MiDDELBURGSCHE COURANT. N° 32. Woensdag 1872. 7 Februari. - Middelburg 6 Februari. het oordeel der pers over den nieuwen minister van oorlog. Dat de koning de benoeming van den generaal-majoor Delprat goedgekeurd heeft, zonder dat de heer Thor becke in persoon den candidaat heeft voorgesteldwekt eenigszins de verwondering van liet Vaderlandomdat wel onderrichte correspondenten van de daken verkon digd hadden, dat dit eerst na het herstel van den minister Thorbecke geschieden zou. Waarschijnlijk heeft, volgens genoemd blad, het kabinet er bezwaar in gezien om zonder minister van oorlog voor de tweede kamer te verschijnen, en een der ministers het alzoo op zich ge nomen om Z. M. voor de keaze te winnen. Wat er ook van zij, de heer Delprat is niet teruggedeinsd voor de zware taakdie hem wacht, en ook niet voor de ongun stige omstandigheden waaronder hij optreedt. Nu komt de vraag of hij aan het genoegzame organiseereude ta lent ook de noodige energie paart, om van hem de her vorming van ons krijgswezen te mogen hopen? Om te kunnen beoordeelen of de heer Delprat het vermogen bezit om de doode en levende strijdkrachten met de vorderingen der krijgswetenschap in overeenstemming te brengen en den koning, de overige ministers en het grootste gedeelte der kamers voor zijne plannen te winnen en in het leger een nieuw, friscb leven op te wekken, zal men hem aan het werk moeten zien. Dat hij den wil heeft om dit alles, en dus meer te doen dan zijne voorgangers, zal Het Vaderland, na zijn verleden, niet betwijfelen. Die wil is echter nog niet genoeg om de groote daden te verrichtten* De moeielijke taak van den minister, die op het militair gebied hervormin gen aanbrengen moet, begint met een noodzakelijke wijziging van het personeel van het departement van oorlog. Hoofdzakelijk moet de secretaris-generaaleen man die een doodvijand is van elk vrijzinnig denkbeeld in het leger, verwijderd worden. Met dezen hoof d-offickr die tijdens het bestuur van den heer Engelvaart al de macht in handen badis voor een liberaal minister van oorlog niets uitte richten. De kolonel Booms die voor nemens was een ander in zijne plaats te benoemen, maar door zijne ongesteldheid en daarop volgende aftreding ais minister daarin verhinderd werd, had in dit opzicht juist gezien. Hebben de noodige veranderingen in het per soneel niet plaats dan zal het blijken, dat de militaire traditiën, die in de zaak van den kapitein Janssen zoo duidelijk gebleken zijn, behouden worden. Maakt hij daarentegen de gewenschte wijzigingen, dan zal het nog wel niet bewezen zijn, dat bij de rechte man op de rechte plaats is, maar dan zal voor Het Vaderland de praesump- tie bestaan, dat hij de vastheid van wil bezit, die ver- eischt wordt ora de weermiddelen op beteren voet te brengeD, waarbij het hem aan steun van liberale zijde niet zal ontbreken. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage wil thans nietoordeelen over den titularis, omdat de liberale pers sedert jaren geen lof genoeg vinden kan voor eik hoofdofficier die geneigdheid aan den dag legt, om in een liberaal kabinet zittiDg te nemen. Zoo is het ook al weder gegaan met den heer Delprat. De beloften omtrent de handelingen zijner voorgangers, die aan de natie gedaan werden, bleven onvervulden de weer baarheid des lands ging onder hun bestuur al meer en meer achteruit. En nogtans het komt hier slechts op daden aan. Daarom zal het Dagblad volgens zijne gewone gedragslijn weer een oude les van den heer Thorbecke volgen, en wachten op des generaals daden. Met zeker heid kan het nu echter reeds zeggendat de minister toVde meest geavanceerde liberale partij behoort, en