*3uitenlan&. fttrngetorrh. de eenige eilandengroep in den Stillen oceaan is die aan een Europeesche mogendheid toebehoort, en burgers van San-Francisco het hoogst wenschelijk achten dat de annexatie geschiede, zoo zal waarschijnlijk aan de petitie gevolg worden gegeven, In een voorloopige kiesvergadering11. Zaterdag te Galway in Engeland gehoudenis het weder zoo op roerig toegegaan, dat de sprekers bijna door niemand konden verstaan worden; toen kapitein Trench, een der candidaten, opstond om te spreken, werd hij met een stortregen van graszoden, stokken, tabakspijpen, schoenenharingen enz. ontvangen. Door een spoorwegongeluk nabij Perugia zijn ver scheidene passagiers gewond, onder anderen Adelaide Eistori. Jl. Zaterdag is brand ontstaan in de kolenmijnen naby Barnsley; alle pogingen ter blussching waren tot gisteren vruchteloos. Verkoopingen en aanbestedingen. Gisteren avond is alhier te koop aangeboden een huis en erf in de Gortstraat, wijk I n°. 332. Verkocht voor f 1400. Tliermoineterstand. 8 Feb. 'sav. 11 u. 49 gr. 9 'smorg. 7 u. 43 gr. 'smidd. 1 u. 55 gr. 'sav. 6. u 49 gr. Algemeen orerziclit. De Wurtembergsche kamer van afgevaardigden heeft Woensdag de discussiën over het bekende voorstel- Oesterlen, betreffende de zoogenaamde Reservatrechie, aan gevangen. De conclusie der commissie strekt om over te gaan tot de gemotiveerde orde van den dag, „over- wegende 1° dat de regeering het recht heeft om desbe treffende besluiten van den bondsraad door de landsver- tegenwoordiging te doen goedkeurenen 2° dat hoewel de rijks-constitutie ook voor Wurtemberg verbindend is, door zulke besluiten de landsconstitutie niet geschon den kan worden." De heer Lick heeft namens zijne partij voorgesteld om de tweede overweging te splitsen, en als volgt te lezen: „dat 2° slechts met toestemming der landsvertegenwoordïging van een grondwettig recht afstand gedaan kan wordenen 3° de regeering zoo spoedig mogelijk eene wet op de ministerieele verant woordelijkheid indienen moge." Met belangstelling ziet men de discussiën en den afloop dezer quaestie niet alleen in Wurtemberg maar ook in het overige Duitsch- land te gemoet, omdat eene aanneming van eenedezerin zoo particularïstischen geest genomen conclusiën niet zonder invloed blijven kan op de beslissing derzelfde quaestie in de Beiersche kamer. Voortdurend stuit men in de Noord-Duitsche bladen op aanmatigende artikelen ten opzichte van Luxemburg en zijne spoorwegen. Keeds vroeger toonden wij meteen enkel woord de ongerijmdheid aan, dat men in Duitseh- land spreekt van een recht op de Luxemburgsche sporenofschoon de Luxemburgsche regeering evenmin als de bevolking er ooit aan gedacht heeftom dat recht aan Duitschland te verleenen en er zich tot den huidigen dag tegen blijft verzetten. Een Berlijnsche corresponden tie in de Kölnische Zeitung weet thans weder mede te deelendat Luxemburg zijne spoorwegen op staatskos ten exploiteeren wil. Inderdaad kan niemand het der regeering euvel duiden, dat zij, na gedwongen te zijn om den Franschen Ooster-spoorweg van zijne verplichtin gen tegenover Luxemburg te ontslaan en dus zelve weder geheel in het volle bezit der rechten en verplich tingen trad, die zij bij overeenkomst aan de Fransche spoorwegmaatschappij had overgedragen, dat zij zeg gen wij onder die omstandigheden hare spoorwegen zoo exploiteert als zij zelve het beste oordeelt. Neen, zegt de Berlijnsche correspondent, Duitschland zou nooit in de eigene exploitatie van Luxemburg toestemmen omdat die noodzakelijk met vreemd geld zou moeten plaats hebben Is het dan reeds zóo ver gekomendat Luxemburg alleen het Duitsche geld als het eenige goede beschouwen mag? De Berlijnsche correspondent veroor deelt de Duitsche aanspraken en de beweringen der dagbladen dat Luxemburg niet anders wenscht dan bij het groote Duitschland ingelijfd te worden, door zyne eigene woorden, wanneer hij zeer naïef zegt, „dat een verandering van ministerie in Luxemburg voor de oplos sing der quaestie niets baten zou." Kan men een treffen der bewijs verlangen, dat de LuxemburgschebevolkiDg de Duitsche opvatting der spoorweg-quaestie volstrekt niet deelt? In de Fransche dagbladen komt eene depêche uit Londen voor betreffende de debatten van het adres van antwoord in het hoogerhuis omtrent eene quaestie waarvan in de andere Engelscbe berichten onbegrijpe lijk weinig melding gemaakt werd en die toch niet van belang ontbloot is. Naar aanleiding van eenige opmerkin gen van een der leden van het hoogerhuis