OÜRANT.
N° 55.
Dinsdag
1872.
5 Maart.
Middellmrg 4 Maart.
In de zitting der tweede kamer van heden zijn de
discussiën aangevangen over het wetsontwerp tot ver
vanging van de artt. 414, 415 en 416 van het wetboek
van strafrecht door andere bepalingen.
De heeren Godefroi, van Zuijlen, Wintgens en Heems
kerk Ae. bestreden het wetsontwerp en noemden het
ontijdig, nutteloos en schadelijk.
Yan de regeering is een wetsontwerp tot wijziging
van de postwet ontvangen.
De kamer heeft bepaalddat de interpellatie van den
heer Heemskerk Az. betreffende de uitvoering van het
tractaat met Engeland tot afstand van de kust van
Guinea zal plaats hebben na de behandeling van het
wetsontwerp tot bedreiging van straf tegen de vernie
ling en de onbruikbaarmaking van schepen en andere
vaartuigen door andere dan in de artt. 434 en 435 v*n
het wetboek van strafrecht genoemde middelen.
Ret Provinciaal blad van Zeeland n*. 29 bevat een
besluit van den commissaris des konings in deze pro
vincie, waarbij, op grond dat zich in het koninkrijk
België bij voortduring gevallen van veepest hebben
voorgedaan, worden ingetrokken de verleende doorloo-
pende oatheffingen van de bepaling van art. 1 van het
koninklijk besluit van den 8en December 1870, tot het
invoeren van straat- en stalmest, alsmede van versch en
g«zouten rundvleesch.
Tot secretaris-ontvanger van het calamiteuze water
schap Scherpenisse is met algemeene stemmen benoemd
de heer J. L. Luyk, gemeente-secretaris aldaar.
Uit Breda schrijft men ons
„Naar men verneemt is de graaf van Chambord voor
nemens een week of zes hier te verblijven. Hij ontvangt
dagelijks talrijke bezoeken van vreemdelingen, die met
een volgenden trein vertrekken of een nacht overblijven.
Het is moeilijk hem te zien dan alleen in de mis, welke
hij getrouw in de St. Antonius kerk bijwoont. Daarheen
begeeft hij zich per rijtuig. Op straat komt bij niet.
Eens slechts deed hij een wandeling door de stad om
een bezoek te brengen aan de St. Barbara-kerk op de
Haven, vóór een jaar of drie ingewijd, en aan de Griete-
kerk, tot bezichtiging van het beroemde Mausoleum, ter
eere van Engel bert van Nassau en diens echtgenoot
opgericht. Geen onzer stadgenooten, wereldlijk noch
geestelijk persoon, ook niet de pastoor bij wien hij de
mis bqwoont, heeft hem bezocht. De burgemeester, bij
wien des graven secretaris zijn opwachting is gaan
maken, heeft aan het hotel twee visite-kaartjes laten
afgeven. Dikwijls ziet men personen van het gevolg
door de straten wandelen zonder dat zij heel veel aan
dacht trekken. Over het geheel betoont de bevolking
zich vrij onverschillig omtrent de gebeurtenis van
'sprinsen verblijf, die meer de aandacht der buiten
wereld trekt dan de hare."
Tot tijdelijk adsistent bij de rijks-telegraaf zijn benoemd:
W. G. E. Bertram jr., te AssenJ. W. Exalto d'Almaras,
te Bellingwolde; H. Tjebbes, te BolswardE. J. Keep,
te AssenW. S. M. E. Everts, te AmsterdamF. Hout
graaf, te Bloemendaal; W. fl. Pieter, te Amsterdam;
S. Wigersma, te Leeuwarden; P. de Klerk, te Dordrecht;
H. Brouwer, te AmsterdamD. Koeleman, te Alkmaar,
en J. Blitz, te Amsterdam. (Staats cour.)
Benoemingen en besluiten.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe-
belastingen (derde kantoor) te AmsterdamA. J, L.
