ling van zaken voor administratieve of rechterlijke
collegiën kan door den voorzitter de Fransche taal,
echter niet zonder tolk, toegelaten worden. De gemeen
teraad van het zuiver Fransche Metz heeft ook namens
de omliggende Fransche gemeenten in een brief aan den
rijkskanselier tegen deze wet geprotesteerd en op de
aanneming van zachte overgangsbepalingen aangedron
gen. Terecht zegt de gemeenteraad o. a. in dien brief
dat „de eenige gonst namelijk tot de toelating van het
Fransch inderdaad niet veel beduidt, omdat de voor
zitters der collegiën gelooven zullen hun plicht als
Duitsch ambtenaar te vervullen wanneer zü Lotharin
gen zoo spoedig mogelijk germaniseeren."
Uit de mededeeling van den officieusen Bien public,
dat waarschijnlijk door de Fransche regeering opnieuw
provisioneel twee of drie twaalfden der begrooting zul-
leD worden aangevraagd en de quaestievan de belasting
der grondstoffen tot het budget van 1873 zou worden
uitgesteldzou men moeten besluiten dat de nationale
vergadering bij haar voornemen blijft om Donderdag
uiteen te gaan. Een wetsontwerp van den minister van
binnenlandscbe zaken, waaromtrent gisteren de urgentie
uitgesproken werddoet weder bet tegendeel gelooven.
De minister stelt namelijk voor om de bij de wet voor
geschreven zitting der departementale raden in plaats
van aanstaanden Dinsdag eerst den 8™ April te openen,
blijkbaar om de leden dezer raden, die tevens lid der
nationale vergadering zijn, in de gelegenheid te stellen
om beide zittingen te kunnen bijwonen, zoodat waar
schijnlijk de nationale vergadering eerst na Pascken
zal uiteengaan.
Het wetsvoorstel van de afgevaardigden der ooste
lijke provinciën, waarbij 1° gevraagd wordt dat de be
slissingen van den raad van onderzoek naar de capitula-
tiën aan de nationale vergadering ingediend en in het
Journal officiel opgenomen zullen wordenen waarbij
2° voorgesteld wordt, om maarschalk Bazaine voor een
krijgsraad terecht te stellen, werd eveneens gisteren,
na een welsprekeude toelichting van den heer Bamberger,
met groote meerderheid van stemmen urgent verklaard.
Ook met het oog op dit met zoo groote meerderheid
genomen besluit is het nauwelijks aan te nemen dat
de nationale vergadering reeds overmorgen tot den
28en April uiteen zou gaan.
Het Engelsche lagerhuis heeft gisterenna de indie
ning van de begrooting, zijne zittingen tot 4 April ge
schorst. De minister van financiën Lowe heelt zijn over
zicht van de Engelsche financiën en van het budget
besloten met het voorstel om de inkomende rechten op
koffie, chicorei en andere surrogaten met de helft
te verminderen, de belasting op huizen, winkels en
magazijnen, welker huurwaarde de som van 20 pond
sterling niet te boven gaat, geheel af te schaffen en
bovendien eene reductie van den income-tax ten bedrage
van 2 pence op ieder pond sterling goed te keuren. Wan
neer het parlement deze voorstellen, aanneemt, dan zal
volgens de berekening van den minister de begroo
ting nog sluiten met een batig saldo van 362,000 pond
sterling.
De nieuw benoemde Fransche gezant aan hetltaliaan-
sche hof, de heer Fournieris reeds Zondag door den
minister van buitenlandsche zaken, den heer Yisconti-
Venosta, ontvangen en zal heden aan den koning zijne
geloofsbrieven ter hand stellen. La Liberia zegt dat
wanneer de missie van den heer Fournier ten doel heeft
om alle misverstand tusschen Frankrijk en Italië weg
te nemen en de vriendschappelijke betrekkingen tus
schen de beide regeeringen te onderhondendan nooit
eenig diplomaat gemakkelijker taak gehad heeft. Italië
moge er zoo over denken, het is echter zeer quaestieus
of Frankrijk het op den duur den heer Fournier wel
zeer gemakkelijk maken zal.