schijnt lord Granville uitvoerig de quaestie van het Engelsch-Fran- sche handels-tractaat besproken te hebben. De depêche is van den volgenden inhoud Lord Granville erkent dat Frankrijk, sedert het sluiten van den vrede, getoond heeft ontzaglijke materieele hulpbronnen te bezitten. Wij matigen ons volstrekt niet aan te ontkennen zeide hijdat de Fransche regeering haren plicht doet met de fiscale maatregelen die zij neemt. Wij hebben niet verwacht, dat die maatregelen geheel in overeenstemming zouden kunnen zijn met onze denk beelden, doch wij hebben ingezien, dat, al willen wij ook aan iederen billijken eisch voldoen, al willen wij zelfs verder gaan dan onze beginselen misschien strikt geno men ons veroorlooven, wij het parlement niet kunnen aanraden om op den weg van vrijen handel terug te keeren. Wanneer het tractaat opgezegd isdan moeten wij Frankrijk de gedragslijn laten volgen, die het zelf wil. De wettige uitoefening zijner handelingen is Frank rijk door onze handelwijze gemakkelijk gemaakt. Wan neer wij een andere politiek gevolgd hadden, dan zou dit later tot ernstige moeilijkheden tussehen de twee landen geleid kunnen hebben. De vredelievende toon, die in onze politieke relatiën met Frankrijk heerscht, is niet verstoord geworden. De kleine geschilpunten die tussehen ons hebben kunnen ontstaan, zijn steeds op zeer gemakkelijke wijze uit den weg geruimd. Uit deze duidelijke en gematigde woorden van den Engel8chen minister blijkt voldoende, dat de Fransche regeering geen angst behoeft te koesteren, dat de goede betrekkingen tussehen beide landen eenig gevaar loopen verbroken te zullen worden, doch dat zij tevens niet op de minste medewerking van Engeland behoeft te reke nen, wanneer zij het beginsel van vrijen handel voor het verouderde protectionisme wil opofferen. The Times maakt eene depêche uit Parijs bekend, waarin o. a. verzekerd wordt dat de minister van finan ciën, de heer Pouyer-Quertier, in staat is om eerstdaags het geheele vierde halve milliard aan de Duitsche regee ring uit te betalen. Zooals men zich herinnert, moet de Fransche regeering, ingevolge de overeenkomst te Ber lijn gesloten, van 15 Januari tot 1 Mei dezes jaars dit halve milliard in veertiendaagsche termijnen kwijten, zoodat de voldoening thans bijna 3 maanden vroeger plaats zou hebbendan waartoe de Fransche regeering verplicht is. Het bericht behoeft echter nog nadere be vestiging, omdat uit niets blijkt, uit welke middelen de minister de nog niet vervallen termijnen voldoen zou. De berichtgever voegt er bij dat de regeering zelve geen initiatief genomen beeft in de quaestie betreffende de resteerende nog verschuldigde 3 milliarden, omdat zij eerst dit halve milliard voldoen wilde, doch thans haar steun aan de nationale pogingen tot bevrijding van het grondgebied op ondubbelzinnige wijze schenken zal. De Zwitsersche Stdnderath (le kamer) heeft zich met het besluit van den nationalen raad tot afschaffing van de doodstraf met 21 tegen 20 stemmen vereenigd. Al is de meerderheid niet schitterend, heeft men toch allen grond om zich over dit votum te verheugente meer nu men uit de stemming ziet, hoe Zwitserland gevaar liep om in zijne constitutie eene instelling tebebonden welke niet meer in deze eeuw tehuis behoort. De dagbladen der Spaansche hoofdstad leveren een getrouw beeld van de hevige partijtwisten, waaraan Spanje ten prooi is. De radicale Imparcial strooit het bericht uitdat een breuk tussehen de unionisten en Sagastisten voor de deur staat, en dat de ex-regent, de maarschalk Serranoeen ultimatum aan Sagasta gezonden heeftwaarin hem zes dagen gegeven worden om aan de eischen der unionisten gehoor te geven. De regee- ringsgezinde Heria daarentegen zegt, dat vele demo craten de partij van Zorilla verlaten hebben. Aan de andere zijde verheft de Imparcial zich op het verschil dat tussehen de radicalen en de aanhangers der Inter nationale bestaat die weder van hun kant de bevolking tot verzet tegen alle andere partijen aanzetten en op roode aanplakbiljetten den bewoners van Madrid een paradijs op aarde voorspellen, wanneer zij hun de over winning verzekeren. In die proclamatiën nemen ouder gewoonte de volgende beginselen een eerste plaats in: opheffing van den persoonlijken eigendomontkenning van allen godsdienst, verjaging der geestelijken en afschaffing van het huwelijk. De Imparcial verheft er zich vooral opdat deze aan den modernen staat en de publieke orde zoo vijandige beginselen niet in de banier der radicalen geschreven