Beudt, thans provinciaal inspecteur der directe belas
tingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Leeuwar
den; benoemd tot ontvanger der in- en uitgaande
rechten en accijnsen te Rotterdam, L. J. Sala, thans
provinciaal inspecteur der directe belastingen, in-en
uitgaande rechten en accijnsen te Eindhoven; benoemd
tot provincialen inspecteur der directe belastingen, in-
en uitgaande rechten en accijnsen te Leeuwarden,
H. J. Westenbergthans controleur derzelfde middelen
aldaar; te Eindhoven, A. J. R. A. de Ceva, thans contro
leur derzelfde middelen te Roosendaal.
koloniën. Eervol ontslag verleend uit 'slands dienst,
op verzoek, aan den Oost-Indischen ambtenaar A. ten
regte A. E. J. Floquet, laatstelijk opziener le klasse bij
de Bteenkolenmyn Oranje-Naasau te Pengaron (Zuider
en Oosterafdeeling van Borneo), thans met verlof in
Europa, met ingang van 1 Maart 1872 en met behoud
van recht op pensioen, bijaldien hij volgens de bestaande
bepalingen daarop aanspraak heeft.
Eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, op verzoek,
aan den Oost-Indischen ambtenaar A. van der Yelde Cz.,
laatstelijk bouwkundige voor de bebakening en kust-
verlichting in Nederlandsch-Iudië, thans met verlof hier
te lande, met ingang van 1 Maart 1872 en met behoud
van recht op pensioen, bijaldien hij volgens de bestaande
bepalingen daarop aanspraak heeft.
Onderwijs.
Benoemd tot eerste hulponderwijzeres aan de school
voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor
meisjes te Lochem, mejufvrouw D. C. Snijders, thans
hulponderwijzeres alhier.
Kerknieuws.
Aangenomen het beroep tot predikant bij de Waalsche
gemeente te Amsterdam door den heer M. A. Perk,
predikant bij die gemeente te Breda.
Aangenomen het beroep tot predikant bij de
Nederduitsche hervormde gemeente te Leiden door den
heer M. 8. J. de Wolff, predikant te Dalfsen.
Den 23en Januari jl. was de algemeene synode der
Nederlandsche hervormde kerk buitengewoon ver
gaderd ter zake van het hooger beroep, ingesteld door
den predikant Laan te Maassluis, tegen een vonnis van
het provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland, waarbij
hij wegens onchristelij ken wandelen verstoring van orde
en rust voor den tijd van drie maanden was gesehorst.
Nadat de synode bij loting tot op de helft harer leden
was verminderd, werd de zaak opnieuw ter hand ge
nomen.
Daar gedurende de loop van het rechtsgeding enkele
leden tot de overtuigiug kwamen dat de beschuldigde
in een staat van krankzinnigheid verkeerde, werd de
eindvraag of hem zijne daden toerekenbaar warenhoewel
geenszins door allen, ontkennend beantwoord en bij
dus van de schorsing als kerkelijke straf onthevendoch
tevens werd het classicaal bestuur van Rotterdam gelast
om verder in deze zaak te bandelen.
Daar het officieel orgaan de uitspraak der synodus
contractu tot op heden nog niet heeft opgenomen, bestaat
er grond voor het vermoeden, dat de beschuldigde her
ziening hoeft aangevraagd, zoodat in dit geval de zaak
voor de geheele synode ter definitieve beslissing zou
moeten worden gebracht. (Het Vaderland.)
Marine en leger.
De ctat-major van Zr. M«. fregat met stoom vermogen
Admiraal van Wassenaer, gereed liggende tot vertrek
naar de kust van CJuinea, is samengesteld als volgt :kom-
mandant, kapitein ter zee D. L. de Haes; 1* officier,
kapitein-luitenant ter zee J. K. L. Gey van Pittius; lui
tenants ter zee 1« klasse: jonkheer J. H. P. von Schmid
auf Altenstadt, W. A. Arriëns en J. M. Brevetluite
nants ter zee 2e klasse T. Spree, A. M. R. Wagner en
L. M. L. de Haan; adelborsten le klasse: D. Stolp,
M. T. T. J. de Nerée tot Babberich, J. H. Strootman,
W. H. Dittloff Tjassens, G. C. Otten, N. G. J. Kroeff,
J. G. SnethlageJ. H. L. J. baron Sweerts de Landas
Wijborgb, J. Cardinaal, R. L. Koolemans Beijnen, W. Al-
lirol, J. Bollaan, P. Brutel de la Rivière en M. Smits;
officier van gezondheid 1° klasse J. C. Steenbergendito
2o klasse J. J. Hendriksz; officier vanf administratie
1° klasse F. Wolfsondito 3ü klasse J. H. C. Vermeer;
scheepsklerken W. A. Le Rutte en J. D. Isingkapi
tein der mariniers J. A. Y. van Es, en 2« luitenant der
mariniers H. J. Jolles.
