Tliermoiiieterstand.
16 Mrt. 's av. 1111.49 gr.
17 'smorg.7 u.49 gr. 'sraidd.ln.54gr. 'sav.llu.50gr.
18 'smorg. 7 u. 44 r. 'smidd. 1 u.51 gr. 'sav. u. 47 gr.
Yeivkoopingen en aanbestedingen.
Burgemeester en wethouders van Middelburg hebben
heden op het raadhuis alhier in hetopenbaar aanbesteed:
1" Het maken van een hoofdriool tot verbinding der
bestaande riolen aan de Punt met dat nabij den ouden
Arnemuidschen weg.
Hiervoor zijn 7 biljetten ingekomen, van de heeren:
J. Sonius alhier, voor f 9,837L. J. van Pagé alhier,
voor 9,798; J. Filis, te Ylissingen, voor f 9,680;
W. van Uye J.Jz. alhier, voor f 9,388; F. de Jong, te
Ylissingen, voor 9,250; A. J. Bos, te Sliedrecbt, voor
f 9,180, en A. Hinders, te Breskens, voor 8,989. Aan
laatstgenoemden is het werk voorloopig gegund.
2° Het leveren, schilderen en aanbrengen van 248
stuks zinken naamplaatjes, tot aanwijzing der straten
en grachten dezer gemeente, indrieperceelen, te weten:
a Het leveren der naamplaatjes, waarvoor is inge
schreven door de, allen hier wonende, heeren: J. Hama
kers, voor 112; A. Geldot, voor 110; M. A. van der
Heil, voor f 96; R. J. van de Poll, voor f 91.20; J. van
Nederveen, voor f 89.30, en D. Schuilwerve, voor 75.
b Het schilderen der naamplaatjes, waarvoor biljetten
zijn ingekomen van de hier wonende heerenW. C. Spren-
ger, voor 124; M. A. van der Heil, voor f 123; R.J. van
de Poll, voor f 82.50, en A. Geldof, voor f 56.
c Het aanbrengen der naamplaatjes, waarvoor is inge
schreven door de heeren: A. Geldof, voor f 113;
R. J. van de Poll, voor 84.50, en M. A. van der Heil,
voor f 84.45.
Aan de laagste inschrijvers voor ieder der drie pcr-
ceelen, zijnde de heeren Schuilwerve, Geldof en van
der Hell, is de uitvoering voorloopig gegund.
Aan het ministerie van binnenlandsche zaken werd
Donderdag jl. herbesteed de niet goedgekeurde aanbeste
ding van 8 Februari 11.bestaande in het aanplempen
van het open havenfront te Amsterdam tot de hoogte
van een meter boven A. P., ten behoeve van den staats
spoorweg van Hieuwediep tot Amsterdam. Daarvoor
waren 4 biljetten ingekomen; de laagste inschrijver was
de heer L. Kalis Kzn.te Sliedrecht, voor f 1,347,500.
Bij de aanbesteding bedroeg de laagste inschrijving
f 1,645,000 alzoo f 297,500 hooger.
Sta ten- gener aal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Zaterdag 16 Maart. Behandeling van het
reglement van orde.
Behalve de onderwerpen waarvan reeds in ons vorig
nommer is melding gemaakt is in deze zitting de beraad
slaging over het voorgestelde reglement van orde voort
gezet. Art. 53 bepaalde het uur van den aanvang der
zittingen op éen uur en sloot in den regel den Zater
dag van de werkzaamheden nit. De heer Storm stelde
voor, het gewone tijdstip van 11 uren en ook den Zater
dag te behouden; z. i. was het later uur een oorzaak tot
den langeren duur der discussiën; een ongemak voor de
dagbladen pmdat de zittingen later zouden eindigen
en de vrije dag alleen aangenaam voor de te 's Graven-
hage wonende leden; de anderen zouden er grootendeels
geen nut van hebben. De verdedigers van het nieuw
voorgesteld artikel meenden daarentegen dat, begon
men de werkzaamheden op het bepaalde uur, en werkte
men zonder pauze tot vier uren, het getal zittingdagen
niet grooter zou worden; de discussiën korter en dege
lijker, omdat men zich 's morgens zou kunnen voorbe
reiden, terwijl de vrije Zaterdag voor de meeste leden
nut had. Ten slotte werd het amendement van den heer
Storm (behoud van den tegeowoordigen toestand) met
41 tegen 18 stemmen aangenomen.