Het Pruisische landrecht en de
katholieke kerk.
De strijd tusschen de macht van den staat en het
gezag der kerk is in Pruisen een nieuwe phase inge
treden. welke thans onvermijdelijk tot eene uitbarsting
leiden zal. Tengevolge van het rescript van den minister
van eeredienst Falk aan de katholieke priestersdie
den grooten ban over Pruisische burgers uitgesproken
hebben, om ophelderingen omtrent de burgerrechterlijke
gevolgen van de kerkelijke disciplinaire straf te geven,
zal door de priesters een. standpunt gekozen moeten
worden, van waar zij den strijd, dien zij tegen den staat
hebben opgenomenmet eenige hoop op goed succes
kunnen voortzetten.
Tot den ifiaatregel van den heer Falk is in den vollen
ministerraad beslotenmet aanwijzing tevens van de
middelen welke de regeering te baat nemen zal voor het
geval dat het antwoord der hooge geestelijkheid onvol
doende geacht moet worden. De Pruisische regeering
handelt in deze aangelegenheid ingevolge de paragrafen
5257, titel XI, deel II van het Pruisische landrecht,
i De bepalingen waarop het voornamelijk aankomt zijn de
volgende:
1° „Alleen wegens afwijkende meeningen van de al
gemeen aangenomene geloofsbelijdenis kan geen lid uit
de kerkelijke gemeenschap buitengesloten worden.
2° „Wanneer over de rechtmatigheid der uitzetting
strijd ontstaat, dan wordt daaromtrent door den staat
beslist.
3° „Wanneer aan dergelijke uitzetting nadeelige ge-
volgen voor de burgerlijke eer verbonden zijn, wordt
vóór het uitspreken dezer uitzetting de goedkeuring van
den staat vereischt."
i Sedert de afkondiging van de besluiten van bet laatste
i concilie is wegens het niet aannemen van de leer der
onfeilbaarheid de kerkelijke straf van excommunicatie
uitgesproken door den aartsbisschop van Keulen, den
j bisschop van Breslau en den bisschop van Ermeland. Het
i eerste rescript van den minister Falk werd reeds voor
eenige weken aan den bisschop van Ermeland gezonden,
doch is tot dusverre nog zonder antwoord gebleven. De
anti-clericale dagbladen vermoeden dat dr. Kvementz
instructiën te Rome gevraagd heeft. Op dit geval is in
het algemeen het meest de aandacht gevestigd, en te
recht, want de groote ban dien de bisschop van Er
meland o. a. over den onderwijzer aan het Braunsberger
gymnasium, dr. Wollmannover den pastoor Grünert
en anderen uitsprakheeft in den door de kerk voorge-
schreven vorm plaats gehad, als: door afkondiging van den
kanselgebod aan de gemeentenaren om den geëxcom-
j municeerde te mijden enz., zoodat deze excommunica-
I tien reeds gevolgen hebbendie „nadeclig zijn voor de
burgerlijke eer" en de burgers ia hunne rechten als
staatsburgers belemmeren.
Met de excommunicatiën der professoren in de thcolo-
gic te Bonn en te Breslau is dit echter nog niet het
j geval geweest. De aartsbisschop van Keulen en de bis-
schop van Breslau hebben dan ook 'terstond op het
rescript van den minister geantwoord, dat „de afkondi-
ging van den kansel niet plaats gehad heeft, maar den
professoren slechts schriftelijk lcenDis gegeven is van den
j over hen uitgesproken ban en zij derhalve niet in hunne
l burgerlijke rechten aangetast zijn." Wanneer de heer
j Falk zich strikt aan de wet houden wil en niet bet voor
beeld van den rijks-kanselier volgt, om tot bereiking
I van zijn doel de wet zoo te verwringen dat bij zijne
j handelingen daarachter verschuilen kan, dan is door
i dit ontwijkende antwoord voor het oogenblik de staat
j onmachtig om ten gunste van de geëxcommuniceerde i
professoren tusschenbeiden te komen. De heer Falk zeide
I reeds eenige malen terecht, dat de staat niet uitmaken
j kan wie gelijk heeft, oud-katholieken of infaillibilisten,
en hen daarom beiden als katholieken beschouwt. Even-
I min zou hij thans als staatsminister kunnen beslissen
in hoeverre volgeus kerkelijk recht en kerkelijke ge-
j biuiken eene excommunicatie bestaanbaar is, zooals de
i beide priesters te Keulen en te Breslau beweren uitgespro- i
ken te hebben.