Gemengde berichten.
Jl. Vrijdag is een 75jarig persoon uit Neuzen naar
het huis van arrest te Goes overgebracht, verdacht van
diefstal van omstreeks 400 ten nadeelo van den ont
vanger der rijks belastingen te Neuzen, bij wien hij
vroeger tien jaren als huisbediende werkzaam was thans
werd hij in het liefdehuis to Hulst verpleegd. Het
grootste gedeelte van het ontvreemde werd bij een boom
aan de wallen van Hulst teruggevonden.
Volgens De Noordatar zal Z. M. de koning in den
loop der maand Mei a. een officieel bezoek brengen aan
de provinciën Groningen en Friesland, en in de maand
Juli aan Drenthe.
Naar deLeidsche courant verneemt, zal de Leid-
sche boogleeraar de Vries den l"» April a. te Brielle als
feestredenaar optreden.
Het Handelsblad meldt dat voor de monding van
den nieuwen waterweg van Rotterdam naar zee, waar
circa 6 maanden geleden bij hoog water 56 duim water
stondzich thans eene bank gevormd heeft, waar nu bij
laag water slechts van 9—12 dM. water blijft staan. De
noordelijkste punt dezer bank ligt in de volgende pei
lingen de vuurtoren van het westelgkste hoofd Z. O.,
het b nitenste bolbaken van bet noordelijk hoofd O. Z. O.
J,- O., de monding van het strand Z. O. Z. Deze bank
strekt zich circa 400 meter buiten het langste hoofd in
zee uit, heeft eene lengte van 1500 a 1600 meter, en
ecne breedte van 200 tot 400 meter. Op eene scheeps
lengte heeft men 10 voet water meer aan den buitenkant.
Op deze bank is jl. Woensdag middag de Harwichboot,
toen die daar te 2 uren aankwam aan den grond geva
ren en heeft er een uur vastgezeten. Alleen aan het
stille wederde snelle rijzing van het water en den zui
delijken wind is het te danken, dat het schip vlot geko
men en daarna het Brielsche zeegat ingevaren is.
Te Monnikendam heeft, volgens de Nieuwe Rotter-
darasche courant, een zeer gegoede boer 25 koeien ge
kocht onder voorwaarde, dat hij, voorde eerste een
halven cent gevendevoor elke volgende bet dubbel van
de voorgaande zou betalen. Hij sloot dezen koop in
tegenwoordigheid van getuigen en moetnu/167,772.15i
voor de 25 stuks betalen, dus 6710,88 per koe. Toen hij
tot die ontdekking kwam, weigerde bij den koop ge
stand te doen de zaak zal nu voor den rechter worden
gebracht.
Met den reeds vroeger ontworpen spoorweg van
Antwerpen op Hoogstraten tot de grenzen, en van daar
op Nederlandsch grondgebied over Zundert, Rijsbergen
en Princenhage op Breda, schijnt men voortgang te zul
len maken, daar de baan reeds uitgebakend wordt en de
beide regeeringen concessie aan de heeren Bennert c. s.
hebben verleend.
Jl. Woensdag is in een tuin te 's Hertogenbosch
een fraaie veelkleurige kapel gevangen.
Men zal zich herinneren dat in December des
vorigen jaars op de Plate-rivier een stoomboot, de Ame
rica, in brand geraakte en zonk. Thans wordt de vol
gende treffende episode uit die vreeselyke ramp in een
dagblad van Buenos-Ayrcs wereldkundig gemaakt. Aan
boord bevond zich een passagier, Viale geheeten, die,
van een zwemgordel voorzien, zich in den stroom ge
stort had, en dank zij dit vrij zekere hulpmiddel, alle hoop
mocht koesteren om behouden aan den oever te komen.
Hij was ongehuwd, reisde alleen en had zich, door niets
ter wereld gebonden, om niemand te bekommeren. Ter
wijl hij, door zijn zwemgordel ondersteund, zich land
waarts voortbewoog, ontdekte hij te midden van de
rivier een anderen reiziger, die met een jeugdige vrouw
tegen den stroom worstelde. Het was een pas gehuwd paar.
De jonge man, die zijn bezwijmde echtgenoot niet dan met
de grootste inspanning het hoofd boven water kon houden
terwijl bij daardoor slechts éen arm over had om te