en uittartende zittingen voorkomen worden, als die welke bij het eerste officieels bericht der Ainei ikaansche eischen plaats vonden. Na de intrekking van het voorstel tot afschaffing en vermindering van enkele belastingen door de Pruisische regeering vernam men tot dusverre niets meer omtrent andere plannen, om den overvloed in de schatkist en de Fransche milliarden aan nuttige verbeteringen dienst baar te maken. Mag men de Rheinische Kurier geloo- veu, dan zal Pruisen zich weldra in een echt liberalen maatregel kunnen verheugen. Uit Berlijn wordt aan dit blad bericht, dat „het ministerie besloten heeft om het dagbladzegel met 1 Januari 1873 af te schaffen. De minister van financiën heeft reeds voor eeuige dagen in de afdeeliugen van de kamer van afgevaardigden een voorstel in dien zin toegezegd." Wanneer de rijksregee- ring thans nog tot eene liberale drukperswet konde be sluiten, dan zou Duitschland een grooten stap gedaan hebben op den weg die enkelen beweren dat het land reeds ingeslagen heeft. Met de onderdrukking der vrij heid van spreken van nltramontaansche geestelijken en andere vijanden des rijks kan deze bekeering echter moeilijk gepaard gaan. Het verstandigste zal daarom dan ook wel wezanotn zich daaromtrent niet al te groote illusiën te maken. De oud kathotieken te Bonn hebben besloten om in de maand September te Keulen een groot congres te doen plaats hebben en aan de regeering en den rijksraad een adres te zenden, oua op krachtige maatregelen tegen de aanmatigingen der jezuïeten en ultramontauen aan te dringen. Be Fortschrittpaitei en von Bismarck. Het geruchtmakende complot tegen het leven van von Bismarck en het proces wegens hoogverraad te Leipzig zijn twee zaken, welke der Fortschrittparteiecn doorn in het oog zijn. Uit een waarlijk liberaal oogpunt zijn trouwens die overblijfselen nit den vroegeren reaction- nairen tijd, die vooral in Duitschland bloeide, ten zeerste af te keurenopmerkenswaardig is het slechts dat de zelfde partij, welke nog voor een jaar geleden de redenen voor zoodanige reactie zocht en bestreed op de plaats waar die inderdaad gevonden worden, namelijk bij de regeering, die thans alleen toeschrijft aau enkele oude gebruiken, welke de „liberale" regeering nog verzuimde af te schaffen. De tortschrittpartei loopt blijkbaar in dezelfde val als de andere partijen in Duitschland, die achtereenvolgens in den waan verkeerden dat von Bis marck zich in hare armen geworpen bad, en in hunne blijdschap en verblindheid voorbijzagen dat zij zich eigenlijk door hem hadden laten verlokken en zich aan handen en voeten gebonden in zijne armen geworpen hadden. Een artikel in de Berlijnsche VolksZeitung over beido bovengenoemde zaken bewijst, dat de partij van voor uitgang aan de bekeering van von Bismarck tot bare beginselen gelooft en vergeet zijn verleden te raadple gen om daaruit te zien dat von Bismarck zich nooit bij eenige partij aansloot uit overtuiging, doch slechts daar mede coquetteerde, zoolang hij die voor zijne doelein den noodig had, om ze daarna uit de hoogte en vaak met minachting te behandelen. Zeker is het, dat de rijks kanselier de Fortschrittparteiwanneer hij haar zijne hooge bescherming onttrekt, niet op dezeltde wijze ont zien zal, als de Volkszeitung hein in het bewuste artikel ontziet. „Wij hebben inde laatste weken schrijft het blad weder een staaltje van de kunst beleefd, om gevaarlijke geheimen op listige wijze te ontdekken, dezelfde kunst die hier voor twintig jaren in zoo groote mate beoefend werd, en wij verheugen ons dat dit naspel van de dagen der politie directeuren Stieber en Hinckeldey spoedig geëindigd is met de loslating van den zoogenaamden sluipmoordenaar Westerwell. Wij zien daarin het bewijs dat de vroeger zoo bloeiende „ontdekkingskunst", toen men maanden lang dit geheimzinnige spel kon voortzet ten, toch thans anders geworden is en zouden daarin gaarne een goed vooruitzicht voorde toekomst zien, dat deze werkzaamheid der politie met wortel en tak uit geroeid zal worden. „Een zeltden afloop als van deze zoogenaamde ultra- montaansche samenzwering hopen wij dat het proces heb ben zal, hetwelk in Leipzig tegen eenige leiders der soci aal-demooratie gevoerd wordt. Wij gelooven oprecht, dat al die groote ontdekkingen van „hoogverraad" de werkelijke maatschappelijke kwalen niet treffen en evenmin genezen zullen en wij zijn en blijven overtuigd dat slechts volle vrijheid en openbaarheid de opgewon denheden en ongerijmdheden der demagogie verzwak ken en onschadelijk maken kunnen. „Men zal ons toch niet van sympathie voor nltramon- tanen of