valt; maai de inkomsten van den eftectouhouder zijn van alle belas ting vrijgelaten en het landbumversbedrijf geniet volledi- gen vrijdomja bezit nog bovendien een tal van voorrech ten en ontheffingen mede van andere rechten en lasten, waaraan de handels- en fabrieksnijverheid onderworpen zijn. Daar nu liet. streven is met dc inkomstenbelas ting die onbillijke vrijstellingen en dien ongelijken druk te doen ophouden, is 't natuurlijk dat dc inkomsten- j belasting alle tegenwoordig bevoorrechten tot vijanden heeft, en hij die weet welk aanzienlijk deel der bevol king van Nederland tot effeetenliouders en landbouwers gerekend wordt, zal er zich niet over verwonderen dat de inkomstenbelasting in Nederland niet populair is. Maar hij zal zich evenmin door die impopulariteit laten afschrikken van den strijd voor eene belasting, die aan liet geheel der bevolking schenken zal het voorrecht van een belastingstelsel waarin zooveel mogelijk de leer hare uitdrukking vindt, dat ieder burger verplicht is bij te dragen in de algemeenc kostenniet naar zekere willekeurige grondslagen of naar zijn wil, maar overeen komstig zijn vermogen. En toch is zelden een wetsontwerp met meer over drijving en met meer onhandigheid bestreden. Onhan digheid, omdat de tegenstanders een aantal bezwaren 3) Wij vermelden dit punt hier opzettelijk als tegenhanger van I de vreeselijke immoraliteit, valsche opgaven, meineeden enz. enz. die men van de inkomstenbelasting voorspelt. Zijn de opgaven i voor patent en personeel dan altijd volkomen eerlijk, welke kunstgrepen, hij de telling van haardsteden, deuren en ven- j sters worden er niet gebruikt? En de accijnsen? -—hekend is dc 'j theorie in sommige bedrijven dat de boete van tienmaal het ontdoken recht bij ontdekte fraude eigenlijk geen boete is, maar een gevolg der berekening dat de belastingschuldige maar ééns betrapt wordt van de tien keeren dat hij fraudeert. tegen de invoering eener inkomstenbelasting aanvoeren, die eigenlijk de krachtigste argumenten vóór de invoe ring zijn. Zoo werden in het bekenff artikel in het Tijdschrift voor staathuishoudkunde en statistiek van den heer Sloet tot Oldhuis (XXVIII* deel, 3e stuk) ten vorigen jare de bezwaren tegen die belasting uit alle hoeken en gaten bij elkander geschraapt met eene fel heid en eene verblinding, die met de wetenschappelijk heid en scherpzinnigheid van den geestigen redacteur j van dat tijdschrift een vreemdsoortig contrast maken, i En welke punten stelt de schrijver van dat stuk, die naar den stijl te oordeelen de lieer Sloet zelf was, op den voorgrond? voornamelijk drie, welke eigenlijk ten voordeele pleiten van de belasting die hij bestrijdt. De inkomstenbelasting is zoo luidt het daar j impopulair hier te lande zoo goed als elders; in landen waar ze bestaat werd ze alleen ingevoerd in den uiter sten nood en verlangt men naar hare opheffing; juist de algemeenheid waarmede ze drukt maakt haar in de I derde plaats alleen als impot unique aannemelijk. Wat er van die impopulariteit is, zagen wij hier boven reeds: ze is het lot van iedere belasting en j van eene voorgedragen belasting in dubbele mate. Maar het argument van den uitersten nood; ook dit k:in ten voordeele der inkomstenbelasting wor- i den aangevoerd. In gewone tijden toch, wanneer de behoeften van den staat niet bovenmatig zijn, wanneer de bekistingen dus niet zoozeer drukken, is men ge- 1 woonlyk geneigd met. het belastingstelsel de hand te lichten en onbillijkheden te laten voortbestaan. Maar wanneer de behoeften van den staat klimmen, wanneer de nood eischt dat de lasten aanmerkelijk zwaarder worden, dan gevoelt men dat men geen kans van i teleurstelling loopen inag, dat men het geld behoort te vragen aan die belasting die den meest directen weg I inslaat en de bijdragen der burgers zoekt waar zij het I zekerste te vinden zijn. in tijden van nood bestaat er I veel meer noodzakelijkheid dan in gewone omstandig heden om dc belastingen gelijkmatig te verdeden, en van de belasting die in dergelijke omstandigheden het eerst als redmiddel voor den geest komt, mag men a priori reeds aannemendat ze de beste en billijkstc is. Geen beter voorbeeld om dit te staven dan hetgeen in Frankrijk gebeurd is. Men weet welke pogingen aangewend werden om door liet opdrijven der vader- j landsliefde een fonds bijeen te brengen waardoor het I grondgebied spoediger door de Dnitschers zon wor den ontruimd. Die vaderlandslievende onderneming waartoe ieder zedelijk verplicht was mede te werken omdat het een groot nationaal werk gold, werd ge heel door de particuliere krachten opgezet en aan vankelijk niet zonder vrucht. Maar de ontwerpers der beweging begonnen langzamerhand te bespeuren dat iets aan liun werk ontbrak; zij gevoelden dat de bedoelde daad geen uitsluitend vrijwillige daad moest zijn, dat ieders zedelijke verplichting door eene wette lijke moest worden bekrachtigd, en zij dienden aan de nationale vergadering een wetsontwerp in om ter voleindiging der onderneming en met verrekening van cle reeds geschonken vrijwillige giftende bespoediging der ontruiming van het grondgebied te verzekeren door eene inkomstenbelasting. Van geen andere belasting werd gesprokenzoodra men een middel zocht om voor een bij uitstek nationaal onderwerp met de meeste bil lijkheid van ieder burger van den staat bijdragen te vragen, kon men aan geen andere belasting denken dan aan de inkomstenbelasting. Eindelijk, de impot unique. Wanneer ge eene iukorn- stenbelasting invoert moeten alle andere belastingen j verdwijnenzegt men. Juist; de inkomstenbelasting i gaat zóo recht op het doel af, neemt de bijdragen der burgers op zóo afdoende wijze waar ze te vinden zijn i en waar ze naar billijkheid verschuldigd zijn, dat geen andere belasting meer of gelijke rechten kan doen i gelden, en met de inkomstenbelasting het laatste woord j gesproken is. Kan men beter getuigenis van haar bil- lijkheid en van haar rechtmatigheid geven? 1 Men late zich niet verschrikken door een holle klank. Wanneer men het woord impot unique noemt, bezigt men i eene uitdrukking bij de oude socialisten in gebruik.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1