de zitting van 14 December jl. aangenomen betreffende tie kleine pers. De minister heeft nu voorgesteld, om dag- of week bladen met of zonder bijvoegsels, niet meer dan 25 gram men wegende, slechts cent port te doen betalen. Ook afzonderlijke bijvoegsels beneden de 25 grammen zullen slechts aan dat port onderworpen zijn. Nog eenige andere wijzigingen zijn voorgedragen met betrekking tot de zoogenaamde gedwongen of begun stigde frankeering. Brieven uit onze overzeesche bezit tingen waren daaraan niet onderworpen. Thans wordt voorgesteld ook de ongefrankeerde brieven van daar of ontoereikend gefrankeerde brieven overeenkomstig de bepalingen voor het binncnlandsch verkeer te bezwaren. Hetzelfde wordt voorgesteld ten aanzien van ongefran keerde drnkwerken en monsters. Teneinde de wet hier en in Indië tegelijk in te voeren, wordt het tijdstip aan de regeering overgelaten. Doch het zal in ieder geval vóór 1 Juli 1872 zijn. Wij ontvangen eene nota van wijzigingen op het inge diende wetsontwerp betrekkelijk de nationale militie. Twee nieuwe artikelen zijn daarbij voorgedragen: loeen artikel, waarbij aan de lotelingen, die na hun aanwijzing voor den dienst of inlijving bij de militie (b. v. door overlijden van hun broeder eenige zoon wordende) in een toestand geraken, die, ware hij vroeger ontstaan, hun recht op vrijstelling zou hebben gegeven, op aan vraag voor hun geheelen diensttijd ontheffing van den werkelijken dienst wordt verleend: 2<>een artikel waarbij de straf tegen moedwillige verminking om zich onge schikt voor den dienst te maken (een straf die der regeering te zwaar voorkomt) wordt verlaagd tot een geldboete van /'200 tot /500 en gevangenisstraf van 2 tot 4 jaren, te zamen of afzonderlijk. Öuitmlnö. Algemeen oTerziclit. Aangaande het ontslag van den heer Pouyer-Quer- tier als minister van financiën is nog niets met zeker heid bekend. Gisteren morgen was te Versailles het gerucht verspreid, dat Thiers in de keuze tusschen zijne „vrienden" Pouyer-Quertier en Dnfaure, ten gunste van den laatste beslist en aan den minister van financiën ontslag v'crleeud bad. Deze zou in de nationale vergade- ïing hiervan persoonlijk mededeeling doen en ophelde ring geven van zijn getuigenis, door hem voor het hof te Kon aan afgelegd. Die mededeeling heeft echter niet plaats gehad, en zelfs was gisteren aan het einde der zitting onder de afgevaardigden het gerucht in omloop, dat Thiers nog aarzelde om het ontslag aan te nemen. I n afwachting van het optreden van den heer Pouyer- Quertier zeiven, is de interpellatie over zijn getuigenis eveneens achterwege gebleven. De gemoederen der afgevaardigden waren echter blijk baar Maandag en gisteren bijzonder opgewonden, al werd de oorzaak dier opgewondenheid ook niet aange roerd. In de zitting van Maandag uitte zich die eerst door een vinnig debat, naar aanleiding van het openbaar maken der stukken betreffende den opstand vaD 18 Maart, die voorbeschikt schijnen om tal van opmerkin gen en klachten in het leven te roepen. Daarop werden de discussion over het wetsontwerp van den heer Dufaure tot beteugeling van den invloed der Internationale ge opend door een laDge redevoering van den heer Tolain die tot ontelbare interruptiën en woordenwisselingen aanleiding gaf. Zooals men weet behoort deze Parijsche afgevaardigde tot de oprichters van de Internationale en terecht was dus de verwachting zeer gespannen, om van hem mededeelingen van bijzonder gewicht te zullen ontvangen. Die verwachtingen werden echter zeer te* leurgesteld; in zooverre als zijne redevoering in ver- band met de voorgedragen repressieve wet weinig licht in de quaestie gaf. Dit verschijnsel laat zich echter gemakkelijk verkla ren, wanneer men bedenkt, dat de oprichters betrek kelijk gematigde personen waren en eerst later wijken moesten voor een nieuw bestuur, dat geen middel ont ziet om zijn doel te bereiken. De wet nu is niet tegen de oprichters maar tegen die leden gericht, die, om het eens zoo te noemen, plus internaiionaux que VInternationale zijn. De twee vragen die voor de aanneming dezer wet opgelost moeten worden, zijn 1° of de Internationale in baar tegenwoordigen toestand een gevaar is voor de maatschappij, dat het nemen van defensieve maatrege len noodzakelijk maakt, en 2<> of de defensieve maat regelen, welke de minister van justitie voorstelt, de juiste middelen zijn. Uit den aard der zaak kon de op richter der Internationale, de enthusiast voor het grond denkbeeld