KERKNIEUWS.
De kerkeraad der vereenigde Doopsgezinde gemeente
te Haarlem heeft het volgende viertal van predikanten
opgemaakt: de heeren J. H. Boeke, te Zijl dijk: R. Brou
wer, te Zaandam; Joh. Dyserinck, te Helder, en J. de
Vries, te Wormerveer.
GEMENGDE BERICHTEN.
Heden morgen, na het vertrek der stoomboot op
Rotterdam, terwijl deze nog in de haven was, had de
onder-machinist der boot het ongeluk met zijn linker
arm tusschen de machine te geraken, tengevolge waar
van hij eene zware verwonding aan den bovenarm
kreeg. Hij is dadelijk aan wal gezet en naar het gast
huis alhier vervoerd.
Z. K. H. de prins van Oranje is weder geheel
hersteld.
Amstels-mannenkoor heeft den heer J. L. H. Beijens
kennis gegeven, dat het niet kan medewerken aan de
door hem voorgestelde demonstratie te Brussel, omdat
het brengen van een bijzondere hulde voor het, overi
gens op hoogen prijs gestelde, teruggeven van het ge
beente der te Antwerpen gesneuvelde krijgers, goedbe
schouwd, eene beleediging zou zijn vankoningLeopoldlI
door hem in zijne begrippen omtrent dit punt te mis
kennen: dat de broederhand niet voor het eerst nu is
gereikt, maar reeds meermalen, en zij steeds met inge
nomenheid is aangenomen; dat het plan practisch on
uitvoerbaar zal blijken.
Te Gorinchem blijft de pokziekte nog steeds
voortwoeden. In het geheel zijn daar, op eene bevol
king van 8000 zielen, reeds 178 personen aan pokken
overleden en 560 daardoor aangetast.
De kassier van het circus van den heer Carré,
op dit oogenblik te Frankfort, is met een niet onbe
langrijke som op den loop gegaan. Te Mainz was hij
brutaal genoeg een politiebeambte een glas bier aan te
bieden. De man is nog niet gevat.
In het Rhönedal had Maandag een vreeselijke ont
ploffing plaats, die door de echo's van het gebergte tot
in het oneindige werd herhaald en van Valence tot
Avignon weerklonk. In de steengroeven van Lafarge
liet men nl. een kruitmijn springen., die met niet min
der dan 7000 kilo's buskruit geladen was. Tengevolge
van de uitstekende voorzorgendoor de directie geno
men, en de krachtige hulp der gendarmerie heeft men
bij deze zoo gevaarlijke operatie niet het minste onge
luk te betreuren gehad, maar is zij zoo gelukkig ge
slaagd, dat na de ontploffing 85,000 kubieke meters
rotsbrokken den grond bedekten.
VERKOOPINGEN EN AANBESTEDINGEN.
Heden werden aan het gebouw van het provinciaal
bestuur van Zeeland alhier de volgende werken aan
besteed
1° Het maken van den onderbouw met bijkomende
werken voor een draaibrug te Neuzen over den weste
lijken arm van het kanaal naar Gent. Voor dit werk,
is het minst ingeschreven door den heer T. de Jong
te Amsterdam, voor f 26,400.
2° Het maken en plaatsen van een paar sluisdeuren
op het kanaal van Neuzen. De laagste inschrijvingad
f 7497, is van den heer J. Verkuyl Quakkelaar, te
Vlissingen.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
In de zitting van Donderdag werd het wetsontwerp
strekkende tot het verleenen van tijdelijke hulp (een
voorschot van een raillioen) aan de Amsterdamsche
kanaalmaatschappij in behandeling genomen. Dit ont
werp werd door geen der leden bestreden, ofschoon
de heer Hartsen wel bedenking had tegen de onregel
matige wijze waarop het was tot stand gekomen. Doch
die spreker en ook de heeren Prins. Messcliert van Vol
lenhoven, Tonckens, Cremersen de Dieu Fontein Verschuil',
erkenden het groote nut van het door de maatschappij
uit te voeren werk en waren dan ook bereid daartoe
hulp te verleenen; de heer Prins achtte de nu te ver
strekken hulp onvoldoende: er was meer dan 5^ millioen
noodig en de staat moest die verleenen óf zelf de wer
ken uitvoeren; een denkbeeld waartoe ook de heer
Cremers overhelde. Hoe de werken echter werden uit
gevoerd, steeds moest beter dan tot nutoe het geval
was het oog worden gehouden op de belangen dei-
scheepvaart, die door de remmingwerken aan de oranje
sluis zeer worden belemmerd; ook moest voor een behoor
lijke afwatering en voor de water ver versching van
Amsterdam worden gewaakt, door de sluiting van het
Pampus te staken totdat de werken van het Noordzee-
kanaal en die voor Amsterdam zouden zijn voltooid.
