wilde maken, omdat dit eene handelwijze zou zijn, weinig in overeenstemming met de vormen van beleefd heid welke men tegenover iedere regeering, en niet het minst thans tegenover de Vereenigde staten van Amerika, behoorde inacht te nemen. De minister gaf overigens de verzekering, dat de Engelsche memorie niets be helsde omtrent de quaestiën, welke voor het eerst in de Amerikaansche memorie opgeworpen zijn. The Daily Telegraph die algemeen voor het orgaan van den heer Gladstone gehouden wordt, maakt in,zijn nommer van gisteren avond de volgende belangrijke depêche uit Berlijn openbaar: „De heer von Bismarck heett aan de kabinetten van Londen en Washington zijne bemiddeling aangeboden, om de uiteenloopende eischen der beide regeeringen met elkander in overeen stemming te brengen." Wanneer de waarheid van dit aanbod bevestigd wordt, dan zijn de kansen voor een vredelievende oplossing der hangende quaestie aanmer kelijk vermeerderd. De Beiersche' tweede kamer heeft reeds Zaterdag de debatten over het bekende voorstel van de heeren Barth en Schiittinger betreffende de zoogenaamde Rcserwt- rechte ten einde gebracht. Zooals men zich herinnert was door de heeren Hiittler c. s. een voorstel tot bemiddeling tusschen de tegenstanders van het voorstel en de conclusie der commissie gedaan, waal-bij alleen de goed keuring der vertegenwoordiging geëischt werd waarde besluiten van den bondsraad grondwettige rechten van Beieren raakten. Na een uitvoerige discussie, die door een korte doch kernachtige rede van den minister-pre sident}, de heer Hegnenberg-Dux, besloten werd, werden voor het bemiddelingsvoorstel van den heer Hiittler 76 stemmen en 72 daartegen uitgebracht, terwijl 73 stemmen zich voor de conclusie der commissie en 75 zich daar tegen verklaarden. Daar volgens de Beiersche grondwet deze voorsteilen de meerderheid van 2/3 der uitgebrachte stemmen behoefden, waren beide couclusiën verworpen en droeg de regeering dus ook hier de overwinning weg. Die overwinning is grooter dan die door do Wurtem- bergsche regeering in dezelfde zaak behaald is, omdat de Wurteuibergsche kamer de derde conclusie vande heeren Lick c. s. aannam waarbij de regeering uitgenoodigd wordt, om zoo spoedig mogelijk een wet op de ministe- rieele verantwoordelijkheid in te dienen, teneinde langs dezen weg de rechten van het koninkrijk te waarborgen. Uit Spanje. Het blijkt meer en meer dat het ministerie Sagasta in eigen boezem een krachtig element tot ontbinding heeft. Tot nogtoc had men hoop gekoesterd, dat, met het oog op de moeielijke omstandigheden waarin het vaderland verkeert en de ernstige gevaren die de nieuwe monar chie bedreigen, alle fracties van de gematigd liberale party, althans tot na de beslissing van den aanstaanden verkiezingsstrijd zich zouden aaneensluiten. Ongeluk kig wordt deze hoop niet verwezenlijkt, want het kabi net is verdeeld in de beide scherp tegenover elkander staande kampen van progressisten met Sagasta en unionisten met Topeto tot leider. De laatsten hebben reeds hun alternatief gesteld in den eisch om twee por tefeuilles meer te hebben dan zij nu in het ministerie bezitten. Men verzekert dat Sagasta Dog niet weet wat hij zal doen. Hij begrijpt wel, dat als dc unionisten zich terug trekken, hij geheel onmachtig is en bij de verkiezingen de nederlaag zal lijden, doch daarentegen vreest hij zeer voor een krachtiger invloed van de unionisten. Vooral schijnt hij bevreesd te zijn voor het denkbeeld, dat zijn party hem eenmaal zou kunnen beschuldigen van haar aan do liberale unie te hebben verko'cht. Reeds worden heftige verwijtingen tegen Sagasta ge richt over de handelingen van zijne agenten in de pro vinciën, want, terwylmen te Madrid veel over conciliatie spreekt om een openbare en gevaarlijke breuk te voorkomen, schijnen in de provinciën de gouverneurs en ministcrieele comité's de candidaturen der liberale unie krachtig tegen te werken en zuivere progressis- tische candidaturen te bevorderen. Natuurlijk vraagt in deze omstandigheden ieder naar de denkwijze van den koning, doch deze laat zich, het lij uit berekening, hetzij omdat hij niet weet wat te doen, in geen enkel opzicht uit. Uit sommige officieele handelingen meent men echter te kunnen op maken, dat hij geneigd is om zich aan de zijde der liberale unie te scharen. In de benoeming van den heer Bios Rosas tot ridder van het Gulden vlies wil men o. a. een bewijs voor die onderstelling zien. De pogingen door de regeering ingesteld om de be trekkingen met den pauselijken stoel weder