dezer stichting, in zijne uiteenzetting der beginselen weinig tot de beantwoording dezer vragen bijdragen. De zitting van gisteren ving aan met de hernieuwing van het bureau. De president, de heer Grévyen alle vice-presidenten werden herkozen. De tegen-candidaat voor het presidentschap van eenige leden der rechter zijde, de hertog van Aumale, verkreeg slechts 59 stemmen. Eene interpellatie van den generaal Du Temple, een heftig lid der uiterste rechterzijde, over de betrekkingen tusschen Frankrijk en den Heiligen stoel, werd daarna wijselijk door de vergadering voor drie maanden uitge steld. Hierbij liet de rechterzijde het echter niet. De heer Ghesnelong vroeg de regeering of z!j er-in toe stemde, dat de behandeling der bekende petitiën over de Romeinsche quaestie aan het einde der volgende week zou plaats hebben. De heer de Rómusat verklaarde namens de regeering, dat daartegen geen bezwaar be stond. Het grootste gevaar, dat in deze discussie gele gen is, is gelukkig reeds weggenomen door de benoe ming van den gezant aan het Italiaansche hof, die bevel ontvangen heeft om zijn vertrek naar Rome zooveel mogelijk te bespoedigen. De correspondent uit Rome van het Journal des débats deelt mede, dat prins Frederik Karei van Prui sen aan de Italiaansche regeering de verzekering gege ven heeft, dat zij door Duitschland ondersteund zou worden, wanneer Frankrijk Italië bedreigde. „Gij weet zoo schrijft hij dat het mijne gewoonte niet ia om iets mede te deelenzonder volkomen zeker te zijn van de juistheid mijner bewering, en wanneer ik eenige dagen wachtte om u hierover te schrijven, dan is het omdat ik niet lichtvaardig over zulke gewichtige zaken wilde spreken." Le Temps neemt deze mededeeling over en wijst erop, wat Frankrijk bij die clericale agitatiën ten gunste van de zoogenaamde rechten van den paus gewonnen heeft, en aan welke gevaren die katholieke petitiën, waarvoor de gematigdste leden der rechterzijde ten slotte ook teruggeschrikt zijn, het land blootstellen. De klacht van le Temps is gegrond, maar alleen ver geet het blad dat Frankrijk niets anders maait dan wat het steeds gezaaid heeft. De commissie die belast is met het onderzoek der geloofsbrieven van den heer Rouher, heeft na lange discussiën besloten, om de van waarde verklaring der benoeming voor te stellen - <3och te verzoeken dat de vergadering hare verontwaardiging uitspreke over de schandelijke manoeuvres, welke bij die verkiezing heb ben plaats gehad. Het Pruisische heereuhuis heeft Maandag zijne zit tingen heropend. De voorzitter begroette de nieuwe le den von Moltkeen vonRoon, benevens de burgemeesters van Dortmund, Thorn, Posen enCrefeld, en stelde, na de aanneming van eenige ontwerpjes van ondergeschikt belang, dc behandeling der wet op het schooltoezicht voor heden aan de orde. In eene bijeenkomst van libe rale ledon van bet heerenhuis is mat zekerheid gebleken dat tusschen 40 en 50 stemmen voor de wet uitgebracht zullen worden. Het Oostenrijksche heerenhuis heeft gisteren het Nothwahlyesetzzooals het door de kamer van afgevaar digden iugezonden was, met 72 tegen 10 stemmen, dus met de grondwettige meerderheid van 2/3 der stemmen, aangenomen. De werkzaamheden der Zwitsersche vertegenwoordi ging zijn gisteren ten einde gebracht. De beide kamers zijn het ten slotte over alle punten van verschil eens geworden en hebben gisteren de geheele ontwerp-con- stitutie aangenomen, de nationale raad met 36 tegen 34 en de stendenraad met 23 tegen 14 stemmen. Het ontwerp zal binnen eenige weken aan de goedkeuring van het volk onderworpen worden. Laatste berichten. Londen 6 Maart Tichborne heeft verklaard zijne actie in te trekken. De rechter heeft daarop terstond zijne inhechtenisne ming en vervolging bevolen. Men zegt dat de regeering zelve tot die vervolging bevel gegeven heeft. Brussel 6 Maart. Na de verklaring van de regeering, dat de heer Sol- vijns, bij den koning van Italië geaccrediteerd, te Rome is en aldaar zal blijven vertoeven, heeft de kamer met 63 tegen 32 stemmen den Belgischen gezantschapspost bij den paus gebandbaafd. De geheele linkerzijde stemde, met uitzondering van drie stemmen, tegen. De vermindering van belastingen in Pruisen. Men zal zich herinneren welk lot de voordracht der Pruisische regeering, tot afschaffing der belasting op het gemaal en het geslacht en vooral de vermindering der Classensteuerin het huis van afgevaardigden onderging. De regeering trok de geheele voordracht