Windthorst gekomen waren, wist de regeering niet en j had zij ook geen reden om te onderzoeken. Reeds voor een paar dagen wezen wij op de onregelmatige en onwet- t tige handelwijze der Pruisische regeering ten opzichte van de huiszoeking van het jezuïeten-klooster te Posen j en het misbruik dat van het gevondene gemaakt is. De j wanhopige en gezochte argumenten van den minister, om de regeering van alle schuld schoon te wasschen, getuigen opnieuw voor de juistheid dezer opvatting, j Het behoeft geen betoog dat in de kamer, waarvan de j groote meerderheid regeeringsgezind is, het incident na 1 eenige scherpe opmerkingen der oppositie zonder eenig j praktisch resultaat teneinde liep. Het offieieuse orgaan van Thiers, de Parijsche Bien i public, bevatte Zaterdag een van die artikelen, welke in de wereld gezonden worden om de publieke opiuie ge- j rust te stellen, maar gewoonlijk het tegendeel bewerken J van hetgeen daarmede beoogd wordt. Van alliantiën met aDdere staten is bij de regeering geen sprake, zegt het blad. Alle natiën wenscben den vrede en zoeken j alles te vermijden, wat dien vrede in gevaar kan bren- i gen. Niemand bedreigt Frankrijk of wordt door Frank- j rijk bedreigd. Duitschland denkt er niet aan zich in de binnenlandsche toestanden zijner naburen te mengen, j Het bericht van een tractaat tusschen Duitschland en Italië j is uit de lucht gegrepen, slechts hebben beide lauden ge- j lijke politieke en godsdienstige belangen. Italië wil zijn i plicht ten opzichte van Nizza en Savoie niet verloochenen, en Frankrijk wenscht de betrekkingen tusschen het Vati- caan en het Quirinaal steeds vriendschappelijker en gunstiger te maken. Frankrijk vreest de behandeling dezer quaestie niet, want het is niet onmachtig maar I alleen voorzichtig, enz. enz., in éen woord, de toestand in Europa is volgens het orgaan van Thiers couleur de rose! En toch, Duitschland verbetert en vermeerdert zijne j strijdkrachten, Italië ontziet geene sommen om zQne I weerbaarheid te verhoogen, Frankrijk heeft een oorlogs- I budget van 440 millioen en vraagt bovendien eene som j van 379 millioen voor het materieel en de proviandee- j ring van het legerDesniettemin wenschen alle natiën den vrede. Deze onverwachte vredesboodschap herin- j nert aan de woorden van Emile Olivier, in Jnni 1870 in j het wetgevend lichaam zonder eenige aanleiding uitge- I sproken, dat de toestand van Europa nooit meer waar borgen voor den vrede gegeven had. Een paar weken later viel het eerste schot op de Fransch-Duitsche grenzen. Nog slechts drie zittingen vóór Donderdag, en der nationale vergadering wacht nog de behandeling der begrootingen voor openbare werkenmarine, justitie, binnenlandsche zakeu en oorlog, en daarbij de groote quaestie der middelen tot dekking van de uitgaven. De een zegt, dat Thiers zijn lievelingsplan, de belasting op de inkomsten, opgegeven heeft en in een schikking met de commissie voor het budget is getreden, de ander beweert integendeel dat hij de zittingen der vergadering wil doen voortduren, totdat over die belasting gestemd is. Een quaestie van aftreding zou hij echter in ieder geval van de aanneming van zijn financieel systeem niet maken. Ofschoon hieromtrent niets met zekerheid te zeggen j valt, is het niet onwaarschijnlijk dat, wat de binnenland sche oppositie niet vermocht, de buitenlandsche er in j slagen zal om de hoofdigheid van Thiers ten opzichte van I zijn financieele plannen te breken. Niet alleen Engeland, maar ook Spanje, Italië, Zwitserland en Oostenrijk heb ben officieel geweigerd tot wijzigingen in de handels- tractaten mede te werken, en op de laatste receptie van j den heer de Rémusat hebben de gezanten van verschil lende staten verklaarddat zij vooral in eene verhoo ging der rechten op de grondstoffen nooit zouden toe stemmen. Wat het einde dezer quaestie ook zijn moge, zooveel schijnt zeker dat óf de financieele wetten weder tot na het reces uitgesteld zullen moeten wordenóf de nationale vergadering van haar voornemen zal moe- ten afzien om reeds Donderdag bare Paasch-vacantie te beginnen. Het middel dat door Thiers zoo zeer verworpen werd, om het evenwicht in de Fransche financiën te herstellen, I zal weldra in Engeland weder een bewijs zijner deugde- i lijkheid leveren. The Observer verzekert, dat de minis- j ter van financiën Lowe heden, bij de inleidende rede- j voering tot de begrooting, eene vermindering van de j belasting op het intomen met threepence zal aankondigen. Terwijl in Frankrijk door ongelijk drukkende heffiDgen de bronnen van nationale welvaart verstopt worden om i