heeft, geschiedt voorlezing van eene missive van jonk heer nf. J. W. M. Schorerdie daarin te kennen geeft, dat bij besluit van burgemeester en wethouders van 23 April 1840 aan den toenmaligen eigenaar der buiten plaats Arnestein verlof is gegeven tot bestrating van den bermweg langs het havenkanaal, waaraan die buitenplaats gelegen was, onder verplichting tot onder houd van dien weg, zoolang hij en zijne rechtverkrij genden dien niet in den vorigen staat zouden hebben teruggebracht. Daar genoemde buitenplaats thans is gesloopt heeft de heer Schorer, de tegenwoordige eige naar, bij dien klinker-straatweg geen belang meer; doch wegens de aanstaande aansluiting aan den door het rijk aan te leggen grindweg naar Arnemuiden is het voort durend bestaan van den weg voor het verkeer tnsschen die gemeente en Middelburg van groot belang, waarom hij voorstelt, dat de gemeente de bestrating van hem overneme en hem ontsla van het onderhoudterwijl hij alsdan om niet afstand doet van zijn recht van eigendom op de stcenen. Daar hiertegen geen beden kingen bestaan, wordt aldus besloten. De heer Schorer keert ter vergadering weder. Aan het burgerlijk armbestuur wordt op zijn verzoek goedkeuring verleend op een door hem voorgedragen besluit tot het doen van af- en overschrijvingen op zijne begrooting over 1871. Tevens wordt hetzelfde armbestuur gemachtigd tot het te gelde maken van een ten name van het algemeen armbestuur op het grootboek der nationale 2£ pet. werkelijke schuld ingeschreven kapitaal, en zulks tot dekking eener uitgaaf van 2000 voor een zeer nood zakelijke verbouwing van het Sint-Joris hofje, voor welke uitgaaf op de begrooting van het armbestuur voor 1872 slechts 400 beschikbaar is. De voorzitter deelt mededat van de heeren den Bouwmeester, Borsius van der Leijé is ingekomen een protest tegen het leggen der nieuwe brug over den toegangweg naar het station, welk protest is gegrond op een rapport van deskundigen die door genoemde firma tot een onderzoek zijn uitgenoodigd. Op voorstel des voorzitters is besloten, dit stuk, hetwelk voor de leden ter inzage heeft gelegenter griffie te deponeeren, onder vrijlating tot het doen van eenig voorstel indien een der leden bij nadere inzage daartoe termen mocht vinden. Van den heer mr. J. F. Bijleveld van Serooskerke is een verzoek ingekomen om eervol ontslag als commis saris over de rijschool, hetwelk wordt ingewilligd. De zitting gaat alsnu over in eene met gesloten deuren. Na de hervattiug der werkzaamheden blijkt de heer Rekker ter vergadering verschenen te zijn. Wordt gelezen een adres van den heerl.de Broekert, die intrekking vraagt van het hem door burgemeester en wethouders toegestaan verzoek om den stoomhout- zaagmolen Zeeland af te breken en dezen door een an deren te vervangen. Overigens vraagt hij vergunning om een tweeden houtzaagmolen te mogen plaatsen op zijn grond van het perceel wijk Q n°. 70en aldaar den singel te mogen doorgraven en met eene brug te over dekken. Zonder beraadslaging wordt dit verzoek inge willigd. Vervolgens wordt gelezen een voorstel van burge meester en wethouders betredende de binnen kort aan te besteden vervanging van de beschoeiing langs Maas baai en de voormalige Keibank door eene bazaltglooiing, volgens raadsbesluit van 24 September jl. Deze glooiing moet gemaakt worden ter lengte van 134 meters en aansluiten op de hoogte van de voormalige Kleine werf aan den bazaltmuur, die daar thans in bewerking is. Daar rond de plaats gehad hebbende ontgraving voor de fuudeering voor dien muur een ringdijk is opgewor pen, zal liet thans door de gemeente aan te besteden werk deels onder dien ringdijk vallen, deels daar bin nen en wel juist in den fundeeringsput. Aangezien