MDDDELBURGSCHE
COÜRAN T.
N° 42.
Maandag
1872.
19 Februari.
Middelburg 17 Februari.
Hoewel wij dit niet met zekerheid kunnen mede-
deelen, zoo meenen wij toch het er voor te mogen hou
den dat het vertrek en de aankomst der spoortreinen
alhier omstreeks op de volgende uren zal plaats hebben^^staatsspoorweg in Noord-Brabant, waarbij de gewichtige
indien althans een voorloopig bepaald plan gevolgd
wordt.
Vertrek te 5* 9 1* 3| 54 uur.
Aankomst te 94 10J IJ 6J 104 uur*
Tot stationschef alhier is do heer Simon aangesteld,
die thans deze betrekking te Goes vervult.
Gisteren hield de heer m«\ Kiehl hier in de concert
zaal de eerste zijner drie aangekondigde openbare voor
drachten over Rome. 't Was eene improvisatie. Het plan;
van den spreker was mede te deelen wat hij bij herhaalde
bezoeken te Rome gezien heeft, en ten deele den indruk
te schetsen dien sommige zaken op hem gemaakt had
den. Alleen echter zou hij zich bepalen tot hetgeen in
betrekking stond met kunst, en wel om ook dan nog
de grenzen niet te ruim te stellen tot de antieke
bouw- en beeldhouwkunst.
Gisteren avond nu waren, na een vluchtige herinne
ring aan de verwoestingen welke de stad in verschil
lende tijden ondergaan had, de ruïnen aan de beurt.
Enkele dezer werden zeer in bijzonderheden behandeld,
maar toch bleek het dat zelfs bij de door den spreker
reeds tamelijk eng gestelde grenzen, het gekozen onder
werp voor een drietal lezingen nog te rijk is, want over
enkele punten moest wat vluchtig worden heen gegle
den. De bijeenkomst die, hoewel talrijk bezocht, toch
iets zeer gezelligs had, was in menig opzicht belang
wekkend; de spreker wist zijne hoorders aan het onder
werp te boeien, niet alleen door zijne improvisatie,
maar ook door het teif bezichtiging stellen van een fraaie
collectie photographieën en gravures.
Het Provinciaal blad van Zeeland n<>. 25 bevat eene
circulaire van den commissaris des kouings in deze
provincie, houdende waarschuwing tegen het gebruik
van voor voedsel ongeschikte scheepsbeschuit.
Onlangs werd te Amsterdam geweigerd, om een aan
zienlijke partij scheepsbeschuit, gekocht voor een naar
Java bestemd schip, te aanvaarden, daar men ontdekte
dat het van slechte hoedanigheid was. Omstreeks den
zelfden tijd werd, mede te Amsterdam, ingevoerd eene
boeveelheid van omstreeks 70,000 kilogrammen scheeps
beschuit, vermoedelijk afkomstig uit Fransche vestingen
en daar afgekeurd. De eerstbedoelde partij werd door
de beambten der stedelijke gezondbeids-politie te Am
sterdam onderzocht en tot voedsel geheel ongeschikt
bevonden; terwijl de herkomst der tweede ter alge-
meene kennis werd gebracht, met de waarschuwing om
bij het koopen van scheepsbeschuit voorzichtig te zijn.
Volgens gerucht, zou men thans de afgekeurde beschuit
naar verschillende plaatsen hebben overgebracht, om te
beproeven die daar te verkoopen.
*Uit den Haag schrijft men ons:
„Zelden was het op politiek gebied stiller dan op dit
oogenblik. Mij, dien ge, ten nutte uwer lezers, in de resi
dentie op den uitkijk hebt gezet, komt geen andere for
mule voor den geest dan de traditioneelo woorden der
zeetijdingenniets gepasseerd.
„Nog een paar dagen en de kamer komt bijeen, 't Be
looft een lustelooze zitting te worden die er volgen zal
tusschen 20 Februari en Paschen. De heer Jolles zal
les frais du 'parlement uitmaken, waarschijnlijk alleen met
de wetsontwerpen tot afschaffing der bepalingen tegen
de coalities en tot regeling der strafwetgeving op de ba-
ratterie. Verder zijn de regeeringsantwoorden nog uit
gebracht over eenige kleine wetjesals die op den dienst
der spoorwegen, de besmettelijke ziekten enz. die dus
voor debat rijp zijn. De afwezigheid van den minister
Thorbecke, die toch vooreerst vooral nu we weer
in sneeuw en regen zitten die ons aankondigen dat de
winter eindelijk yoor goed komen zal - nog wel niet uit
zijn geforceerd huisarrest zal ontslagen wordenzal
echter de behandeling daarvan wel verhinderen, evenals
van het aangehouden wetje tot onteigening voor den
quaestie gerezen is eener overname ten behoeve van do
staatsspoorwegen van het lijntje MoerdijkRoosendaal
van den Grand central beige.
