ten van de burgers ontleent. De oppositie was echter tevergeefs, en de meerderheid vereenigde zich met het voorstel der commissie en der regecring. De Duit8che keizerstad is eindelijk weder in het bezit van een burgemeester. Met 55 van de 103 uitgebrachte stemmen werd de burgemeester van Breslau, de heer Hobrecht, gekozen. De moeilijkheden die aan het uit- brengen der keuze blijkbaar in den weg stonden, hebben het vermoeden doen rijzen dat de politiek in deze quaestie een niet onbelangrijke rol speelde. De geruch ten omtrent de mogelijke weigering der regeering tot bekrachtiging van de keuze van den eersten candi- daat, den heer von Winter, hebben de waarschijnlijkheid voor dit vermoed en zeer verhoogd. Voorzeker staat biermede het gerucht in verband, dat de burgemeester van Berlijn tevens tot lid van het heerenhuis benoemd zou worden. De verhouding tusschen de regeering en dit lichaam is sedert eenigen tijd wel van dien aard, dat i het niet onverschillig is welke nieuwe leden daarin zit- j ting zullen jiemen. De poging van den heer Dupanloup om de hartstoch- ten der Fransche nationale vergadering nog eens over de verhouding tnsschen den paus en de Italiaansche j regeering op te wekken, is door Thiers zei ven verijdeld. 1 De president der republiek verklaarde, reeds voordat de bisschop van Orleans zijn aangekondigde vraag gedaan had, dat ecne discussie over de Romeinsche quaestie j niet alleen zeer ontijdig wezen zou, maar noch den paus noch Frankrijk baten kon. Hij meende het zich ten plicht te rekenen de verklaring af te leggen, dat de regeering bij hare politiek en hare vroegere medege- deelde zienswijze volhardde en daarom eeue discussie i nutteloos en bovendien gevaarlijk achtte. De heer Dupanloup heeft daarop in de verdaging toegestemd, blijkbaar inziende dat bij deze pertinente verklaring van I Thiers, van wien men weet dat hij in abstracto een voor- stander van het wereldlijk gezag des pausen is, de dis cussie thans tot geen resultaat zou kunnen leiden. Lord Granville heeft in het Engelsche hoogerhnis, in antwoord op de vragen van lord Derby, gezegd dat hij bij de verklaringen door den heer Gladstone in het lagerhuis betrekkelijk de Alabama-quaestie afgelegd, niets te voegen had. Bovendien achtte hij het onvoor zichtig, om meer dan hoogst noodig was over deze quaes tie to spreken. De beide gouvernementen wenschten het geschil op vriendschappelijke wijze bijgelegd te zien, zoodat men het gebruik van vele woorden die niet rijpe- lijk overwogen warenmoest vermijden, teneinde niet alle kansen tot het instandhouden van het tractaat van Washington te verliezen. De minister gaf echter de verzekering', dat de regeering de woorden der troonrede en de uitlegging, daaraan door de ministers gegeven, ongeschonden handhaven zou. Uit den uitslag der stemming over het votum van vertrouwen in de regeering, door de Italiaansche kamer j in hare zitting van Donderdag aangenomen, zou men niet opmaken dat de overwinning der regeeringspartij zoowel in als buiten de vertegenwoordiging voor zeer twijfelachtig gehouden werd. De Opinione b. v. ver klaarde nog 's morgens dat waarschijnlijk dien dag de beslissing tusschen een ministerie-Sella en een ministe- rie-Ratazzi vallen zou, en dat die beslissing geenszins als zeker te voorspellen was, blijkt uit de mededeeling der Liberta dat een gedeelte der rechterzijde weigeren zou om voor een votum van vertrouwen in de regeering te stemmen. De aanvallen van Ratazzi tegen het politiek beleid der regeering werden door den minister-president Lanza weerlegd, die o. a. de meening verdedigde dat het bestaan van twee machten te Rome vereenigbaar was met wederzijdsche vrijheid. Wat de quaestie der geestelijke corporatiën aangaatverzocht hij de kamer om het aan de beslissing der regeering over te laten, wanneer zij het juiste oogenbllk gekomen achtte om deze gewichtige quaestie, waarvan slechts in uiterst kalme tijden sprake kon wezen, ter hand te nemen. Van de schitterende overwinning der regeering hebben wij gisteren reeds met een enkel woord melding gemaakt. Het programma der Internationale. Door de aanhangers der Internationale werd er sedert eenigen tijd op aangedrongen, dat met nauwkeurigheid zou worden omschreven op welke wijze