Op art. 55 stelde de heer van Kerkwijk een amende
ment voor, om een kwartier uurs na den vastgestelden
tijd de zitting te openen en na appèl nominaal de ver
gadering te verdagen zoo geen voldoend ledental tegen
woordig is. Dit amendement werd met 49 tegen 12 stem
men aangenomen.
Het nieuw art. 61 gaf aan den voorzitter o. a. het
recht om bij het verleenen van het woord beurtelings
een vóór- en tegenstander van de behandelde voordracht
aan te wijzen. Dit stelselvoor de variatie door de com
missie aanbevolenwerd door den heer Godefroi ook
namens de heeren Joncbloet en Tak op verschil
lende gronden bestreden. Een amendenent van die leden
om deze bepaling tc doen vervallen, werd met 42 tegen
14 stemmen aangenomen.
Een amendement op art. 66, van den heer Bergmann,
om slechts tot de ord6 te roepen een lid dat geh e el van
het onderwerp in beraadslaging afwijkt, werd met 41
tegen 17 stemmen verworpen.
Met 29 tegen 26 stemmen werd een amendement van
den heer van Houten aangenomen strekkende om nie
mand zonder verlof der kamer bij algemeene beraadsla
gingen meer dan éénmaal het woord te verleenen.
Behalve eenige ondergeschikte wijzigingen in de
redactie werden geen veranderingen meer gebracht in
al de nog behandelde artikelen, tot 124.
Op art. 87 waren nogtans twee araendementen voorge
steld. De commissie wilde de kamer bevoegd verklaren
om, wanneer veranderingen in een voorstel waren ge
bracht of artikelen verworpen, daarover in een vol
gende zitting de discussie en stemming te hervatten.
Dit wilden de heeren Godefroi, Jonckbloet en Tak impe
ratief stellen, terwijl de heer van Houten dadelijk na
de eindstemming tot dezen maatregel wilde overgaan.
Deze amendementen en het artikel zelf werden breed
voerig bestreden en ten slotte a 11 e n verworpen
evenals een nieuw artikel door den heer van Houten
voorgesteld, om wijzigingen door de regeering in eene
voordracht gebr::cht evenals amendementen aan de be
slissing der kamer te onderwerpen.
EERSTE KAMER.
Afkoopbaanlelling der tienden.
De minister van justitie heeft zijn memorie van ant
woord op het voorloopig verslag der eerste kamer nopens
de tiendenwet ingezonden. Hij onthoudt zich daarin, na
al het verhandelde, van eene beschouwing over do nadee-
len der tienden, te meer nu die nadeelen erkend en
op het verdwijnen der tienden aangedrongen werd. De
ondervinding heeft overal getoond dat dit doel zonder
staatstusschenkomst niet is te bereikendoch die in
menging draagt geenszins het karakter van onteigening
in den zin van art. 147 der grondwet. Een juiste rege
ling van het privaatrecht als men de tienden als zoo
danig beschouwt is een der gewichtigste zorgen van
den wetgever.
Het blijkt weder hoeveel uiteenloopende meeningen
er bestaan over de middelen tot opheffing der tienden.
De minister meent echter dat afkoop op vordering
uitsluitend van den plichtige de billijkste en
meest geleidelijke wijze is, die boven de leer der reci
prociteit de voorkeur verdient.