„Alleen de door den minister van Bosse ingediende
wetten betreffende de spoorwegen op Java en het In
disch tarief zullen dus in de afdeelingen der tweede ka
mer worden behandeld, misschien ook het ontwerp tot
regeling der vennootschappen. Want de door den mi
nister Engelvaart ingediende militaire ontwerpen zullen
wel blijven liggen totdat de heer Delprat zijn zienswijze
zal hebben doen kennen, zoo ze niet bij de eerste bijeen
komst zullen ingetrokken worden, om opnieuw bestu
deerd en gewijzigd te worden door het nieuwe hoofd van
het departement van oorlog.
„De inkomstenbelasting is, na het voorloopig ver
slag, door den heer Blussé opnieuw in overweging ge
nomen. Wanneer het loopend gerucht waarheid bevat
en ik geloof dat wel dan zal het ontwerp worden aan
gevuld en met behoud van den maatstaf van 2 pet. voor de
inkomstenbelasting ook de zeepaccijns ter afschaffing wor
den voorgedragen. Ben ik wel ingelicht, dan geschiedt
deze aanvulling niet om het wetsontwerp aannemelijker
te makenen dus dien stap tot evenredigmaking der
lasten voor de staatsburgers te bespoedigen, maar alleen
om de mogelijkheid te verkrijgen dat het ontwerp voor
eerst niet worde afgedaan. Een tweede behandeling in
de afdeelingen zal daarvan toch het gevolg zijn, en wan
neer de regeering dan zoo iatig wacht met haar tweede
antwoord als ze thans tijd nam om het eerste voorloopig
verslag te beantwoorden, wordt 't langzamerhand zomer
en komt er van het debat niets. In de volgende zittiDg
ligt dan de onvoegzaamheid, om een zoo belangrijk
onderwerp te doen behandelen door een kamer, waarvan
de helft spoedig aftreedt, voor de hand. Uit sommige
omstandigheden althans mag ik opmaken dat Blussé,
die tot nogtoe de voorgedragen herziening van het be
lastingstelsel met zooveel vuur vasthield, vrij watonver-
schilliger ten dien aanzien geworden is. Waarom?....
Ziedaar een vraag die ik niet beantwoorden kanDe
noodzakelijkheid der hervorming toch bestaat, geheel
afgescheiden van den toestand onzer financiën, thans
even goed als voor tientwintig jaren.
„Meent echter niet dat de tweede kamer geen voedsel
zal vinden voor een publiek debat. De toenemende
esprit frondeur zorgt daarvoor: een aantal interpellation
kan verwacht worden. De Utrechtsche beweging over
de kust van Guinea; de plannen van minister Delprat in
het algemeen, ten aanzien der Janssen-zaak en ten aan
zien der hervorming van zijn departement, waarvan we
niets hooren, niettegenstaande de geavanceerde mili
tair-liberale fractie haar als een shibboleth heeft gesteld;
de zaak-Haffman8; de instandhouding der missie bij
den paus tot 1°Mei; bet uitblijven van het wetje betref
fende het port der bijvoegsels voor de kleine couranten,
door den minister van financiën toegezegd enz. enz.
Ziedaar reeds stof voor een week, en meer, pratens.
„Het verplicht kerkgaan dar militairen is afgeschaft;
dit is reeds een teeken van leven van den nieuwen minis
ter van oorlog. Wanneer hij nu zich maar niet te veel
begeeft op het gebied der militaire confectie, waarop
zelfs Booms came to grief, en waarop Engel vaart zich niet
zonder genoegen bewoog, wenschen wij leger en natie
geluk met dezen eersten stap op den weg van liberale
hervorming.
