Öuitrnlanö. Üttrngdtorrli. een vaartuig, dat op 't punt was te strandentoen de bemanning, uit 4 personen bestaande, aan land was gebracht, bleek het dat zij ontvlucht waren uit de ge- vangenis van Bougie in Algerië en met dit vaartuig, waarvan zij zich in een onbewaakt oogenblik hadden m eester gemaakt, verscheidene dagen in de open zee hadden doorgebracht; natuurlijk werden zij terstond opnieuw in hechtenis genomen. Op de dezer dagen te Parijs gehouden verkooping van schilderijen uit de oude Hollandsche school is een Hobbema verkocht, intrede in het bosch, voor 81,000 francsTwee andere stukken van denzelfden schilder gingen voor 50,000 en 30,000 francs. Van het laatste werd algemeen gezegd dat het eene kopie was.Voor een Ostade werd slechts 8,000 francs gegeveneen portret van Frans Hals 21,000 francs. Verder kwamen onder de verkochte stukken voor een portret van Juste Lipse door Rembrandt, 38,500 francs. Apollo en Midas door Rubens, 40,000 francs. Een landschap van Jacob Rnys- dael 47,000 francs. Een waterval door denzelfden, 40,000 francs. Een bleekerij bij Overveen door denzelfden, 5,550 francs. Een partij trietac door D. Teniers jr., 17,500 francs. Een herberg van binnen door denzelfden, 9100 francs. Een mansportret door Terburg, 31,500francs. Zeegezicht door F. van Velde, 14,200 francs. Schepen op de reede door denzelfden, 28,500francs. Hollandsch land schap door Adr. van deVelde 26,700 francs. Een paarden markt door Phil. Wouwermac 15;000 francs. De onderzeesche kabel in straat Florida is bescha digd uit de diepte opgehaald en, naar men meent, zoude guttapercha-bui» door den beet van zeeschildpadden of visschen te lijden hebben. Intusschen heeft zich ook aan de Cbineesche kust de beschadiging van den kabel voor gedaan, maar deze moet veroorzaakt wezen door micros copische schaaldiertjes; althans op de onderscheiden plaatsen, waar de isoleering was afgebroken ontdekte men zulke diertjes, die met zekere voorliefde in gutta percha inwerken. Er blijft dus niets over dan den kabel met ijzerdraad te omwoelen. Tliermometerstand. 12 Mrt. 's av. 11 u. 44 gr. 13 'smorg.7 u.40gr. 'smidd.lu.48gr.'sav.6u.47gr. Algemeen overzicht. Wanneer men de bladen der Pruisische nationaal- liberale partij leest, dan zou men haast geneigd zijn te geloovendat door de aanneming van de wet op het schooltoezicht in het heerenhuis de maatschappij gered was en voor de inwendige organisatie van Pruisen niets meer van belang te verrichten bleef. Hef tegendeel is echter het geval. Op zich zelve toch beschouwd, is de beteekenis der aangenomen wet al zeer gering en bevat zij weinig meer dan hetgeen de constitutie van 1850 op dit gebied reeds voorschrijft. Feitelijk dus heeft zij slechts deze uitwerking, dat zij de bepalingen der grond wet, die door een reactionnair bestuur in onbruik ge raakt waren, geheel in hare oorspronkelijke kracht her stelt. Voor de binnenlandsche organisatie van Pruisen is de voorgedragen© Kreisordnungeene regeling waarop men reeds jaren lang te vergeefs wachtte en waaraan blijkbaar nu ook door den oppermachtigen rijkskanse lier de stoot gegeven isvan oneindig meer gewicht. En toch wordt in de laatste dagen in de Pruisische bladen weinig over dit wetsontwerp gemeld. De open bare discussie zal morgen in het huis van afgevaardig den aanvangen en het is te verwachten dat aan de aanneming niet te twijfelen valt. De veranderingen welke door de commissie van onderzoek in het oorspronkelijk ontwerp gebracht zijn, zijn allen door de regeering goedgekeurd en de aldus gewijzigde voordracht door de commissie met algemeene stemmen min 2 aangenomen zoodat op de samenwerking van meerderheid en regee ring staat gemaakt kan worden. Wanneer het debat in de kamer aangevangen is, zal de nationaal-liberale pers wel van zelve weder meer aandacht aan deze belangrijke wet wijden. Overigens is bet zeer verklaarbaar, dat al is de wet op het schooltoezicht op zich zelve beschouwd niet van züo ingrijpend belangde vreugde over hare aanneming enblijkens een telegram van gisteren uit Berlijn, over hare afkondiging in den Reichs-Anzeiger iedere andere quaestie op den achtergrond dringtomdat zij de eerste stap isdie door Pruisen gedaan moet worden tot het verbreken der knellende bandendie staat en kerk aan elkander kluisteren. Uit dat oogpunt is het volkomen waar, wat eenBerlijnsch correspondent aan de Kölnisehe Zeitung schrijft, dat „men in het buiten land heeft ingezien, dat Duitschland in dezen opgedron gen strijd de moderne begrippen verdedigt tegen alle partijendie in de dwaling