in, toen uit de stemming bleek dat de meerderheid der afgevaardigden met de regeering van gevoelen verschilde over de quaestie, tot welke afschaffing en vermindering van be lastingen het Pruisisch aandeel in de Fransche milliar- den op de wenschelijkste, billijkste en rechtvaardigste wijze gebruikt moest worden. Het Berlijnsche orgaan der Fortschrittpartei, de Volks-Zeitung, schrijft in haar nommer van gisteren over deze zaak een scherp artikel, on der den titel van„De vermindering van belastingen en de grondigheid," dat, hoewel het voornamelijk tegen de Pruisische toestanden gericht is, tochmenigen beharti- genswaardigen wenk voor andere landen bevat. „De kunst zoo schrijft de Volks-Zeitung om be staande belastingen af te schaffen, is voor regeeringen, die voldoende oefening in het verhoogen van belastin gen bezitten, even moeilijk als de kunst om grondwettig te regeeren voor vorsten, die de schoonste voornemens hebben om zeer gematigd absoluut te regeeren. Evenals de ondervinding leert, dat het gevaar voor absolutisme zelfs door vorstelijke eeden op de grondwet niet geheel verdwijnt, zoo hebben wij onlangs de gelegenheid ge had om tot de kennis te komen, dat vermindering van belastingen zelfs niet door een toevloed van milliarden verkregen kan worden. „Waaraan ligt dit? „Evenmin als men zeggen kandat bet aan den onwil van absolute vorsten ligt, wanneer zij zich niet in de grondwettige beperkingen schikken kunnenevenmin zou- men kunnen beweren, dat het aan den onwil van de ministers van financiën ligt, wanneer zij zelfs met een overvloed van milliarden niet weten hoe men eene ver mindering van belasting ernstig onderneemt. Gematigden absoluten vorsten valt het moeilyk te begrijpen, waarom men juist hunne macht wil beperken, waarvan zij vol strekt niet voornemens zijn misbruik te maken even moeilijk valt het den minister, die zijn hoogste ideaal in een volle schatkist ziet, om te begrijpen dat men zijne voorstellen niet zonder discussie aanneemt. „Men zou oppervlakkig zeggendat eene volksver tegenwoordiging het gemakkelijk over eene verminde ring van belasting eens moest worden, vooral wanneer de regeering zelve zoo iets voorstelt. Maar ook hier moest ons de ondervinding wijs maken, en dan zien wij dat het gemakkelijker is om een nieuwe belasting door de volks vertegenwoordiging te doen aaunemen dan eene be staande af te schaffen. Voor een nieuwe belasting, die steeds onder de vlag van „dringende noodzakelijk heid" binnengeloodst wordt, zal de regeering altijd kunnen rekenen op de conservatieven en de zwakken die reeds door het gevaardat voor den staat in die „dringende noodzakelijkheid" ligt, voor bet voorstel gewonnen zijn. Met een nieuwe belasting meent de regeering hetaltijd ernstig en wordt zelfs boos, wanneer men die niet toestaat, zoodat bij de „dringende noodzake lijkheid" nog een dreigende ministerieele crisis ontstaat. Geldt het eene vermindering van belasting, dan is de aandrang van den minister nooit zoo groot, dat conservatieven en zwakken voot' een ministerieele crisis behoeven te vreezen, wanneer zij tegen het voorstel stemmen. Bovenmatige overvloed in de schatkist heeft nog nooit een minister ongelukkig gemaakt. Hij weet zich dan met het denkbeeld te troosten, dat hij ten minste het goede gewild en het beste, namelijk het geld, behouden heeft. Wanneer nog daarbij komt, dat de voorgestelde afschaffing van belasting niet goedgekeurd wordt alleen omdat men betere plannen in het hoofd heeft, dan kan men er reeds vooraf zeker van zijn, dat ieder voorstel verworpen wordt. Wanneer men tus schen vele slechte belastingen te kiezen heeft, dan zal de strijd over de slechte steeds het gevolg hebben, dat men ze allen behoudt. „In statenwaar men voldoende oefening heeft, zoo wel in het verhoogen als verminderen van belastingen verstaat men de kunst beter. Wanneer de minister in Engeland berekent, dat er in het volgende jaar geld zal overblijven, dan vraagt hij niet welke de slechtste be lasting is. Hij houdt dit terecht voor een theoretisch vraagstuk, waarover men zóólang disputeeren kan tot men weder eene verhooging van belasting behoeft. In den grond beschouwd, zijn alle belastingen slecht. De slechtste uit te zoeken is bijna even moeilijk als de beste vrouw te vindeneenvoudig omdat zij allen goed zijn. De Engelsche minister van financiën is geen philo- soof en geen soeiaal philanthroopdie enkele klassen van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 4