tusschen hun werkkring en de Duitsche nationaliteit, er
bestaat eene wet, die meer geldt dan het Frankforter
vredesverdrag, de wet van zedelijkheid en humaniteit.
In beginsel toch blijft die gewelddadige dwang hoogst
afkeurenswaardig, vooral wanneer men bedenkt, dat
hij gebaseerd is op een tractaat, hetwelk aan de Fran-
sche natie opgedrongen werd, toen het haar aan macht
ontbrak om zich daartegen te verzetten.
Eindelijk bestaat er een derde bezwaar tegen dit
art. 2 van het tractaat van Frankfort. Het is namelijk
in flagranten strijd met art. 5 der vredespraeliminairen
en met art. 12 van hetzelfde vredesverdrag van Frank
fort. Het is inderdaad onbegrijpelijk, dat noch de Fran-
sche regeering noch de nationale vergadering zich uit
dien hoofde tegen de definitieve aanneming verzet
heeft. Dit verschijnsel laat zich alleen verklaren dooi
de bijzondere omstandigheden, waaronder die aanne
ming door de Fransche kamer plaats had. Art. 5 der
vredespraeliminairen zegt:
„De belangen der bewoners van het door Frankrijk
afgestane gebied zullen, wat hun handel en hun bur
gerlijk recht betreft, zoo veel mogelijk behartigd
worden, wanneer de bepalingen van den definitie ven
vrede vastgesteld zullen worden. Er zal tot dat einde
een termijn gesteld worden, waarbinnen zij bijzondere
voorrechten genieten zullen voor de circulatie hunner
koopmanswaren en producten. De Duitsche regeering
zal geen enkelen hinderpaal aan de vrije immigratie
der bewoners van het afgestane gebied in den weg
stellen, en zal tegen hen geen enkelen maatre
gel kunnen nemen, die inbreuk maakt op
hunnen persoon of hunnen eigendom."
De zin van dit artikel is duidelijk. De Duitsche
regeering zal dus hoegenaamd geen dwang op den
persoon of den eigendom der Elzassers of Lothnringers
kunnen uitoefenen, en het is niet minder duidelijk dat
deze verplichting, die Duitschland bij de vredespraeli-
minairen, dus van den aanvang reeds in beginsel, op
zich nam,-geheel onafhankelijk is van elke voorwaarde
betreften de eene nationaliteitskeuze. Geheel in overeen-'
stemming met dit beginsel bepaalt art. 12 van het
Frankforter vredestractaat
„Alle verdreven Duitschers zullen het geheele en j
volle genot behouden van alle goederen en rechten,
welke zij in Frankrijk verkregen hebben.
„Die Duitschers, welke de door de Fransche wetten j
voorgeschreven machtiging verkregen hadden om hun
domicilie in Frankrijk te vestigen, worden in hunne j
rechten hersteld en kunnen derhalve opnieuw hun
domicilie op Fransch grondgebied vestigen.
„Het tijdsverloopdoor de Fransche wetten voorge
schreven om genaturaliseerd te kunnen worden, zal
beschouwd worden door den oorlog niet afgebroken te
zijn voor die personen, welke van de hierbovenge- I
noemde bevoegdheid gebruik zullen makendoor binnen
zes maanden na de uitwisseling der ratification van het
tractaat naar Frankrijk terug te koeren, en de tijd, J
verloopen tusschen hunne uitzetting van en hun terug-
keer op het Fransch grondgebied zal medegerekend
worden, alsof zij nooit opgehouden hadden in Frankrijk
verblijf te houden.
„De bovengenoemde voorwaarden zullen,
geheel wederkeerig toegepast worden op j
Fransche onderdanen die verblijf houden of j
wenschen verblijf te houden in Duitschland." i
Het vredestractaat erkent dus, dat Duitschers in
Frankrijk en Franschen in Duitschland gevestigd kun-
nen zijnen legt aan geen van beiden de verplichting
op om bovendien een domicilie in den staat te hebben,
waarvan zij burgers zijn. Hieruit volgt noodzakelijk,
dat een Franschman uit Parijs of Marseille zich in
Duitschland, dus ook in den Elzas en Lotharingen,
vestigen kan even zoo goed als een Duitscher uit
Berlijn of Dresden zich in Frankrijk kan neerzetten,
zonder dat de Fransche regeering van hem vergen kan
dat hij een domicilie in Duitschland hebbe. Volgens
dit aangenomen beginsel heeft dus een bewoner van de
nieuwe rijksprovincie, die geboren Franschman is en
dezelfde nationaliteit wenscht te behouden, a plus forte
raison het recht om zich in den Elzas of Lotharingen
te blijven vestigen. Wanneer de Duitsche regeering
dit ontkent, dan handelt, zij niet alleen tegen den zin
van art. 12, maar schendt bovendien de vï-edes-praeli-
minairen het beginsel waarop de vrede gegrond
is want zij „neemt een maatregel, die inbreuk
maakt op den persoon en den eigendom."
Het ongelukkige art. 2 van het vredestractaat echter
plaatst de bewoners der geannexeerde departementen in
een exceptioneelen toestand, die niet alleen in strijd is
met de beginselen waarop de sluiting van den vrede
berust, maar ook aandruist tegen de algemeen erkende
principen van het volkenrecht en tegen de wetten der
zedelijkheid en der humaniteit. Feitelijk is dus de
Duitsche regeering volkomen in haar recht, wanneer zij
bij den voorgeschreven maatregel volhardt, doch niet
minder waar is het, dat de vredespraeliminairen cnhet
vredestractaat de vrije vestiging van Franschen in
Duitschland, dus ook in de rijksprovincieaan geen
andere voorwaarden onderwerpen dan waarop de ves
tiging van Duitschers in Frankrijk erkend wordt. Vol
gens de woorden van het tractaat moge Duitschland
volkomen het recht aan zijne zijde hebben, hetvergete
echter niet dat het voor de rechtbank der publieke
opinie zijn pleit verliezen moet, en spiegele zich aan
het voorbeeld van zijn verslagen vijand, dat ieder mis
bruik van macht, iedere daad van onmenschelijkheid
en geweld vroeg of laat zich zelve straft.