staan. BOURBON EN ORLEANS. Vervolg Welkeen melancholiek dorp, de koninklijke Bourbon- sche residentie FrohsdorfIn de ongepleisterde straten waadt men door den modder. De hutten zijn armoedig en vuil. En dan de eenige herberg! Voordat ik de her berg van Frohsdorf bad gezienvoordat ik den zuren wijn had geproefd, had ik er wel over gedacht om het Frohsdorfsche hotel tot het hoofdkwartier voor mijne fusie-waarnemingen te maken Maar nuneen Dan nog liever in „de Herten" te Neustadt, hoewel ik des morgens had gemerkt, dat de eetzaal tevens slaap-en kleedkamer van den Miner was, en ik onwillekeurig uit die ontdekking eenige afschuwelijkelogische ge volgtrekkingen voor het diner had gemaakt. Ik kon de gedachte niet onderdrukkendat als ik Hendrik Dieu- donné van Bourbon was, en daarenboven de legitieme koning van Frankrijk, en als ik van mijne tante Angou- lême de aanzienlijke heerlijkheid Frohsdorf en van mijn getrouwen hertog van Blacas 80 millioen francs had geërfdparbleu! dan zou ik mij over mijn residentie slot en over de eenige herberg in mijne residentie Frohs dorf niet weinig schamen Ik waadde naar het residentie-slot. Na verscheidene woningen van bedienden en stallen te zijn voorbijgegaan stond ik in het park voor het slot. Het is een tamelijk groot, plomp, door den ouderdom vervallen gebouw. Boven het portaal ziet men een groote vergulde, ver weerde koningskroon en drie verbleekte Bourbonsche leliën. Vreemd dat de witte vlag, die voor de legitimis ten zoo geliefde banierwaarover steeds sprake is in de manifesten van den graaf van Chambord, ontbreekt. Wat heeft men al niet verteld van de witte vlag? Ook nu nog hoort men beweren, dat zij van Clovis tot Lode- wijk XVI het onafscheidelijk embleem der oude monar chie zon zijn geweest! Het zijn slechts middelmatige wapenkundigen die zoo iets kunnen volhouden! Het is onjuist te willen verzekeren, dat de kleuren van de Fransche vlag voor de aanneming van de driekleur nimmer wijzigingen hadden ondergaan. De koningen der eerste dynastie bedienden zich bijwijze van banier van de koorkap van den heiligen Martinus; Philippe I, de vierde Capetinger, nam tegen 1087 de oriflamme of gevlamden standaard van de abten van St. DeDis aan maar tegelijkertijd hadden de souvereinen als koningen van Frankrijk een blauw of violetkleurige banier met gouden leliën bezaaid. Men zegtdat na den slag van Azincourt in 1415 de oriflamme verdween. De koninklijke banier wisselde meermalen van kleur j onder Philippe Auguste (1180—1223) was zij wit, onder Karei VI (1380—1422) was zij blauw. Het wit behield eindelijk geheel de overhand. De generaal Bardin verhaalt, dat de witte vlag oor spronkelijk slechts eene sjerp was, die de ridders droegen} en die later een persooniyk onderscheidingsteeken van de kolonels-generaal was. Zij droegen die sjerp aan het einde van hun veldheerstaf. Louvois hief den rang van kolonel-generaal op en vereenigde zijne attributen met die van de kroon. Men kan zeggen dat van dat oogen- blik de witte vlag de nationale of liever koninklijke vlag werdwant verscheidene regimenten voerden nog standaarden van verschillende kleuren. Deze verwarring duurde zoolang de oude monarchie bestond. In 1789 verving de driekleur de witte en werd de nationale vlag. Blauw en rood zijn de kleuren van Parijs die meermalen voor eene banier werden ge bruikt, tijdens de omwentelingen in die stad in 1356 en 1382. In 1789 vereenigde men die kleuren met het wit, dat sedert lang door de Bourbons was aangenomen, maar zonder de leliën. De nationale vlag is dus geen revolutionnair teeken, maar veeleer een teeken van ver zoening, van eensgezindheid en eenheid tussehen de natie en de monarchie. De driekleur bleef de nationale vlag, totdat zij bij or donnantie van 18 April 1816 werd afgeschaft eD vervan gen door de witte vlag, een maatregel die veel verbitte ring verwekte, omdat znlke roemrijke herinneringen met do driekleur waren verbondende impopulariteit der restauratie nam er sterk door toe. De regeeringen die elkander na 1830 opvolgden hebben weer de driekleur van 1789 gehandhaafd, doch het hoofd van het huis van Bourbon houdt steeds de witte banier geheven, alsof hij het der wereld door een zinnebeeld wilde toonendat de dynastie van Bourbon als koninklijk geslacht ver ouderd is. Welk een contrast tussehen het oude vervallen Frohs dorf en de koninklijke kasteelen van Frankrijk waarin de tegenwoordige bewoner van Frohsdorf zijn gelukkige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2