MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 48.
Maandag
1871
26 Februari.
Middelburg 24 Februari.
Het ontvangkantoor der directe belastingenin- en
uitgaande rechten en accijnaen te Brouwershaven c. a.
is bij besluit van üen minister van financiën gerang
schikt in de achtste klasse.
Benoemingen en besluiten.
RiDDEROfiDKN. Vergunning verleend aan C. Canoy en
L. Davids tot het aannemen en dragen der versierselen
respectivelyk van kommandeur en ridder der orde van
St®. Rosa van Honduras.
betaalmeesters. Benoemd tot betaalmeesters te Hoorn
E. B&rends, thans to Sas van Gent, en te Sas van Gent
O. G. Lotsy, thans adjunct-cocamies bij het departement
van financiën.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der in-en uit
gaande rechten en accijnsen te Aalten K. Boudewijn,
thans ontvanger te Kauter, welk ontvangkantoor thans
wordt opgeheven, terwijl een grenskantoor aldaar is
ingesteld.
leger. Op pensioen gesteld de luitenant-generaal J.H.
Engelbregt, inspecteur van het wapen der infanterie,
zoomede de kolonels N. C. Vinkhuizen, plaatselijke
kommandant Xe klasse te 's Gravenhage, en J. van den
Hummelplaatselijke kommandant 2e klasse te Nijmegen,
en het bedrag van hun pensioen bepaalt voor den Inite-
nant-generaal Engelbregt op f 30C0 en voor ieder der ge
noemde kolonels op 1800 'sjaars; en den luitenant-
generaal Engelbregt 's konings dank betuigd voor de
vele en goede diensten door hem gedurende zijne lang
durige militaire loopbaan aan het leger bewezen.
Benoemd bij den groeten staf: tot generaal majoor,
bevelhebber in de l0 militaire afdeeling, 's konings
adjudant in buitengewonen dienst, de kolonel A. G. A.
Schönstedt, kommandant van het 7* regiment infanterie;
bij den plaatselijken staf: tot plaatselijken kommandant
le klasse te 's Gravenhage, 's konings adjudant in bui
tengewonen dienst, de kolonel F. C. H. baron van Tuyll
van Serooskerken, kommandant van het regiment
rijdende artillerie, die, in verband daarmede, tevens
wordt belast met de fuuctiën van waarnemend gouver
neur der residentie; tot luitenant-kolonel, plaatselijken
kommandant 2* klasse te Nijmegen, de majoor jonk
heer W. F. G. L. van der Drussen, van het 2« regiment
infanterie;
bij het wapen der infanteriebij den staf van het
wapen, tot inspecteur van het wapen,'s konings adju
dant in buitengewonen dienst, ds generaal-majoor
N. Mac-Leod, van den grooten staf, bevelhebber in de
le militaire atdeeling, die tevens eervol wordt ontheven
van de functiën van waarnemend gouverneur der resi
dentie, onder dankbetuiging voor de diensten, in die
functiën door hem bewezen; tot majoor, toegevoegd aan
den inspecteur van het wapen, de kapitein A. M. Sieie-
velt, vau genoemden staf, thans adjudant van bedoelden
inspecteur; bij het 2e regiment, tot luitenant-kolonel de
majoor O. Butgault, van het korps; tot majoor, de kapi
teins F. J. van den Bergh, van het 5e regiment, en
A. J. W.van derSchrieck, van;den geneialen staf; bij bet
5<» regiment, tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom van
rang), de 1« luitenant G. Visker, van het 2* regiment;
tot 1«> luitenant (naar ouderdom vau rang) de 2« luite
nant D. W. Nijenhuis van het korps; bij het 7« regiment,
tot kolonel en kommandant van het korps de luitenant
kolonel J. N. Schmidt, van het 2« regiment;
bij bet wapen der artillerie: bij het regiment veld
artillerie, tot lfB luitenant (naar ouderdom van rang)
