MIDDELBURGSCHE
COURANT.
ISP 52.
Vrijdag
1872.
1 Maart.
vtrHubiu$ <tm bm spwrwfr
HET STATIONSGEBOUW TE MIDDELBURG.
SO FEBRUARI 1873.
Zoo is dan ook voor Middelburg en hare vrucht
bare omstreken de droevige tijd van afwachten
voorbij. Het oogenblik van handelen is thans aan
gebroken. Niet langer zal men 'het hier lijdelijk
behoeven aan te ziendat in zoovele andere plaat
sen de welvaart toeneemt, want ook hier zijn nu
de voorwaarden vervuld, zonder welke in den tijd
dien wij beleven aan geen ontwikkeling van nijver
heid wij nemen dit woord hier in den alge-
meenen zin te denken valt.
De verbinding van het spoorwegnet is voltooid,
en ook uitmuntende waterwegen, niet meer onder
hevig nan de wisselingen van eb en vloed, zullen
haar eerlang ten dienste staan. Tot den aanvoer
en verzending van goederen wordt den handel
thans de beste gelegenheid aangeboden; de fabrikant
en de handwerksman krijgen thans tot afzet hunner
voortbrengselen een onbegrensd terrein voor zich,
en zoo ook de land- en tuinbouwer voor zijne veld
en boomvruchten. Menig winkelier kan bij toene
mend vertier zijn debiet zien vermeerderenen hoe
wel liet vermoedelijk niet in Middelburg's toekomst
ligt om ooit een echte fabriekplaats te worden,
zoo zullen toch zeker sommige nijverheidsonder
nemingen op groote schaal met meer succes dan
vroeger hier kunnen gedreven worden. Menige
verandering mag men alzoo in dit opzicht tege
moet zien. Zullen daarbij de prijzen van som
mige onmisbare zaken rijzen overal het gevolg
van toenemende welvaart daling van die van andere
is mede te verwachten, want de meerdere mede
dinging zal tot verhoogde werkkracht prikkelen,
wat wederom voor een groot deel ten bate van het
publiek komen zal. 't Is een deel van de matericele
zijde der zaak, wat wij thans bespreken. Niet
alleen voor Middelburg, maar ook voor Ylissingen,
voor geheel Walcheren, verwachten wij veel van
de toekomst, en wie meenen mocht dat wij met
deze beschouwing het rijk der illusiën binnnen tre
den, moge gewezen worden naar de op zoo groote
schaal aangelegden en hunne voltooiing naderende
havens en dokkendie verbonden aan een dei-
beste reeden van de westelijke kust van Europa's
vastelandeen centrum voor zeehandel worden
moeten.
Maar inmiddels is reeds het arbeidsveld verruimd
en de kans om bij verhoogde krachtsinspanning
rijke vruchten te oogsten, geopend. Blijken zal het
thans in hoeverre men daarvan zal willen en
kunnen partij trekken; wij zeggen ook kunnen,
want waar de energie door de omstandigheden
lang is gedrukt geweest, zal de strijd tegen mede
dinging niet gemakkelijk vallen.
Echter is ook hier weer een lichtzijde. Of zou de
spoortrein dan enkel direct dienstbaar moeten zijn
aan het vullen van de beurs? Zal hij niet in de
eerste plaats er toe bijdragen dat de gezichtskring
ruimer wordt Is hij niet schier overal, waar hij
zich vertoond heeft, de stormram geweest wiens
stooten menige muur die tot beschutting diende van
teeder gekoesterde vooroordeelenheeft doen schud
den en in puin vallen? Heeft hij niet menig over
blijfsel van kleinsteedscliheid in zijn vaart medege-
sleept? Wij Middelburgers zijn mogelijk het minst
bevoegd om te oordeelen of daarvan ook bij ons
nog overblijfselen te bespeuren zijn. Aan onpartij
diger rechter laten wij dat ter beslissing, maar
mocht het zoo wezen, mocht werkelijk hier endaar
nog iets op te ruimen vallen wat herinnert aan een
geest van te blinde ingenomenheid met eigen voor
treffelijkheid aan een geest van onredelijk partij
trekken voor plaatselijke eigenaardighedenaan een
geest van vijandschap tegen alles wat niet. overeen
stemt met hetgeen wij gewoon zijn te ziente liooren
te denkendan zal ook in dit opzicht de spoortrein
wel te hulp komen. Zoo geeft dan om weder
terug te komen tot het punt waarvan wij zoo straks
zijn uitgegaan de meerdere vrijheid die men zal
gevoelen: meer kracht om de mededinging, die wij
niet licht telden, het hoofd te bieden. Moge de vrijheid
zich dan ook doen gelden in eiken zin, want zij is
de eerste voorwaarde tot ontwikkeling, ook op het
gebied van den geest. In Middelburg is waarlijk
plaats genoeg voor de meest uiteenloopende per
soonlijkheden, waarom zou men er dan ook geen
ruimte geven tot het uiten van de meest verschil
lende meeningentot het opvolgen van eigen smaak
of afwijkende neigingen, zonder dat men zich daar
aan ergere. Die vrijheid toch behoeft levendige
sympathieën niet te doen verflauwen of tot een gekun
stelde onpartijdigheid te leiden. Integendeel, zij
noopt als het ware van zelve tot nauwere aaneen
sluiting van eensgezinden, zonder dat deze aan
ware humaniteit behoeft te schaden.
Ware humaniteit. Ook tot bevordering van deze
zien wij in de opheffing van onzen insulairen toe
stand een krachtigen hefboom. Hoe meer toch de
menschen van verschillende oorden met elkander in
aanraking komenhoe meer men ook leert opmerken
dat de grondtoon van het menschelijk gemoed alom
dezelfde is.
En zoo is de Middelburgsche spoorweg waarvan
men zich reeds lang zooveel goeds voorstelde, dan
nu toch tot stand gekomen. Eindelijk tot stand
gekomen, is men geneigd te zeggen als men zich
voor den geest roept hoe reeds sedert meer dan
een vierde eener eeuw veler lioop daarop gevestigd
was. De geschiedenis van vroegere plannen na te
gaan voegt niet bij deze gelegenheid. Menige dan
niet te vermijden herinnering aan tegenwerking en
vooroordeel zou een wanklank zijn in het feest-
accoord dat nu zoo flink wordt aangeslagen. Geen
sombere terugblik verstore de feestvreugde van dezen
dag die terecht zoo hoog gespannen is.
Sedert aan het maken van den Zeeuwschen
spoorweg de eerste hand werd geslagen zijn reeds
veel belangrijke werken uitgevoerdveel bezwaren
overwonnen. En moge al in veler oog soms het
werk niet met den meest mogelijken spoed zijn