sociaal-democraten beschuldigen. Wij hou den deze woelingen der vijanden van de moderne maatschappij volstrekt niet voor geheel onschuldig en onverschillig. Maar wij weten, dat de schrede van demagogische en ultramontaansche opruiingen tot „samenzweringen" en „hoogverraad" onnatuurlijk groot is. Een goed ingerichte staat heeft inderdaad van alles wat in verwarde of waanzinnige boofdeD, hetzij in den biechtstoel of in de kroegengebroeid wordt, niets te vreezen. Welke vreeselijke dingen de spionnen der politie hieromtrent ook weten te ontdekken, het smelt alles, in het licht der vrijheid geplaatst, tot een oubetee- kenende grap ineen, die uit zickzelve te niet gaat zoodra men haar de gelegenheid opent om zich vrij te bewegen. Zulke woelingen zijn zonder eenig gevaar wanneer men ze slechts niet vervolgt, maar ze door vrijheid van drukpers en vergadering in het openbaar laat optreden, waarna meestal spoedig blijkt dat zij afstuiten op het gezond verstand van een volkdat aan vrijheid gewoon is." Deze vertoogen van bet Berlijnsche liberale blad zijn volkomen waar, en zeer terecht beroept het zich op het voorbeeld van Engeland, waarheen alle zoogenaamde samenzweerders en politieke misdadigers vluchten en waar zij zich ongestoord verzamelen, „en toch keurt men het niet noodig om ze door „kunstige ontdekkingen" der politie onschadelijk te maken. In Engeland heerscht volmaakte vrijheid van spreken en schrijven, hetgeen iedere aanbrenger van gevaarlijke geschriften en woor den overbodig maakt." Volkomen juist, maar de Volks- Zeitung vergeet dat die vrijheid juist in Duitschland ontbreekt en dat de schuld van dit gebrek niet ligt aan de veroulerde inrichting der politie, maar aan de regeering, die deze politie noodig heeft omdat zij aan het gesproken en geschreven woord niet geheele vrijheid wil geven. Een land, waarin het in beslag nemen van openbare geschriften nog in zwang is en waar het predi ken van sociaal-democratische beginselen tot een proces wegens hoogverraad leidt, kan zich met Engeland niet op éene lijn stellen. En wanneer men dat verschil wil doen ophoudendan gaat het niet aan om de regeering liberaal re noemen en te sparen, en de schuld alleen op de reactionnaire instellingen to schuiven, welke die zelfde quasi liberale regeering in hare macht heeft om op te heffen, doch juist behoudt om daarvan in haar eigen voordeel partij te trekken. De l'ortschrittparlei kan gerust de hoop laten varendat Duitschland onder een von Bismarck de vrijheden van Engeland verkrijgen zal, en mag met nauwgezetheid toezien dat, zij naast het verlies van deze illnsie niet tevens bet verlies harer on afhankelijkheid te betreuren hebbe! Parijscho kroniek. De chroniqueur van le Temps vaugt in het nommer van h eden zijne causerieën aan met de mededeeling van een komische episode die in het Théatre du Chatelet plaats had. Do geestige schrijver verheugt er zich in dat dit theater eindelijk weder zijn oude bestemming herkre gen heeft: „het drama met tallooze personen met groot geraas en schieten, met gevechten en volksoploopen, alles uitstekend opgevoerd op het tooneel dat aan het Champ de Mars doet denken, tenminste de tocht ont breekt zelfs aan deze vergelijking niet, getuige de veel stemmige hoest-koren die voor tdurend in de stalles aan geheven worden. Niettegenstaande die bezwaren van klimaat en atmospheer heeft het publiek dapper opzijn post standgehouden tot tien minuten voor twee uren in den nacht, een weinig comfortable uur voor het einde van eene voorstelling." Daarna verhaalt hij van de opgewondenheid der toe schouwers, die, niettegenstaande den langen duur, niet merkbaar veiflauwde, en zelfs weinig noodig had om geheel in enthusiasme over te gaan. „Zoo wilde een toeschouwer ran de derde gaanderij te midden van eene bravoar-aria den tenor met luider stemme zijne goed keuring kenbaar maken. Woedend schreeuwt men: Silencea la portel Een municipale garde ijlt naar boven om den onruststoker te verwijderen,- maar het publiek schijnt die straf te zwaar voor het misdrijf te achten, en een spotvogel maakt ^ich tot tolk van de toe schouwers en roept: lacenswe! la censure! Deze onver wachte toespeling op den gcliefkoosden eisch der uiter ste rechterzijde tegen onwillige en weerbarstige leden der linkerzijde deed de gehee'e zaal van gelach weergal men en redde den enthusiast der derde gaanderij." Iets verder in dezelfde kroniek maakt de schrijver de volgende niet onaardige opmerking: „Nu de wet tegen de Internationale aangenomen is, kan ik zonder onbeschaamd te schijnen den heer Sacase en al zijn medestrijders der uiterste