Daarop werd in 't bijzonder door de eerstgenoemde
sprekers aangedrongen.
De minister van financiën verzekerde dat geen dier
belangen uit het oog zou worden verloren; hij meende
echter dat men wel wat overdreef, want door de wer-
I ken, die Amsterdam zal aanleggen, zou de waterver
ver sching zeer in de hand worden gewerkt en men kon
de uitvoering daarvan wel verhaastende hulpdie de
regeering voornemens is aan de maatschappij te ver
leenen en waartoe een nieuw wetsontwerp zal worden
ingediend zoodra de tweede kamer (den 22" dezer)
bijeenkomt. zou voldoende zijn om de werkenwaar
mee de maatschappij reeds zeer in voorbaat is, te doen
voltooien. Doch in elk geval moest men thans het ge
vraagde millioen niet weigeren, want de staat kon de
werken toch niet voor 1876 overnemen, en het gevolg
der weigering zou dus niets anders zijn dan stilstand
gedurende eenige jaren in het zoo nuttig werk.
Na eenige ge dachten wisseling over sommige punten
werd het wetsontwerp met algemeene stemmen aange
nomen.
Daarna is de kamer tot nadere bijeenroeping ge
scheiden.
Tengevolge van de wijziging der considerans van het
wetsontwerp tot afkoopbaarstelling van provinciale
belastingen in Noord-Brabantis thans door den mi
nister van financiën een nieuw wetsontwerp aangeboden
strekkende om de provincie Noord-Brabant tegen een
jaarlijksche uitkeering aan het rijk van f 28,000 toe te
laten tot den afkoop der rijkstollen in die provincie.
THERMOMETERSTAND.
11 Apr. 's av. llu. 53 gr.
12 'smorg. 7 u. 50 gr. 'smidd. 1 u. 67 gr. 'saw 6u. 65 gr.
öuitmlanïr.
ALGEMEEN OVERZICHT.
De krachtige vertoogeu der Engelsche regeering tegen
de belemmerende bepaling omtrent de paspoorten schij
nen toch niet zonder invloed gebleven te zijntenminste
het bericht betreffende de opheffing wordt heden niet
alleen uit Parijs bevestigd, maar ook lord Granville
heeft gisteren in het parlement officieel daarvan mede-
deeling gedaan.
Onvoorwaardelijk schijnt die opheffing echter niet
plaats te zullen hebben. Hoe anders de tegenspraak
te verklaren, die in het Parijsche bericht ligt, dat de
maatregel terstond in toepassing gebracht en den rei
zigers slechts hun naam aan de grenzen afgevraagd zal
wordenterwijl eerst „in beginsel tot de opheffing der
bewuste bepaling besloten is"? En hoe met die onmid
dellijke toepassing van het verbod de voorzichtige ver
klaring van lord Granville te rijmen, dat Frankrijk
voornemens is om „schikkingen betreffende de quaestie
der paspoorten te maken, welke hij hoopt dat voordee-
lig voor Engeland zullen zijn, en dat die schikkingen
eerst binnen tien a twaalf dagen tot stand zullen ko
men"? Lord Granville spreekt zijn bijzondere voldoe
ning voor dit bewijs van de goede gezindheid van
Frankrijk uit, doch schijnt nog niet alles verkregen te
hebben, wat Engeland in dit opzicht van Frankrijk
verlangde. Dit baart te minder verwondering wanneer
men in het oog houdtdat de wederinvoering der
paspoorten minder een maatregel tot. beveiliging der
Fransche grenzen dan wel een middel van nieuwe
inkomsten voor de schatkist was. Dit vermeende voor
deel zal de Fransche regeering niet zoo gemakkelijk
laten varen, zonder tevens elders iets te vinden dat
togen dit gemis opweegt. In ieder geval, er ligt. over
deze zaak nog iets geheimzinnigs, dat de tijd zal moe
ten ophelderen.