Een voorval te Boppard bij Coblenzdat zich door
i hevige onverdraagzaamheid kenmerkt en aan de hiërar-
j chie der middeleeuwen herinnert, komt echter in deze
quaestie den staat te hulp. Al had de afkondiging der
I excommunicatie in het aartsbisdom van Keulen niet in
forma plaats, thaDS blijkt tocb dat deze moderne excom-
i municatiewelke de beide bisschoppen pour le lesoin de
j la cause in praktijk gebracht hebben, wel degelijk de
i getroffenen in hunne burgerlijke eer en in hunne rechten
1 kan aantasten. Het bewuste voorval komt in het kort
i op het volgende neer.
Te Boppard had Zondag de communie van nieuwe
lidmaten plaats. Uit belangstelling voor een van dezen
waren de professoren Knoodt uit Bonn en Reinkens uit
Breslau, die beiden wegens niet onderwerping aan het
onfeilbaarheidsdogma in den ban gedaan zijn, in de kerk
aanwezig. Yóor de bediening van de mis werd pro
fessor Knoodt door den koster verzocht hem in de
sacristie te volgen. Hier wachtte hem de geestelijke,
die hem mededeelde dat hij de mis niet in tegenwoor-
i digheïd van een geëxcommuniceerde kon bedienen, dus
hemverzocht de kerk te verlaten. Professor Knoodt
antwoordde aan dit verzoek niet te kunnen voldoen, omdat
hij daardoor zelf feitelijk erkennen zon uit de gemeen
schap der kerk verbannen te zijn. De geestelijke bleef
echter op zijn vertrek aandringenniettegenstaande de
mededeeling van professor Knoodt, dat hij, trots de
excommnnicatie, geregeld den dienstin de kerk te Bonn
bijwoonde en de pastoor er niet aan dacht om hem de
kerk te ontzeggen. Bovendien maakte hij er den geeste
lijke opmerkzaam op, dat hij tot dusverre slechts door
een privaten brief van den aartsbisschop geëxcommuni
ceerd was en alle door de kerk voorgeschreven vormen
der excommunicatie ontbraken, waarop de geestelijke
zich zou kunnen beroepen om den dienst te staken. Alles
te vergeefs. Professor Knoodt wees daarna op den open
baren aanstoot, dien hij geven zou wanneer hij openlijk
zijn eisch in de kerk herhaalde. Ook dit hielp niet, en
beiden keerden in de kerk terug. Eenige oogenblikken
daarna verscheen de geestelijke op de trappen van het
altaar en riep met luider stemme: „Er zijn twee man
nen in de kerk, die geëxcommuniceerd zijn. Zoolang
die tegenwoordig zijn kan ik de heilige mis niet bedie
nen. Ik noodig hen uit zich te verwijderen." Hierop
volgde een korte pijnlijke pauze. Daarna herhaalde de
geestelijke dezelfde woorden met bijvoeging van de
beide namen. Professor Knoodt die niet ver van hem
geknield lag, vroeg daarop of hy hem verlof gaf eenige
woorden tot de gemeente te spreken. Hij wilde slechts
de verklaring afleggen dat hij ter wille van het communie
feest, maar ook alleen om die reden, de kerk verla
ten wilde. De geestelijke riep echter„Ik verbied u
hier ook maar een enkel woord te spreken." Om ver
dere stoornis en ergernis te voorkomen gaven de profes
soren toe en verlieten de kerk.
