defensie in den eigenlijken zin des woords, maar dan ook zoo volledig mogelijk. Algemeene dienst plicht is daarom een onzer eerste beginselen. Alle meer en meer op den voorgrond gestelde denkbeel den aangaande legervormingafschaffing van plaats vervanging en nnmmerverwisseling, localisatie der militie, uitbreiding van het contingent, verandering der plaatselijke schutterijen in een landweer, betere opleiding der officierenbeschouwen wij als zooveel uitingen van dien eenen eisch (door artikel 177 der Grondwet reeds gesteld, doch in volgende arti kelen practisch ten deele onmogelijk gemaakt), dat ieder Nederlander zijn eerste plicht kan ver vullen om de wapenen te dragen tot handhaving der onafhankelijkheid van den staat en tot bevei liging van zijn grondgebied. Het gemeentebestuur van Vlissingen heeft bij publi catie het publiek uitgenoodigd om mede te werken tot eene waardige feestviering op den 6" April, ter gedach tenis der verlossing van de Spaansche heerschappij. Hoewel het meer eigenaardig is, dat Vlissingen zijn feestdag op 6 April viert, vertrouwt het gemeente bestuur toch dat de le April, die overal elders in ons vaderland herdacht wordt, niet onopgemerkt moge voorbijgaan, en de ingezetenen van hunne belangstel ling zullen doen blijken door het uitsteken van vlaggen. Alles voorspelt dat de illuminatie op den 6", indien het weder gunstig is, werkelijk prachtig zal wezen. Ook de versiering der straten en pleinen schijnt vrij algemeen te zullen zijn. Door de vereeniging Schuttevaêr is in het belang van handelscheepvaart en assurantie openlijk geprotesteerd tegen de verwaarloozing van voorzorgsmaatregelen van de zijde der Amsterdamsche kanaalmaatschappij bij de opening der Oranjesluizen bij Schellingwoude op 18 Maart jl. De bewering van den heer Jitta, als zou de schipperij hierdoor geen ernstige nadeelen ondergaan en aan geen groote gevaren zijn blootgesteld, wordt door de vereeniging belachelijk genoemd. Reeds eerder had zij haar klachten doen hooren, doch vermeende dat de bestaande opening niet mocht gesloten worden vóór de bij de concessie genoemde vluchthaven tot berging van 300 schepen in gereedheid washieraan is echter in geenen deele gevolg gegeven. In welken toestand de zoo hoogst noodzakelijke aanlegplaatsenzoowel aan de zijde van het IJ als aan die van de Zuiderzee, verkeeren, wordt, volgens haar, bewezen door het feit: dat reeds den derden dag na de opening een tjalk, met steenkolen geladen, door de spuisluis is naar buiten geraakt en daar onmiddellijk gezonken. Dat dit ongeluk door meer, ja door tienmaal ergere zal worden gevolgdlijdt geen twijfel, tenzij het kwaad met den meest mogelij ken spoed verholpen worde. De éenige wijze om spoe dig eenigszins hulp te verschaffen, is het maken aan de zijde der Zuiderzee voor ieder der drie sluizen van een gording van 1000 meters lang, elk aan weerszijden vastmaking verschaffende voor ongeveer 30 schepen; ook aan de IJzijde is dusdanig werk noodzakelijk. Reeds heeft de president der vereeniging, namens haar, een adres aan den minister van binnenlandsche zaken opgezonden, om diens hulp ten deze in te roepen. Naar aanleiding van de berichten omtrent Jacob de Vletter meldt men aan Het nieuws van den dag, dat de Vletter in den aanvang, gedurende het grootste deel van zijn verblijf in de gevangenis te Leeuwarden, met verschooning is behandeld. Dit was zoowel het geval ten opzichte van het werk als van het voedsel, dat hem verstrekt werd. Hij heeft zich daar echter niet erkentelijk voor getoond, zoodat men genoodzaakt is geweest hem af te zonderen, en de vroegere zachte behandeling bleef achterwege. Achtenswaardige per sonen, die hem herhaaldelijk in de gevangenis bezoch ten, geven een alles behalve gunstige beschrijving van zijn karakter. Nader wordt aan hetzelfde blad gemeld, dat de Vletter, wel verre van mishandeld te zijn, afzonderlijk is geplaatst in een cel aan de groote binnenplaatsnoch vochtig noch onhebbelijk; dat hij eten kreeg van de ziekenzaal, dat hij bezoek van zijne vrouw ontving in de kommandants-kamerdat hij zijn zwager mocht zien in een kamer, dat hij vooral ten aanzien van zijne vrouw heeft ondervonden hoe groote welwillend heid jegens hem bestond. De Vletter bleef echter de ontevreden man en be diende zich van scheldwoorden tegen de personen die hem zoo groote diensten bewezen. Cachotstraf moest op hem toegepast worden, wegens het uitsmokkelen van brieven; een bediende was daardoor bijna ongeluk kig geworden. De algemeene indruk onder allen die in Leeuwarden met hem in aanraking kwamen, is dat hij een opge blazen, onhandelbaar, brutaal