verkeeren dat de tijdgeest naar de middeleeuwen teruggejaagd kan wordenen die meenen verplicht te zijn om, elke op haar gebied, aan deze Don-Quichotlerie mede te werken." Minder juist is, behoudens eenige uitzonderingen, gelukkig nog het be weren van denzelfden correspondentwaar hij zich in zijne vreugde laat medeslepen en zegt dat „de tegen woordige beweging in Duitschland tegen de machtsover schrijding van de geestelijkheid de symphatieën van de geheele liberale wereld opgewekt heeft voor deDuitsche politiek en belangeD, zelfs daar, waar men die vroeger als vijandig beschouwde of tenminste met een zeer onver schillig oog aanzag." Dit is juist het gevaar, waarop gisteren door onzen Brusselschen correspondent gewe zen werd, namelijk dat de liberalen jn den strijd, welke in Duitschland gevoerd wordt, de middelen terwille van het doel voorbijzien. Men moge met het doel van den strijd ingenomen zijn, een niet-Duitsch liberaal zal toch middelen als de speciale wet tegen de vrijheid van spre ken op den kausel ten sterkste moeten afkeuren. De Fransche dagbladen brengen heden de bijzonder heden van de onstuimige zitting der nationale vergade ring van Maandag. Le Temps noemt deze zitting „eene der meest hartstochtelijke en onstuimige, die deze natio nale vergadering gehad heett, en al die wanordelijke opgewondenheid, al dat schandelijk rumoer ontstond naar aanleiding van eene eenvoudige quaestie over een parlementairen vorm." De conclusie der commissie betrekkelijk de vervolging van de heeren Rouvier en Pierre Lefranc lokt het voorstel van den generaal Chau- garnier uit om eenvoudig in deze quaestie eene amnistie du dédain11 uit te spreken. Een lid der linkerzyde, de heer Bouchot, verzet zich tegen deze woorden en stelt de awiislie de la dignité st de la prudence''1 voor. Onder het hevigste rumoer protesteeren de heeren Lefranc en Rouvier, welke laatste de conclusie der commissie overneemt en dus een vervolging tegen zich ingesteld wil zien. De vice-president, de heer Yitet, weifelt en dien tengevolge neemt de wanorde hand over hand toe. In wanhoop stelt hij ten slotte de eenvoudige orde van den dag voor, die wel aangenomen wordt, doch nog geen einde aan het ramoer maakt. Le Temps betreurt de ongesteldheid van den heer Grévy, die de ergerlijke tooneelen zou hebben weten te voorkomen, en is van oordeel dat devreeBelyke wanorde in de eerste plaats toegeschreven moet worden aan de onhandigheid van den heer Vitet. Een andere vice- president der vergadering, de heer Saint-Marc-Girardin schijnt, wat dit gebrek betreft', weinig voor zijn ambt genoot onder te doen. Volgens bericht uit Versailles hebben de notulen der vergadering van Maandag gisteren opnieuw de hartstochten opgewekt en aanleiding ge geven tot zulk een rumoerdat de waarnemende presi dent zijn hoed opgezet en de vergaderzaal verlaten heeft. Te oordeelen naar het korte résuméschijnt deze zitting in wanordelijkheid nog de vorige overtroffen te hebben. Na het herstel der orde heeft de heer Grivart de con- clusiën der commissie omtrent het bekende voorstel- Lefranc gedeponeerd. De commissie heeft in art. 1 de besluiten, waarbij deze regeering gevestigd en gehand haafd is, opgenomen, waarvoor de regeering in de weg lating van art. 2 toegestemd heeft. De minister Lefranc heeft buitendien verklaard dat de regeering van de aanneming van haar ontwerp in geen geval eene kabi- netsquaestie maakte. Op voorstel van den heer Benoist-d'Azy, voorzitter der budget-commissie, zijn de financieele voorstellen tegen morgen aan de orde gesteld. Blijkens zijne mede- deeling moeten nog 140 millioen der op de begrooting voorkomende uitgaven door belastingen of andere in komsten gedekt worden. De Engelsche minister van oorlog, de heer Card well, kan zich meer en meer in de welwillendheid van het lagerhuis verheugen, en zijn reorganisatie-plannen heb ben sedert de vorige zitting talrijke voorstanders gewonnen. Een schitterend blijk ontving hij daarvan in de zitting, welke gisteren in geheim comité gehouden werd. Aangaande de diseussiën welke daarin over het budget van oorlog gevoerd zijnis natuurlijk niets be kend, maar de uitslag is geweest dat met 234 tegen 63 stemmen het amendement van den heer Holmestot vermindering van het contingent met 20,000 man, en met 216 tegen 67 stemmen dat van den heer Muntz, tot vermindering van het contingent met 10,000 man, ver worpen werden. De Carlisten hebben thans ook naar aanleiding van de verkiezingen voor de Spaansche cortes hun pro gramma openbaar gemaakt. Het document zegt dat de hertog van