föuitmlanü. De vorige week werd door de Portugeesch Israëlieti- sche geestelijkheid te Amsterdam en den opperrabbijn Ferares van 's Gravenhage een kerkelijke echtscheiding voltrokken. Het thans gesohciden echtpaar, te 's Gra venhage 'woonachtig, was, naar Hét Vaderland verneemt, 25 jaren gehuwd geweest. De plechtigheid dér echtschei ding behoort bij de Portugeescbe gemeente tot de zeld zaamheden, hebbende zij aldaar, naar men verzekert, in geen 100 jaren plaats gehad. Uil Antwerpen wordt gemeld, dat binnen kort een aanvang zal gemaakt worden met den bij de wet van 3 Juni 1870 goedgekeurden spoorweg van Antwer pen langs de voornaamste dorpen van het kanton Eecke- ren op Woensdrecht, Goes, Middelburg en Vlissingen. In het begin der volgende maand zullen de stoffe lijke overblijfselen van Alexander Dumas van Neuville naar zijn geboorteplaats Villers-Cotterets worden over gebracht. Te Chicago, dat zich nog nauwelijks hersteld heeft van brand en hongersnood, heerschen thans de pokken in crgen graad. Door de vrienden van den pretendent in het Tich- borne-proces is de voor zijne voorloopige invrijheid stelling gevraagde borgstelling van 250,000 franc» aan geboden. De namen van hen die voor deze som willen borg blijven zijn niet bekend, maar alleen aan den rechter medegedeeld, teneinde deze over hunne solvabi liteit zou kunnen oordeelen. De lord opperrechter zal moeten beslissen. De uitspraak werd heden verwacht. Het veelbesproken Tichborne-proces heelt lang geduurd, maar was nog zeer spoedig afgeloopen, in ver gelijking met de procedure over de nalatenschap van sir Thomas Talbot. Dit proces werd onder de regeering van Eduard den Derde aangevangen en 120 jaren later, onder Jacobus den Eerste, kwam het tusschen partijen tot een vergelijk. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den 17en dezer: M. Groenenberg, wed^. vanM. Langencq,56 j. met J. van de Volkere, wede. van J. van der Meulen,52j. C. C. Akkermans,jm. 34 j. met S. P. Martij, jd. 26 j. (Van 9—16 Maart.) Goes. Gehuwd: D. Melse,jm. 29 j.met J. Slabbekoorn, jd. 24 j. Bevallen: J. J. de Ronde, geb. Sloover, z. P. Schipper, geb. Hijman, z. L. A. Somer, geb. Sloover, z. J. van Sprang, geb. van Liere, d. tweelingen, S. Schouwenburg, geb. Offenbeek, z. E. M. Bil, geb. van de Velde, z. M. Evers- dijk, geb. de Waard, z. M. E. Schrijver, geb. Plompen, z. A. M. van Blitterswijk, geb. van Lieren, d. K. Zwar- tepoorte, geb. van der Bliek, z. M. van den Broek, geb. Kloosterman, d. Levenloos geboren een zoon van J. F. Polfiiet en A. Mol. Overleden: C. Jaeobse, wede. van M. J. Nathan, 77 j. J. van BoveD, z. 11 j. Zierikzee. Gehuwd: H. van den Ende, wed*". 52 j- met J. Timmerman, jd. 24 j. L. Franse, jm. 23 j. met C. S. de Does. jd. 22 j. Bevallen: P. Helmstrijd, geb. Quist. z. K. den Dekker, geb. van Stijn, z. E. van den Houten, geb. Blom, z. M. Beuzenberg, geb. Neerhout, d. Overleden: M. Klink, man van P. J. Blanker, 77j. M. Baug, wed«. Brookway, 60 j. J. Kouwenberg, vronw van C. Foutijn, 52 j. Thermoineterstaiid. 18 Mrt. 's ar. 11 n. 46 gr. 19 'smorg. 7 u. 44 gr. 'smidd. 1 u. 43 gr. 'sar. 6 u. 42 gr. Staten-generaal. tweede kamer. Zitting van Maandag 18 Maart. Aanneming reglement van orde; conclusiën verslagen; interpellatie ingekomen stukken. De beraadslagingen over het reglement van orde zijn in deze zitting ten einde gebracht. Op art. 130, waarbij de commissie had voorgesteld, den Dinsdag aan te wyzen voor de behandeling van petitiën, stelde de heer Storm een amendement voor, dat de strekking had om den tegenwoordigen toestand te behouden. Na eenige discussie waarbij o. a. de heer van Eek in het belang van het recht der natie het artikel verdedigde, teneinde niet langer in een verloren oogenblik de verzoekschriften te behandelen, terwijl de verdedigers van het amende ment de behartiging van dat recht bij meerdere belang stelling van de leden even goed gewaarborgd achtten en daartoe geen storing noodig oordeelden te midden bij voorbeeld van discussiënover belangrijke onderwerpen werd het amendement met 41 tegen 19 stemmen aange nomen. Een amendement van de heeren Godefroi, Jonckbloet en Tak, om bij de sluiting der zitting een lijst op te maken van de aanhangig gebleven petitiën, werd door de commissie van redactie overgenomen. Ia art. 147 was het beginsel nedergelegd dat de slui ting der zitting geene stuiting van werkzaamheden ten gevolge heeft. Verschillende sprekers voerden daarover het