de 2« luitenant E. J. I. C. van Baerle, van het korps; bij
het 1« regiment vesting artillerie, tot majoor de kapi
tein J. J. Collard, van het 2* regiment vesting-artillerie,
kommandant van de artillerie instructie-compagnie; tot
kapitein 3e klasse (naar ouderdom van rang)de le lui
tenant J. F. Diemer, van het regiment veld artillerie-
tot luitenant (naar ouderdom van rang)de 20 luite
nants W. J. G. van der Veur en G. A. Wirix, beiden van
het korpsbij het 2« regiment vesting-artillerie, tot
luitenant-kolonel, de majoor K. G. van Diepenbrugge,
van het regiment veld-artillerie; tot kapitein 3e klasse
(naar ouderdom van rang), de 1® luitenants jonkheer
W. C. Godin de Pesters, van het regiment rijdende artil.
lerie en M. A. Lnyken Glasborst, van het regiment veld
artillerie; bij het 3e regiment vesting-artillerie, tot
majoor, de kapitein G. N. Ninaber, van het korps pon
tonniers; tot X" luitenant (naar ouderdom van rang), de
2« luitenauts H. W. van RUyn en E. Bomberg, beiden
van het korps; bij het regiment rijdende artillerie, tot
luitenant-kolonel en kommandant van het korps, de
majoor W. de Villeneuve, van het korps; tot kapitein
30 klasse (naar ^ouderdom van rang) do le luitenant
B. Dutry van Haeften, mede van het korps; bij bet korps
pontonniers, tot leB luitenant (naar ouderdom van rang)
de 2C luitenant J. R. Naeff, van het korps.
Onderwijs.
Op de voordracht ter benoeming eener hulponderwijzeres
aan de meisjesschool te Rotterdam zijü geplaatst mejuf-
vrouwen J. C. de la Lande Cremer, te Bolsward, en
mevrouw de wed. A. Hesta, geb. van der Beek, te Goes.
Het comité tot wering van schoolverzuim te Goes gat
jl. Woensdag zijn jaarlijksch feest met uitreiking van
belooningen voor getrouw schoolbezoek. De kinderen
van iedere school werden ditmaal afzonderlijk onthaald:
eerst die van de school der 3« klasse, daarna die van de
weezen- en armenschool, en eindelijk die van de scholen
der le en 20 klasse. Debclooningeu bestonden in: spaar
bankboekjes waarin f'6 ingeschreven was, boekwerken
pn getuigschriften. De kinderen werdeu weder door een
negental dames bediend. De schoolopziener, de school
commissie, het dagelijksch bestuur der gemeente en
enkele belangstellenden waren telkens tegenwoordig,
maar regenten van het weesnuis, hoezeer uitgenoodigd,
waren afwezig. De kindereu der bijzondere school
welke school mede begrepen is onder de scholen waar
voor de provinciale bijdrage wordt verleend zijn
niet op dezplfde wijze door het comité onthaald: het
bestuur der bijzondere school heeft daartoeniettegen
staande herhaalde uitnoodiging niet kunnen besluiten,
doch nam het aandeel der provinciale bijdrage aan,
waarvoor aan een vijftal leerlingen een spaarbankboekje
met 3 werd uitgereikt.
Kerknieuws.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te Rotterdam door
dr. A. van der Flierte Heemstede.
Koloniën.
De per mail uit Ocst-Indië aangebrachte berichten
loopen tot 39 Januari jl.
Aan het algemeen overzicht van het Nieuw Bata-
viaascb Handelsblad ontleenen wij het volgende:
„De westmousson doet zich voortdurend met onge
kende hevigheid gevoelen. De communicatie met de
reede is telkens verbroken: de blauwe vlag waait op
den duur. Daarenboven hebben de ontzaglijke regens
de rivieren derwijze doen zwellen, uat een gedeelte van
de stad Batavia onder water staat. Sommige wijken ge
lijken op een groot meer, terwijl het water de huizen
binnenstroomt. De dijken dreigen te bezwijken. Wij le
ven te midden van een der sterkste banjirswaarvan de
oudste ingezetenen van deze plaats de herinnering heb
ben behouden.
„Ook in het Palembangsche hebben de regens de we
gen niet weinig benadeeld, zooals van daar bericht
wordt.
„Z. Exc. de gouverneur-generaal heeft zijn bestuur
ingewijd met een circulaire, die den geest aanduidt,
waarmede bij het bestuur aanvaardt.
„In de eerste plaats wijst zijn Z. exc. er op, dat alleen
daar een krachtig bestuur kan bestaan, waar alle lands
dienaren elkander begrijpen. Het eerlijk en oprecht
streven, om het algemeen belang te bevorderen, moet de
band zijn die hen onderling verbindt.
„In korte, duidelijke en ernstige bewoordingen ver
langt de gouverneur-generaal waarhei 1, ontdaan van
alle politieke tooisels of van eene vermeende richting.