dit wellicht tot groote onaangenaamheden en moeilijkheden bij de uitvoering zou kunnen leiden en de aannemings som van het geheel daardoor verhoogd worden, Btellen burgemeester en wethouders voor, den aannemer van den bazaltmuur, de firma J. van de Grien dt te 'sHertogenbosch, tegen tariefsprijs onderhands aan te besteden het maken van een bazaltglooiing ter lengte van 38 metersvoor zoo ver die glooiing onder en binnen den ringdijk valt, met de aansluiting aan den bazaltmuur. Het overige gedeelte der glooiing kan aan de algemeene concurrentie onder worpen worden. Dit voorstel is zonder beraadslaging goedgekeurd. Nog wordt gelezen een voorstel van burgemeester en wet houders, betreffende de vroeger aan hen verleende machti ging omten behoeve der verbreeding van de bermsloot langs den noordwestelijken havendijk, bij den aanleg der nieuwe rioolwerken dezer gemeente, met de eige naren van eenige aldaar gelegen gronden voorloopig eene schikking te treffen tot afstand van het noodige terrein, teneinde een kostbare en tijdroovende wette lijke onteigening te voorkomen. Die voorloopige over eenkomsten zijn achtereenvolgens gewijzigd inkoopcon tracten, met uitzondering van een stuk grond onder Ar nemuiden deelmakende van het kadastraal perceel sectie F n°. 14, groot 24 aren 20 centiaren en tocbehoorende aan Adriaan Cense, die zich bereid heeft verklaard liet aan de gemeente af te staan tegen eene som van ƒ250. Het voorstel van burgemeester en wethouders strekt, om ook nopens dit perceel het gewoon besluit te nemen en dit aan de goedkeuring van gedeputeerde staten van Zeeland te onderwerpen. Aldus wordt besloten. Thans is aan de orde de behandeling van het, sinds 14 dagen ter inzage gelegen hebbende en gedrukt voor de ingezetenen verkrijgbaar gestelde, kohier der plaat selijke directe belasting op de inkomsten dezer gemeente voor 1872 en do daartegen ingebrachte reclamatiën. Die reclarn tiën zijn, blijkens mededeeiing dos voor zitters, ingezonden door: wed. J. 0. van den Broecke, verzoekende verplaatsing van de I9e in de 18« klasse; F. C. M. Boenders van de 3« in de 2e: C. M. van Riel van de 2e in de le; F. J. Sturm van de 2e in del"; mejufvrouweu Holster om uit de lc klasse van het kohier te worden afgevoerd: wed. J. van de Graft- Ili ser om uit de 13° klasse van het kohier te worden afgevoerd; C. J. Casteleijn om uit de 1® klasse te wor den afgevoerd; F. J. Luth, verplaatsing van de 19c in de 18e klasse; P. J. F. Kouion van de 3® in de le; J. P. L. E. E. Scheidius van de 17= in de 15=Maatje Bouman, afvoering van het kohier uit de 1= klasse; mejufvrouwen Gemier, als voren; G. J. Sprenger ver plaatsing uit de 24= in de 23*M. C. van Kleefafvoe ring van het kohier uit de 2e klasse; H. van Neder- veenverplaatsing uit de 13e in de 9°Gvan den Boogert, afvoering van het kohier uit de 1= en C. A. Kouion, verplaatsing uit de 3ö in de 2e klasse. Op al deze verzoeken wordt, overeenkomstig liet advies van burgemeester en wethouders, gunstig beschikt. Behalve de genoemde zijn nog de volgende reclama tiën ingekomen van: C. A. de Maagd, verzoekende verplaatsing van de 4= in de 2e klasse; M. J. Ornee van de 6e in de 3°W. C. S. Jongkindtom uit de Ge klasse van het kohier te worden afgevoerd; B. A. Verheij, verplaatsing van de 15= in de 13°; O. Wisse van de 4° in de 2e; A. L. Wijnne van de 20e In de 18c P. Duijvekot vermindering uit de 10°M. Gernler ver mindering uit de 7e; G. Wisse en J. A. Hamey, beiden om uit de 2e klasse van het kohier te worden afge voerd J. J. den Bouwmeester om vermindering uit de 21°en C. J. Pelleverplaatsing uit de 4® in de 2c klasse» Al deze verzoeken zijn afgewezen, met uitzondering van het verzoek betreffende den aanslag