woord; vooral de heeren van der Linden, van Reenen en van Nispen hadden er bezwaar tegen. Daargelaten toch het ontbreken van eenig ongerief door de weder indiening van wetsvoordrachten bij een nieuwe zitting; daargelaten dat geen tijd gewonnen zoa worden en dat het nuttig kan zijn gewichtige wetten tweemaal te onderzoeken, had voornamelijk in 't oog der beide eerste sprekers de kamer niet het recht een beginsel te beslissen van staatsrecht en moest het recht der kroon hier niet ver kort worden. De laatste meening werd op geheel ver schillende gronden bestreden: door den heer Grataraa op grond van de zelfstandigheid en de permanence van de kamer, door de heeren Heemskerk Az. en van Eek op grond dat de regeering geheel vrij bleef om wetten in te trekken en omdat het beginsel nu toch reeds ten aan zien vau sommige werkzaamheden is gehuldigd. De heer van Reenen stelde eindelijk voor om de wetsvoor stellen des konings van de gemaakte bepaling uit te sluiten; de heer C. van Nispenaanvankelijk onder steund door den heer Godefroi om het voortzetten van het onderzoek van wetten afhankelijk te maken van de toestemming of het verlangen van den betrokken minister. Het slot was dat de amendementen werden verworpen, het eerste met 44 tegen 17het tweede met 53 tegen 8 stemmen en het artikel met 46 tegen 15 stemmen werd aangenomen. Na afloop van de behandeling der oDderdeelen stelde de heer van Zuijlen, vreezende dat door coalitie van minderheden het werk ongedaan zou worden gemaakt, voor om ter conciliatie van allen te besluiten het regle ment bij wijze van proef tot na Paschen 1873 te doen werken en dan eerst aan een eindstemming te onder werpen. Velschillende bezwaren werden hiertegen inge bracht en de motie van orde werd verworpen met 35 tegen 27 stemmen. Daarentegen werd een voorstel van den heer van de Putte om het reglement vóór 1 Januari 1874 weder te herzien, met 42 tegen 20 stemmen aan genomen, evenals daarna het geheele reglement met 33 tegen 29 stemmen. Tegen stemden de heeren: Begram, Luyben, van Was- senaer, van der Linden, de Lange, de Brauw, van Ree nen, Heydenrijck, Pyls; van Voorthuysen, Verheijen, van Sypenstein, van den Heuvell, C. van Nispen, van Znijlen, Smits, Dumbar,Hofmann,Borret, BeemskerkAz. van Nispen, de Willebois, Nierstrasz, van Kuyk, Wes- terboff, Arnoldts, van Hardenbroek en Bergmann. Vervolgens werden de conclusiën aangenomen van de volgende commissoriale verslagen: inlichtingen op het adres van E. J. Laromiguiëre Lafon te Bataviaver slag omtrent den toestand van het kroondomein over 1871; overeenkomst met het Duitsche keizerrijk omtrent den spoorweg Boxtel—Wezel; koninklijk besluit omtrent de af- en overschrijving van hoofdstuk I op II der Indi sche begrooting over 1870; toepasselijk-verklaring der consulaire overeenkomst van 1856 op de Duitsche con suls in de Nederlandsche koloniën; inlichtingen op het adres van P. M. de Vries te Leeuwarden. Hierop had de interpellatie plaats van den heer van Zinnicq Bergman over de ongelukken op den paralel- weg tusschen Vnght en 's Bosch. De intcrpellant zette breedvoerig de gevaren van den daar bestaanden toe stand uiteen en vroeg ten slotte wat de regeering al of niet daaraan wilde doen. Ook de heeren van der Does, Storm en Verheijen namen aan dc2e beraadslaging deel. De minister van koloniën antwoordde namens den heer Thorbecke, dat een onderzoek ingesteld zou worden naar de middelen tot keering der erkende gevaren en dat voorloopig seinpalen geplaatst zouden worden. Op voorstel van den heer van de Putte is o. a. een ver zoekschrift van den raad der gemeente Rotterdam, betreffende de verbetering van het Hillegat, verzonden naar de ministers van binnen Jandache zaken en van marine om inlichtingen. Onder de in deze zitting ingekomen stukken beboo- ren1° een nota van wijziging der wet tot aanschaffing van vunrwapenen eoz.2° het eindverslag over de wijzi ging der postwet, waarover de discussie later zal worden bepaald. De vergadering is hierop gescheiden tot Donderdag a. Gemeenteraad ran Goes. In de gisteren gehouden zitting werd goedgekeurd een adres aan de tweede kamer der staten-generaal nopens de rechterlijke indeeling van Zeeland, zooals dit door burgemeester en wethouders was ontworpen, en besloten dit te doen drukken en een exemplaar daarvan aan de leden der kamer toe te zenden. Algemeen overzicht. Eerst nadat verschillende Fransche dagbladen met gretigheid het gerucht opgenomen eu eenige