Middelburg 0 April.
De Staatscourant van heden bevat een koninklijk
besluit van den 26ei> Maart jl., houdende bepalingen
tot vereenvoudiging van de formaliteiten, in acht te
nemen bij den in-, uit- en doorvoer van goederen.
Uit verschillende oorden in Zeelandvooral uit het voor
malig 4® district, ontvangen wij nog voortdurend berichten
omtrent de op den lcu April gevierde feesten. Wij moeten
ons echter tot een korte vermelding bepalendaar onze
ruimte niet toelaat uitvoerige verslagen op te nemen van
de feestvieringen op iedere plaats.
Te Sluis bestond het belangrijkste deel van het pro
gramma in de feestviering in de gedecoreerde zaal
der kazerne waar de heer J. H. van Dale een feest
rede uitsprak; te Aardenburg in een optocht en
eene bijeenkomst in de groote zaal van het raadhuis
waar verschillende sprekers het publiek bezig hielden. Te
Biervliet werd in het schoollokaal eene feestrede uitge
sproken, terwijl later een optocht werd gehouden en
volksspelen en vuurwerk aan het feest luister bijzetten.
Wel zag men ook in Oostburg en St. Kruis de natio
nale vlag van vele woningen wapperen en oranje dra
gen, doch de feestviering bepaalde zich op die plaat
sen voornamelijk tot een kinderfeest, terwijl men in
Yzendijke blijk van zijne vreugde gaf door het uit
stoken van vlaggen, het ontbranden van teertonnen en
ander vuurwerk. Zelfs te Eede ging de dag niet onop
gemerkt voorbij. De driekleur woei van de woning van
den pastoor en van de kerk en eenige ingezetenen
brachten met oranjevlaggen een bezoek aan Aardenburg.
Door commissarissen der Amsterdamsche kanaalmaat
schappij is een adres ingezonden aan den gemeen
teraad, om te protesteeren tegen het voorstel van bur
gemeester en wethouders aangaande de kanaalzaak, in
ons nommer van gisteren in hoofdzaak medegedeeld.
Reeds in de zitting van den Amsterdamsehen gemeente
raad van gisteren is, na een langdurige discussie en na
voorlezing van genoemd adres, het voorstel van burge
meester en wethouders met 27 tegen 8 stemmen ver
worpen.
Kaar wij vernemen heeft de heer Bcyens te Brussel
die, zooals men weet, den 19®° Februari eene circulaire
zond aan de schutterijen, weer baarhei dskorpsenmuziek-
vereenigingen enz. hier te lande tot deelneming aan
een feest in dezen zomer te Brussel te vieren, van
62 verschillende vereenigingen een gunstig antwoord
ontvangen. Zoodra de Belgische commissie zich te Brussel
gevormd zal hebben, zal een tweede circulaire worden
rondgezonden, waarin nadere bijzonderheden omtrent
de voorgenomen feestviering zullen medegedeeld worden.
De lieer A. P. Go donoud Indisch ambtenaarkomt,
in een dezer dagen verschenen brochure, op tegen de
militaire expeditiën in Nederlandsch-Indië, zooals er
onlangs in het oosten van Sumatra een plaats had om
een inlandsch hoofd te straften die zich jegens een
ander hoofd vergrepen had en de wandaad had bestaan
van op de portretten van Willem III en HD. gemalin
te doen schieten. De schrijver gaat van het standpunt
uit dat de meest schitterende wapenfeiten minder bere
kend zijn om de beschaving te verspreiden, de orde
en ons gezag te handhaven dan een beleidvol be
stuur dat versterking van den moreelen invloed in
het oog houdt.