Madrid den toestand bestudeerd en besloten heeft om aan de verkiezingen deel te nemenen eindigt met de uitroepen„de hertog van Madrid heeft gespro ken thans, Carlisten, naar de stembusen later waar God u roepen zalMoge de hertog van Madrid met den graaf van Chambord steeds naar die goddelijke roepstem blijven wachten GKiiseppe MAzzini. De beroemde republikein, wiens hoogste levensdoel is geweest de eenheid van Italië onder een republikeinschen regeeringsvorm te bewerken, is gestorven, nadat hij de vervulling van zijn vurigste wenschen slechts gedeelte lijk heeft beleefd; de eenheid van Italië is wel tot stand gekomen, maar onder een monarchalen regeeringsvorm. Als een echt zoon van het Zuiden was hij ter berei king van zijn doel niet altijd even angstvallig in de keus der middelen. Reeds als student hij was den 28« Juni 1805 te Genua geboren deed hij zich als een vurig republikein kennen en schreef een artikel over de vaderlandsliefde van Dante, dat echter eerst in 1831 in de Subalpino werd gedrukt. Ongeveer in denzelfden tijd stichtte hij de Indicatore Genovese waarin hij zijn repu- blikeinsche beginselen verkondigde en sloot zich bij het geheim genootschap der Carbonari aan. „Ik was toen zoo schrijft hij omtrent zijne toetreding tot dat verbond onbekwaam om zelf eene vereeniging te stichten en onder de Carbonari vond ik een menigte personen bij wie hoewel zij lager stonden dan de be ginselen die zij vertegenwoordigdengedachte en daad, geloof en werken identiek waren. Hier vond ik mensehen die verbanning en doodstraf minachtten, de noodige geestkracht hadden, om telkens weder te beginnen en een nieuw weefsel op touw te zetten, zoodra het oude ver broken was, en dit was genoeg, om mij te bewegen om mijn naam en werken met de hunnen te vereenigen." Hiermede teekent hij zijn eigen handelwijze: niet rusten, nooit opgeven, maar telkens opnieuw beginnen. Daarom vercenigde hij zich met hen wier leuze was„Wraak van het door den wolf verdrukte lam!" hoewel hij het niet in alle opzichten met hen eens was. De Indicatore Genovese werd opgeheven, evenals de Indicatore Livornese, het tweede door hem gestichte bladen wel omdat hij „te stoute denkbeelden had en een te opgewonden stijl." Zijne aansluiting aan de Carbonari, die hem als zendeling in Toscane hadden gebezigd, berokkende hem in 1830 eene gevangenschap van 6 maanden te Savona, en, hoewel het gerechtelijk onderzoek tot geene veroordeeling aanleiding gaf, werd hij door de politie verbannen en ging naar Genève waar hij zijn eerste zuiver politieke geschrift bewerkte: „De nacht van Rimini." In dc gevangenis was hij tot de overtuiging gekomendat de Carbonari ongeschikt waren om hem zijn doel te helpen bereiken. Met zijn ballingschap begon een zwervend leven, maar dat zich door politieken en letterkundigen arbeid ken merkte en eerst met zijn dood een einde nam. In 1832 vestigde hij te Marseille La giovine Italia, waarin hij de Jacobijnscheleerstelingen van 1793 verkondigde, terwijl hij tevens het geheime genootschap „der jonge Italianen" stichtte, beiden ter bevordering van de eenheid en onafhankelijkheid van Italië onder een republikeinschen regeeringsvorm. In Frankrijk kon hij echter niet blij ven; de regeering van Lodewijk Philips verbood hem het verblijf en hij vertrok naar het gastvrije Helvetia waar hij de expeditie tegen Savoie organiseerdedie in 1833 onder generaal Ramorino met een klein leger, nit Polen, Duitschers en Italianen bestaande, plaats had, dat echter spoedig op de vlucht werd gedreven. Intusschen was hij in Piëmont bij verstek ter dood veroordeeld. Hij moest Zwitserland verlaten en ging naar Londen waar hij in 1837 een school oprichtte en een blad, II apostolato popolarebeiden voor Italiaan- sche werklieden. IJverig oefende hij zich in het dragen van verschillende maskers en wist eene landing van de zoogenaamde „Broeders Bandiera" op de kust van Napels te bewerken, waarvan de Engelsche regeering kennis had gekregen door de toepassing van een stelsel tot het openen van brieven, naar den toenmaligen minis ter Graham, „grahamiseering" genaamd. De landing mislukte en als ironisch bewijs van erkentelijkheid droeg Mazzini zijn boek „Italië, Oostenrijk en de paus' aan den heer Grabam op. De troonsbeklimming van Pius IX en diens aanvan kelijk liberale houding maakten voorloopig een einde aan de republikeinsche woelingen. Mazzini zelf stelde zooveel vertrouwen in den nieuwen opvolger van Petrus, dat by hem in een brief van den 8«n September 1847

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2