Van de bevoegdheid tochbij het koninklijk decreet
van 22 Januari 1813 gegeven, is in de praktijk geen ge
bruik gemaakt; het bestaan van dat decreet kon dan
ook geen hinderpaal voor deze regeling zijn. De vesti
ging van nieuwe tienden te verbieden zon moeilijk aan
gaan doch partijen zullen hun belang beter begrijpen
dan om, bij bet allengs verdwijnen der oude tienden,
nieuwe te vestigen.
Het doel van de voordracht is niet om binnen enkele
jaren alle tienden te doen verdwijnen gebrek aan mid
delen zal dezen of genen voorshands daarvan terug
houden. Maar als het nadeclige der tiendheffing vast
staat, dan is het aan te nemen dat de plichtigen van het
recht van afkoop zoo mogelijk gebruik zullen maken.
Ook plichtigen die hun land jaarlijks verhuren hebben
belang by den afkoop. Tiendvrije landen zullen een
hoogere pachtsom opbrengen.
Door de bezwaren tegen de wijze van procedeeren zal
de minnelijke afkoop in de hand worden gewerkt. En is
de wet van rechten ingeslagendan brengt bet belang
der partijen mede weinige regelen van waardeering te
stellen; ook om den rechter geheel vrij te laten is dit
geweDScht. Men wyst op de slapende tienden en op de
beplanting der landen met tiendvrije producten; doch
geen wet kan dit tegengaan en men kan den landbou
wer er geen verwijt van maken wanneer hij daarin zijn
voordeel zoekt.
De minister erkent ook de moeilijkheden ten aanzien
der bloktienden, doch merkt op dat deze ieder stelsel
aankleven. In elk geval moet men met den minister er
kennen dat door deze voordracht een eerste stap op den
goeden weg is gezet. Mocht de wet later blijken niet te
voldoen, dan zal de regeeriDg, door de ondervinding ge
leerd, een nieuwe regeling trachten voor te dragen.
©uitmlanö.
Algemeen orerzicht.
De algemeene beraadslagingen over de Kreisordnung
zijn Zaterdag in het Pruisische huis van afgevaardigden
aangevangen en reeds in dezelfde zitting ten einde ge-
i bracht. Heden zullen de discussiën over de artikelen een
aanvang nemen. Van de 21 leden die Zaterdag het woord
voerdenverklaarden zich 10 tegen en 11 voor het ont
werp, zoodat hieruit voor de aanneming nog niets met
zekerheid afgeleid kan worden. Van meer gewicht i3
het dat de heeren Virchow en Lasker hunne stem en
dus waarschijnlijk ook die hunner party aan het ont
werp toegezegd hebbenhoewel zij zich niet geheel
met al zijne bepalingen konden vereenigen. De heer
Virchow zeide echter dat die bezwaren niet zoo overwe
gend waren, dat hij met de aan de regeering vijandigge-
zinde fraction zou mogen medestemmen. Als voorwaarde
stelde hij echter, dat de zin van het ontwerp dan ook
niet door araendementen gewijzigd of verminkt zou wor
den. Uit de redevoering van den minister von Eulenburg
blijkt dat de regeering de oppositie in het huis van
afgevaardigden niet vreest, maar dat „zij alle moeite
moet inspannen zooals hij zich uitdrukte oin met
het heerenhuis op goeden voet te blijven." De minister
verklaarde verder dat hij het regeerings-ontwerp in zijn
geheel zou handhaven, zonder daarom alle voorstellen
der commissie kortaf te zullen weigeren.