te herstellen, hebben nog tot geen resultaat geleid, en men verwacht daarvan vooreerst ook nog geen gunstig gevolg, daal de raadslieden van Pius IX nog niet willen toegeven. Aan de beurs te Madrid waren reeds voor eenige dagen onrustbarende geruchten in omloop omtrent den toestand der schatkist, die in groote verlegenheid zou verkeeren door de aanbieding van vervallen schat kistbiljetten welke moeten worden afgelost. De inning der belastingen gaat daarenboven in eenige provinciën met grooie moeilijkheden gepaard en vordert slechts langzaam. In sommige plaatsen vande provincie Valen cia hebben de inwoners gezamenlijk geweigerd, om de belastingen te betalen, terwijl men met groote moeite de ambtenaren der regeering kan doen eerbiedigen. Reeds hebben verscheidene inbeslagnemingen plaats gehad, en de rechtbanken zullen uitspraak moeten doen over de wettigheid van menige weigering tot betaling van belasting. Geen wonder dat de wejgeriög van zoovelen door menigeen wordt beschouwd als een gevaarlijk be wijs van verzet tegen de wetten des rijks. Een arbeiders-oproer, De fraaie hoofdstad der Oostenrijksche provincie Stier marken, Griitz, was in de vorige week het tooneel van ernstige onlustentengevolge van de verhooging der bierprijzen door de brouwers. De werklieden wellicht aangezet door den invloed der Internationalewaren over die verhooging zeer vertoornd en wenschten ver mindering der prijzen, waaraan de brouwers niet wilden toegeven. Dinsdag avond brak de storm los. Ongeveer te 8 nren verzamelde zich een aanzienlijke menigte werklieden, straatjongens, vagebonden, ledigloopers, enz. op het groote plein voor het stadhuis, onder het geschreeuw: „Dat kan zoo niet blijven! Lagere bier- prijzen! De dood aan die honden! Steekt hunne huizen in brand!" Weldra bonsde een aantal mannen op de deur van het stadhuis dat reeds gesloten was. Het was eene deputatie die den burgemeester wenschte te spreken en bij diens afwezigheid, naar den vice-burgemeester dr. Portugall, werd gebracht. Terwijl de deputatie namens de arbeidende klasse den wensch te kennen gaf, dat door tusschenkomst van het gemeentebestuur eene vermindering in de bierprijzen zou worden bewerkt, heerschte buiten een oorverdoovend leven, en hoorde men allerlei scheldwoorden en dreigementen fluiten en kwinkslagen. Met de meest mogelijke bezadigdheid gaf d"-. Portugall te kennen, dat het gemeentebestuur niet aan geweld kon toegeven, dat hij gaarne bereid was om in vereenigiug met den burgemeester op de brouwers te werken, docb dat eerst iedere, oproerige beweging moest eindigen, en dat men tot Vrijdag geduld moest hebben terwijl hij op de treurige gevolgen weesdie te ver wachten waren, indien men zijn toevlucht natn tot ge welddadigheden. Het baatte niet. Toen de deputatie het resultaat der onderhandelingen aan de menigte mededeelde, ant woordde deze met de kreet: „Wij wachten niet!" en in volle vaart stormde men naar het huis en de brouwerij van een der aanzienlijkste brouwers, - Schreiner. Hier ontstond een vreeselijk tooneel van dolle woede en razernij. De straatsteenen werden opgebroken en door de vensters naar binnen geworpen, zoodat weldra geen ruit meer heel was, doch alle pogingen om naar binnen te dringen mislukten. De bewoners hadden waarschijnlijk een toe vlucht gezocht in de achterkamers, want niemand ver toonde zich en nergens zag men eenig licht. De politie was hier nog bij machte om verdere onheilen te voor komen. Van daar ging het Daar de brouwerij en het bierhuis van den heer Schreiner in de nabijheid van het station. Voor dit gebouw lag een tuin die was afgesloten door een rasterwerk van sterke palen. In een oogenblik waren alle palen uit den grond gehaald en, daarmede gewapend, rukten de arbeiders vloekend en dreigend het gebouw binnen, terwijl een gedeelte de wacht hield oih de aan komst der militairendie men verwachtte, te berichten. In korten tijd leverde de brouwerij en het bierhuis slechts een toonbeeld van verwoesting op; alles wat men kon vernietigen werd stuk geslagen, stoelen, tafels, alle verder ameublement, kannen, glazen, bouwgereed schappen enz.; het was, zooals een correspondent schrijft, een ware„beksen-sabbat." Spoedig rukte eene afdeeling infanterie en een eska dron cavalerie aan. De kommandant eischte tot drie maal toe dat de oproerlingen uiteen zouden gaan. Het was' tevergeefs. Het eenige antwoord waren steen worpen op de politie-agenten en ook enkele op de mili tairen die men nogtans blijkbaar wilde ontzien. Daar echter de arbeiders hun werk