Varia uit het buitenland.
Frankrijk. De reserve dei- marine wordt geheel
gereorganiseerd en versterkt. Behalve la Provence en
la Revanche zullen ook het fregat, la Savoie en het
ramtorenschip le Marengo geheel worden uitgerust.
Men verzekert dat deze maatregelen uitsluitend in het
belang van den dienst worden genomen en niet met
de politiek in verband staan.
De Union nationale du commerce et de l'industrie
de Paris heeft opnieuw krachtig geprotesteerd tegen
het wetsontwerp tot liet heffen van belasting op de
grondstoffen en tegen den terugkeer tot bet stelsel der
drawbaclct. Het. werk der nationale inschrijving tot
herstel der woningen van minvermogenden heeft reeds
goede resultaten opgeleverd. Een som van 140,110 francs
kon reeds tot. het voorgestelde doel worden aangewend,
waarvoor 146 woningen in 33 gemeenten werden her
steld. Van het stadhuis te Lyon wappert de rouw
vlag sedert het bericht is ontvangen dat de raaire Hénon,
voormalig afgevaardigde, te Montpellier is overleden.
De Bordeauxsche geestelijken Junqua en Mouls
hebben, zooals hekend is, anonyme artikelen tegen de
onfeilbaarheid van den paus in la Tribune geschreven.
De huiszoekingen, op verzoek van den aartsbisschop
van Bordeaux, Bonnet, door de justitie gehouden, heb
ben de bewijzen daarvan geleverd. Thans is door den
bisschop aan genoemde priesters hevel gegevenom
het geestelijke gewaad terstond af te leggen, en het
bevelschrift is door den commissaris van politic aan den
heer Junqua beteekend, onder bedreiging dat art. 259
van den Code pénal zou worden toegepast., indien aan
het bevel niet werd voldaan.
Duitschland. Als een staaltje van de vrijheid
der drukpers in Duitschland kan strekken, dat het
onlangs te Parijs verschenen boek Le dernier des
Napoléons" bij alle boekhandelaars in beslag genomen
is. Als motief wordt opgegeven dat in het boekdat
van haat tegen Pruisen en tegen de Bonapartes over
vloeit en den stempel draagt van legitimistisch-eleri-
cale zijde te komen, ongehoorde beschuldigingen tegen
een hooggeplaatsten persoon en tegen von Bismarck
voorkomen. Het schijnt (lus dat die hooggeplaatste
persoon en von Bismarck nog niet hoog genoeg in de
algemeenc achting der Duitschers zijn aangeschreven
om aantijgingen van die zijde onopgemerkt en onbe
antwoord te kunnen laten. Of zou er ook veel waar
heid in die beschuldigingen gelegen zijn? De
politic in Hannover heeft geen toestemming willen geven
om aan dc afgevaardigden (lr. Windthorst en dp. Briiel
een scn-cnade met fakkellicht te brengenuit vrees voor
verstoring der orde. De Germania is verontwaardigd
over (lie weigering, en de Volkszeitung meent, dat zij
niet pleit voor het vertrouwen der autoriteiten in cle
politic te Hannover. Het Duitsche strafwetboek wacht
een belangrijke verbetering; Emil Westerwell heeft in
de Germania aangekondigd, dat hij, zoodra dc rijksdag
weder vergaderd is, een aanvullingsartikel op het wet
boek van strafrecht zal voorstellen, waardoor een be
staande leemte zal worden aangevuld en zij die onschul
dig eenigen tijd in preventieve gevangenschap hebben
doorgebracht vergoeding zullen verkrijgen voor het verlies
in hunne zaken en eer geleden. De Mavkische Zeitung
waarschuwt de arbeiders voor engagements-aanbiedingen
naar „Holland", op grond van de treurige ervaringen die
bekwame en flinke werkliedendie zich lieten verlokken,
hebben opgedaan.
Bebel en Liebknecht hebben aan het hoofd van
den Volksstaat het volgende openbaar gemaakt „Bur-
gelijke gezworenen hebben ons veroordeeldterwijl
juristen en rechters geen schuld in ons konden vinden.
Wij zullen de ons opgelegde „straf weten te dragen.
Het is uwe taak, partijgenooten, om op het oordeel te
antwoorden door uwe pogingen voor de uitbreiding
van onze partij te verdubbelen. Tracht voor alle
dingen voor het orgaan onzer partij altijd nieuwe
kringen te openen! Werk ieder zooveel gij kunt en de
tijd zal niet ver meer zijn, waarin vonnissen als thans
over ons zijn uitgesproken onmogelijk zullen zijn! Leve
de sociaal-democratie! Weg met de heerschappij dei-
klassen
Engeland. Te Warwickshire is eene vereeniging
van landbouwarbeiders gesticht, die Zaterdag een eerste
meeting heeft gehouden te Leamington. De heer Auberon
Herbert., die liet. praesidium waarnam, verwierp het denk
beeld van aansluiting bij de Trade's unions in de steden
hij las een brief voor, welke door verscheidene leden