Het lezenswaardig overzicht van het succes dat de
schrijver zelf als adsistent-resident van Mandhéling en
Ankola op Sumatra's Westkust met de toepassing van
dit beginsel behaalde, was inderdaad niet noodig om
dit truism aannemelijk te maken. De militaire expedi
tiën, onbeteekenend als ze meestal in spijt van de
prachtige officieele verslagen zijn, hebben slechts een
tijdelijk nut, en laten haar blijvende sporen alleen na
op de wapenrokken der officieren, zoo ze al geen ver
bittering bij de schijnbaar in onderwerping gekomen
overwonnelingen verwekken; een verstandig en tactvol
bestuur daarentegen, toegerust met locale kennis en
daardoor in staat de onderlinge verhouding der hoofden
te doorgronden en iets verder door te dringen dan tot
den buitenkant der inlandsche huishouding, steeds naar
recht en billijkheid handelende, weet de sympathie
der inlandsche bevolking te winnen, en haar tot blij
vende vrienden van het Nederlandsch gezag te maken.
Maar ambtenaren die naar die beginselen handelen,
zijn, vooral op de buitenbezittingen, schaars, terwijl
het door geweld on der (bukken van onlusten voor den
militair gemakkelijker en eervoller is, dan het voorko
men door overleg en tact voor den civielen ambtenaar.
In deze omstandigheden zal de stem van den heer Godon
wel die eens roepende in de woestijn wezen, en zal
vooreerst het einde niet daar zijn der nuttelooze en
kostbare expeclitie's die, evenals de ICabylen-oorlogen
in Algerië onder het keizerrijk, van tijd tot tijd schij
nen te moeten dienen om aan de natie te doen zien,
dat er nog een Indisch leger bestaat dat het vak nog
niet verleerd iswaarvoor jaarlijks zulke groote som
men w orden bestem d
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
ridderorden. Benoemd tot ridder der 4e klasse
van de Militaire Willems-orde F. van Braam Morris,
controleur le klasse bij het binnenlandsch bestuur in
het gouvernement van Celebes en onderhoorigheclenen
C. W. A. Kloër, burgeropnemer bij de statistieke op
name van Zuid-Celebestot belooniug van hunne daden
en gedrag bij gelegenheid van den vijandelijken aanslag
op het gouvernements-etablisscment te Bikeroe (afdec-
ling Oosterdistricten van Celebes en onderhoorigheden)
in den ochtend van den 24" November 1871en tot
broeder der orde van den Nederlandschen leeuw J. B.
Oos te weeghelhoofdschout te Weltevreden.
topographisch bureau. Eervol ontslag verleend
met ingang van den len Juli a., behoudens aanspraak
op pensioen, aan den adjuct-commies bij het topogra
phisch bureau J. M. Hierdorff, en benoemd bij dat
bureau tot commies technisch opzichter, den adjunct-
commies C. A. Eckstein en tot l'n klerk den leerling
J. A. Haaring, en zulks voor laatstgenoemden met in
gang van den l,-n Juli a.
Pensioen verleend, op zijne aanvrage, krachtens het
bepaalde bij art. 42 \a, van de wet van 28 Augustus
1851 (Staatsblad n°. 128) aan den generaal-majoor J. A.
Besier, van den generalen staf, chef der topograpische
inrichting, en het bedrag van dat pensioen, met toepas
sing van art. 14v van de wet van dezelfde dagteekening
(Staatsblad n°. 129), bepaald op 2400'sjaars, entevens
genoemden opperofficier dank betuigd voor (1e langdurige
en goede diensten door hem aan de topographische in
richting bewezen.
Benoemd tot chef der topograpische inrichting te
'sGravcnhagc de kolonel II. E. W. Rodi de Loo, van
den generalen staf.
posterijen. Benoemd tot commies der posterijen van
de derde klasse, de heer J. P. van Nieuwkuykthans
directeur van het postkantoor te Oldenzaal.
huizen van arrest. Eervol ontslag verleend, op
verzoek, aan J. G. J. Moll, als lid der commissie van
administratie over het burgerlijk en militair huis van
verzekering te Arnhem, en benoemd tot lid dier com
missie G. van Hecking Colenbrander, gepensioneerd
kapitein-luitenant ter zee, wonende te Arnhem.
leger. Op pensioen gesteld krachtens art. 43 2c,
der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad n°. 128) de
kapitein W. Schut, van het korps ingenieurs, mineurs
en sapeursen het bedrag daarvaningevolge de
.artt. 14b en 19 der wet van den 28*° Augustus 1851
(Staatsblad 11°. 129)met inbegrip eener toelage van
f 125, op grond van het bepaalde bij de wet van den
8-n Juni 1864 (Staatsblad n°. 68), vastgesteld op fll60
"sjaarsmet toekenning van den rang van majoor.