dagen be streden of toegejuicht hadden, dat de opperbevelhebber van ^et leger van den Rijn, maarschalk Bazaine, voor een krijgsraad terechtgesteld zou worden komtzooals gewoonlijk zeer laat, bet Journal official dit bericht tegen spreken en het opgewonde publiek mededeelen, dat nog geene beslissing door de commissie van onderzoek geno men en bovendien bet verhoor nog niet afgeloopen is. De Bonapartisti8cho Presse is zeer verontwaardigd over dit gerucht, en hoewel het blad 't blijkbaar te gewaagd oordeelt om openlijk voor den maarschalk van het keizer rijk partij te trekken, maakt het zich niet weinig boos dat zulke geruchten verspreid en geloofd worden. Uit zijne woorden blijkt voldoende dat het de vrijspraak van Bazainehoopt, eu daarom dan ook is het blad waarschijn lijk niet spaarzaam met zijne loftuitingen op de recht vaardigheid, geheimhouding en eerwaardigheid der offi cieren, waaruit de commissie bestaat. Zooveel is reeds uit dit valsche gerucht gebleken, dat de publieke opinie niet zeer gunstig voor den gecompromitteerden maar schalk gestemd is. De eerste jaardag van den vreeselyken en bloedigen burgeroorlog, de treurigè gedenkdag van den 18*n Maart is gisteren in de volmaaktste rust voorbij gegaan. In en om Parijs waren militaire maatregelen genomen, om iedere poging tot openbare viering van dezen voor Parijs zoo ongelukkigen dag terstond met kracht van wapenen te onderdrukken. Nergens is echter gisteren eenige meerdere opgewondenheid zichtbaar geweest. De nationale vergadering heeft gisteren de behande ling der artikelen van de begrooting der uitgaven ten einde gebracht, doch de stemming over de geheele begrooting aangehouden, waarschijnlijk om op de uit gaven terug te kunnen komen, wanneer het blijken mocht dat regeering en kamer het over de middelen tot dekking van het tekort ten slotte niet eens zouden kunnen worden. "Waarschijnlijk zal de begrooting der inkomsten eerst Woensdag in behandeling komen, daar tegen heden de nieuwe postovereenkomst tusschen Duitschland en Frankrijk aan de orde gesteld is. Aan het slot der zit ting vau gisteren werd de urgentie uitgesproken van een voorstel van den heer de Carayon Latour, strek kende om ter geheele ontruiming van het Franscho grondgebied eene belasting van 2 len honderd te beffen van alle roerende eu onroerende waardenaan Franschen toebeboorendc. Het is nog onmogelijk om uit het korte bericht de innerlijke waarde van dit voorstel ti beoordeelen, doch in verbaud met de koppigheid, welke de regeering vooral op financieel eu commercieel gebied ten toon spreidt, is van die zijde weinig steun voor dergelijke voorstellen te verwachten. De Alabama-c&rms hebben gisteren in het Engelsche parlement het onderwerp van interpellatiën uitgemaakt. In het hoogerhuis was het lord Malmsbury en in het lagerhuis de heer Disraeli, die aan de regeering inlich tingen omtrent het antwoord van het Amerikaansche gouvernement vroegen en op overlegging der correspon dentie en der andere belangrijke stukken aandrongen. Namens de regeering zijn in het hoogerhuis door Gran ville eu in het lagerhuis door Gladstone deze vragen beantwoord. Meer licht is over de zaak niet verspreid dan reeds daaromtrent sedert dedagteekening van het Amerikaansch antwoordden 27en Februari, bekend was, en van overlegging der stukken wil de regeering vooralsoog» niets weten. Lord Granvillp noemde dit tegenover de lords eene onmogelijkheid, Gladstone, die waarschijnlijk meer reden had de oppositie te ontzien, beriep zich in het lagerhuis op den spoed dien met de repliek behoorde gemaakt te worden en verzocht de kamer beleefdelijk, om zooveel geduld als het Araeri- kaansche congres omtrent de mededeeling der corres pondentie aan den dag te leggen. Hij beloofde aan het verzoek der kamer gehoor te geven zoodra het publiek belang het gedoogde. Het parlement heeft blijkbaar in deze ontwijkende antwoorden berust en van het voor nemen afgezien om mededeeling vau het antwoord der Engelsche regeering op de nota van den heer Fish te vragen, voordat dit antwoord aan den Amerikaanschen gezant, den heer Schenck, ter hand gesteld wordt, het geen volgens mededeeling van den minister reeds Don derdag plaats zal hebben. Tegenover het nadeel, dat door deze geheimhouding de beoordeeling der quaestie voor het Engelsche publiek geheel onmogelijk gemaakt wordt, staat het groote voordeel dat daardoor onstuimige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2