de door de liberalen gepropageerde theoriën omtrent dc militaire aangelegenheden in toepassing zal willen brengenen niet alleen het vestingstelsel maar ook de levende strijdkrachten bij de wet zullen geregeld worden; naar men wil, zal deze minister nog meer militaire wet ten brengen, dan waarop de liberaalste liberaal had durven hopen. Dit zij zoo; doch de nieuwe minister make er meer spoed mede dan men hier te lande bij het w.ettenmaken gewoon is. Hij die zich al lang als politiek man heeft laten poseerenmoet ondersteld worden dat hij omtrent zijne te vervullen taak reeds een vaste over- tuigiug en reeds lang beraamde plannen bezit. De con servatieven hebben het eerst over de verwaarloozing der weerbaarheid geklaagd; de liberale partij hief daar over later nog schriller jammerkreten aan. De man uit hun midden moet nu toonen dat hij spoed wete te maken. Het tegenwoordig kabinet trad op met het speciale doel om de taak der hervorming van het krijgswezen te ver vullen en nogtans kon men de voortvarendheid op dit punt, welke bij den aanvang de raison d'etre van het ministerie uitmaakte,, sedert lang niet meer opmerken. Die voortvarendheid te verlevendigen is de plicht van den minister; slaagt hg daarin komt er langs liberalen weg iets goeds voor de veiligheid des lands tot stand, dan zou het Dagblad zich niet alleen met zijn optreden kunnen verzoenen, maar zijne dankbaarheid betoonen voor hetgeen het vaderland aan een liberalen minister van oorlog, „doordrongen van conatitutioneelen zin", in dat geval verschuldigd is. De Arnhemsche courant acht het optreden van den nieuwen minister van oorlog een zeer actueel onderwerp ter besprekingdoch zal zich daardoor niet laten verlei den, om het voorbeeld van andere bladen te volgen. Zij hoopt later menigmaal over den heer Delprat te spreken niet o^er zijn persoon maar over zijne dadeneen onder werp dat zij belangrijker acht dan de wenschen en de verwachtingen, waartoe men zich thans moet bepalen. De Haagsche correspondent van de Zutphensche cou rant zegtdat bij hen die den heer Delprat goed ken nen, do verwachting van heigotsu ue minister zal uit richten niet hoog gespannen is. Het is met hem alweder gelijk met zooveel anderenin gewone tijden zou bij een goed minister zijn, maar nu de taak van den minister van oorlog zoo exeptioueel zwaar is, zal hij, vreest men, niet voldoen aan hetgeen men van hem eischt. Voorts bewaren de meeste couranten over deze benoe ming het stilzwijgen. Aan de heden gehouden herstemming voor de ver kiezing van een lid voor den Middeiburgschen gemeen teraad is door 382 van de 790 kiezers deelgenomen, zijnde 5 minder dan bij de eerste stemming op 23 Ja nuari jl. Wij vernemen dat het hier te geven feest-concert op Vrijdag den len Maart zal uitgevoerd worden door het korps van het regiment grenadiers en jagersdat, gelijk iedereen trouwens weet, door den bekwamen Dunkier gedirigeerd wordt. Het bedrag der inschrijvingen voor de feestviering is thans tot boven de f 3000 geklommen. De uitslag der jl. Donderdag gehouden verkiezing van een lid voor den gemeenteraad van Kortgene is, dat den 15en dezer eene herstemming moet plaats heb ben tusschen de heeren J. Verbuist Mz.die 14, en S. Rademaker, die 7 stemmen verkreeg. De nieuw benoemde minister van oorlog, de heer Delprat, heeft gisteren zijne betrekking aanvaard. Volgens de Staats-courant van heden bedraagt de bevolking der provincie Groningen, blykens de officieele opgave naar de laatste of vijfde tienjarige volkstelling, 111,030 mannen en 114,306 vrouwen, samen 225,336. De gemeente Groningen heeft 38,528 inwoners. In het Handelsblad komt eene beschouwing voor van den