de sociale quaestie's door de Internationale zouden worden opgelost, als deze in staat zou wezen om Ijaar wil ten uitvoer te j leggen. Het centraal comité heeft, ter voldoening aan dien wenscb, aan de verschillende buitenlandacbe comités eenc circulaire gezonden, waarin het doel der Internatio nale vereeniging van arbeiders, benevens de middelen om dat doel te bereiken, zijn vermeld. Deze circulaire die ten leiddraad zou verstrekken voor de discussiën op eene meeiüg die door de afdeeliug der Internationale in Catalonië te Barcelona zal worden gehoudenis door het Parijsche blad le Soir openbaar gemaakt en verdient wel onder de algemeene aandacht te worden gebracht, teneinde ieder het doel en de mid delen van de Internationale naar waarde leere schatten. „Ons doel, wordt in het programma gezegd, is de politieke, sociale, oeconomische en godsdienstige eman cipatie van allen die ten bate van anderen worden geëx ploiteerd, van alle gesalarieerdenvan alle onwetenden. „Om de politieke emancipatie te verkrijgen willen wij: 1» iedere onderdrukking van overheden, welke ook hun naam zij, opheffen; 2° de rechten van het individu, zijn natuurlijke, niet beschrevene en onverjaarbare rechten afkondigen, en 3° den staat hervormen in een vrij ver bond van vrije menschen. „Ter bereiking van cle sociale emancipatie zijn wij voornemens: 1° De nationaliteiten at te schaffen; 2» de onderscheiding in klassen op te heffen; 3° iedere dienst baarheid te doen eindigen; 4° alle voorrechten vervallen te verklaren5° ieder te verbieden de gesalarieerde van een ander te zijn; 6° allo bedrijven vrij te verklaren; 7° alle belemmeringen voor de ruiling der producten weg te ruimen8° de banden van het huisgezin op te heffen; 9» de woonplaats vrij te laten. „Om tot de oeconomische emancipatie te geraken meenen wij, dat men: 1<> het kapitaal dienstbaar moet maken aan den arbeid en de kennis; 2° moet zorgen dat ieder de werkelijke waarde voor zijn arbeid ontvangt; 3o de interest van het kapitaal behoort af te schaffen; 4° het recht van erfopvolging moet opheffen; 5<> den grond gemeenschappelijken eigendom moet verklaren evenzeer als de groote werktuigen voor den arbeid, en 6° iedereen gratis gebruik moet laten maken van de post, de telegra fen en de spoorwegen. „Teneinde volkomen godsdienstige emancipatie te verkrijgen, willen wij 1° de vrijheid van denken her stellen; 2° de vrijheid van het woord weder invoeren; 3<> volkomen vrijheid schenken aan de pers, de tribune en aan alle andere middelen om de denkbeelden te versprei den; 4" de vrij beid en onschendbaarheid van het geweten afkondigen en 5° alle godsdiensten afschaffen." Het middelbaar onderwijs in Rusland. Door een correspondent te St. Petersburg worden aan een Fransch blad cenige bijzonderheden medege deeld over de plannen tot hervorming van het middel baar onderwijs in Rusland, waaraan wij bet volgende ontleenen Ongeveer een jaar geleden had de Russische minister van onderwijs, de heer Tolstoï, het voornemen opgevat, om eene hervorming in het middelbaar onderwijs tot stand te brengen, met het doel om de studie der doode talen verplichtend te maken. Vóór dien tijd bestouden er behalve de gymnasiawaar Grieksch en Latijn werd onderwezeneenige instellingen van onderwijs, die wel gymnasia heetten, maar toch een ander programma voor het onderwijs hadden; daar het onderwijs der doode talen was uitgesloten bestond er meer gelegenheid ter beoefening van de levende talen en van de exacte w etcnschappen. De minister een vurig clcricaal wilde deze beide typen van scholen niet voor goed in het middel baar onderwijs opnemen. Hoe gering ook op dien betrek kelijk lagen trap van wetenschappelijk onderwijs de geest van nauwkeurig onderzoek moge wezenhij boezemde toch den minister nog vrees in, wantin de memorie van toelichting op het door hem voorgestelde plan tot her vorming, verklaarde de heer Tolstoï, dat de geest der exacte wetenschappen den leerling in den kring der materieele feiten sloot en hem daardoor tot ongeloof voerde. Alle gymnasia zouden daarom worden hervormd in Griekscbe en Latijnsche scholen, en het christendom onder de bescherming der heidensche schrijvers worden geplaatst. „Tusschen Romeinsche en Grieksche jezuïe ten zegt de