mensch is, een echte ge vaarlijke raisonneurwaarmede niets is aan te vangen. Dikwerf heeft hij allerlei ongesteldheden voorge wend; bij onderzoek bleek dat er niets van aan was. De getuigenis van de directie der gevangenis te Leeuwar den aan den minister van justitie luiddegedrag slecht. Uit den Haag schrijft men ons: „Wij leven hier op het oogenblik wel zonder kamerSj maar toch daarom niet zonder politiek. Al verhult het gordijn het eigenlijk staatstooneel tijdens de behoorlijk aangekondigde entre-acte, zoo gaat de actie achter de schermen toch even goed voort en is men, niettegen staande wij in de stille week leven, druk in de weer om de catastroof te repeteeren en te organiseerendie het keerpunt zal uitmaken der actewaarvoor op 22 April het gordijn weder zal opgehaald worden. De omstandigheid dat 34 van de 80 leden der tweede kamer Hagenaars zijn, maakt 't zelfs voor den leek gemakkelijk om, wanneer hij althans relaties heeft die hem achter de schermen en in de kleedkamers wil len binnenleiden, van de repetities zonder costuum getuige te zijn. „Gedurende het reces in zichzelven ingekeerd, schij nen de leden der kamer en ik heb hier meer bepaald de zeer geavanceerde liberalen op het oog eindelijk te hebben ontdekt, wat de minder hoog poli tiek ontwikkelden reeds voorlang ingezien haddendat de oppositie die het tegenwoordig ministerie van libe rale zijde ondervindt in niemands belang is dan in dat der goed-conservatieven. Illusies dat na den val van het derde ministerie-Thorbecke een cabinet d'affaires zou kunnen gevormd worden uit gematigde mannen, en dat die gematigde mannen die taak zouden op zich nemen onder een soort van voogdij van de liberalen, zijn eindelijk opgegeven, evenals de illusie dat van Houten, Kappeijne c. s. zeiven tot de regeering geroe pen en door de beide kamers ondersteund zouden wor den. Zelfs de warmsten der warmen geven nu toe dat oppositie tegen Thorbecke een onredelijk drijven is voor een liberale fractie die niet in het bezit is van een volledig stel bekwame, eerlijke en serieuse mannen, waarvoor men bij de natie met gerustheid die sympa thie vragen kan die de oude staatsman door zijne wer keloosheid van den laatsten tijd verbeurd heeft, bij velen die op hoogen prijs stellen wat hij vroeger voor Nederland heeft gedaan. Men zou dan nu ook wel gaarne van gedragslijn veranderen, vooral sedert de Nieuwe Rotterdamscke courant, voor ditmaal ten volle een orgaan der publieke opinie des lands, een scherp en welverdiend oordeel uitsprak over de lichtvaardig heid en verwatenheid waarmede men in den laatsten tijd Thorbecke van zoogenaamde liberale zijde be stookt. Maar die „oorlogsverklaring" aan den minister Blussé zit den geavanceerden dwars voor de maag, te meer nu zij op 22 April geplaatst zullen worden voor een der meest brandende epiaestiën van den dag: de inkomstenbelasting. De vreemdsoortigste wenschen worden in de laatste dagen geslaakt. Wan neer Blussé het ontwerp op de inkomstenbelasting maar introk, dan zou men zijn dans le meilleur des mondes; maar men vergeet dat Blussé maar éen woord heeft en dat hij dat woord heeft gegeven aan die hoogst noodige verbetering van ons belastingstelsel, dat hij met dat voorstel staat of valt, en dat velen zijner arnbt- genootenzoo niet allenstaan zullen of vallen met hem. Naar mijne meening zijn de kansen voor de in komstenbelasting in deze omstandigheden nog zoo on gunstig niet; en ook in den boezem van het ministerie schijnt men nog in 't geheel niet te denken dat het einde der dagen nabij is. De heer Jolles maakt nog maar steeds wetten en de beproefde premier die nog altoos zijne kamer niet verlaten mag, maar de hoofd ambtenaren van zijn departement en den ministerraad ten zijnent ontvangt heeft zich na eenige excursiën op het gebied'der zeer groote publieke werken, gezet tot den arbeid op dat terrein, waarop ieder hem gaarne aan het werk zal zien, de regeling van het hooger onderwijs. „Wanneer de eerste kamer nu binnen kort terugkomt vindt ze de tiendenwet. en de coalitiewet. Omtrent beider lot kan men gerust zijn. Schoon de kamer wel lang op de tiendenwet gebroeid heeft, is toch het ge vaar van alle te lang gerekte broedsels hier niet te vreezen nadat de loop der dingen een paar hardnek kige tegenstanders der tiendenafschaffing uit de kamer der hoogstaangeslagenen verdreef. Voor de verwerping van het coalitiewetje wordt buiten de kamer veel te veel misbaar gemaakt in den regel laat ons hooger- huis zich niet intimideerenmaar vereenigt zich soms met een meerderheiddie alle politieke cijferkunst te schande maakt met de wetsontwerpen