de noodïge gelden te vindenvergunt de bloei van En- geland's handel en industrie den minister om, niette- J genstaande vermeerderde uitgaven, o. a. voor het leger j en de marine, eene vermindering van den income-tax j voor te stellen. De Italiaansche kamer van afgevaardigden heeft een i tweede schitterend blijk gegeven van haar vertrouwen in de leiding en het beheer van het ministerie-Lanza. Na de behandeling der onderdeelen van de financieele voorstellen van den minister Sella, waarmede zij zich in hoofdzaak vereenigde, nam zij het geheele samenstel van financieele wetten met de groote meerderheid van 208 tegen 100 stemmen aan. Nadat de minister daarop het definitieve budget voor 1872 en de vermoedelgke begrooting voor 1873 had ingediend, ging de kamer tot 15 April uiteen. De prins en prinses van Wales en de nieuw benoemde Fransche gezant aan het Italiaansche hof, de heer Fournier, zijn Zaterdag te Rome aangekomen. Naar aan leiding van de komst van den laatste zegt de Opinione o. a. datltaliëden kruistocht der Franacheultramontanen betreurt, doch in de benoeming van den heer Fournier de zegepraal der liberale partij ziet. Het blad erkent „de moeilijkheden welke Thiers te overwinnen had en geeft de verzekering, dat Italië groote sympathiën voor Frankrijk gevoelt. Een verlicht en consciëntieus ver tegenwoordiger zal zich spoedig hiervan kunnen over tuigen, en de heer Fournier zal eene regeering en eene natie vindendie niets liever dan een hechten vrede willen." Het is echter niet genoeg, dat een Fransch gezant aan het Italiaansche hof benoemd is en bij tijd en wijle te Rome verblijf houdt. Frankrijk zal openhartiger tegenover Italië te werk moeten gaan dan het sedert de vestiging der Italiaansche eenheid deed, wanneer het aanspraak wil maken op het behoud der onderlinge vriendschappelijke betrekkingen. Uit de Fransche nationale vergadering. Een Duitscher schrijft uit Parijs o. a. het volgende aan een Duitsch blad Het gaat toch inderdaad zeer opgewonden toe onder de Fransche volksvertegenwoordigers, en dit is ook zeer verklaarbaar, want als men de legitimistische zwavel met radicale salpeter vermengt en dat mengsel in Orleanistisch katoen wikkelt dan verkrijgt men schiet katoen dat telkens kan ontbranden! Zoo dikwijls ik de parlementaire vechtpartijen bij woon, betreur ik het, dat ik in mijne jeugd steeds mijne teekenlessen verzuimde, en benijd ik den afgevaardigde Depit, die te midden van het hevigste rumoer rustig blijft zitten en alles opteekent wat om bem voorvalt. Zijne verzameling „Schetsen uit de nationale vergadering" heeft reeds den omvang van een flink boekdeel gekregen, dat helaas.' niet bestemd is, om te worden uitgegeven. Hoewel het bijna onmogelijk is om de waarheid getrouw weer te geven, wil ik toch nu en dan een schetsje leve ren van de toestanden in de nationale vergadering. Alvorens echter te spreken over de bemanning van het schip der Fransche volksvertegenwoordiging, rich ten we eerst den blik naar den onmisbaarsten persoon van het schipden stuurmandie in storm of windstilte steeds dezelfde kalmte bewaart, koelbloedig en met groote tegenwoordigheid van geest zijn rad draait, rus tig en beraden blijft te midden van het hevigst gewoel.... „dat is de president Grévy!" hoor ik u uitroepen Mis! Grévy, die wel zelden zijn verstand, maar toch dikwijls zijn kalmte verliest, heeft meer dan een van zijne voorgangers behoefte aan een bekwamen stuurman. De persoon dien ik bedoel heeft nooit een rede gehouden; hij is geen afgevaardigde, zijn naam komt in de steno- graphische verslagen niet voor, en toch is hij gedurende meer dan 30 jaren de rechterarm van alle presidenten der kamer geweest, de reddende engel die in den groot sten nood hulp en uitkomst geven kan. Dit onwaar deerbare wezen heet Valette en voert den titel van „se cretaris-generaal van het bureau van den president der kamer." De secretaris is een goede zestigerlang en mager als een uitgehongerde jockey met ernstig gelaat, langen neus en kleine bakkebaarden. Yalette drilt alle presi denten en vice-presidentenhij kent beter dan eenig ander de parlementaire overleveringen en de bepalingen van het reglement van orde. In een gemabkelijken leu ningstoel zit hij voor een mahoniehouten lessenaar vlak achter den president, steeds gereed om in moeilijke gevallen dezen ter hulp te komen, hetzij met goeden raadhetzij met eenige paragrafen van het reglement van orde of in den uitersten nood met een hoed. Denk u een oogenblik van algemeene verwarring in de zaal. Grévy schelt wanhopig, doch te vergeefs, om de orde te herstellen „Mijne heeren Yalette (zacht achter den president), „schel drie malen met tusschenpoozen." Grévy (schelt driemalen)„Mijne heeren! Valette (zachtjes)„Het reglement van orde Grévy (altijd schellend) „Mijne heeren! het reglement van orde Valette: „Titel VI paragraaf 7." Grévy: „Mijne heeren! volgens titel VI paragraaf 7 van het reglement van orde (De president wordt door het rumoer overstemd.) Valette„Lees de paragraaf voor Grévy (schellend): „Mijne heeren! om alle misver stand te voorkomen, zal ik paragraat 7 van den VI" titel van het reglement van orde voorlezen (De president leest, maar het geweld neemt toe!) Valette: „Pas paragraaf 7 toe!" Grévy: „Mijne heeren! ik pas paragraaf 7 van titel VI van het reglement van orde toe en zal op grond daar van Nu volgen, daar het rumoer niet eindigt, allerlei andere pogingen om de orde te herstellen, totdat einde lijk bet presidiale hoofd met een hoed wordt gedekt, waardoor de vergadering is gesloten. Zooals men opmerkt is de betrekking van secretaris generaal zeer belangrijk; menig president zou zonder zijne hulp een treurige rol spelen,5 en daaraan is het ook toe te schrijven, dat hij onder alle regeeringen zijne betrekking behoudt. Zoowel op den 24cn Februari en den 15e<* Mei 1848 als op den 4en September 1870 was hij tegenwoordig. Hij zag een dozijn vertegenwoordigingen komen en gaan, vier of vijf regeeringsvormen ontstaan en vallen, alles met hetzelfde officieele flegma, zonder dat zijn polsslag de minste verandering onderging; met ridder Toggenburg dacht hij: Rullig kann ichcuch ersclieinen Ruhig gelienseli'n. Na den stuurman de kapitein—president Grévy Het ontstaan van Grévy's politieken naam is verbonden met een politiek Jiasco. Nooit werd met eenig fiasco grooter succes behaald, nooit daardoor de roem van hem dien het betrof beter gevestigd. Op den 7eOctober 1848 verwierp de wetgevende vergadering het veel be sproken amendement van Grévydat, indien het ware aangenomen, het presidentschap van Napoleon, het keizerrijk, Sedan, ja zelfs de geheele geschiedenis der laatste 22 jaren zou hebben voorkomen. Misschien is de tijd niet verre meer, dat „het amendement van Grévy" weder uit het stof zal worden opgedolven, en daarom deel ik hier de 3 artikelen mede, die tegen het presi dentschap waren gericht. „Art. 41. De nationale vergadering draagt de uit voerende macht op aan een burger die den titel van president van den ministerraad zal voeren. „Art. 43. De president van den ministerraad wordt door de nationale vergadering in een geheime stemming bij volstrekte meerderheid van stemmen gekozen. „Art. 45. De president van den ministerraad wordt voor onbepaalden tijd gekozen. Hij is telkens herkies baar." Bij de verdediging van zijn amendement sprak Grévy de volgende profetische woorden: Zijt gij er ook zeker vanmijne heerendat de reeks van personen die elkander om de vier jaren op den troon van het presi dentschap zullen afwisselen, steeds uit zuivere republi keinen zal bestaan, altijd bereid om den troon te verla ten? Zijt gij er zeker van, dat er geen eergierige onder zal wezen die bet doel zal hebben om zich duurzaam op dien troon te vestigen En als die eergierige de afstam meling is van een der familiën die over Frankrijk hebben geregeerd, als de baudel braak ligt, als het volk lijdt, als dit zich bevindt in een toestand waarin ellende en ver warring bet in de handen van ieder leveren, die zijn aanslagen tegen de vrijheid onder fraaie beloften ver bergt staat gij er dan voor in mijne heeren, dat het dien eerzuentigen niet zal gelukken om de republiek omver te werpen?" O prediker in de woestijn! 801 volksvertegenwoordi gers waren in het paleis Bourbon vergaderddaarvan stemden 643 tegen het amendement en daaronder een onbeduidend, terD.auwemood veertigjarige collega, die stil en ernstig op zija plaats zat en flegmatisch zijn kne vel draaide, terwijl eon flauw lachje om zijne lippen speelde. Toen eenige dagen later Antony Thouret zijn amendement voorstelde, luidende: „Een lid uit eene familie die over Frankrijk heeft geregeerd, kan noch tot president noch tot vice-president der republiek worden benoemd" besteeg die stille collega de tribune, „om in naam van zjchzelveu en zijne kiezers te protes teeren tegen den titel van pretendent dien men hem telkens naar het hoofd wierp." De klagende toon en de treurige verschijning van den burger Lodewijk Bonaparte verwekten groote vroolijkheid in de verga dering en Thouret trok zijn amendement in, terwijl hij bezwaarlijk zijn lachlust kon onderdrukken. Eenige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2