KERKNIEUWS.
De heer S. Kalma, predikant bij de Nederduitsch
hervo'rmde gemeente te Losdorp, heeft voor het beroep
naar die gemeente te Zoutelande bedankt.
MARINE EN LEGER.
De luitenants ter zee 2e klasse A. de Brityne en
W. J. van Hoogenhuyze', laatst behoord hebbende tot
het eskader in Oost-lndië, en van (laar den 26en Maart jl.
in Nederland teruggekeerd, worden met dien datum
op nonactiviteit gesteld.
De minister van oorlog heeft ter kennis van de
betrokken autoriteiten gebracht dat, ingevolge konink
lijk besluit van 24 Maart jl., voorloopig tot en met den
laatsten September e. k. van kracht blijft de gunstige
bepaling, dat aan ieder recruut, die zich voor 6 jaren
bij het korps mariniers verbindt, en aan ieder milicien,
die daarbij overgaat, als maximum voor handgeld kan
worden uitbetaald f 100.
KOLONIËN.
De gouverneur-generaal van Nederlandsch-ïndië heeft
de volgende beschikkingen genomen.
civiel departement. Verleend: een tweejarig
verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den notaris,
tevens vendu-meester te Bandong, J. G. Groenewakl;
een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte,
aan den hulponderwijzer aan de openbare lagere school
te Grissee, F. Veneraa.
Ontslagen: wegens intrekking van het zoutverkoop-
pakhuis te Buitenzorg, eervol, uit zijne betrekking, de
zoutverkoop-pakhuismeester aldaar J. D. Leidelmeijer;
uit 'slands dienst, de gewezen cipier bij den raad van
justitie te Ternate G. A. de Ridder.
Benoemd: tot tij del ij ken vervanger van den notaris
J. G. Groenewald, te Bandong, gedurende de afwezig
heid van dezen met verlof naar Europa, de candidaat-
notaris Th. H. Jans; tot hoofdonderwijzer aan (1e open
bare eerste lagere school te Macassar W. van der Lee;
tot hoofdonderwijzer aan de openbare eerste lagere
school te Macassarde hoofdonderwijzer aan de openbare
eerste lagere school te Soerakarta J. L.Bloemhard; tot
lid in den raad van justitie te Padang, D. Groeneveld,
agent der Javasche bank, thans tijdelijk die betrekking
waarnemende; bij het mijnwezen in Nederlandsch-Indië,
tot ingenieur 3° klasse, (le adspirant-ingenieurs H. A.
Mansfeldt en H. J. W. Jonker; tot adspirant-ingeuieur,
C. J. van Schelle, daartoe gesteld ter beschikking van
de Indische regeering.
departement van oorlog. Verleend: een twee
jarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den
officier van gezondheid 2° klasse F. L. Philipsen.
Bevorderd: bij het wapen der infanterietot kolonel,
de luitenant-kolonel C. L. St. A. M. (le Roy van Zuy-
(lewijn.
Benoemd: tot 2™ luitenantde sergeanten J. Vogel
zang en T. J. M. F. Mollinger.
Infanterie: bij het 3,; bataljon, de tweede luitenant.
J. H. A. van Daalen, van garnizoens-bataljon van Pa-
leinbang; bij het 7e bataljon, de eerste luitenant J. A.W.