Voorts dringt hij op afdoening van zaken aan en ziet
in het eeuwigdurend consulteeren en rapporteeren een
misbruik. Het vragen van adviezen worde tot het noo-
dige beperkt. Hij verklaart zich een vijand van tijd- en
geestdoodende verhandelingen. Hij eischt echter boven
alles eerlijkheid en oprechtheid in het mededeelen van
feiten en beschouwingen. Het gezag wete zich te doen
eerbiedigen. Men boude de inlandsche hoofden in eere,
want zij bchooren de natuurlijke beschermers van den
kleinen man te zijn. Beschaafdheid in den vorm ga ge
paard aan eene krachtige houding en aan plichtsbe
trachting.
„Ziedaar ongeveer de hoofdtrekken van bet „diénst-
programma," door den heer Loudon uitgevaardigd om
trent hetgeen hij van Europeesche en inlandsche ambte
naren verwacht en aan wie bij toezegt, dat zij op zijne
symphatie kunnen rekenenwanneer zij zich in de aan-
gegevene richting bewegen. Natuurlijk volgt uit het
laatste ook het tegenovergestelde, wanneer ambtenaren
mochten goedvinden eene andere richting te volgen.
„De nieuwe landvoogd schijnt verder, naar men ver
zekert, zijne bijzondere zorg aan de openbare veilig
heid te wijden. Men zegt dat hij in eene tweede
aanschrijving met bijzouderen nadruk aan de hoofden
van gewestelijk bestuur heeft te kennen gegeven,
dat zij als een hunner eerste en duurste plichten voor
de veiligheid van personen en goederen te zorgen
hebben, als een der voornaamste voorwaarden voor
de verdere ontwikkeling en uitbreiding van handel,
laudbouw en nijverheid. "Waar de middelen van bestuur
en politie onvoldoende zijn, wacht de gouverneur-gene
raal voorstellen dienaangaande. Maar daar de klachten
over gemis aan ordb en veiligheid meer bepaald enkele
gewesten betreffen, wijst Z.exc. op het vermoeden, dat
de min of meer bevredigende toestand van een gewest,
voor een groot deel althans, afhankelijk is van het be
leid en den ijver der betrokken ambtenaren.
„Wij noemen deze circulaires een goed begin Z. exc. de
gouv.-gen. schijnt ook meer waarde aan de drukpers te
bochten dan de officier van justitie te Samarang, want
hij verwerpt niet het hoofdpunt van haar klachten in den
jongsten tijd. Intusschen baten circulaires nog niet veel.
Iudien men louter met aanschrijvingen den gang van
zaken hier had kunnen verbeteren, dan ware reeds on
eindig veel in goede orde. Wij wachten thans op hande
lingen.
„De telegrafische verbinding met Sumatra is geopend."
Gemengde berichten.
Te Kuilenburg boden de officieren der schutterij,
volgens een bericht in het Utrechtsch dagblad, jl. Maan
dag avond, ter gelegenheid van 'skonings jaardag aan
de inteekenaren op de lijst tot instandhouding van het
muziekkorps een concert met geïmproviseerd bal aan.
De burgemeester, eenige raadsleden en de elite der bur
gerij waren daarbij tegenwoordig. Te halt twaalfna
afloop van het concert, was het bal begonnen en alles
beloofde, onder de meest wcnschelijke harmonie een
alleraangenaamste avond te worden, toen de burge
meester, mr. J. G. Everwijn, die reeds vroeger de zaal
verlaten bad, plotseling zeer opgewonden weder binnen
trad, zich met den hoed op hoofd achter het buffet plaat
ste, stilte bevai en alles behalve beleefd den genoodig-
deu kenbaar maakten „dat zij hun gelag uitdrinken en
vertrekken moesten." Een dor aanwezige boereneen
oud-officier der schutterij, wees in gepaste woorden
op het ongerijmde en onaangename dezer handelwijze,
maar toen daarop bedreigingen volgden, waarschuwde
hij het publiek zich niet tegen de politie te verzetten
(er waren reeds twee agenten in de zaal geweekt), en
zich te onderwerpen. De kommandant en drie officie
ren der schutterij hebbennaar aanleiding van het voor-
j gevallene, hun ontslag aan den koning verzocht.
Naar men verneemtis door Z. M. den koning, bij
gelegenheid van zijn verjaardag, onder meerderen ook
aan Hendrikje Kolk van Reinerwold kwijtschelding van