„Ik noemde daar de zaak-Haffmans, een muisje dat
een staartje hebben kan en hebben moet, omdat de
minister Jolles naar men zegt aanvankelijk tot
herbenoeming gezind, toegegeven heeft aan zekere
pressie, die hem niet ontslaat van zijne grondwettelijke
verantwoordelijkheid voor deze regeeringsdaad. Ook de
benoeming van den generaal Engel vaart tot gouverneur
der militaire academie schijnt niet geheel zonder beden
king; mij dunkt hot publiek heeft gelegenheid gehad
den afgetreden minister te leeren kennen als een man
van de discipline vóór alles, uitstekend waarschijnlijk
als kommandant, maar nadat tegenwoordig het weten
schappelijk element bij de opleiding van aanstaande
officieren meer op den voorgrond gekomen ishad men
een ander slag van gouverneur voor de militaire acade
mie mogen verwachten.
„Het eenige departementwaar tegenwoordig een
gezonde werkzaamheid heerscht, is dat van koloniën. De
minister van Bosse, wie het bij de optreding van dit
kabinet had durven voorspellen zou uitgelachen zijn
slaat met vasten stap den goeden weg in om het malaise
in Indië te genezenen meer tot ontwikkeling des landa
en tot bevestiging van ons gezag te doen dan de meest
geavanceerde minister van koloniën met de schoonste
plannen en klinkendsto woorden ooit gedaan heeft. De
flinke tariefsherziening, het ferm spoorwegvoorstel, het
met krachtige hand aanvatten van de zoo deerlijk ver
warde Indische geldmiddelen, het aandringen op verwij
dering van ongeschikte ambtenaren, die daar ginds
een krachtig bestuur belemmereneerstdaags zal de
directeur van burgerlijke werken voor een flinker man
plaats maken, en de heer Loudon (die nu en dan wel
eens een stootje noodig zal hebben om voort te gaan) is
er op gewezen dat een groote schoonmaak onder de
hoofdambtenaren van het binnenlandsch bestuur van
hem gewacht wordt. Zooveel bewijzen zijn't dat de
minister vau koloniën de oudste in leeftijd dien we in
lang gehad hebben, zich met jeugdige kracht in zijn
nieuwen werkkring beweegt. Ook de keuze van den
aanstaanden secretaris-generaal aan't departement, wiens
naam nog een diep geheim is, doch die in Indië eerst
als ambtenaar bij de culturesdaarna als hooggeplaatst
rechterlijk ambtenaar, later als advocaat en suikerfabri
kant in staat i3 geweest de Indische maatschappij van
den binnen- en den buitenkant te leeren kennen, is in
alle opzichten te roemen.
„Uit het bovenstaande kunt ge onzen politieken toe
stand van het oogenblik beoordeelen. Meerestille hebben
we volop; maar of aan 't schip van staat een gliickliche
Fahrt te voorspellen is ik betwijfel het."
Een telegrafisch bericht in ons nommer van gisteren opge
nomen, heeft deze onderstelling reed9 bevestigd.
De heer Haffmans heeft in een brief aan den minister
van justitie, onder dagteekening van 12 dezer; zijn voor
nemen te kennen gegevenom in de eerste zitting der
tweede kamer verlof te vragen om den minister over
zijn ontslag als kantonrechter te interpelleeren en naar
deredenen te vragen die dat ontslag gemotiveerd hebben.
Daar niemand weet welke houding door den minister zal
aangenomen worden, en niet zoo indiscreet zijnde om
daarnaar te informeerèn, verzoekt de heer Haffmans, om
bijaldien de minister zou vermeenen feiten te kunnen
en te moeten articuleeren betreffende het verwaarloozen
van zijn karakter als kantonrechter of van zijne ambts
bezigheden, vooraf met die feiten in kennis gesteld te
mogen worden, opdat hij niet, in de vergadering daar
mede verrast en overvallengenoodzaakt zou zijn een
bekwamen tijd te vragen teneinde zijn antwoord voor te
bereiden. Hij acht het echter niet waarschijnlijk, dat
zoodanige feiten en grieven tegen hem bestaanomdat
het hem verleend ontslag eervol is.
De minister van justitie heeft op dezen brief den 14en
dezer geantwoord met de kennisgeving, dat hij het schrij
ven van den heer Haffmans had ontvangen en vermeent
de door dien heer aangekondigde interpellatie te moeten
afwachten.
Benoemingen en besluiten.
KotoNiëN. Eervol ontslaguit 's lands dienst verleend,
op verzoek, aan den Oost-Indischen ambtenaar E. R.
Collin, laatstelijk klerk bij het postkantoor te Welte
vreden, thans met verlof in Europa.