In hoeverre de geestelijke het recht had om aldus te
handelen en of hij openlijk melding mocht maken van
eene excommunicatie, die nog niet afgekoudigd en
slechts in een privaten brief aangezegd is, dit zijn vra
gen welke de kerk zal moeten beslissen. De regeering
zal echter na dit voorval te Boppard niet met het ont
wijkend antwoord van den aartsbisschop van Keulen
genoegen kunnen nemen, en ingevolge de ondubbel
zinnige bepalingen van het landrecht er voor moeten
waken, dat niet „zonder de goedkeuring van den staat
door eene excommunicatie de burgerlijke eer en de
rechten van staatsburgers aangetast worden." Ook ter
wille van de zaak zelve is het te hopendat de minister
zich strikt aan de wet zal houdente meer daar deze
hem voorloopig voldoende wapenen in de hand geeft ter
bestrijding van de onrechtmatige handelingen der ultra-
montaansche geestelijkheid. Eerst langzamerhand toch
kan door de geleidelijke losmaking der bandenwaar
mede vooral nog in Duitschland kerk en staat onderling
verbonden zijn, de geheele scheiding van kerk en staat
voorbereid worden.
Belgische brieven.
Gent24 Maart
Met het oog op de aanstaande verkiezingen voor de
provinciale en gemeenteraden, heeft de Liberale asso
ciatie van Gent verleden Dinsdag eene algemeene ver
gadering gehouden. In het verslag door het midden-
comiteit voorgedragen komt voor, dat de liberale party
zich, o. a.,op drie voorname punten dient te vereenigen,
namelijk: volledige scheiding van kerk en staat, het
verplicht onderwijs en de herziening der wet van 1842,
die aan de geestelijkheid het toezicht op de lagere scho
len toekent. Dit gedeelte van het verslag werd zeer toe
gejuicht en kan er zeker toe leiden om de verschillende
fractiën der liberale partij in onze stad te vereenigen.
Verder hebben 20 leden een voorstel ingediend om de
candidaten voor de provinciale en gemeente verkiezingen,
in verhouding hunner getalsterkte, uit de verschillende
nuancen der liberale partij te nemen. Dit voorstel is
naar eene commissie vérzondendie er binnen oenige
dagen verslag over zal uitbrengen. Op die voorwaarden
zou de liberale partij vereenigd ten strijde trekken.
De clericale partij en de zoogenaamde independenten,
die altijd met de clericalen mededoen, zouden, naar men
zegt, geen deel nemen aan de provinciale verkiezingen,
die op het einde der maand Mei zullen plaats hebben,
maar al hunne krachten vereenigen om in de gemeente
verkiezingen eenige zetels te kunnen winnen.
Onze gemeenteraad heeft in zijne zitting van Maandag
een loffelijk besluit genomen; hij heeft de jaarwedde der
onderwijzers en onderwijzeressen merkelijk verhoogd.
Een onderwijzer zal voortaan (volgens het getal dienst
jaren of bijzondere verdiensten) van 900 tot 2000 fran
ken jaarwedde kunnen genieten, een hoofdonderwijzer
tot 3000 franken. De onderwijzeressen van 700 tot 1500
franken, eene hoofdonderwijzeres, met inbegrip van
woning, tot 2200 franken. Dit maakt eene vermeerde
ring op het budget van dit jaar van 23,000 franken.
In dezelfde zitting is besloten dat de schietbaan voor
de burgerwacht zal behouden big ven waar zij zich te
genwoordig bevindt, maar merkelijk zal vergroot worden.
Deze beslissing is genomen in het vooruitzicht van den
grooten internationalen schietwedstrijd welke dit jaar
bier moet plaats hebben.
Wij hebben hier eenige dagen geleden het eerste