heer Jakob de Gelder uit Meppel over de nieuwe tarieven der staatsspoorwegen. Wij ontleenen daaraan, voor zooveel het tarief der „bestelgoederen" betreft, het volgende „Schoon, toen het oude tarief in werking was, nie mand klaagde, en de ontvangsten der maatschappij aanhoudend vermeerderden, heeft de directie der staats spoorwegen goedgevonden, tot groote verheuging-van schippers en voerlieden, maar tot ergernis en belemme ring van den geheelen binnenlandschen handel, die niet altijd over zijne belangen schijnt geraadpleegd te wor den met 1 Januari jl. een nieuw en ongehoord verhoogd tarief van bestelgoederen in te voeren. De verhooging bedraagt eenvoudig zoowat van vijftig tot vierhonderd percent. Een enkel voorbeeld slechts van 2 plaatsen, op korten en meer verwijderden afstand van het uitgangspunt gelegen, is hier voldoende tot bewijs: Kilo 3 4 5 5-10 10-20 20 30 30-40 Vroeger kostte van Meppel naar Zwolle (28 mijl.)Cts. 10 10 10 10 12 18 24 Thans30 35 40 42 49 56 63 Naar Winscho- ten (112 mijlen)*40 *40 *40 40 40 45 60 Thans30 35 40 51 71 91 111 Het eenige gunstige van het nieuwe tarief is dus, dat pakjes beneden 5 kilo op verren afstand verzonden niet duurder zijn geworden. Maar dat is ook al het goede wat er van te zeggon valt. Duizenden groot- en kleinhandelaren echter hebben dagelijks colli's boven 5 kilo te verzenden, welke door gaans ook om den aard der artikelen en bestellingen eenigen spoed vereischen, en kunnen die daarom niet al3 ijl- of vrachtgoedmaar moeten die als bestelgoed expedieeren; trouwens ook het kleinste pakje kost met bestelloon als ijigoed 57 en als vrachtgoed 46 cent. Het behoeft voor geen koopman verder betoog (de dagbladen en kamers van koophandel van Breda tot Winschoten spreken luide en klemmend genoeg) dat: 1° het nieuwe tarief aan duizenden neringdoende burgers eene dagelij ksche meerdere uitgaaf veroorzaaktwelke voor een te groot deel hunne door de concurrentie reeds zoo luttele winsten absorbeerten dat het 2° voor den handelsstand in nabij gelegen plaatsen welke een druk onderling verkeer hebben een ware ramp is te noemen. En het is dus in bet algemeen belang en dat der maat schappij noodzakelijkdat voor korte afstanden (vroeger wel iets te laag berekend) het tarief circa vijftig en voor grootere 20 a 25 percent verminderd worde." Als snelgoed echter slechts 35 in plaats van 40 cents. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan dr. Joh. G. Mezger, arts, wonende te Amsterdam, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van de Poolster, hem door Z. M. den koning van Zweden en Noorwegen geschonken. consulaten. Erkend en toegelaten J. H. Grein als consul-generaal der republiek Paraguay te Amsterdam, en zulks op den voet van Nederlandsch onderdaan. sluiswachters. Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan J. Spaan als sluiswachter, waarnemend havenmeester aan het kanaal van Voornebehoudens aanspraak op pensioen. Benoemd tot sluiswachter, waarnemend haven meester van het kanaal van Voorne aan de Nieuwe sluis, II. Eeltjes, thans sluismeester, waarnemend haven meester bij het kanaal van Zuid-Bevelandtot sluis meester, waarnemend havenmeester, bij het kanaal van Zuid-Beveland E. Spaan, thans assistent-sluiswachter bij het kanaal van Voorne. Ma t ine en leger. De 2e luitenants bij het korps mariniers J. J. Reeringh en H. J. Romeny, kommandeerende de detachementen mariniers, ingescheept op Zr. Ms. wachtschepen to Wil lemsoord en Hellevoetsluis, worden met den laatsten dezer ter beschikking gesteld van den komman dan t van dat korps en met den Maart daaraanvolgende ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1