Onder de argumenten wélke door de partij der tories
tot bestrijding van het kabinet-Gladstone gebezigd wor
den nemen de laatste wetten voor Ierland een voorname
plaats in. De agrarische wet en de afschaffing dei-
staatskerk in Ierland zijn den conservatieven een doorn
in het oog. De leader der oppositie, de heer Disraëli,
karakteriseerde nog onlangs in zijne redevoering te
Manchester hetgeen de liberale regeeriug in Ierland tot
stand gebracht heeft op weinig beschaafde wijze met
de woorden„het bcrooven dei- kerken en het bestelen
van den landeigenaar." De conservatieve bladen juich
ten die woorden natuurlijk toeterwijl de liberale orga
nen daarentegen daarin liet grootste bewijs voor de
zwakheid der conservatieve beginselen zienomdat
juist op dit gebied de ervaring zoo welsprekend de
verwijten der tories weerlegt. De agrarische misdaden
verminderen sedert de uitvaardiging dezer wetten zicht
baar en de woelingen der fenians hebben aanmerkelijk
afgenomen. Al heeft men ten opzichte van de Iersche
toestanden nog niet. het ideaal bereikt, sedert de laatste
jaren is daarin ontegenzeggelijk een belangrijke verbe
tering waar te nemen.
Een nieuwe voldoening in dit. opzicht, smaakte de
heer Gladstone Woensdag door het ontvangen eener
memorie, door 3000 Ieren van alle rang en stand
onderteekend, waarbij hij tot een feestmaal te Belfast
uitgenoodlgd wordt. In deze memorie wordt met nadruk
gewezen op de groote diensten welke de minister-presi
dent aan Ierland bewezen heeft. De heer Gladstone
heeft er in zijn antwoord op gewezen, dat de goede
resultaten vooral te danken waren aan de hulp en bij
stand, die hij van de Iersche afgevaardigden mocht
ondervinden, en de uitnoodiging aangenomen, hopende
Ierland in gunstïgen toestand te zullen vinden.
The Daily Telegraph zegt uit goede bron te kunnen
mededeelen, dat de kaatste redevoering van Thiers in
de nationale vergadering over Frankrijk's binnen- en
buitenlandschen toestand door von Bismarck als eene
bedreiging- van den algemeenen vrede beschouwd wordt.
Dit sensatie-bericht grenst waarlijk aan het belachelijke.
Alleen de opvoering van het Fransche oorlogsbudget
wordt door Duitschland afgekeurd, doch hierover kan
von Bismarck weinig klagenzoolang hij zelf hierin
het voorbeeld geeft: Trouwens er moet. nog veel ver
anderen wanneer dit een gevaarlijke bedreiging voor
Duitschland worden moet..
In de zitting van den Duitschen rijksdag van Woens
dag waren 205 afgevaardigden tegenwoordig. Tot voor
zitter werd met 193 van de 203 uitgebrachte stemmen de
heer Simson herkozen, terwijl tot vice-presi den ten vorst.
Hohenlohe in eerste stemming met 176 stemmen en de
heer von Benningsen in tweede stemming met 106 stem
men benoemd werden. De rijksdag ging daarop uiteen
en bepaalde de volgende zitting op heden namiddag,
waarvoor de. consulaire overeenkomst met Amerika en
1 hot handels- en scheepvaartstractaat met Portugal aan
de orde gesteld zijn.