van W. C. S. Jongkindt, die van de 6e in de 3e klasse is terugge bracht. Nog is besloten E. M.Klep van de 6e tot de 12< klasse terug te brengen, ew overigens uit de le klasse van het kohier af te voeren J. C. M. de Leeuw, O. GoetstouwersA. Aarts, M. E. Koenraadt en C. M. Lu d wig. Vervolgens is goedgekeurddat dit jaar de heffing bedragen zal 2#/J0 Pc*- van het vermoedelijk inkomen, en van iederen aanslag 300, dus ƒ8.70 in iedere klasse zal afgetrokken worden. Het kohier voor 1872 is voorts vastgesteld op f 65,700 a ƒ65,800, hoezeer het cijfer nog niet met zekerheid kan worden opgegeven. Daarna wordt vastgesteld de staat van onwaarde derzelfde belasting over 1871, waarop zijn geplaatst: E. Hagoort en W. J. Hartman, als afgevoerd; M. J. Ketting, J. Pieterse, L. van der Staal en M. A. van Idsinga, allen vrijstelling voor 6 maanden; K. H. Klein voor 4 maanden; G. W. Coenen als onvermogend afge voerd; S. Kenens, vrijstelling voor 3 maanden, J. C. Benteijn voor 7, P. J. Ketner voor 8, A. J. F. van der Groesen voor 5, G. C. Hachraeester Eekhout en A. M. Cramer, heiden voor 8, A. W. van Reigersberg Ver- sluys voor 9J. Cuperus voor 8, J. G. van der Meer Mohr voor 3, G. B. Visscher, H. G. P. Leijssius en M. E. Tak, allen voor 8, R. J. Bland (overleden) voor 9, J. W. Paspoort voor 5 en II. Boonen voor 6 maan den, samen tot een bedrag van ƒ924,11. Ten slotte wordt, tot een bedrag van 300.96^, vast gesteld de staat van te verleenen restitutie van dezelfde belasting over 1871, waarop voorkomen J. J. T. Weij- mar voor 2.37^, H. Boogaert voor ƒ22.75, M. V. de Jonge, wed®, van Kinschot, voor ƒ273, en J. R. Jero- nimus voor 2.84. De zitting wordt, gesloten. öuitrnlanïr. ALGEMEEN OVERZICHT. Eerst heden verneemt men eenige bijzonderheden omtrent de tweede zitting der permanente commissie uit de nationale vergadering, welke Maandag namiddag te Versailles plaats had. Het verslag van de in deze zitting behandelde quaestiën levert de meest karakteris tieke kenmerken van de politieke richting der meerder heid. Het sterkst kwam deze uit, toen er sprake was van de receptiën welke Thiers gedurende de vacantie der kamer te Parijs houdt. De berichten omtrent het debat, hetwelk hierover gevoerd werd, stemmen wel is waar niet overeen, maar zij komen toch hierop neder dat de meerderheid zich daarover zeer verstoord be toonde en een der leden zelfs het voornemen te kennen gaf, om deze zaak in de nationale vergadering ter- sprake te brengen. Het agentschap Havas zegt, dat de heer de Rérausat, die als vertegenwoordiger der regce ring de zitting bijwoonde, hieromtrent ophelderingen gegeven heeft, doch andere berichten daarentegen mel den dat de zaak eerst op liet tapijt gebracht werd nadat de minister de zitting verlaten had. Hoe het. zijhet zou in elk geval heter en verstandiger geweest zijn, wanneer die quaestie in het geheel niet aangeroerd wareniet alleen omdat daardoor het prestige en het gezag van het uë»taande gouvernement ondermij nd worden, maar niet minder omdat Thiers ten slotte volkomen bevoegd is om receptiën te houden waar het hem als president der republiek goeddunkt. Wanneer hij dit te Bordeaux, Marseille of Rouaan wilde doen, zou nie mand er aan denken aanmerking daarop te maken. Bovendien het receptiehouden te Parijs laat de quaes tie van den regeeringszetel geheel intactvooral wanneer men niet gelijk de rechterzijde schijnt te zijn blind is voor de vele blijkenwelke Thiers gaf, dat hij de dwaze en overdreven vijandschap der monarcha len tegen Parijs op alle mogelijke wijzen wilde ontzien. Eenige malen herhaalde hij het luid op de eerste recep tie, dat hij te Parijs gekomen was, „zonder zijn gewone residentie" te verlaten, en duidelijker bewijs