Het ultimatum van den minister van eeredienstaan den
bisschop van Ermeland wordt door bijna alle Duitsche
bladen bevestigd, zoodat aan de juistheid van dit be
richt niet meer te twijfelen valt. Hoe weinig de ultra-
montaansche geestelijkheid zich echter aan dergelijke
maatregelen stoort, kan uit de omstandigheid blijken
dat daags na het bekend worden van het document van
den heer Falk, waarbij de bisschop van Ermeland
aangeschreven wordt om de staatsrechterlijke gevol
gen van de door hem uitgesproken groote excommu-
nicatiën te niet te doen, de aartsbisschop van Keulen,
aan vier theologische professoren te Bonn in het open
baar heeft doen mededeelendat tengevolge van hunne
weigering om het leerstuk der onfeilbaarheid aan te
nemende groote ban over hen uitgesproken is. De
clericalen geven dus nog geenszins den strijd opmaar
evenmin laat bet zich aanzien dat de Pruisische regee
ring halfverwege zal blijven stilstaan zoodat weldra de
beslissende slag zal moeten vallen die de ultramontanen
niet alleen van het gebied der school, maar ook van het
geheele staatkundige terrein verjaagt. Van de keuze der
middelen alleen hangt het welslagen van de onderneming
der Duitsche regeering af.
Aan de Fransche ultramontanen is het nog veel min
der merkbaardat von Bismarck hunne Duitsche partij-
genooten met mokerslagen tracht te verpletteren en
zonder erbarmen aan hunne illusiën betreffende Rome
den bodem inslaat. De uiterste rechterzijde der Fran
sche nationale vergadering tenminste gaf Zaterdag een
bewijs dat zij de hoop op het herstel des pausen nog
geenszins heeft opgegeven. De heer Dupanloup, de
bisschop van Orleans en meestal de tolk van een honderd
tal leden der uiterste rechterzijde, gaf op het einde der
zitting zijn voornemen te kennen om aanstaanden Zater
dag aan de kamer de definitieve bepaling van den dag te
vragen, waarop 'de behandeling der katholieke petitiën zal
plaatshebben. Nietalleen blijktuitdezeaankondigingdat
de ultramontanen nogeenig resultaat van die discussie
verwachten, maar tevens dat zij de belangen van den
paus hooger stellen dan het welzij q van het vaderland,
i Buiteudien schijnen zij een hartstochtelijken strijd inde
i nationale vergadering te verkiezen boven de bewonde
renswaardige kalmte en rnst, waardoor zich de zitting
j van Zaterdag bijzonder kenmerkte. Waarom anders nog
ten slotte dezen twistappel in het strijdperk geworpen?
I Bleef Zaterdag de kamer desniettegenstaande kalm, aan
1 het einde dezer week zal de aangekondigde vraag onver-
mijdelijk tot eenige onstuimige tooneelen leiden. l'Indé-
j pendance beige zegt naar aanleiding van deze zaak,
dat de heer Dupanloup „ook niet voor niets een apostel
des vredea is
De beraadslagingen over het budget werden in die
zitting voortgezeten gaven tot geene opraerkenswaar-
j dige bijzonderheden aanleiding. In de couloirs der natio
nale vergadering werd veelvuldig het bekende voorstel
van den minister Victor Lefrane besproken en niette
genstaande de door de regeering gevraagde en door de
vergadering met bijna algemeene stemmen toegestane ur
gentie schijnt men over het geheel weinig genegen om het
onderzoek der begrooting te staken, en zal het bewuste
j voorstel waarschijnlijk eerst na het Paasch-reces in
discussie komen. Trouwens Wil men niet weder zijn
toevlucht nemen tot een voorloopig krediet voor een of
meer maanden, dan moet de begrooting vóór 1 April a.
door de vergadering aangenomen zijn, omdat de aan de
regeering toegestane kredieten slechts tot dien datum
loopen.
De nieuwe postovereenkoinst tusschen Frankrijk en
Duitschland is in dezelfde zitting door den minister de
Réiuusat aan de vergadering ter goedkeuring overge
leverd, met verzoek van spoedige afdoening, teneinde de
overeenkomst met 1 Mei in werking te kunnen doen
treden.
Omtrent de houding, welke het Ehgelsche gouverne
ment na de ontvangst van het antwoord der Amerikaan-
sche regeering zal aannemen is tot dusverre nog niets