De Duitsche autoriteit in den Elzas en Lotharingen
heeft allen twijfel omtrent de quaestie der nationali
teitskeuze opgeheven. Op aan de muren aangeplakte
biljetten wordt der bevolking bekend gemaakt, dat
wanneer men de Fransche nationaliteit kiest, het niet
voldoende is om zich in een Fransche gemeente als
burger te laten inschrijven, maar dat men ook feitelijk
zijn verblijf in Frankrijk moet. vestigen. Dit. is de
consequentie van het door Duitschland aangenomen begin
sel. Doch op welke wijze zal de regeering dit beginsel
handhaven? Zullen na den ltn October de Duitsche gren
zen voor iederen vreemdeling openstaanbehalve voor
die Franschen welke toevallig in de geannexeerde
1 provincie geboren zijn? Volgens art. 12 van het vredes-
tractaat mogen Franschen zich in Duitschland vesti-
gen met hetzelfde recht als Duitscliers in Frankrijk.
Na den lfn October, den fatalen termijn der nationali
teitskeuze, zijn zij die voor Frankrijk kiezen in den
volsten zin Franschen en kunnen zij zich dus in
Duitschland, derhalve ook in de rijksprovincie, neêr-
j zetten. De Duitsche regeering kan hun dit niet beletten
zonder art. 12 te schenden, en toch wordt haar gcheele
systeem op deze wijze illusoir gemaakt. Men ziet het,
i de schending van het volkenrechterlijk beginsel door
Duitschland leidt noodzakelijk tot groote inconsequen-
tiën of tot de schromclijkste onrechtvaardigheid.
Eene depêche van gisteren uit Philadelphia hult,
1 den stand der Alabama-quaestie weder geheel in
i het duister. Zij meldt dat door het. Amerikaansche
kabinet nog geene beslissing genomen is omtrent de
1 beantwoording der laatste nota van lord Granville, en
eerst inlichtingen afgewacht, worden omtrent, hetgeen den
I 150nApril a. te Genève geschieden zal. Het is onbegrijpelijk
j dat een der beide partijen, van wie alleen de beslissing
I afhangt van hetgeen Maandag te Genève zal voorval-
len, onbekend zou zijn met hetgeen haar gezant, de
i heer Schenck, met de tegenpartij overeengekomen is.
De verzekering van the Morning Post verliest daardoor
j veel van hare waarde, tenzij liet bericht uit Philadel-
phia gelogenstraft worde.
Eransche leugens en Duitsche weerlegging'.
In een hoofdartikel getiteld „Fransche leugens" hekelt,
de Kölnische Zeitung de sensatie-berichten van enkele
Fransche dagbladen, die zich alle moeite geven om den
band, welke tusschen Pruisen en Rusland bestaat, te
verbreken en Rusland te vleien, teneinde voor de
revanche op .een bondgenootschap met, dezen machtigen
staat te kunnen rekenen. Enkele dezer bladen gaan zelfs
zoover, dat zij Pruisen een veroveringsoorlog ten na-
deele van Rusland toedichten, en daarom mcenen Rus
land opmerkzaam te moeten maken op de gevaren, die
voor geheel Europa en niet het minste voor het Russi
sche rijk zelf in de coalitie van Duitschland met Oos
tenrijk en Italië gelegen zijn. Het is nauwelijks de moeite
waard om alle dergelijke politieke tinnegieterijen van
enkele Fransche dagbladen te weerleggen en de Kölni
sche Zeitung behoefde inderdaad geen gansc.he kolom
vol te schrijven om de bovengenoemde bedoelingen van
Pruisen te weerleggen. Waarschijnlijk had zij ook ver
standiger gedaanwauneer zij zich tot eene beknopte
refutatie bepaald had, want in haar woordenvloed brengt,
zij onwillekeurig een paar der zwakste punten van
Duitschland aan het licht.
Naar aanleiding van de beschuldiging, dat Pruisen
een begeerigen blik op de Russische Oostzee-provinciën
zou slaan, zegt de Kölnische Zeitung„Deze provinciën