die de felste oppositie in de pers en aan den overkant van het bin nenhof gaande maaktenom daarentegen volkomen onschadelijke wetjes af te stemmen. Meer dan om acte de presence te geven, maakt ze zelden van haar veto ge bruik. Om deze reden zal ze het coalitiewetje wel door laten gaan; niet omdat de aanneming veel beteekenen zou tegenover de feitelijke buiten werking stelling, door niet toepassing der daarbij afgeschafte, artikelen van den Code Pénal, maar omdat, juist wegens die zelfde omstandigheid, verwerping een hooge beteekenis hebben zou, en daardoor juist die spanning en die ge varen voor de rust en den eigendom konden teweeg gebracht worden, die men met verbazende kortzich tigheid en zeer onoordeelkundig van de aanneming voorspelde." BENOEMINGEN EN BESLUITEN. RECHTERLIJKE MACHT. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te 's Gravendeel nu. D. van Tienen Jansse, advocaat te Dordrecht. KERKNIEUWS. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente te Makkuni (provincie Friesland) de heer E. J. van Wisselingh I.Pz. predikant te Seroos- kerke (Walcheren.) MARINE EN LEGER. De êtat-major aan boord van Zr. M». schroefstoomschip 4e klasse Kijkduin, bestemd naar Curasao, is als volgt: de luitenant ter zee le klasse W. F. K. Cramer, kom- mandant; de luitenants ter zee 2e klasse H. Schotberg, J. Lagaay en J. de Bruyneadelborst lc klasse H. J. Ferguson; officier van gezondheid 2« klasse W. Schutte; officier van administratie 3« klasse H. C. D. van der Ven. GEMENGDE BERICHTEN. De feestviering die men zich tegen 1 April te Kruiningen had voorgenomen, en die volgens het daar toe vastgestelde programma een veelzijdig genot be loofde is wegens plaatselijke omstandigheden uitgesteld. Naar de Goessche courant verneemt, is de reden voor dit uitstel van zeer treurigen aard. *Als een veelbeteekenend, verblijdend verschijnsel wordt ons uit Breda gemeld, dat de gemeenteraad al daar heden met algemeene stemmen besloten heeft eene subsidie te verleenen voor de a. Maandag te houden feestviering. Het raadhuis zal geïllumineerd worden. Woensdag avond te 10 uren was te Nijmegen, zooals wij gisteren gemeld hebben, alles rustig; later op dien avond zijn echter bij een ingezeten aldaar weder glazen ingeworpen. Des nachts zijn twee der vermoe delijke belhamels door de politie uit hunne woning gehaald en in verzekerde bewaring genomen. De bur gemeester heeft Donderdag morgen eene proclamatie uitgevaardigdwaarbij alle samenscholingen van meer dan vijf personen en het luidruchtig zingen op straat verboden wordt. Een sterke militaire macht bevindt zich in de hoofdwacht en patrouilles doorkruisten Donderdag avond de straten. Die maatregel schijnt goed gewerkt te hebben, want geen enkele samenscho ling heeft dien avond plaats gehad en geen gezang werd op straat gehoord. De Arnhcmsche courant berichtte een paar dagen geledendat de groote toren te Arnhem met gevaar scheen te dreigen. Thans meldt zijter geruststelling van hen die door dat bericht eenigszins bevreesd zijn geworden, dat vanwege het gemeentebestuur maatregelen worden, genomen om met den meesten spoed het gevaar af te wenden, waarop zij laat volgen: „Het voorbeeld door een paar vrouwen bij het lezen van ons bericht gegeven, namelijk van in onmacht te vallen, kunnen wij niet ter navolging aanbevelen, 't Spijt ons dat we bij het schrijven niet aan de mogelijkheid van zulk eene ont steltenis gedacht hebben; men moet toch maar overal met de zenuwen rekening houden." Sedert eenige dagen wordt te Amsterdam een nieuw handelsartikel aangevoerd, namelijk groote stuk ken ijs, afkomstig uit Noorwegen en bestemd voor de bierbrouwerijen aldaar. H. M. de koningin heeft eergisteren aan de be gaafde beoefenares der letterkunde Lina Schneider, die zich te Keulen gaat vestigen, een gouden medaillon met paarlen als aandenken geschonken. Eergisteren avond had aan boord van het te Nieuwediep binnengekomen schip mf. Jacob van Len- nep het dochtertje van een der passagiers, zoo men zegt, een kleine bestraffing van haar vader ondergaan, waarop zij in toorn was ontstoken en gedreigd had zich te zullen verdrinken. Dat plan trachtte zij werke lijk een oogenblik daarna te- volvoeren en sprong over boord. Ook nadat het gelukt was haar met een vlet op te visschen, wilde de kleine stijfhoofd ander maal in het water springen, maar zij werd daarin gelukkig verhinderd. De stalhouders te Amsterdam hebben, ter voor koming van ongelukken, besloten, bij gelegenheid dei- feesten op 1 April gecne rijtuigen te verhuren na 6 uren des namiddags.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2