rechterzijde, die hem t in dezen schitterenden veldtocht volgdenop eenige in- I teressante en zonder twijfel geheel onvoorziene conse- I quentiën hunner overwinning wijzen. „De nieuwe wet is van toepassing op „elke internatio- nale associatie, die, onder welken naam ook, zich ten i doel stelt om aan te zetten tot staking van den arbeid, tot afschaffing of ontkenning van het eigendomsrecht, het h nisgezin, het vaderland, den godsdienst of de vrije uitoefening der eerediensten, enz." Eene van deze zes doeleinden is voldoende om een genootschap deswege te vervolgen. „Blijkbaar hebben de hoeren Sacase c-1. niet op het gewicht van de woorden van het artikel gelet. Neem welke godsdienstige orde gij wilt, b. v. de Capucijner monniken; het is duidelijk dat zij door hunne prediking en bun voorbeeld aanzetten tot „de staking van den arbeid", omdat zij uitsluitend van aalmoezen leven, tot „de afschaffing van het (private) eigendomsrecht, omdat zij de gemeenschap van alle goederen der orde huldi gen, tot „afschaffing van het huisgezin", omdat zij de belofte van niet te huwen afleggen, tot „ontkenning van het vaderland", omdat hunne orde zich over de geheele wereld uitstrekt en gehoorzaamt aan een opper hoofd, die wel Franschman kan zijn, maar, in ieder geval buiten Frankrijk, in Rome resideert. „Ziedaar dus een vereeniging, die vier van de zes in do wet genoemde elementen in zich vereenigt, waarvan reeds éen voldoende is om eene vervolging van de justitie uit te lokken. Ik weet wel dat de afge vaardigden der rechterzijde, niettegenstaande hun sterk geprononceerden afkeer van de parketten van den mi nister Dufaure, van die zijde niets behoeven te vreezen voor de geestelijke orden, die hun zoo na aan het hart liggen; maar onderstel eens dat een koning of eenige andere regeering, die het in eene periode van crisis noodigoordeelt om zekeren tegenstand of zekere propa ganda te bestrijden, de nieuwe wet is daar otn koning of regeering in die omstandigheden van dienst te zijn, en wie waarborgt u dat zij daarvan geen gebruik zonden maken? Heeft het keizerrijk van 1852 niet tegen de republikeinen gebruik gemaakt van de wet die de repu bliek heette te beschermen, dezelfde die de minister Victor Lefranc thans op den bestaandon toestand toe gepast wil zien Graanmarkten enz. Rotterdam, 18Maart. Zeeuwsche, Vlaamsche, Flakkee- sche en Overmaasche tarwe was heden middelmatig terveil; extra puike soorten vonden tot vorige prijzen langzaam plaatsing, goede tot 20 cents per hektoliter lager gedeel telijk verkocht, mindereenafwijkendeonbegeerd. Voorde goede en puike nieuwe bedong men van /T 1.60 a fl 1.25 en voor de mindere van ƒ8 a f 10.75, puike jarige vaa 11 a f 10.50 eD mindere van /9 a f 10 per hektoliter; de aanvoer van rogge was ruim, kooplust weder zeer beperkt en tot vorige prijzen gedeeltelijk te p'aatsen. Nieuwe Zeeuwsche en Vlaamsche bracht van 8 a f 7.50 en Noord-Brabandsche van /7 a 7.40, jarige Zeeuwsche en Vlaamsche van 7.75 a 7.25 en Noord Brabandsche van f 7 a 7.25 per hektoliter op; wintergeist bij redelijken aanvoer 20 cents lager afgegeveu, zomergerst tot 10 cents per hektoliter verlaging goed te plaatsen. Voor de wintergerst besteedde men van/6a/5.40en voor de zomergerst van /5.10a ƒ4.80 per hektoliter; baver bij ruimen aanvoer tpt 10 cents per hektoliter verlaging moeilijk te plaatsen. Voor den langen bedong men van f 2.75 a f 3.50 en voor den korten van 3.75 a 4.25 per hektoliter, terwijl men voor 70/74 kilogram inlandscbe voer 7 en 63/64 kilogram dito f 7 per 100 kilo bedong; boekweit ruimer ter veil en tot f10 per last verlaging gedeeltelijk verkocht. Noord-Brabandsche van 10.50, 10.70 en Fransche 9.05 per 100 kilo; paardenboonen bij matigen aanvoer in drooge soorten als voren van 6.25 a f 6 per hektoliter te plaatsen, wakke en afwijkende 20 cents lager gedeeltelijk te verkoopen van 5.40 tot/5.70 per hektoliter; duiven- boonen als voren van 7.75 a 8 per hektoliter; witte- boonen bij ruime aanbieding als voren verkocht; Wal- chersche 11 en Zeeuwsche nas,r qualiteit van f 10.50 a 9 per hektoliter; brnineboonen bij redelijken aanvoer als voren afgegeven "Walchersche 11.50 en Zeeuwsche van 10.75 a ƒ8.50 naar deugd per hektoliter; blauwe erwten ruim terveil, voorden kook weinig gevraagd, van 7.25 a 7.35 per hektoliter. Dito mesting erwten brach ten van /7a /7.10per hektoliter op; schokkers, mooie f 10.50 a 9 en mindere van fl af 8.50 per hektoliter; nieuw iDlandsch hennepzaad a 8.50 per hektoliter ver kocht; van slag-lijnzaad werd heden gedaan; per 100

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3