correspondentbestaat geen ander punt van verschil dan de baardde geest en de middelen blijven dezelfde." Om eenigszins tegemoet te komen aan de partij die een andere meening was toegedaan, stelde de minister de oprichting van professioneele scholen voor, met bepaalde cursussen, overeenkomstig de behoef ten der verschillende plaatsen waar de scholen zouden worden gesticht. Het doel van dit voorstel was, om tegenover de gymnasia slechts scholen te stichten, die onvoldoende en zwak genoeg warenom zekere waar borgen op te leveren dat zij niet zouden kunnen coucur- reeren met die waarin klassiek onderwijs werd gegeven. De staatsraad verwierp echter dit plan, en thans heeft de heer Tolstoï een ander voorgesteld, waarin het denk beeld om professioneele scholen op te richten is opgege ven. De minister wil nu scholen stichten ongeveer gelijk aan die voor meer uitgebreid lager onderwijs in Frank rijk. Hij geeft echter zija doel niet op, nl. om iederecon- currentie met de gymnasia onmogelijk te maken. Dit ontwerp heeft reeds een eerste échec geleden bij de commissie ai hoe uit den staatsraad. De president van dat lichaam, de grootvorst Oonstantijn, die totnogtoe den heer Tolstoï steunde, heeft thans diens zijde verla ten, en de commissie heeft het nieuwe voorstel van den minister met 9 tegen 6 stemmen verworpen. De behandeling van dit onderwerp en de beslissing daarover gevallen heeft op het Russische publick, dat gewoonlijk tamelijk koel en onverschillig is, een leven- digen indruk gemaakt en zelfs zijne hartstochten in be weging gebracht. Met groote belangstelling volgt men den loop van den strijd dien de minister van onderwijs ten gunste van het Grieksch en Latijn tegen het beginsel van onderwijs in de exacte wetenschappen voert. En dit is gemakkelijk te verklarengeheel Europa is reeds in beweging gebracht door de quaestie of Grieksch en Latijn noodzakelijk zijn als grondslagen vooralle onderwijs, en de geschiedenis der moderne school is inderdaad niets anders dan de geschiedenis der reactie tegen de absolute overheersching van de doode talen in het onderwijs. Dat deze overheersching, hoewel in mindere mate dan vroeger, nog bestaat, is een gevolg van de overlevering die op het gebied van het onderwijs machtiger is dan op eenig ander. In Rusland echter bestaat die overleve ring niet, want het Grieksch e-: Latijn zijn voor Rusland niet alleen doode talen, maar hebben eigenlijk voor dat land nooit bestaan. Srrtijïringm. Nederland. Frankrijk. Rusland. Gisteren is te Vlissingenin de haven gekomen, met bestemming voor die plaats, de Engelsche brik Glcncoirn, gezagvoerder E. Welton, komende van Engeland, gela den met steenkolen. ^anïJHsbericljtm. Prijzen van effecten. Amsterdam 23 Maart 1872. *Certific. Werkelijke schuld. 2| *dito dito dito 3 ♦dito dito dito 4 ♦Aand. Handelmaatschappij 44 ♦ditoexploitatie Ned. staatssp ♦Certificaten bij Rothschild 2} ♦Inschrijvingen3 ♦dito5 ♦Obligation 1798/1816 5 ♦Certifie. adm. Hamburg5 ♦dito Hope O. 1855, 6« serie 5 ♦Cert, f 1000 1864 5 ♦dito 1000 1866 5 ♦Loten 1866 5 ♦Oblig. Hope&Co.Leening 1860 4$ ♦Certifie. dito4 ♦Inscript.Stieglitz Co. 2e a 4e L. 4 ♦Obligatiën 1867—69 4 ♦Certificaten 6 ♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 ♦Oblig. dito4 Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 dito dito Jelez Orel 5 dito dito Charkow Azow. 5 ♦Schatkistobligatiën4 *Oblig. metall. in zilver Jan. Juli 5 ♦dito dito April/Oct. 5 ♦dito in papier Mei/Nov. 5 ♦dito dito Febr./Aug. 5 Leening 1861 f> ♦Obligatiën. Buiten'. 1867—70. 3 dito 18713 dito Binnenlandsche3 ♦Obl. 1856—62 8 ♦dito 1867—69 3 dito (binnenl.)5 Obl. 1868 7 ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 ♦dito dito dito (1904) 5 ♦dito dito dito (1882) 6 ♦dito dito dito (1885) 6 ♦Obl. Illinois. 7 ♦dito dito Redemtion 6 Oblig. Atl.Gr.W.Spw.Ohiosec.(7p) dito dito geconsolideerde 7 dito dito debentures8 Obl. St.Paul Pac.Spw. lesee. 7 dito dito dito 2«sec. 7 dito dito 1869 dito 7 ♦Obl. 1868 44 ♦dito 1865 5 Polen. Oostenrijk. Italië. Spanje. Portugal Turkije. Egypte Amerika. pet. 554 664 88 136 123 98J 70* 854 96? 245? 89-J 74H 234 904 904 63 623 58 58 31A 31* 264 39 ft 393 504 Brazilië. 73J 744 74* 854 954

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3