Aufderheytle, van het garnizoens-bataljon der Moluk-
sche eilanden; bij het 8< bataljon, (le kapitein G. van
Vuur envan liet. 14e bataljon; bij het 9" bataljon, de
tweede luitenant M. J. Nix, van liet 7° bataljon; bij
het 12° bataljon, de majoor J. G. van Thiel, van het
8« bataljon, bij het 13a bataljon, de tweede luitenant
A. P. A. Varkevisser van het garnizoens-bataljon van
Banka; bij hetl5e bataljon, de eerste luitenant J. C. P.
Welffer, van het garnizoens-bataljon van Palembang;
bij het 16'e bataljon, de majoor F. T. Engel en de
tweede luitenant G. C. Stoklmyzen, respectivelijk van
het I2o en 9C bataljon; bij het garnizoens-bataljon van
Banka, (le eerste luitenants P. J. Gaberel en W. Hing-
man, respectivelijk van het 7° bataljon en het garni
zoens-bataljon van Palembangbij het garnizoens-bataljon
van Palembang, de eerste luitenant J. F. Tetar van
Elvenen de tweede luitenant A. M. Winkelbeiden
van het, 2e bataljon; bij het garnizoens-bataljon der
Westerafdeeling van Borneo, de 2e luitenant Krul, van
het 12« bataljonbij het garnizoens-bataljon der Moluk-
schc eilandende eerste luitenant J. J. Meyboom en de
tweede luitenant II. F. Holz, respectivelijk van het
14e en het le bataljon. Wordt vervolgd.)
GEMENGDE BERICHTEN.
In Amsterdam is door „een volbloed Nederlander"
eene proclamatie aan de burgers aangeplakt, om den
koning bij zijn aanstaande komst in de hoofdstad toch
niet te ontvangen met en te vergasten op Die Wacht
am Rhein. „Wij hebben volksliederen in overvloed
zegt de proclamatie 'tWien Neerlands bloed, 't Wil
helmus, o God, verlaat mijn Neerland niet, 't Vlagge-
lied, Wij leven vrij, 't Blijft Oranje, enz. Toont dat ge
Nederlanders zij fc, dat de lucht weergalmc van onze
nationale liederen en voortaan weg met, Die Wacht am
Rheindat zij weer h a r e grenzen bewakede onzen
hebben het niet noodig."
Volgens de door de Purmerender courant mede
gedeelde officieele lijst bedragen de inschrijvingen in den
Noord-Hollandsch-Frieschen spoorweg 1,058,000 in aan-
deelen. De officieuse lijst wijst een bedrag aan van
f 232,960 in aandeelen en f 5 in subsidie.
Het drijvend paardenspel van den heer Lent is
Zaterdag te Tiel aangekomen en reeds des avonds werd
de eerste voorstelling gegeven.
In het Leidsch dagblad komt een bericht voor,
waarin wordt medegedeeld, dat door den uitgever van
Nederland's bevrijding, onder welken titel de toespraak
is - verschenendie door du M. de Vries op 1 April te
Brielle is gehoudenbij den officier van justitie te Lei
den eene aanklacht is ingediend tegen de uitgevers der
Haarlcmsche courantwegens het nadrukken van „meer
dan de helft" en tegen (lie van het Utrechtsch Dagblad
wegens het nadrukken van „een vijfde" van (lio rede
voering.
De Emmerichcr Volksboten bevat een schrijven uit
's ïïeerenberg-, waarin de heer Grimm, een Zuid-Duit-
scher, katholiek en administrateur der bezittingen van
den vorst von Hohenzollern, zijne diepe verontwaardi
ging over het gebeurde uitspreekt. Hij deelt, o. a.mede,
dat het ultramontaansche plebs, alvorens omstreeks mid
dernacht naar Emmerik terug te keeren, den pastoor
voor diens woning eene ovatie brachten aldaar een
geestelijk lied zong. Het Vaderland verneemt dat eer
gisteren de regeeringspresident uit Dusseldorf en de
landraad uit Wesel te Emmerik zijn geweest om de zaak
te onderzoeken.
Het aantal slachtoffers van de ramp te St. Gilles