van verwoesting voort zetten en zelfs in de woning van den pachter van het bierhuis waren doorgedrongen, waar zij eene dienst meid ernstig wondden, moesten de militairen handelend optreden. Toen de menigte niet uiteenging werd een charge met gevelde bajonet door de infanterie en door de cavalerie met dc blanke sabel ondernomen. De arbei ders stoven uiteen, doch verzamelden zich weder; een nieuwe charge volgde, doch roet hetzelfde resultaat. Nog een paar malen herhaalden zich de charge en het weder verzamelen, afgewisseld door steenworpen, totdat ein delijk de kommandant dreigde de soldaten te zullen laten vuren. Toen de arbeiders het knappen der hanen hoorden kozen zij echter bet hazenpad. Intusachen waren uit de gebouwen der brouwerij en het bierhuis door een andere afdeeling infanterie de oproerlingen met kolfslagen verdrevenen zoowel hier als buiten werden velen gewond. Na korten tijd verzamelden zich de arbeiders weder, gingen naar de brouwerij Reiningshans die buiten de stad ligt, en richtten daar niet minder verwoesting aan. Op Vandaalsche wijze werd alles door de woeste horde, die nog altijd met de uitgerukte palen was gewapend, vernield en stuk geslagen. Met groote moeite konden de bewoners het dreigend gevaar ontvluchten en ternauwernood waren de intusschen aangerukte militairen en politie-agenten in staat, om te beletten dat de menigte binnen het woonhuis drong. De charges der cavalerie deden hier de gewensebte uitwerking; de slagen met blanke sabel hadden goede gevolgen weldra waren alle oproerlingen verdwenen. Een aanval op een derde brouwery binnen de stad had geen ernstige gevolgen, daar in de onmiddellijke nabijheid een kazernen was, waaruit terstond milütairen oprukten. Tot middernacht heerschte in de stad groote beweging en verwarring. Een groot aantal personen werd gevangen genomen en in een vertrek van de brou werij Reiningsliaus bewaakt. Reeds den volgenden dag was een der arbeiders aan zijne wonden gestorven, terwijl verscheidene politie-agenten in de gasthuizen worden verpleegd. Telkens werden nog arbeiders gear resteerd, die wonden hadden bekomen. Hoewel de brouwers niet willen toegeven en de arbeiders voortgaan met dreigenja zelfs het gebeurde een voorspel noemen van hetgeen zal volgenhebben den volgenden dag zulke ernstige tooneelen niet meer plaats gehad. Evenwel heersebt nog groote agitatie, ziet men samenscholingen en kunnen de patrouilles van militairen met moeite de orde handhaven, zoodat de vrees voor een nieuwe hevige uitbarsting nog alge meen is. Graanmarkten enz. Rotterdam, 12 Februari. De aanvoer van Zeeuwsche, Vlaamsche, Flakkeesche en Overmaassche tarwe was heden weder vrij ruim; puike soorten vonden tot 25 cents per mud verlaging langzaam koopers, mindere tot ge noemde verlaging slechts gedeeltelijk te plaatsen. Voor de goede en puike nieuwe bedong men van 11.75 a 11.25 en voor de mindere van f 9.75 a 10.75, puike jarige van 12 a 11.25 en mindere van 10 a 10.75 per mudrogge vond heden bij ruime aanbieding weder trage begeertetot 30 a 40 cents per mud verlaging kon men slechts gedeeltelijk verkoopeD. Nieuwe Zeeuwsche en Vlaamsche bracht van f 8.50 a 8, en Noord-Brabant- sche van /7a/ 7.50, jarige Zeeuwsche en Vlaamsche van 8.25 a 7.75 en Noord-Brabandsche van 7a/7.50 per mud op; gerst bij vrij ruime aanbieding in beide soorten weder weinig begeerd en gedeeltelijk tot30 cents per mud verlaging verkocht; voor de winter besteedde men van 6.25 a 6, en voor de zomer van /5a/ 5.25 per mud; haver werd heden weder ruim aangeboden, de vraag blijft zeer beperkt en tot noteering gedeeltelijk te plaatsen voor de lange bedong men van /3a 3.75 en voor de korte van 3.50 a 4.75 per mud, terwijl men voor 68/74- pond iulandsche voer 7, 72/76 pond dito f 7.25 en 76/80 pond dito 7.50 per 100 kilo bedong; boekweit ruim aangeboden, doch tot 10, per last verla ging bijna niet te plaatsenNoord-Brabandsche 225. en nieuwe Fransche 195 a190, alles per 2100 kilo; paardenboonen ruim ter veil; harde drooge /7a/ 6.80 en wakke van 6.25 a f 6.40 per mud verkocht; duiven- boonen weder ruim getoond en van /"8a/ 8,40 per mud verkocht; witte boonen by ruimen aanvoer tot 1, per mud verlaging gedeeltelijk te plaatsenWalchersche f 13.50 a 13.75 en Zeeuwsche naar deugd van 10 a 12.50 per mud; bruineboonen bij ruimen toevoer alleen in drooge soorten tot 1 per mud verlaging te plaatsen mindere onbegeerd; Walchersche 12 a f 12.50 en Zeeuwsche naar qualiteit van /ll a 8.50 per mud;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3