kou hij hiervoor niet gevendan dat hijde hoofdpersoonde I receptie des avonds te 11 uren verliet, om met. den i trein van 12 uren naar Versailles terug te keeren. i Een tweeden aanval der rechterzijde had de heer de Rémusat te doorstaan bij monde van den generaal Ducrot, die er zich over beklaagde, dat hij de benoe ming van de ruairet van Chateau-Chinon en Lyon gelet was op de wenschen van den gemeenteraad Ongeluk kiglijk golden die voorspraken republikeinsgezinde candidaten. Hieraan moet het dan ook zeker toegeschre ven worden, dat de monarchale leden der permanente commissie geheel over het hoofd zagendat de groote meerderheid der nationale vergadering, waaronder bijna de geheele rechterzijde, nog voor korten tijd de benoe ming der maires door de gemeenteraden wilde doen plaats hebben, en zij eerst na het dringende verzoek der regeering hare meening prijs gaf! De minister van buitenlandsche zaken gaf verder in antwoord op eene vraag van een der leden te kennen, dat de onderhandelingen met Engeland over het vaststellen van nieuwe tarieven wel is waar afgebroken waren, maar dat de regcering toch de hoop koesterde dat zii wel weder geëntameerd zouden worden. De stem 1 der Engelsche openbare meening is weinig in o vei een- stemming met deze optimistische verwachtingen der j Fransche regeering; integendeel blijkt het meer en meer 1 uit de dagbladen en niet het minst uit de organen van het Engelsche gouvernement, dat Engeland liever ge heel vrij en aan geen tractaat gebonden wil blijven, dan toe te stemmen in eenige verhooging der invoerrechten. De Fransche, en vele buitenlandsche dagbladen maak ten reeds gedurende eenige dagen melding van een belang rijke leening, welke door den Franschen ex-keizer zou gesloten zijn en leidden daaruit af, dat de Bonapartistcn iets in het schild voerden. The Times zegt echter in zijn nommer van gisterengemachtigd te zijn om het gerucht bepaaldelijk tegen te spreken, dat de ex-keizer eene leening van 15 millioen te Londen gesloten zou hebben. Dus dat dit elders plaats had, wordt niet ge loochend, waardoor het gerucht meer en meer veld wint, dat de beruchte ex-hertog van Brunswïjk, die, zooals men zich herinnert, zich met de kroonjuweelen uit de voeten maakte, hem belangrijke sommen geleend en zijn eenig onderpand op de toekomstige restau ratie der Napoleontische dynastie gebaseerd zou hebben. Wat in deze geruchten waar is, zal de toekomst moeten leeren, doch dit is zeker, dat de onder-keizer Rouher gisteren te Ghislehurst is aangekomen en de Bonapar tistcn volstrekt niet stil zitten. The Daily News spreekt het door the Morning Post medegedeelde bericht tegen omtrent de ontvangst eener depêche der Amerikaansche regcering, die een einde zou maken aan de geschillen, welke over de opvatting van het tractaat van Washington tnsschen Engeland en Amerika gerezen zijn. Eene mededeeiing in the New-York Tribune geeft echter den indruk, dat het door the Morning Post medegedeelde bericht niet ge heel van grond ontbloot is. Het blad meldt namelijk als een algemeen verspreid gerucht, dat de Ameri kaansche regeering hare eischen wegens indirecte schade zou hebben ingetrokken, en voegt er «alleen hijdat door dit besluit de president noodzakelijk zijne waar digheid zou moeten neerleggen. Geen enkel woord over hetgeen zoo vaak door de Amerikaansche dagbla den op den voorgrond gesteld werd, dat Amerika'» eer zoodanigen stap niet gedoogde, dat Amerika ter wille van zijn prestige onmogelijk zijn eens ingenomen standpunt kon opgeven, enz. enz. Hoewel beide geruch ten, zoowel van the Morning Postals van the New-York Tribune, zeker zeer overdreven zijn, is toch beider

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2